"Verder ben ik van mening dat onze kerken en gemeentes in hun vorm meer uitdrukking moeten geven aan hoe het Koninkrijk van God idealiter zou moeten functioneren en minder zouden moeten lijken op hoe de culturele of maatschappelijke mores zijn. Wie refereert aan patriarchale samenlevingen uit de Oudheid of uit de Middeleeuwen, refereert vooral aan de natuurlijke orde, waarin de man sterker is dan de vrouw en waarin elementen van kracht hoger gewaardeerd worden dan elementen van liefde en zorg.
Dat beide echter belangrijk zijn zien we denk ik in Christus, Lam en Leeuw.
"In Christus is noch man, noch vrouw" duidt er op dat er een correctie plaatsvindt op het krijgers-ideaal van de samenlevingen uit die tijd. Denk vooral aan de structuur van het Romeinse Rijk.
Zeer mannelijk, zeer hiƫrarchisch, zeer militair en georganiseerd en vooral wreed. Niet voor niks hebben Napoleon en Hitler altijd likkebaardend gekeken naar deze orde.
De kerk zou een andere orde moeten aanbieden en dat zichtbaar moeten maken in haar vormgeving."
Dit citaat onderschrijft precies wat ik bedoel met ons richten op de Goddelijke toekomst.
Door de discussies krijg ik soms het idee dat er gelovigen zijn die graag achterstevoren richting Gods Koninkrijk gaan. Hun neuzen blijven maar in de richting van het verleden wijzen terwijl de tijd onverbiddelijk vooruitgaat.
Dat is toch hondsvermoeiend?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten