Na al die filosofen was het weer eens tijd voor iets ‘kunstigs’, vond ik.
Officieel heet deze tak van sport ‘iconografie’ en nee, het gaat niet over iconen. Het gaat letterlijk over ‘beelden schrijven’.
Zelf sta ik te vaak voor een schilderij met van alles en nog wat en kan er geen touw aan vastknopen behalve dat ik het mooi of lelijk vind.
Nou, dat is niet helemaal waar: Bijbelse figuren met hun verhalen kan ik wel degelijk onderscheiden maar het zou leuk zijn als ik er iets meer van ga begrijpen. Sinds de collegereeks ‘introductie kunstgeschiedenis’ in 2012 kan ik nu wel een beetje de stijl onderscheiden.
Nu is het tijd voor betekenissen.
Het college wordt deze keer gegeven in de prachtige Waalse kerk uit 1923 in onze wereldhavenstad.
En wie kom ik daar tegen? Vriend Pierre Bayle. Ik kan die filosofen kennelijk niet ontlopen. *grinnik*
Hij is, nadat hij gevlucht is uit Frankrijk lid geworden van deze gemeente die al uit 1657 stamt, samen met zijn vriend Pierre Jurieu.
En de straat waar deze kerk nu staat is naar hem vernoemd.
Wat is belangrijk wanneer je voor een schilderij staat: Eerst analyseren wat je precies ziet.
Daarna het in de context bekijken van tijd en plaats om de juiste gevolgtrekkingen te kunnen maken.
Daarna kun je je nog afvragen waaróm de schilder of beeldhouwer het kunstwerk heeft gemaakt.
Attributen die de personen vergezellen zijn vaak veelzeggend.
De vier temperamenten (humores) komen ook voor: zwarte en gele gal staan resp. voor melancholisch en cholerisch (opvliegend) en flegma (slijm) en bloed (sanguin) voor sloom en levenslust .
Dan zijn er nog de personificaties; begrippen die door personen worden uitgebeeld. Denk aan vrouwe Justitia.
Grappig is het verhaal van Jakobus en de St Jacobsschelp. In het Spaans is Jakobus (de Meerdere) verbasterd tot Santiago en verbonden aan het beroemde bedevaartsoord. Dat ligt dicht bij de Galactische kust waar deze schelpen voorkomen. Pelgrims die op bedevaart gingen namen zo’n schelp als herinnering mee terug.
Zie je op een schilderij zo’n schelp dan is Jacobus niet ver weg.
Belangrijke inspiratiebronnen waren de Bijbel, de Metamorphosen van Ovidius en de Legenda Aurea van Jacopo de Vazarre (1228-1298)
Verder schreef Cesare Ripa nog een handboek in 1593: Iconologia
Hier nog plaatjes van het kerkje met in het interieur de prachtige eerste(!) Gispenlampen.
Lief van de beheerder om de kerkzaal even voor ons open te doen.