Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 7 februari 2019

Introductie Symboliek II


Na weer een paar colleges moet ik rap van alles opschrijven ander vergeet ik het.
Het Griekse en Romeinse pantheon (godenwereld) is zoiets.
Bij deze, een site met de Griekse goden en hun Romeinse equivalent en hun betekenis. Zodat je ze kunt onderscheiden mede door middel van de attributen die ze bij zich hebben.
Nu nog even uit mijn hoofd leren.
Herakles (Hercules) was een inspirerende figuur met zijn twaalf, bijna onuitvoerbare opdrachten om zijn zonden uit te wissen.
Gelukkig allemaal te vinden op Wiki; ook nog even uit mijn hoofd leren.


De zuil van Trajanus (uit 113 AC) kwam aan de orde waarop de strijd tegen de Daciers wordt afgebeeld. Helaas zijn mijn foto’s van details allemaal te wazig om er iets van te maken. Gewoon nog een keer naar Rome gaan lijkt mij het handigste.




Maar langzaamaan gaan we van het polytheïsme naar het monotheïsme. Het Christendom kwam opzetten. Veel kunst hadden die in het begin nog niet.
Zo schreef ikzelf ooit in de voorbereiding naar onze ‘eigen kerkkunst’ toe:


‘De ‘kunst’ van de vroege christenen wat we hebben wordt weergegeven in wat archeologische vondsten uit het Romeinse Rijk: beelden, tombes, fresco’s, gebruiksvoorwerpen, sieraden, munten en persoonlijke eigendommen. (want ze deden niet mee met de ‘keizercultus’.)
Artikelen die zijn aangetroffen in de catacomben, waar tijdens de vervolgingen geheime samenkomsten van christenen plaatsvonden.
Bij vroegchristelijke kunstvoorwerpen is het duidelijk te zien dat voor deze artiesten de boodschap belangrijker was dan de esthetische vormen. Symbolen zoals de vis, het anker en het christogram, (de x en de P) samen met de alfa en omega nemen de plaatsen in van voorstellingen.
Het kruis komt pas op in de vijfde eeuw als de kruisiging als straf is afgeschaft.
Als keizer Constantijn de Grote in 313 na Chr. de vrijheid van godsdienst afkondigt komen ook de kunstuitingen meer opgang. De opstanding van Lazarus, de apostelen, de wonderbare spijziging, aanbidding van de wijzen waren in de 3e en 4e eeuw geliefde onderwerpen.
Na Constantijn valt zijn rijk uiteen in een oost en west gedeelte.
Het oosterse gedeelte wordt wel het Byzantijnse rijk genoemd en het westerse deel wordt het Heilige Roomse Rijk. Van de Byzantijnse kunst zijn de mozaïeken, iconen en zijden weefsels bekend.’

Nou, dat klopt allemaal met wat ik de afgelopen weken hoorde.
Een paar dingen nog om te onthouden: Petrus heeft (meestal) krulharen en draagt een sleutel. Zie je twee mannen waarvan Petrus er één is dan is Paulus de andere figuur. Petrus voor de besnedenen en Paulus voor de onbesnedenen.
De evangelisten werden verbeeld met als attribuut bij Mattheus: een mens, Markus: een leeuw, Lukas: een stier en Johannes: een adelaar.
Zonder vleugels vertegenwoordigen ze de stoffelijke wereld en mét vleugels, de hemelse.
Dit is ontleend aan de profeet Ezechiël (10:14) waar alleen de stier een cherub is.
Meestal worden deze evangelisten schrijvend weergegeven of met een boek tezamen met hun ‘attribuut’.

Via de Karolingische (rond 800) en Ottoonse (rond 1000) periode belanden we in de Romaanse en Gotische periode.
In de (vroege) middeleeuwen gaat het ‘Memento Mori’ een grotere rol spelen in tegenstelling tot het verleden waarin de kunst vooral troost moest bieden.
Er was niet alleen Bijbelse kunst. Ook de apocriefen waren inspiratiebron evenals de legenden die ontstaan zijn uit Bijbelverhalen.
Ook martelaren van het Christendom die tot heiligen werden gebombardeerd werden - tot voorbeeld - afgebeeld. De Noodhelpers; allemaal met hun eigen attribuut.

Ook uit mijn hoofd leren.
Pfffffft.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten