Een stukje uit de oudste geschreven Veda uit ongeveer 1500 BC. Ik vind het een prachtig stukje omdat het iets geheimzinnigs heeft. Het gaat over het pré begin van alles.
De Bijbel is daar helaas heel karig in. Logisch natuurlijk want niemand was erbij. De overeenkomsten die mij zijn opgevallen zijn het water en de begeerte, die op zichzelf niet slecht is als het maar een goede richting heeft.
Dit is mijn eigen vertaling van een Engelse site. (en dat viel niet mee…pffft)
1. Toen was er zijn noch niet - zijn.
Er was geen lucht in de ruimte noch de hemel erboven.
Waarmee was alles bedekt? En waar? Door wat beschermd?
Was er water, de peilloze diepte van water?
2. Dood was er niet noch onsterfelijkheid.
Er was geen teken dat dag en nacht verschilde.
Alleen dat Ene, ademloos, ademde bij Zichzelf.
Iets anders dan dat Ene was er niet.
3. Er was duisternis, in het duister verborgen.
Alles was niet te onderscheiden chaos.
Alles wat bestond was leeg en vormloos,
door de grote kracht van de gloed is de Ene geboren.
4. Toen ontstond er begeerte,
de eerste kiem van de Geest.
En zoekend met hun harten
ontdekten de wijzen het ‘zijn’ in verbondenheid met het ‘niet – zijn’.
5. Overdwars was hun uitgestrekte meetlint,
wat was er boven, en wat eronder?
Er waren verwekkers, er waren machtige krachten,
vrijheid boven en energie onder.
6. Wie weet het,
wie kan verklaren waaruit en hoe dit is geboren en waaruit deze schepping komt?
De goden leefden later.
Wie kan dan weten waaruit het tot aanzijn is gekomen?
7. Hij, de bron waaruit dit is ontstaan
en of het was geschapen of niet, is slechts bekend aan Hem
wiens oog vanuit de hoogste hemel regeert,
Hij weet het of misschien weet Hij het niet.
Rg Veda 10.129
Geen opmerkingen:
Een reactie posten