donderdag 16 februari 2012
Ambt blijft gesloten voor vrouwen.
Er komt een brochure uit die ik natuurlijk rap heb besteld. In de jaren tachtig is ook al eens via hen het boek verschenen: ‘Man en vrouw in Bijbels perspectief’ geschreven door…….jawel een mannenclub. In 2007 is het ongewijzigd ge-herdrukt. Dat boek heb ik nooit willen lezen, ik weiger het serieus te nemen.
“Al wat door mannen over vrouwen is geschreven moet als verdacht worden beschouwd omdat ze zowel rechter als partij in het geschil zijn”
Francois Poulain de la Barre
Verder staat in het krantenartikel:
‘En vooral bij de zwijgteksten van Paulus moet je kijken naar wat God bedoelde, en niet naar wat hij zei tegen de toenmalige cultuur.’
Ja, ja,.... wie durft te stellen dat hij weet wat God bedoelde? Hebben diegenen die dat weten soms een apart lijntje met Boven? Dacht het niet, daarmee zijn in de geschiedenis al teveel ongelukken gebeurd.
‘Zij ( het Bondsbestuur) ziet in het onderscheid tussen man en vrouw ‘in roeping en bestemming’ een doorgaande lijn in de Bijbel: God schiep man en vrouw samen, maar de man is het hoofd en de vrouw staat hem terzijde.’
‘Maar’…..en ‘terzijde’……..daar val ik over.
Een driewerf neen, heren. Terzijde? In Gen 2:18 staat ‘tegenover’…dat is iets heel anders dan dat u er volgens de krant van maakt. Tegenover betekent volgens mij op gelijk level. Niks dat passieve ‘terzijde’.
Zo zie ik een heel andere ‘lijn met de weg van de Heilige Schrift’:
In het OT lopen we, ondanks de schepping, (zie blog gelijk(w)aardig? in (eigenwijs)gerig) aan tegen de ongelijke waarde van de vrouw om welke reden dan ook. Dat is o.a. te zien aan het verschil in offers en dagen van onreinheid van de vrouw na een geboorte. De basis in het NT is Jezus, het grote voorbeeld in Zijn omgang met vrouwen. Hij gaf haar langzamerhand de plaats die haar toekwam in tegenstelling tot de cultuur van die tijd. Hij appelleerde de vrouw uit Samaria aan haar verantwoordelijkheid. In de eerste christengemeenten werd dat nog meer uitgebreid naar het gelijkwaardigheidsdenken. Zie de Galatenbrief 3: 26-29. Het is een voortgaande beweging richting Zijn Koninkrijk. Maar die beweging heeft in sommige kringen last van roestige tandwielen en hapert zo nu en dan behoorlijk. Jammer dat de heren technici van geen smeerolie willen weten.
*Cathy poetst de vitriool van haar toetsenbord, gaat nu heel geduldig wachten op de brochure en is bereid haar mening zo nodig bij te stellen*
Toev 23-02-12: nog steeds geen brochure ontvangen maar in de ‘Waarheidsvriend’ staat een artikel over deze brochure. Er staat een interessant kadertje met de jaartallen dat ander kerkverbanden het ambt openstelden voor vrouwen en de Chr. Geref. Kerk die in 1998 juist besloot om dat niet te doen.
Tsja en dan toch weer: “In Genesis 2 lees je hoe God man en vrouw schept en hen allebei een eigen plek toebedeelt.”
Ik lees niets van een ‘eigen plek’ in Gen 2. Gen 1 wordt voor het gemak maar weer overgeslagen.
Laat het ook even duidelijk zijn dat ik op geen enkele manier ambities heb voor een ambt of om de kansel te bestormen. Ik blijf liever vrij in mijn denken en spreken.
Toev 03-03-12: Nog steeds niets ontvangen. Mailtje gestuurd.
vrijdag 8 maart 2019
Vrouwendag
Het blad wordt bevolkt door voornamelijk schrijvende, mannelijke theologen. Wanneer je jezelf een beetje serieus neemt dan publiceer je hierin ten behoeve van je vakgenoten en geïnteresseerde leken zoals ik. Tegenwoordig is het ook ‘done’ om Engelse boeken te lezen en te bespreken. Dat verhoogt waarschijnlijk je aanzien onder je vakgenoten.
/ ironie
Of…….er wordt te weinig in het Nederlands geschreven terwijl de Engelsen daar vlijtiger in zijn en de taal internationaal is. Ook theologie ‘verwetenschapt’.
In de krant van vanmorgen stonden allerlei artikelen over sterke vrouwen, heldinnen die iets hebben bereikt in hun leven op het maatschappelijke vlak. Vaak tegen de stroom in.
In dit blad een boekbespreking door Prof. Dr. G. van den Brink (hij schreef ‘en de aarde bracht voort’) van een boek van Frances Young wat ze al in 2013 heeft geschreven. ‘God’s Presence. A Contemporary Recapilutation of Early Christianity.’
Frances (1939) is theologe en emeritus hoogleraar aan de universiteit van Birmingham.
Het boek gaat over de gedachten van de oudvaders vanuit het denken van nu. En ze doordenkt daarin kritisch de meest uiteenlopende onderwerpen. Onder andere de Bijbel in verhouding met de wetenschap, de theodicee en ook de vrouw in het ambt.
De beschrijving van het boek vond ik aansprekend omdat zij ook pleit voor het zien op de doorgaande lijn in de Bijbel ten opzichte van de vrouw.
Niet focussen op losse teksten waarover je toch altijd van mening blijft verschillen maar kijk naar het geheel.
Zoals ik zelf eens schreef:
‘In het OT lopen we, ondanks de schepping, aan tegen de ongelijke waarde van de vrouw om welke reden dan ook. Dat is o.a. te zien aan het verschil in offers en dagen van onreinheid van de vrouw na een geboorte. De basis in het NT is Jezus, het grote voorbeeld in Zijn omgang met vrouwen.
Hij gaf haar langzamerhand de plaats die haar toekwam in tegenstelling tot de cultuur van die tijd. Hij appelleerde de vrouw uit Samaria aan haar verantwoordelijkheid. In de eerste christengemeenten werd dat nog meer uitgebreid naar het gelijkwaardigheidsdenken.
Zie de Galatenbrief 3: 26-29. Het is een voortgaande beweging richting Zijn Koninkrijk.
Young pleit volgens deze bespreking ook voor het lijnen zien: waar komen we als vrouw vandaan en waar gaan we naar toe? Dat is belangrijk. En niet de uitleg van een enkel vers.
Ik moet haar zelf gaan lezen maar het is een pil van bijna 500 pagina’s in het Engels.
Dat betekent moed verzamelen. En centjes, want ik verwacht zo’n boek niet snel bij de kringloopwinkel.
Vas-y Cathy, allez, denk aan al die andere heldinnen……….
(PS: jawel, het plaatje is royalty vrij)
dinsdag 20 maart 2012
Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen..
En nu onbevangen lezen natuurlijk. Alle vooroordelen even aan de kant.
Wat zal ik zeggen….
“Er zijn aanwijzingen dat de man in een cultuur van gelijkheid geneigd raakt zijn roeping te verwaarlozen om hoofd te zijn. Waar vrouwen in de kerkenraad komen, blijken geregeld mannen minder bereid te zijn er in te gaan. Er ontstaat een zekere terugtrekkende beweging. Een eerherstel van de man en het mannelijke lijkt nodig te zijn. Juist om het gezag in de kerk aanwezig te laten zijn.”
Wat legt hij hier de vinger op een zere plek. Maar hoe komt dat? Wat is de reden?
Ik weet ook wel dat vrouwen vaak op een andere golflengte praten. Ze lijken pas op te fleuren wanneer het over ellende en narigheid gaat. Maar dat is juist ook wel weer hun pastorale kracht; functionele sociale smeerolie. Ik kan mij voorstellen dat mannen daar moe van worden want dat word ik ook vaak. En ik geneer me ook wel eens voor mijn kakelende soortgenoten en wanneer mannen om die reden een terugtrekkende beweging maken begrijp ik dat heel goed maar keur dat ten stelligst af. En wanneer dat het eigenlijke probleem zou zijn anno 2012, dan hebben mannen inderdaad een probleem.
Ik zie als gelovige, levend in de tijd na Pinksteren de scheppingsVOLGorde als een ‘tool’ om het gezins- en gemeente leven soepel te laten verlopen. En ook daar is niks mis mee.
Deze opmerking is helaas slechts een kleine rimpeling aan het eind van de brochure. Hij lijkt er bijna per ongeluk in terecht zijn gekomen. Je moet je eerst door van alles en nog wat heen worstelen en hij wordt verder ook niet uitgewerkt, dat is jammer.
Een paar dingen:
Op de eerste bladzijde (p 8) gaat het naar mijn idee al fout….: “Onze cultuur is geheel doordrenkt met het gelijkheidsprincipe…”
Onze cultuur streeft naar het gelijkWAARDIGHEIDSprincipe. Dat is iets heel anders en daar is niks mis mee. Helaas komt deze storende fout steeds weer voor. Op p. 41 wordt het zelfs als stropop gebruikt in combinatie met de Franse Revolutie. Heus dominee, ik moet de eerste vrouw nog tegenkomen die gelijk wil zijn aan een man. (genderproblematiek daargelaten)
Wat is dat toch voor hoogmoedige houding?
In de eerste hoofdstukken wordt uitgelegd door een vijftal regels hoe we moeten lezen en worden ‘exegese’ en ‘hermeneutiek’ uitgelegd om vervolgens in hoofdstuk 3 te gaan luisteren naar wat de Bijbel zegt.
Het begint veelbelovend: Genesis 1: “daar vinden we geen verschil tussen beide geslachten” !! (p19)
De tekst uit Genesis 2 wordt geciteerd waar het woord ‘tegenover’ in staat en vervolgens………..zie ik dat woord nauwelijks meer terug. Het verzandt prompt in ‘toewijding aan de man’, ‘terzijde staan’, ‘aanvulling zijn’ en nota bene:
“Het was een vreugde zich (=Eva) toe te wijden aan degene die Gods goedheid en wijsheid weerspiegelde”….(p 21) en “Daarbij is de vrouw gesteld om zich helemaal toe te wijden aan haar man om hem tot hulp te zijn” (p 23) Je gelooft toch je ogen niet?
Zo word je heel zachtjes, (nou ja, zachtjes) naar het ‘verschil in positie’ ; naar ‘ de goddelijke ordening’ = scheppingsorde gemanoeuvreerd. En zelfs de Heilige Geest zou Zich daaraan houden. (p 28)
Heb ik nog zin, heeft het nog zin om verder te gaan? Want dit is de teneur die het geheel kleurt.
Hoofdstuk vier over het nieuwe testament begint ook weer goed: “ In Christus gaan de paradijsdeuren weer open van de gemeenschap met God, maar daarmee ook van de terugkeer als man en vrouw tot de eigen bedoeling die God met man en vrouw in het paradijs gaf.” (p 24, ja, inclusief storende fout)
Wat was die bedoeling ook weer: O ja, ‘Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen en zei tot hen: wees vruchtbaar, onderwerp de aarde en heers…enz. Geen verschil in positie.
Op p 27 is dat weer vergeten want “God schiep de vrouw tot hulp en aanvulling”. Zo gaat het maar door en zo worden wij, vrouwen weer heel vroom TERZIJDE geschoven.
Nog een 'kleinigheid':
p 19: “de mens is niet gesteld tot uitvinden maar tot bewaren”.
Ik neem toch aan dat deze dominee zijn manuscript met de computer heeft gemaakt en gebruik heeft gemaakt van de boekdrukkunst en dat hij zo nodig gebruik maakt van een antibioticakuurtje.
Conclusie: ik begrijp niet dat deze, in mijn ogen slordige brochure door de ballotagecommissie is gekomen. Mmmmm…… ik denk eigenlijk dat er geen vrouwen in hebben gezeten. Tsja, da’s vragen om scheefgroei.
Verder wil ik er eigenlijk geen aandacht meer aan besteden.
gerelateerd aan:
Gelijk(w)aardig?
Ambt blijft gesloten voor vrouwen
donderdag 3 november 2016
Zonen en dochters profeteren
Een boek, in 2016 geschreven door vijf en twintig schrijvers over het onderwerp man, vrouw en kerk.
Eerste druk natuurlijk want wanneer zo’n type boek wordt geschreven door mannen én vrouwen ben ik er als een kipje bij.
Ik vond het een heerlijk boek om te lezen. Ik werd er blij van. Het bemoedigt en stimuleert me om mezelf serieus te blijven nemen. Met betrekking tot dit onderwerp: vrouw in combinatie met het instituut kerk was ik een beetje murw geworden.
Het is jammer dat de vrouwen die zich geroepen wisten en weten allang vertrokken zijn uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
De rest van de vrouwen worden natuurlijk niet door God geroepen tot het ambt, dat kan niet. /sarcasm
Ik herken het één en ander uit mijn eigen schrijfsels.
Gelijk(w)aardigheid en vrouw/ambt
Dit boek doet het alleen veel diepgaander en veel meer Bijbels onderbouwd.
Na elk hoofdstuk is er een conclusie. Dat is ook prettig.
Tijdens het lezen zitten er grijs gekleurde kadertjes tussen om even na te denken of ter verdere verdieping.
Een voorbeeld om even verder te denken: Bij de tabernakel, de tempel van Salomo en de herbouwde tempel waren de voorhoven vrij toegankelijke voor mannen, vrouwen en kinderen.
Bij de tempel van Herodes echter hadden alleen de mannen toegang tot het eigenlijke voorhof.
Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Dat vrouwen al na de Babylonische ballingschap op afstand werden gehouden? Ook synagogen hebben dat nagevolgd.
Mijn idee is dat het komt door de heidense invloeden van de wereldmachten in die tijd. Secularisatie is kennelijk moeilijk te weerstaan. Toen al.
Moeders kunnen het niet direct meemaken dat hun zonen op het tempelplein Bar Mitswa vieren. Ze moeten op een stoeltje klimmen en kunnen dan over de houten muur meekijken.
Zelf heb ik ook over die muur gehangen in 2009 om te zien wat er aan die andere kant allemaal gebeurde.
Meneer Cathy had vrije toegang, als onbesnedene. Met keppeltje op.
Wel was er toen al een afgescheiden gedeelte van de Klaagmuur voor vrouwen. Zelf ben ik dan teveel overdonderd door allerlei geuren, kleuren en indrukken om meditatief in mezelf te keren.
Ik herinner me nog wel dat die muur heel vettig aanvoelde.
Er zal wel weer het één en ander veranderen sinds febr. 2016 de muur is ‘opengesteld’ voor biddende vrouwen. Er komt in ieder geval een gezamenlijk gedeelte.
Hoe was het voor de zondeval, hoe erna. Hoe zit het in het Oude Testament, hoe in het Nieuwe.
Alle zogenaamde ‘zwijgteksten’ worden weer eens behandeld en dan blijft er niet veel over van de argumenten om vrouwen uit de ambten te blijven weren.
De schrijvers proberen terecht en verantwoord in de hoofden van toen te kruipen al blijft dat altijd een riskante onderneming.
Heeft wetenschap nog iets zeggen en hoe serieus nemen we dat dan? Toen moest ik wel grinniken: volgens een wetenschappelijk onderzoek worden mannen gekenmerkt door denkkracht, technische vaardigheden, agressie en gerichtheid op seks. Vrouwen echter door communicatie, empathie en het verwerken van emoties. Welke eigenschappen passen het best bij het leidinggeven aan een gemeente? (p 181)
Hoe blijf je kerk in de eenentwintigste eeuw. En wat zijn de mogelijke gevolgen.
Allemaal onderwerpen die worden doordacht en besproken.
Een aanrader.
woensdag 17 juli 2013
Vrouwen in het christendom
Küng is een Zwitsers theoloog. Studeerde filosofie en theologie aan een RK universiteit in Rome. Werd later hoogleraar aan de universiteit van Thübingen. En hij staat bekend als een enfant terrible binnen de RK Kerk.
Dit boek schreef hij al in 2001, ik las de digitale Nederlandse vertaling uit 2012.
Het is geschreven vanuit een Rooms Katholiek perspectief. Maar veel dingen van wat hij schijft gaan ook wel op voor de rechterflank van de gereformeerde gezindte.
Hij geeft een mooi overzicht door de eeuwen heen over de behandeling van vrouwen. Zelfs noemt hij het hier en daar het ‘vrouwenvraagstuk’.
Klaar ben je. Ik krijg de neiging om er een mannenvraagstuk van te maken.
Mannen denken niet dommer dan vrouwen, maar anders.
Hij houdt erg van het woord paradigma . Zo heeft hij zijn boek verdeeld in zes gedeelten:
1. Het joods-apocalyptisch paradigma (p)
2. Het oecumenisch-hellenistische p
3. Het Rooms katholiek- middeleeuwse p
4. Het protestants/ evangelisch p van de Reformatie
5. Het rationele vooruitgangs p van de moderniteit
6. Een aanzet tot een oecumenisch p van de na-moderniteit
In grote lijnen bevestigt hij wat ik al eerder schreef over de lijn die ik in de Bijbel zie lopen wat vrouwen betreft. Na de terugval bij de zondenval een langzaam weer ‘opklimmen’ naar gelijkwaardigheid waar Jezus het voortouw in nam. In de eerste christengemeenten werd het gelijkwaardigheidsdenken normaal, zie Galatenbrief.
De vraag is hoe het komt dat die ontwikkeling richting Gods Koninkrijk zo is gestagneerd.
Volgens Küng:
De emancipatie van vrouwen in de vroege kerk werd verhinderd
1. doordat er geen echte doorbraak kwam in de hiërarchische structuren;
2. vijandigheid ten opzichte van de seksualiteit (celibaat, wat steeds meer werd verheerlijkt) en
3. de devaluatie van de educatie van vrouwen
Een paar opmerkelijke dingen:
Volgens Küng bestaat er in het Grieks geen apart woord voor een vrouwelijke apostel maar waren ze er in de eerste christengemeenten wel degelijk. (p 20)
Het woord ambt werd niet gebruikt in de eerste christengemeenten omdat dergelijke begrippen wereldlijke machtsverhoudingen weerspiegelen die de kerk niet kan overnemen. In plaats daarvan werd het woord ‘diakonia’ gebruikt. (p 18)
Filosofisch gezien ben ik het daar mee eens, de gemeente mag geen plaats zijn voor machtsverhoudingen maar wat doet hij dan met de tekst uit 1 Tim 3: 1 en Hand 1: 20 waar het woord ambt wel wordt gebruikt? Die noemt hij nergens.
In het Grieks staat daar geen ‘diakonia’ maar ‘episkopè’
Via Strong’s codes kom je het vier keer tegen in het NT twee keer vertaald met '(opzieners)ambt' en twee keer met 'bezoeking'.
Het blijft lastig.
In ieder geval: zoals de geschiedenis wordt geschreven door overwinnaars is de kerkelijke geschiedenis geschreven door mannen die toch zijn geneigd te heersen in plaats van te dienen. Volgens een onderzoek van Anne Jensen zijn vrouwen veel intensiever betrokken geweest bij de uitbreiding van het christendom dan de door mannen gekleurde bronnen doen vermoeden.
Maar dat moet ik dan gewoon nog eens nazoeken.
Het lastige met deze discussies is de onvermijdelijke partijdigheid. Er is niemand die er geen ‘belang’ bij heeft en dat maakt dat onzuiverheid altijd maar weer op de loer ligt.
Küng wandelt door de geschiedenis en legt het ontstaan van de Mariaverering uit (zie ook ‘de zevende koningin’ van W.J.Ouweneel, die doet het iets uitgebreider), waar de begijnen vandaan komen en hoe de heksenvervolging kon ontstaan. Die niet werd gestopt door de Reformatie maar door de Verlichting!
Hij noemt verschillende vrouwen die invloed hebben gehad zoals Hildegard von Bingen (1098 – 1179), Catharina van Sienna (1347 – 1380) en Theresia van Avila (1515 – 1582). Meestal dames uit de hoge adel die in kloosters gingen en zich stortte op van alles behalve mannen en kinderen.
Ze werden 'mystica' genoemd wat m.i. gewoon een woord is voor een vrouw die haar hersens gebruikt.
Augustinus en Thomas van Aquino benaderden de man-vrouw verhoudingen niet vanuit een perspectief van wederkerigheid maar vanuit het mannenperspectief. Ach dat gebeurt nog regelmatig. Niets nieuws onder de zon. Maar wel een punt om in het achterhoofd te houden.
Aan het einde geeft hij nog allerlei concrete hervormingseisen. Mm ja. van dat woord 'eisen' hou ik niet.
Al met al ben ik er niet echt heel veel wijzer van geworden.
maandag 31 juli 2017
"Verder ben ik van mening dat onze kerken en gemeentes in hun vorm meer uitdrukking moeten geven aan hoe het Koninkrijk van God idealiter zou moeten functioneren en minder zouden moeten lijken op hoe de culturele of maatschappelijke mores zijn. Wie refereert aan patriarchale samenlevingen uit de Oudheid of uit de Middeleeuwen, refereert vooral aan de natuurlijke orde, waarin de man sterker is dan de vrouw en waarin elementen van kracht hoger gewaardeerd worden dan elementen van liefde en zorg.
Dat beide echter belangrijk zijn zien we denk ik in Christus, Lam en Leeuw.
"In Christus is noch man, noch vrouw" duidt er op dat er een correctie plaatsvindt op het krijgers-ideaal van de samenlevingen uit die tijd. Denk vooral aan de structuur van het Romeinse Rijk.
Zeer mannelijk, zeer hiërarchisch, zeer militair en georganiseerd en vooral wreed. Niet voor niks hebben Napoleon en Hitler altijd likkebaardend gekeken naar deze orde.
De kerk zou een andere orde moeten aanbieden en dat zichtbaar moeten maken in haar vormgeving."
Dit citaat onderschrijft precies wat ik bedoel met ons richten op de Goddelijke toekomst.
Door de discussies krijg ik soms het idee dat er gelovigen zijn die graag achterstevoren richting Gods Koninkrijk gaan. Hun neuzen blijven maar in de richting van het verleden wijzen terwijl de tijd onverbiddelijk vooruitgaat.
Dat is toch hondsvermoeiend?
maandag 23 december 2013
Samen dansen in de kerk
Ondertitel: Als mannen en vrouwen op God lijken.
Almatine is theologe en schreef haar dissertatie over de positie van de vrouw in de kerk. Ze komt zelf uit de GKV daar was/is het not done om als vrouw op de kansel te gaan staan. Een commissie die in opdracht van deze kerken de afgelopen jaren onderzoek deed naar de vrouw in het ambt komt tot een andere conclusie (2013). Het advies is gericht aan de generale synode van Ede, die begin volgend jaar bijeenkomt en een besluit moet gaan nemen.
Almatine maakte deel uit van deze commissie .........alles hangt weer met elkaar samen.
Dit boekje is een populaire uitgave van haar dissertatie op 11 maart in het Zuid Afrikaanse Stellebosch. Het is heel gemakkelijk leesbaar en erg veel nieuwe dingen ben ik niet tegengekomen maar dat komt, denk ik, omdat ik mijzelf al jaren verdiep in deze materie.
De titel is wel aardig gekozen. Zelf ben ik opgevoed met de idee dat dansen niet voor christenen is. Dus samen dansen en dan nog in de kerk nota bene, is dan wel een prikkelende titel.
Wat ik heel mooi vond is de vergelijking die zij trekt tussen de Goddelijke Drie-éénheid en de mannen en vrouwen in de kerken.
Zoals de Goddelijke Drie-éénheid om elkaar danst: de ene keer is de Eén leidend en een ander keer de Ander. (Tim Keller?) Maar altijd in harmonische relatie tot elkaar en zo mogen mannen en vrouwen in kerken ook ‘dansen’.
De ene keer is de één leidend, een andere keer de ander zodat er een mooi, relationeel geheel ontstaat.
Omdat God liefde is kan Hij niet alleen zijn. Liefde is relationeel. Mooi.
Minder vind ik haar argument voor de drie-eenheid omdat God in Genesis in het Majesteitsmeervoud spreekt. Dat is altijd zo’n forumvraagje/antwoord. Maar dat majesteitsmeervoud/Pluralis majestatis stamt uit Romeinse wetteksten.
Wel ben ik met haar eens dat de drie-eenheid één van de beste typeringen van God is die we hebben en waarschijnlijk doen we Hem daar ook mee tekort. Alles wat je meer zegt dan “JHWH – Ik ben” zal Hem beperken. (p 50)
Ook de vraag of God manlijk of vrouwelijk is komt aan de orde en ook daarin ben ik het met haar eens: God staat boven de geslachten.
Jezus dus ook. Om die reden denk ik dat Jezus nooit is getrouwd ondanks alle conspiracy theorieën. Hij zou dan teveel in de manlijke rol zijn gedrukt. Dan klopt het niet meer.
Nog iets: ook Almatine vraagt zich af naar welke wet Paulus verwijst in 1 Kor 14 : 34 maar zij kan het ook al niet vinden. Volgens haar verwijst Paulus naar een Griekse wet die het vrouwen verbood hun mannen de les te lezen tijdens vergaderingen.
Ben ik gelukkig toch niet de enige die zo af en toe vastloopt in de Bijbel.
Gerelateerd aan gelijk(w)aardigheid
donderdag 12 mei 2022
Onrust in de CGk
Het feit dat de CGk het ambt gesloten heeft voor vrouwen lijkt
net zoveel stof op te waaien als de uitspraken van Johan Derksen maar dan binnen
andere gelederen. Over die laatste wil ik het niet hebben, die zijn te ver
beneden peil.
De protesten die volgden op de be-sluit-vorming van de
Generale Synode van de CGk zijn niet van de lucht en daarover zijn de conservatievere
geesten binnen de gereformeerde wereld dan weer verbolgen.
Een dominee vraag zich af wat het nut nog heeft van synodes wanneer toch
iedereen haar/zijn eigen weg gaat; wanneer niemand meer luistert naar wat de
kerk leert.
Ik begrijp dat wel.
Heel vroeger had de paus het voor het zeggen, na 1517 werd de reformatorische geloofsleer vast
gelegd in de drie formulieren van enigheid.
Dat heeft weer geleid tot een enorme on-enigheid en versplintering in de kerkgenootschappen.
En in deze tijd heeft iedereen zijn eigen geloofsleer door de toegenomen kennis
en assertiviteit.
Is dat erg? Ik denk het niet zolang de liefde, wat een groot woord is, blijft.
Genegenheid is ook goed. Het vermogen om te accepteren dat anderen anders
denken dan ik en daarin gelijkwaardig zijn.
Het wordt wel een dingetje wanneer anders- gelovigen mij hun manier van geloven
gaan opleggen.
Nu is dat met betrekking tot vrouw/ambt wel lastig. Je kunt van elkaar
accepteren dat er verschillend wordt gedacht maar de beslissing zal toch moeten
vallen of vrouwen wel/niet het ambt toebedeeld mogen krijgen. Het is het één of
het ander.
Mijn kerkgenootschap heeft dat tien jaar geleden besloten en is voor mij geen
reden om eruit te stappen. Maar ik zal wèl mijn mening geven wanneer daar om
gevraagd wordt en die is in dit geval en nog vele andere gevallen toch echt anders.
Ik geloof dat het op langere termijn wel goed komt; het
gaat zich wel settelen. Er zullen twee grote groepen over blijven
zoals er in alle kerkgenootschappen zijn:
a. gelovigen die met hun neus richting paradijs leven en niet goed kunnen
omgaan met allerlei nieuwe leringen, het druk hebben met de ‘scheppingsorde’
die volgens mij toch heel duidelijk in Gen 1: 26-28 staat en
b. gelovigen die met hun neus richting ‘olam haba’ leven; de wereld die komen
gaat en daarop anticiperen.
Die twee zullen het met elkaar moeten doen. Het is geen oplossing om uit elkaar te gaan zoals nu dreigt te gebeuren.
zaterdag 25 juli 2020
Hoofd en/of Hart
In de discussies over Black Life Matters en allerlei
ongelijkheid in de samenleving zie ik overeenkomsten en verschillen. Welaan,
een open deur.
Zo las ik pas in Trouw een interview met Gertine Blom. Een theologe
die in een andere kerk dan zij is opgegroeid, dominee is geworden. Dat kon niet
anders want haar ‘nestkerk’ laat geen vrouwen toe in het ambt en toch wist zij
zich door God geroepen. Wie ben ik om daaraan te twijfelen.
Zo ging het ook met Almatine Leene, die nu als eerste vrouw een plekje heeft
gekregen in Hattum omdat de CKV kortgeleden heeft besloten dat ze vrouwen in
het ambt toelaten.
Het verschil is duidelijk tussen BLM en het feminisme. De
oorsprong is verschillend. De ene beweging opereert om racisme uit te bannen en
de andere beweging om vrouwen gelijkwaardig te behandelen op alle fronten.
De overeenkomst is ook duidelijk: streven naar
gelijkwaardigheid. Gelijk van waarde.
Ook een open deur natuurlijk want elk mens is van gelijke waarde.
Dat zit zo in ons hoofd dus wat valt er te miepen.
Ik heb gemerkt dat er nogal wat verschil zit in het feit of
het in het hoofd zit of in het hart.
De ongelijkheid zit al zo lang in onze genen gebakken dat we niet merken dat
het praten over gelijkwaardigheid alleen maar uit ons hoofd komt en niet uit
ons hart.
Dat is de knoop waar we met z’n allen tegenaan lopen. Zo denk ik.
Het is natuurlijk een begin en je moet ergens beginnen, maar het is nog niet
genoeg.
“We hebben wel gelijke kansen, maar nog altijd heersen
ideeën die deze hinderen.”
Zo staat het in het artikel met Gertine Blom en ik denk ook dat daar de kneep
zit.
Wij, ook ik, hebben er geen erg in wanneer we het hebben over blank en bruin,
totdat een gekleurde mens zegt dat de connotatie van blank, reinheid is en van
bruin niet. Dat stoort.
Zo ontdekte ik dat ik diep van binnen racistisch was toen ik heel ontspannen een film keek.
Ik herinner me nog een gesprekje met mijn vader. En heus ik
heb een goede vader gehad maar hij was ook kind van zijn tijd. Hij zei in dat
gesprek: of je nu huisvrouw bent of
vuilnisman: voor God maakte dat geen verschil. Hij schrok er (gelukkig) zelf
van terwijl hij in principe wel gelijk had. Maar de woordkeus was zo fout.
Dan stimuleren vrome tirades over de vrouw die haar hoge roeping moet vinden in
het gezin en huishouden niet erg. Hij had even zijn hoofd er niet bij.
Zwarte mensen zouden niet wit moeten willen zijn en vrouwen
geen mannen om als gelijkwaardig wezen te worden behandeld en op waarde te
worden geschat. Zoals Gertine en ik hebben ervaren. Want wanneer je dat gevoel
hebt komt dat niet uit de lucht vallen.
Er is werk aan de winkel. Om te beginnen tegenover elkaar erkennen dat we fout
zaten. Wit tegenover zwart en mannen tegenover vrouwen. Niet bagatelliseren en geen uitvluchten
bedenken!
Onderdruk die neiging en verdiep je zo nodig maar in de geschiedenis.
We hoeven die geschiedenis niet te gaan herschrijven, we moeten ervan leren.
In het hoofd zit het tegenwoordig meestal wel dat we allemaal gelijk van waarde
zijn en we elkaar op die manier ook moeten benaderen maar het moet ook uit ons
hart komen en wanneer dat niet het geval is: kijk eens kritisch naar jezelf.
vrijdag 21 juli 2017
Schorsing GKV
Het berichtte ook over de schorsing door de ‘International Conference of Reformed Churches (ICRC) van de GKV vanwege hun ‘vrouwenbesluit’.
De ‘Conference’ bestaat natuurlijk alleen maar uit manspersonen en de commentatoren van het RD zullen dat ook wel zijn.
Ik lees tenminste weinig positiefs.
De commentator van het RD vindt het een tragisch besluit van de GKV terwijl 'de Bijbel bepaald niet onduidelijk is over de plaats van de vrouw in de gemeente' en 'hoopt en bid dat de GKV tot inkeer komen'.
Wellicht heeft deze commentator onder een steen gezeten de afgelopen dertig jaar en alle discussies en boeken die erover verschenen zijn gemist.
Ook de mannenbroeders van de ICRC zijn hard in hun oordeel.
'Waarom houden ze geen rekening met de zwakken in het geloof wanneer zij zo sterk zijn om het ambt open te stellen?'
Zwakke opmerking. Die meneer weet waarschijnlijk niets over de psychologie en het feit dat zwakken in het geloof nogal eens terreur uit kunnen oefenen op basis van hun ‘zwakte’ waardoor zij de sterken in hun straatje dwingen.
Enkele andere broeders verweten de GKV niet te hebben geluisterd naar de buitenlandse kerken.
Natuurlijk hebben ze wel geluisterd heren, alleen zijn ze tot een andere beslissing gekomen.
En nog een andere broeder vindt dat de GKV zich moet schamen, dat de hermeneutiek belabberd is. (Hermeneutiek is de kunst van het interpreteren.)
Tsja....
vrijdag 3 januari 2020
Lezen en laten lezen
Geschreven door Arnold Huijgen (1978) in mei 2019.
Ondertitel: ‘gelovig omgaan met de Bijbel’.
De titel is een spannende variatie op het ‘leven en laten leven’. Ik was nieuwsgierig naar dit boek omdat ik van mezelf merk dat ik soms heel verstandelijk omga met de Bijbel. Ik lees wel maar laat ik mij ook (de les) lezen? Ik lees wel met mijn hoofd maar doe ik dat ook met mijn hart? Dat komt waarschijnlijk ook door de jaren dat ik op fora actief was. Daar waren discussies belangrijk.
Wat het geloof of de Bijbel met jezelf deed kon vaak wel geventileerd worden maar waren ondergeschikt omdat het geen discussiepunten waren.
Het boek heeft zeven hoofdstukken die weer onderverdeeld zijn in paragrafen. Elk hoofdstuk sluit af met een conclusie. In het vierde gaat Huijgen in op de (filosofische) voorgeschiedenis. Hoe is het zo gekomen dat we alleen nog maar zo verstandelijk met de Bijbel lijken om te gaan? Descartes lijkt in deze ‘the Bad Guy’.
Huijgen pleit voor een meer bevindelijk lezen van de Bijbel. Daarin komt hij de rechterflank tegemoet, lijkt mij, daar lezen ze heel bevindelijk. Maar wanneer ik sommige reacties ut die hoek lees zien zij in Huijgen eerder een ‘tegenstander’.
Ik begrijp er niets van.
Centrale stelling van het boek: bij het lezen van de Schriften gaat het om een zaak van ontvankelijkheid van wat God ons te zeggen heeft op een wederkerige manier.
Je leest (actief) en je laat je lezen (passief).
Dat doe je niet alleen, maar samen met de kerk van alle tijden en plaatsen.
Hoe kom je tot een verborgen omgang met God? Hoe raak je afgestemd en kun je resoneren op de grondtonen van de Bijbel die we toch zien als de Woorden Gods.
Want de afgelopen tijd lijkt het dat we alleen nog maar geïnteresseerd zijn in de hermeneutiek van bepaalde vraagstukken: de vrouw in het ambt, homo’s in de kerk, schepping of evolutie.
Wat natuurlijk grotendeels mannenproblemen zijn. *gniffel*
Het Rationalisme viert hoogtij in het benaderen van de Bijbel en dat duwt een gelovig omgaan met de Bijbel naar de achtergrond.
God spreekt. Daar begint de Bijbel al mee. Dat woord is in de tijd en ruimte gekomen; mens geworden.
Dat luisteren betekent vooral goed lezen. De tijd nemen om het gelezene tot je door te laten dringen en niet meteen al nadenken wat je er zelf op te zeggen hebt.
Luisteren; daar hebben veel mensen moeite mee. Zo heb ik al lang geleden ontdekt.
Wat is waarheid? Welke waarheid. Hij gaat in op het ( ook in mijn ogen valse) argument dat wanneer je de historische feitelijkheid op één punt loslaat, de hele zaak gaat schuiven.
Dat is echt nonsens. Niet alles heeft evenveel gewicht.
In het OT staat ‘waarheid’ tegenover ‘onrecht’ en niet tegenover ‘onjuistheid’. Waarheid gaat over betrouwbaarheid.
Daar had ik zelf al eerder ook over geschreven.
In het NT ligt de Waarheid/ betrouwbaarheid in het feit dat Jezus is opgestaan uit de dood. En het vertrouwen dat Hij komt.
De Bijbel is geen doel in zichzelf maar een middel om Christus te leren kennen.
In het derde hoofdstuk gaat Huijgen in op een drieslag van Maarten Luther: gebed, meditatie en aanvechting. (oratio, meditatio, tentatio)
Op deze manier zouden wij ons kunnen ‘laten lezen’. De Bijbel lezen en erin worden ‘opgenomen’. Laten resoneren in de klankkast van de ziel.
In het vierde hoofdstuk gaat Huijgen terug naar de wortels van ons moderne denken en komt uit bij Descartes. Ook al wilde deze filosoof nog vrome kaders handhaven, de historisch-kritische methode ging als gevolg van de Verlichting ‘redelijke’ vragen stellen aan de Bijbel. Daardoor relativeerde de waarheid van de Bijbel maar daar is de Bijbel niet voor bedoeld.
Zo maken creationisten ook diezelfde fout door in de ‘redelijke’ verdediging te schieten.
Drie effecten van het ‘redelijke denken’:
1. de vraag naar de feitelijkheid van de Bijbel is belangrijker geworden dan ooit.
2. De methodische benadering van de Bijbel als object. Luisteren naar God stem is daardoor moeilijker geworden.
3. Het dualisme van subject en object, wat in bevindelijke kringen zo gerationaliseerd wordt dat het de ‘toe-eigening’ in de weg kan staan.
Uit de historisch kritische methode is, geloof ik (ja dus) de ‘de Amsterdamse school’ ontstaan. Wanneer je al die lijnen ziet lopen valt er zoveel te begrijpen.
In het vijfde komt aan de orde dat de feiten uit de Bijbel méér zijn dan kale feiten zoals ook muziek méér is dan een rijtje noten en een kunstwerk méér is dan alleen verf of klei.
Huijgen benoemt het anders lezen van de Westerse mens t.o.v. het schrijven van de Oosterse. Wij zijn gericht op precisie, wat voor de Oosterse van veel minder belang is; daar gaat het om de inhoud. Ik ben het geheel met hem eens.
Als laatste kijkt Huijgen naar de manier van omgaan met de Bijbel bij Bonhoeffer en Noordmans en bij zichzelf.
Noordmans grijpt terug op iets wat kennelijk aan Origenes wordt toegeschreven maar toch wel verdacht veel lijkt op de Joods manier van omgang met de TeNaCH: lezen op de PaRDeS methode. Hier heet het Quadriga.
Vervolgens bespreekt hij zelf 1 Petrus 3: 1-7; een lastig stuk over het christelijk huwelijk en over onderdanigheid enzo. Hij benadert de materie vanuit zijn eigen leven en culturele gevoeligheid.
Een eyeopener voor mij was dat Petrus in zijn brief steeds het vergankelijke tegenover het onvergankelijke zet en dat hij vrouwen aanspreekt op hun sociale kwetsbaarheid en niet op hun fysieke.
Jammer dat hij het ook weer over het gelijkheidsdenken heeft en niet over het gelijkwaardigheidsdenken. Dat is voor mij toch echt een heel verschil.
Geloven is geen kwestie van proberen maar van stoppen met proberen. Wie wacht op God zal merken dat Jezus Christus daadwerkelijk is opgestaan, dat Hij leeft.
Goddank is dat ook mijn ervaring. Jezelf loslaten, de controle over jezelf uit handen geven aan een hogere Instantie. Dat is best moeilijk maar noodzakelijk. En het werkt zo bevrijdend.
Maar dat zie en voel je allemaal pas achteraf.
dinsdag 19 april 2022
Elizabeth Finch
Geschreven door Julian Barnes (1946) in 2022.
In de maand van de filosofie wel een passende roman.
Neil, een midden dertiger volgt een cursus ‘Cultuur en beschaving’ bij een wat oudere professor Elizabeth Finch.
Het hele boek is trouwens een minicursus in cultuur en beschaving. En filosofie.
Neil volgt een soort HOVO cursus stel ik me zo voor waarvan ik er zelf ook heel wat heb bezocht.
Hij raakt in de ban van Elizabeth en haar manier van lesgeven, haar stoïcijnse houding (‘klassieke godin’ p. 39) en vat een gecompliceerde vorm van liefde voor haar op, zodanig dat er na de cursus twee à drie keer per jaar met elkaar wordt geluncht.
Helaas sterft ze maar laat Neil al haar paperassen en boeken na zoals Helena
aan Julianus boeken meegaf om zich niet te vervelen tijdens de veldtochten.
Tsja, wat moet je daarmee?
Dat ontdekt hij gaandeweg.
Het boek bestaat uit drie delen: het eerste vertelt over de verhouding tussen
Elizabeth en Neil en andere cursisten waarvan de Nederlandse Anna nog een
rolletje speelt.
Het tweede over een essay wat Neil had moeten schrijven naar aanleiding van die
cursus maar niet heeft gedaan en het na haar overlijden alsnog doet.
Dat essay gaat over Julianus de Afvallige. In haar nalatenschap vindt hij
namelijk heel wat geschriften over deze man en hij herinnert zich dat ze veel
over hem sprak. Wellicht had ze zelf plannen om iets te publiceren over deze
man maar na een schandaal in de Britse pers, die te maken had met de
tafelgesprekken van Hitler heeft ze daar
vanaf gezien.
Dat tweede deel is alleen boeiend als je van geschiedenis houdt.
In het derde deel komt Neil erachter dat Elizabeth niet echt
de persoon was die hij voor ogen had. Exact dát wat Elizabeth haar leerlingen
probeerde bij te brengen: niet alles is wat het lijkt.
Iedereen kijkt, interpreteert
en herinterpreteert op zijn/haar manier.
Barnes is iemand die zich regelmatig afvraagt: What if?
Dat komt vooral aan de orde in het tweede deel over Julianus de Afvallige.
Drie mensen hebben de geschiedenis enorm beïnvloed volgens Elizabeth/ Barnes(?):
Kain, Judas en deze Julianus.
Wat bijvoorbeeld, als deze Julianus langer had geleefd en wèl de plannen had
doorgevoerd om het christendom/monotheïsme te elimineren door bijvoorbeeld een
derde tempel te bouwen zodat de profetie van Jezus niet zou uitkomen?
Hij wilde het christendom vernietigen door het juist toe te laten; de
christenen niet te vervolgen zodat ze geen martelaars zouden zijn.
Hij haalde de door Constantijn verbannen Ariaanse bisschoppen terug omdat het
de onderlinge strijd tussen christenen zou bevorderen.
Maar tijdens zijn sterven in de Perzische woestijn na een korte regeerperiode
komt hij tot de conclusie: ‘Gij hebt overwonnen, o (bleke) Galileeër’.
Velen hebben deze laatste heidense keizer proberen te doorgronden. Maar wat is
waarheid in de geschiedenis?
Elizabeth/ Barnes geeft het voorbeeld van een schilder die bloemen schildert.
‘Door ze af te snijden laten we ze eerder sterven; door ze te schilderen
behouden we ze nog lang nadat ze zijn weggegooid. Op dat moment wordt de kunst
werkelijkheid, en het oorspronkelijke boeket alleen nog een vluchtige, vergeten
schijnbeeld.’
Het schilderij is een impressie van de werkelijkheid maar is
die werkelijkheid niet. Dat schilderen kan ook gebeuren door woorden. Kloppen
die woorden met de werkelijkheid? Met woorden is het nog moeilijker om de
werkelijkheid/ waarheid weer te geven. Nog afgezien van bewust verdraaien.
Geschiedenis wordt nog steeds geschreven door overwinnaars.
Ik moet Wittgenstein eens lezen; die heeft betekenis gehad voor de
taalfilosofie.
Steeds meer ga ik het belang zien van een juiste woordkeus.
Losse eindjes: een geheimzinnig persoon die door Elizabeth als 'niemand' wordt aangeduid en haar been. Volgens mij had ze een kunstbeen - altijd dezelfde platte schoenen, dezelfde roklengte, zwemmen met een vrouw in een vrouwenuurtje en een vreemde reverence - maar dat wordt niet uit de doeken gedaan.
Dit raakt Tsechov's gun naar mijn idee of ik moet beter nadenken.
Uit het handboek van Epictetus wat ook af en toe langskomt en wat een levensles inhoudt: 'Sommige van de dingen hebben wij in onze macht, doch niet alle. Wat in onze macht staat is van nature vrij, en kan niet gehinderd of belemmerd worden; terwijl wat niet in onze macht staat, zwak, onvrij, ongewis en van anderen afhankelijk is. [...] Tot de dingen die niet in onze macht staan behoren ons lichaam, ons bezit, ons aanzien en ons ambt'.
Leer daarmee leven!
Ik heb de 'echte' tekst erbij gezocht en gevonden bij de de Tilburg University.