“De dingen zijn nooit helemaal zwart of helemaal wit, alles is grijs. Mensen en hun zielen ook….Je ziel is grijs, behoorlijk grijs, zoals die van ons allemaal.” (p 121)
Geschreven door Philippe Claudel. Oorspronkelijke titel: Les âmes grises
Wat blijft hangen is een beetje onvrede en veel melancholie. Een politieman (waar ik pas op p. 90 achter kwam) reconstrueert het verleden en laat zien wat gebeurtenissen kunnen aanrichten in een mensenleven.
Dat verleden speelt zich af in een klein dorpje in Noord Frankrijk tijdens de eerste wereldoorlog. Aan de andere kant van de heuvel bevindt zich het slagveld en dat blijft ook aan die andere kant. Slechts af en toe worden de bewoners ermee geconfronteerd als er weer een lading gewonden komt voor het ziekenhuis. Maar het beïnvloed wel indirect de mensen van het dorp. Daardoor dringen de kou en de verschrikkingen van V(erdun?) toch wel tot je door.
De hoofdpersonen dragen allemaal zo hun geheimen met zich mee. Niet alles wordt glashelder, zwart of wit en dat is dat beetje onvrede wat overblijft. Maar eigenlijk lijkt ook die onvrede weg te zinken omdat ik het gevoel kreeg dat het er ook niet toe doet. Grijs is een kleur waarmee we te dealen hebben.
‘Het leven is in wezen niets anders dan een zoektocht naar goudkruimels’. (p 117) De suggestie van zelfdoding van de agent na zijn verhaal is dan eigenlijk logisch. Alles is klaar; wijzer worden we niet.
Een van de hoofdpersonen, de procureur die in het kasteel woont draagt de naam van Destinat. Dat vind ik weer mooi. Hij is de lotsbepaler van de mensen die in zijn handen vallen.
Er komt een (eigenlijk twee) moord in voor – de Zaak - maar wie heeft die op zijn/haar geweten? Zo op het oog bijna allemaal grijze mensen al zijn er ook enkelen die tegen het grijze lijken in te druisen zoals Mierck en Matziev: zwart en Clémence, de vrouw van de politieagent: wit
Al met al een mooi boek. Een soort literaire detective.
Hier en daar wat stille humor zoals: ‘de postbode die er nooit in slaagde zijn rondje af te maken vanwege allemaal andere rondjes die hij nooit afsloeg’.
Nog een mooie: ‘Door het schrijven ben ik met z’n tweeën’.
Een minpuntje wat mij betreft: Claudel schrijft via een politieman uit een provinciedorpje. Dat zo iemand zo literair kan schrijven schuurt een beetje in mijn geest. Het past niet bij het type agent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten