Een film van de regisseur Martin Scorses uit dit jaar.
Gezien via Netflix.
Na zo ongeveer alle Spaanse series te hebben bekeken – ik spreek nu vloeiend Spaans *gniffel* - en ook ‘The Crown’ heb ik me gewaagd aan deze misdaadfilm.
Gebaseerd op een boek boek 'I Heard You Paint Houses'. Geschreven door Charles Brandt.
Jimmy Hoffa was een belangrijke vakbondsleider in de VS van de jaren zeventig.
Zijn verdwijning is tot op de dag van vandaag niet opgehelderd en blijft daardoor een raadsel. In deze film wordt een mogelijkheid voorgesteld die volgens de schrijver van het boek door Sheeran aan hem is verteld. Bewezen is het nooit.
Hoffa schijnt banden te hebben onderhouden met de maffia. Al hield hij helemaal niet van Italianen. ‘Ze heten allemaal Tony’
De rol van Hoffa wordt door Al Pacino gespeeld. Het verhaal wordt door de ogen van een naaste medewerker verteld.
Dat is de stoïcijnse Frank Sheeran, the Irishman en oorlogsveteraan. Gespeeld door Robert de Niro. Deze Frank gaat tot de intieme kring van Hoffa behoren op voorspraak van Russell Bufalino.
Rode draad is de reis van Sheeran, Bufalino met hun vrouwen naar een afspraak met Hoffa.
Dan volgen via flashbacks stukken die het tot een geheel smeden.
Bufalino is een rol van Joe Pesci. Even tussendoor: Wat kunnen oudere mannen toch ook foeilelijk worden. *grinnik*
Dan heb je de voor mij klinkende namen wel gehad.
Frank Sheeran is in eerste instantie een medewerker van Bufalino . Maar via Bufalino wordt hij voorgedragen bij Hoffa. Handig voor Bufalino om iemand in het tegenovergelegen kamp te hebben, want Sheeran blijft toch vooral trouw aan hem. Hoffa zie ziet wel iets in Sheeran. Vooral in zijn pokerface denk ik , zijn volgzaamheid en zijn stoïcisme.
Daarom is die laatste scene ook onbetaalbaar naar mijn mening en laat de kracht van Scorsese zien.
Dan zit Sheeran, oud en verlaten door iedereen in een verzorgingstehuis. De meest mannen van zijn tijd zijn overleden. Zijn dochters willen niets meer van hem weten.
Sheeran neemt al zijn misdaden mee het graf in. Zelfs de pastor die hem regelmatig bezoekt vangt bot.
In die laatste scene zie je heel subtiel het verlichte bordje ‘exit’ en dan de kamer inzoomend op Sheeran.
Die man die nooit een spier vertrok voor de meest vreselijke dingen die hij in zijn leven heeft gedaan en die dan aan de verzorgende vraagt of de deur een kiertje mag blijven openstaan.
Er is geen mens zo stoïcijns of er zit nog wel een emotioneel trekje aan.
Ik moest daarbij denken aan Willem Wilmink met zijn gedichtje ‘Dood zijn duurt zo lang’.
Waarom zijn mensen zoals ze zijn?
Waarom doen ze dingen waarvan ze weten dat het niet goed is? Het grootste raadsel van deze film is het raadsel ‘Mens’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten