Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 8 februari 2019

Rachmaninov en Tsjaikovski



Het was weer een onvergetelijk Russisch feestje. Ik heb iets met de cultuur van de Oost-Europeanen. Boris Giltburg speelde de sterren van de hemel in het derde pianoconcert van Rachmaninov onder leiding van Stanislav Kochanovsky. Voor mij onwerkelijk dat iemand dat zo kan spelen.
Het staat bekend als één van de moeilijkste pianoconcerten. Ik heb het weleens uitgedraaid en geprobeerd. Niet om door te komen. Maar het is prachtig en één van mijn klassieke favorieten.
Boris kreeg terecht een langdurige staande ovatie.

In de film ‘Shine’, over het leven van de Australiër David Helfgott komt dit pianoconcert ook voor. David stort in bij dit stuk en beland in een psychiatrische inrichting. Gott Helft hem niet altijd. Genialiteit en krankzinnigheid liggen dicht bij elkaar.


En dan de laatste symfonie van Tsjaikovski , de 'Pathetique' ...….ik dacht dat het voor mij een onbekende symfonie was maar het tweede deel met die vijfkwarts maat kwam me toch erg bekend voor.
Dat staat ergens in mijn muziekboeken.
Het eerste deel begint heel pianissimo, dan volgt de statige hobo. Mooie glissando’s naar boven in de vioolpartij.
Zo klonk het tenminste. Misschien waren het wel ‘gewoon’ heel snelle toonladders.
Het derde deel klonk als de lente met geflierefluit van de piccolo en soms een lentestormen.
Nee, met volgend jaar in Holysloot heb ik niet zoveel maar ik gun een ieder zijn eigen fantasieën. Zelf wil ik helemaal niet dat mijn geest op zo'n manier een bepaalde kant uit wordt gestuurd.
Het laatste deel was als een theatraal afscheid. Een versterven.
Gelukkig duurde het even voordat het applaus losbarstte.
De lichaamstaal van een dirigent is ook hier weer heel belangrijk; ook al is het zijn rug.





donderdag 7 februari 2019

Introductie Symboliek II


Na weer een paar colleges moet ik rap van alles opschrijven ander vergeet ik het.
Het Griekse en Romeinse pantheon (godenwereld) is zoiets.
Bij deze, een site met de Griekse goden en hun Romeinse equivalent en hun betekenis. Zodat je ze kunt onderscheiden mede door middel van de attributen die ze bij zich hebben.
Nu nog even uit mijn hoofd leren.
Herakles (Hercules) was een inspirerende figuur met zijn twaalf, bijna onuitvoerbare opdrachten om zijn zonden uit te wissen.
Gelukkig allemaal te vinden op Wiki; ook nog even uit mijn hoofd leren.


De zuil van Trajanus (uit 113 AC) kwam aan de orde waarop de strijd tegen de Daciers wordt afgebeeld. Helaas zijn mijn foto’s van details allemaal te wazig om er iets van te maken. Gewoon nog een keer naar Rome gaan lijkt mij het handigste.




Maar langzaamaan gaan we van het polytheïsme naar het monotheïsme. Het Christendom kwam opzetten. Veel kunst hadden die in het begin nog niet.
Zo schreef ikzelf ooit in de voorbereiding naar onze ‘eigen kerkkunst’ toe:


‘De ‘kunst’ van de vroege christenen wat we hebben wordt weergegeven in wat archeologische vondsten uit het Romeinse Rijk: beelden, tombes, fresco’s, gebruiksvoorwerpen, sieraden, munten en persoonlijke eigendommen. (want ze deden niet mee met de ‘keizercultus’.)
Artikelen die zijn aangetroffen in de catacomben, waar tijdens de vervolgingen geheime samenkomsten van christenen plaatsvonden.
Bij vroegchristelijke kunstvoorwerpen is het duidelijk te zien dat voor deze artiesten de boodschap belangrijker was dan de esthetische vormen. Symbolen zoals de vis, het anker en het christogram, (de x en de P) samen met de alfa en omega nemen de plaatsen in van voorstellingen.
Het kruis komt pas op in de vijfde eeuw als de kruisiging als straf is afgeschaft.
Als keizer Constantijn de Grote in 313 na Chr. de vrijheid van godsdienst afkondigt komen ook de kunstuitingen meer opgang. De opstanding van Lazarus, de apostelen, de wonderbare spijziging, aanbidding van de wijzen waren in de 3e en 4e eeuw geliefde onderwerpen.
Na Constantijn valt zijn rijk uiteen in een oost en west gedeelte.
Het oosterse gedeelte wordt wel het Byzantijnse rijk genoemd en het westerse deel wordt het Heilige Roomse Rijk. Van de Byzantijnse kunst zijn de mozaïeken, iconen en zijden weefsels bekend.’

Nou, dat klopt allemaal met wat ik de afgelopen weken hoorde.
Een paar dingen nog om te onthouden: Petrus heeft (meestal) krulharen en draagt een sleutel. Zie je twee mannen waarvan Petrus er één is dan is Paulus de andere figuur. Petrus voor de besnedenen en Paulus voor de onbesnedenen.
De evangelisten werden verbeeld met als attribuut bij Mattheus: een mens, Markus: een leeuw, Lukas: een stier en Johannes: een adelaar.
Zonder vleugels vertegenwoordigen ze de stoffelijke wereld en mét vleugels, de hemelse.
Dit is ontleend aan de profeet Ezechiël (10:14) waar alleen de stier een cherub is.
Meestal worden deze evangelisten schrijvend weergegeven of met een boek tezamen met hun ‘attribuut’.

Via de Karolingische (rond 800) en Ottoonse (rond 1000) periode belanden we in de Romaanse en Gotische periode.
In de (vroege) middeleeuwen gaat het ‘Memento Mori’ een grotere rol spelen in tegenstelling tot het verleden waarin de kunst vooral troost moest bieden.
Er was niet alleen Bijbelse kunst. Ook de apocriefen waren inspiratiebron evenals de legenden die ontstaan zijn uit Bijbelverhalen.
Ook martelaren van het Christendom die tot heiligen werden gebombardeerd werden - tot voorbeeld - afgebeeld. De Noodhelpers; allemaal met hun eigen attribuut.

Ook uit mijn hoofd leren.
Pfffffft.




donderdag 31 januari 2019

Gedichtendag


Het is vandaag gedichtendag; de eerste dag van de week van de Poëzie.
Tom Lanoye zegt er iets over in Trouw.
Aan de ene kant zegt hij: ‘Poëzie is totale vrijheid’ en later:
‘In het ideale geval ben je authentiek, dus heb je echt iets te zeggen, en beschik je daarnaast over alle technische middelen om het tot uitdrukking te brengen. Dan ben je de perfecte dichter.’

Ik zou het willen omdraaien: wanneer je authentiek bent, iets te zeggen hebt en beschikt over de technische middelen.....dan heb je alle vrijheid.
Teveel mensen stoppen na die eerste zin. En denken dat poëzie totale vrijheid is zondermeer. Dan krijg je van dat theatrale gerijmel.
Maar daar heb ik al eerder iets over gezegd.

Lof Gods?

Na een loflied op de scheppende God, waarbij ik associaties kreeg met Job 38 besluit Michel van der Plas – pseudoniem voor Bert Brinkel – zijn gedicht met:

Want ook wat Hem ontkent is nog Zijn lof.

En ik zelfs, ik, die niet wil buigen, God,
die huiver van Uw macht; die U ontzeg
te heersen over mijn geheim verlangen; -
ik sluit me op, ik wil niet, ik verzegel
mijn mond; ik trek de muren van mijn huis
dicht om me heen en maak een vuur en voed het
en gooi mijn hoop en wanhoop op de vlammen;
ook ik, die enkel nog de brand wil zien
en mijn twee handen voor mijn oren houd, -
mijn God, het helpt mij niet, ik ben lof Gods.

Onmeetbare, eeuwige lof van God
uit al wat valt en klimt, wat beeft en kronkelt
in ruimte en tijd, bewust of onbewust,
gevangen ben ik, er is geen ontkomen, -
en met mijn lippen stokstijf op elkaar
en met mijn vuisten in mijn oren zit ik,
ik wil niet en ik moet, lof Gods te zijn,
lof, lof, en ik begrijp het niet en wil.


Michel van de Plas (1927 – 2013)
uit: God en omstreken 1988


Eigenlijk best relativerend. Ik hoef niet zo nodig bezig te zijn om God altijd maar de eer te geven; die lof Gods. Daar zorgt Hij zelf wel voor.
Het is ook zo’n abstract begrip waar ik eigenlijk geen raad mee weet.
Wanneer mijn innerlijke blik op Hem gericht blijft is mijn ‘zijn’ genoeg. Zijn lof is niet afhankelijke van mijn zielenroerselen.

maandag 28 januari 2019

Kom hier dat ik u kus




Geschreven door Griet op de Beeck (1973) in 2014. Het is haar tweede boek. Haar schrijfsels zijn zo succesvol dat er meteen de filmrechten van worden verkocht.


Een paar keer zag ik haar bij De Wereld Draait Door. Een jonge vrouw met Vlaamse tongval, sprekend in een muzikaal legato wat ik steeds in mijzelf hoorde bij het lezen.
Dat er al 350.000 exemplaren van dit boek zijn verkocht is bij mij eerder een reden om het links te laten liggen. Ik hou niet van hypes.
Dus met de nodige reserves ben ik eraan begonnen.




Het boek bestaat uit drie delen; het eerste is geschreven door de ogen van het negenjarige meisje Mona. In het tweede en derde deel is zij resp. 24 en 35 jaar oud.
Het eerste deel is knap geschreven door de ogen van die negenjarige. Ik herkende zoveel; het willen plezieren van je ouders wat zeker niet altijd lukt, rustig zijn, niet zeuren, behulpzaam zijn.
Het gevolg is het eindeloze verantwoordelijk voelen voor het welbevinden van anderen en de sfeer in huis. Het idee te hebben om te zijn wie anderen willen dat je bent. Dat kan lang doorwerken in een mensenleven.
Met het tweede deel wanneer Mona 24 jaar is had ik het minste. Zij leefde in een totaal andere wereld; als dramaturg in een kunstenaarswereld. Ik moest wel grinniken hoe ze vertelt over dat esoterische groepsgedoe in een zweethut. Dat soort dingen zijn aan mij ook niet besteed. Afschuwelijk.
In het derde deel beland Vincent, de vader van Mona in een ziekenhuis met fatale afloop.
In die laatste dagen komen Vincent en Mona dicht tot elkaar maar toch wordt niet alles uitgesproken.

Het is een verhaal van een heel gewoon gezin ook al verongelukt Agnes, de moeder van Mona en Alexander als zij nog kind zijn. Met de stiefmoeder Marie gaat het ook best aardig ook al heeft die een gecompliceerd karakter; ze schiet erg snel in een manipulerende slachtofferrol maar vindt zichzelf een dapper mens. Heel herkenbaar; die mensen zie ik ook in mijn omgeving.
Met het stiefzusje Anne-Sophie zijn de verhoudingen ook best aardig.
Dus voor het oog een prima gezin. Maar ‘disfunctioneel’ omdat het er op uit is om een systeem in stand te houden dat ten kostte gaat van de ontplooiing van ieder lid afzonderlijk.

Mooiste, rake zinnen komen van Johanna, de geheime vriendin van Vincent:

‘We staan elke dag op, doen wat van ons verwacht wordt, en gaan dan weer slapen, en dat noemen we leven. We saboteren onszelf zonder het te beseffen, omdat we nadoen wat ons ooit is voorgedaan, en dan denken we dat het zo moet gaan. En ondertussen organiseren we de dingen zo, dat we geen tijd hebben om stil te staan bij wat we ten diepste voelen. […] We vinden het gemakkelijker om te berusten bij ons leed, om onszelf te troosten na de pijn dan om te kiezen voor wat ons echt gelukkig zou maken.[…] We doen altijd maar voort, en dan worden we oud, en dan voelen we het tot in onze gewrichten, dat de dingen eigenlijk niet kloppen, dat er iets anders mogelijk was geweest, als we beter hadden durven weten. Maar dan vinden we dat het te laat is. En straks dromen we heimelijk van doodgaan, of van een hemel waar alles goed komt, naar gelang.’

Kom hier dat ik u kus. Over die titel moest ik lang nadenken. Aan het einde van het boek komt hij voor; uitgesproken door Louis, de partner van Mona.
Een titel kies je niet zomaar. Hier zit ook dat dubbele in: wanneer je mijn bevel opvolgt zal ik je liefde geven. Maar wat voor soort liefde is dat dan? En wat doet dat met een mens.
Nou, daar gaat eigenlijk het hele boek over. Een boek om over na te denken.




donderdag 24 januari 2019

Introductie Symboliek


Via de Vrije Academie had ik mij ingeschreven voor een collegereeks ‘Introductie Symboliek’.
Na al die filosofen was het weer eens tijd voor iets ‘kunstigs’, vond ik.
Officieel heet deze tak van sport ‘iconografie’ en nee, het gaat niet over iconen. Het gaat letterlijk over ‘beelden schrijven’.
Zelf sta ik te vaak voor een schilderij met van alles en nog wat en kan er geen touw aan vastknopen behalve dat ik het mooi of lelijk vind.
Nou, dat is niet helemaal waar: Bijbelse figuren met hun verhalen kan ik wel degelijk onderscheiden maar het zou leuk zijn als ik er iets meer van ga begrijpen. Sinds de collegereeks ‘introductie kunstgeschiedenis’ in 2012 kan ik nu wel een beetje de stijl onderscheiden.
Nu is het tijd voor betekenissen.


Het college wordt deze keer gegeven in de prachtige Waalse kerk uit 1923 in onze wereldhavenstad.
En wie kom ik daar tegen? Vriend Pierre Bayle. Ik kan die filosofen kennelijk niet ontlopen. *grinnik*
Hij is, nadat hij gevlucht is uit Frankrijk lid geworden van deze gemeente die al uit 1657 stamt, samen met zijn vriend Pierre Jurieu.
En de straat waar deze kerk nu staat is naar hem vernoemd.


Wat is belangrijk wanneer je voor een schilderij staat: Eerst analyseren wat je precies ziet.
Daarna het in de context bekijken van tijd en plaats om de juiste gevolgtrekkingen te kunnen maken.
Daarna kun je je nog afvragen waaróm de schilder of beeldhouwer het kunstwerk heeft gemaakt.

Attributen die de personen vergezellen zijn vaak veelzeggend.
De vier temperamenten (humores) komen ook voor: zwarte en gele gal staan resp. voor melancholisch en cholerisch (opvliegend) en flegma (slijm) en bloed (sanguin) voor sloom en levenslust .
Dan zijn er nog de personificaties; begrippen die door personen worden uitgebeeld. Denk aan vrouwe Justitia.

Grappig is het verhaal van Jakobus en de St Jacobsschelp. In het Spaans is Jakobus (de Meerdere) verbasterd tot Santiago en verbonden aan het beroemde bedevaartsoord. Dat ligt dicht bij de Galactische kust waar deze schelpen voorkomen. Pelgrims die op bedevaart gingen namen zo’n schelp als herinnering mee terug.
Zie je op een schilderij zo’n schelp dan is Jacobus niet ver weg.

Belangrijke inspiratiebronnen waren de Bijbel, de Metamorphosen van Ovidius en de Legenda Aurea van Jacopo de Vazarre (1228-1298)
Verder schreef Cesare Ripa nog een handboek in 1593: Iconologia

Hier nog plaatjes van het kerkje met in het interieur de prachtige eerste(!) Gispenlampen.
Lief van de beheerder om de kerkzaal even voor ons open te doen.







donderdag 17 januari 2019

Dirigente



Een apart kopje voor de eerste keer dat ik in de Doelen was en er een vrouwelijk dirigent op de bok stond. Elim Chan (1986)
Tijdens de gratis lunchconcerten die ongeveer één keer per maand worden gegeven en die ook duidelijk steeds meer publiek trekken werden er deze keer twee stukken gespeeld uit ‘Scheherazade’ van Rimsky Korsakov.



Hoewel ik een cd heb van deze muziek en ik die daardoor uitentreuren ken was het voor mij wonderlijk dat ik voortdurend met kippenvel zat en soms met de tranen in mijn ogen.
Wat een life- uitvoering al niet vermag.
7 februari mag ik weer, maar dan betaald. Dankzij een verjaardagscadeau van mijn kinderen.
Weer Russisch: Rachmaninov en Tsjaikovski.
Onder leiding van Stanislav Kochanovsky die ik al eerder heb ‘ontmoet’.
Dirigenten hebben echt grote invloed: voor ons eigen orkest hebben we net een paar sollicitatierondes achter de rug. Fascinerend wel. Heb ik ‘iets’ met degene die daar met die baton staat te zwaaien of niet; wil ik hem graag een plezier doen om samen mooie muziek te maken of niet? Is ie meteen duidelijk of moet je een beetje raden naar zijn bedoelingen? Nee, er zaten geen vrouwen bij.
Wij wachten nog even af.

Elim Chan gaat dit jaar van start als chef-dirigente van het Antwerps Symfonie Orkest.
Meteen zit ik me af te vragen wie nu eigenlijk de allereerste dirigente was.
Dat blijkt Antonia Brico (1902 -1989) te zijn. Geboren op Nederlandse bodem en heeft notabene de Berliner Philharmoniker gedirigeerd in 1930. Een orkest waar pas sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw ook vrouwen worden toegelaten. Er is eind vorig jaar een film over haar gemaakt - 'de dirigent' - die op dit moment draait in Pathé.
Eigenlijk best wel een reden om .....








vrijdag 11 januari 2019

En Jezus schreef in 't zand


Jezus schreef met Zijn vinger in het zand.
Hij bukte Zich en schreef in 't zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.

De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.

En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos

waarmee zij heen ging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.

Gerrit Achterberg (1905 – 1962)



Velen vragen zich af wát Jezus in de aarde heeft geschreven in Joh 8: 6 :.... Maar Jezus, nederbukkende, schreef met de vinger in de aarde.
en ook verschillende mensen verwijzen naar Jer 17:13:
O HEERE, Israels Verwachting! allen, die U verlaten, zullen beschaamd worden; en die van mij afwijken, zullen in de aarde geschreven worden; want zij verlaten den HEERE, den Springader des levenden waters. (SV)

Maar moet het accent niet komen te liggen op die Goddelijke vinger?
God schreef al eerder; in Ex 31: 18:
En toen de HEERE geëindigd had met hem te spreken op de berg Sinaï, gaf Hij Mozes de twee tafelen van de getuigenis, tafelen van steen, beschreven met de vinger van God.

Daar schreef Hij in steen, in graniet.
Jezus schrijft in de aarde.
Dat is volgens mij al een ‘vingerwijzing’ naar de wet waarvan het beter is dat ie in zachter materiaal moet worden geschreven.
Niet meer uit steen gehouwen – en zeker niet om er op die manier mee om te gaan - maar in het stof van een menselijk vlezen hart.
2 Kor 3:3:
Het is immers openbaar geworden dat u een brief van Christus bent, door onze bediening opgesteld, geschreven niet met inkt, maar door de Geest van de levende God, niet op stenen tafelen, maar op tafelen van vlees, van de harten.