Oorspronkelijke titel: ‘The Voyage Out’.
Eerder las ik van haar ´Mrs Dalloway´.
Deze Mrs Dalloway komt ook heel even kort voor in dit boek.
Het echtpaar, Helen en Ridley Ambrose gaat op (boot) reis naar hun huis, ergens in Zuid Amerika. Ze nemen hun nichtje Rachel Vinrace mee. Rachels moeder is overleden toen Rachel elf was ofzo en ze werd zeer beschermd opgevoed door twee tantes in Richmond. Wel is zij een goede pianospeelster. Haar vader is reder en eigenaar van het schip.
Inmiddels is zij vierentwintig jaar oud en nog zo groen als gras. Daar komt verandering tijdens deze reis. Ze maakt in korte tijd een heftige ontwikkeling door.
Dit boek valt dan ook onder de ´Bildungsromans´.
Norwegian Wood van Haruki Murakami valt daar bijvoorbeeld ook onder.
Aan het vaste land ligt het huis van de Ambroses vlakbij een hotel en daar logeren weer veel mensen. Soms is het lastig om te onthouden wie wie is, maar dat kan ook door mijn leeftijd komen. Vroeger had ik daar nooit last van.
Aan de hand van gesprekken met die mensen van allerlei pluimage komt Rachel tot de ontdekking dat er toch wel veel meer in de wereld is dan wat zij in de gaten had op het rustige platteland bij haar tantes.
Af en toe kreeg ik de slappe lach; Woolf is een feministe en wat ze dan een mannelijk personage (Terence Hewet) in de mond weet te leggen:
‘Dat is iets wat me altijd weer verbaast’[..]‘Het respect dat vrouwen, zelfs ontwikkelde, bijzonder bekwame vrouwen, voor mannen hebben,’ ging hij door. ‘Ik geloof dat we hetzelfde soort macht over jullie uitoefenen als we over paarden uitoefenen, zoals wel gezegd wordt. Die zien ons als drie keer zo groot als we zijn, anders zouden ze ons nooit gehoorzamen. Om precies die reden lijkt het mij twijfelachtig of jullie ooit iets zullen bereiken, zelfs al krijgen jullie stemrecht.’
Gelukkig is dat in pakweg honderd jaar wel een beetje veranderd.
Ergens anders laat ze St. John Hirst, van het type Sheldon uit ‘The Big Bang’ vragen: ‘Wat is zij voor iemand? Kan ze redeneren, heeft ze gevoelens, of is ze alleen maar een soort voetenbankje?’
Hirst en Hewet zijn een paar jongemannen die een grote rol gaan spelen in het leven van Rachel.
Tijdens een kerkdienst in het hotel luistert Rachel voor het eerst eens kritisch en besluit meteen om nooit meer te gaan. Ze komt tot de ontdekking dat het allemaal slechts theater is.
‘Niemand voelt, niemand doet ook maar iets anders dan kwetsen. Echt, Helen, de wereld is slecht. Het is een marteling om te leven, te verlangen. [..] Het leven van die mensen, probeert ze uit te leggen, ‘de doelloosheid, de manier waarop ze leven. Je gaat van de één naar de ander en ze zijn allemaal het zelfde. Van geen van allen krijg je ooit wat je wilt.’
Er wordt een soort van expeditie op touw gezet en zes personen vertrekken voor een paar dagen, per boot de rimboe in; het echtpaar Flushing, Hirst en Hewet en Helen Ambrose en Rachel.
Daar gebeurt iets raars met Rachel waarvan je achteraf zou kunnen zeggen dat zij daar een infectie opliep die haar fataal zou worden. De titel is dubbelzinnig: de ontwikkeling van Rachel uit een bekrompen milieu maar ook de uitreis van het leven.
Tijdens de expeditie erkennen Hewet en Rachel dat ze toch wel wat voor elkaar voelen. Maar meteen ook merk je de irritaties: Hewet praat alleen over zichzelf en stoort Rachel later voortdurend tijdens het pianospelen. Hoe irritant, dat egocentrisme.
Virginia had een scherp oog voor menselijke trekjes en weet dat met humor en soms sarcasme in mooie taal om te zetten. Meteen leer je de schrijfster een beetje kennen.
Een los eindje wat mij betreft is het verdriet van Helen Ambrose op de eerste pagina´s. Dat begrijp ik niet. Ook niet bij herlezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten