Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zaterdag 4 maart 2017

Parlementaria


De slimste politicus in mijn ogen is Pechtold. Maar helaas liet hij deze week een steekje vallen.
Hij werd geconfronteerd met de doodswens van een 57-jarige. Deze wilde niet wachten tot zijn 75ste zoals door een wetsvoorstel van D66 werd geformuleerd.
Toen legde de wolf even zijn schaapskledij af. Hij wil graag dat het voor iedereen met een doodswens in dit land mogelijk wordt. Maar omdat zo’n wetsvoorstel het sowieso niet zou redden hebben ze een natte-vinger-grens bepaald bij 75 jaar of ouder.
Kijk ik daarvan op? Nee niet echt. Ik heb hem er al meer op betrapt. Hij is het slimme type van voorzichtig beginnen en geduld oefenen maar op termijn wel uitkomen bij wat hij wil.
Voorkoken en zachtjes duwen. De meute aan het idee laten wennen, een draagvlak creëren en vervolgens bewust een hellend vlak faciliteren. Hoe integer kom je dan over? Not!
En alles moet natuurlijk zeer, zeer, zeer zorgvuldig worden besproken en beoordeeld.
Toen ik dat hoorde moest ik inwendig grinniken en denken aan die jonge mevrouw met MS die heb ik heb verpleegd.
In die tijd al moest er zorgvuldig worden besproken en geoordeeld. Een second opinion was een must.
Tjonge, wat ging dat zorgvuldig.... Het was een wassen neus.
Eén gesprekje en het was gepiept.
De theorie kan zo mooi zijn. De praktijk is echter datgene waar we mee te maken hebben en die is meestal een stuk weerbarstiger.

Kees van der Staaij haalde bij Pauw/Jinek op 4 maart terecht dat hellende vlak aan. Ook al wordt dat in debatten als drogreden bestempelt; het bestaat wel.
Ik ben niet per definitie tegen euthanasie want ik heb ook heel veel narigheid gezien. Maar het moet wel uitzonderlijk blijven.
Wat ik ook gezien heb is de grote angst onder vooral oudere mensen dat dokters tot euthanasie zouden kunnen overgaan zonder hun medeweten. Dat was begin van de negentiger jaren, vorige eeuw.
Niet iedereen had en heeft de mentale capaciteiten om de debatten goed te volgen. Dat heeft verlies van vertrouwen tot gevolg; Jan Terlouw met zijn touwtje uit de brievenbus ten spijt.
Zelf heb ik in die tijd in een thuissituatie een jonge vrouw verpleegd met uitgezaaide borstkanker. Ze was opgegeven. Haar man liep voortdurend om ons heen bij de verzorging en controleerde elke morfinespuit. De hoeveelheid mocht beslist niet verhoogd worden ondanks haar toenemende pijn, want dan zou ze misschien ‘voortijdig’ overlijden en zou het euthanasie zijn en daar was hij op tegen.
Het was afschuwelijk.
Hiermee wil ik de verwarring aangeven die alleen al het debatteren erover geeft.
Bij een andere patiënte heb ik me moeten teweerstellen tegen een arts die steeds maar de morfine wilde verhogen terwijl de patiënte dat zelf beslist niet wilde want zij had, ondanks de terminale situatie, geen pijn. Als verpleegkundige moet je ook zo op je qui vive zijn.

Hoe sterf je waardig, ja daar mogen we het best over hebben met elkaar maar belangrijker is:
hoe lééf je waardig.


vrijdag 24 februari 2017

Kruisbestuiving


Nieuwe collegereeks, nieuwe prikkels.
Deze keer over de kruisbestuiving tussen muziek en literatuur. Er gaat weer een wereld voor mij open.
Het start al heftig: ‘Der Erlkönig’ van Goethe met muziek erbij van Franz Schubert en Carl Löwe.

En wanneer ik deze you tube versie bezie heeft het behalve verschillende componisten ook genoeg schilders en tekenaars geïnspireerd. Kennelijk een tot de verbeelding sprekend gedicht.
Der Erlkönig uit 1782.

Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.

"Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht?" –
"Siehst, Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif?" –
"Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif."

"Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel' ich mit dir;
Manch' bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand." –

"Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht?" –
"Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind." –

"Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn,
Und wiegen und tanzen und singen dich ein." –

"Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort?" –
"Mein Sohn, mein Sohn, ich seh' es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. –"

"Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch' ich Gewalt." –
"Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan!" –

Dem Vater grauset's, er reitet geschwind,
Er hält in Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Müh' und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.

Wanneer je de laatste regel leest begrijp je dat er iets sinisters aan de hand is en nog weer lezend zie ik de angst van een ziek, koortsig kind dat van alles ziet. Het kijkt met ‘magische‘ ogen terwijl de vader hem rustig realistisch antwoord. Verschillende levels.
Er zijn ook passages die heel vaag en onder de oppervlakte nogal duister zijn. In de derde, vijfde en zevende strofe heeft de vader een wonderlijk taalgebruik. Spreek je zo tegen een zoon van je?
Of speelt er iets anders?
Fascinerend.

In 1974 liet de Amerikaan Robert Piercing zich inspireren en schreef het boek >‘Zen en de kunst van het motoronderhoud'. Een moderne versie.
Wel geinig wanneer je zoveel weet dat je dit soort dingen tijdens het lezen weet te plaatsen.
Ik heb nog een eeuwigheid nodig.

Naar aanleiding van de Goldbergvariaties kwam natuurlijk Anna Enquists Contrapunt aan de orde maar ook de Oostenrijker Thomas Bernhard met zijn ‘Der Untergeher‘ waar het woord Goldbergvariaties twee en dertig keer in voorkomt. (naar het aantal variaties plus de eerste aria en als slotstuk een herhaling hiervan.)
Dat soort verborgen details kan ik zeer waarderen. Wanneer ik nog eens een boek ga schrijven.....
Uitvoeringen door Glenn Gould. De beste volgens de docent (dhr. Burgers)en ik geloof hem.

De Kreutzersonate van Beethoven werd besproken wat meteen de titel van een boek van Leo Tolstoj uit 1891 is en ook van Margriet de Moor uit 2001. Moet ik allebei nog lezen.

Ik mag nog zes keer.

maandag 20 februari 2017

Reclamisering


Als we het toch hebben over allerlei ‘eringen’ van de samenleving zoals Islamisering, economisering, flexibilisering, secularisering, radicalisering enz....
dan weet ik er ook nog één: reclamisering.
Het is van den gekke dat je werkelijk overal met reclames wordt geconfronteerd.

Zo las ik ooit op mijn ‘newsfeed’ over een meisje dat in Thailand was verkracht en in het ravijn was gevallen. Er volgde een waarschuwing dat de beelden schokkend konden zijn.
Goed, als ex- verpleegkundige raak ik niet zo snel van de leg maar ik bereidde mij voor. Kreeg ik eerst een vijftien seconden durende reclamefilmpje over een jolig fietsend meisje dat iets dronk van Campina en vervolgens een paar foto’s en een shotje uit het ziekenhuis van het bewuste nieuwsitem. Het meest schokkende was dat filmpje van Campina.

Enkele maanden gelden zat ik met kleinzoon filmpjes te kijken via you tube; heel verantwoordde filmpjes natuurlijk maar voorafgegaan door reclames over Tenalady en Kukident.
Zou men weten dat alleen maar oma’s met hun kleinkinderen deze filmpjes bekijken?
Of misschien alleen maar seniele ouderen?

Een spelletje doen op computer, smartphone of iPad kan niet zonder reclames.
Op facebook is het al niet veel beter gesteld. Nog even en ik zeg mijn lidmaatschap op. Je wordt ermee overspoeld.
Zelfs fora doen mee met de reclamisering van de samenleving. Voor een klein bedrag per jaar aan de beheerder kun je jezelf daarvan verlossen.
Bij het installeren van een ad-blocker krijg je pop-ups om je blocker uit te zetten.
Toedels.

Over films hoeven we het helemaal niet te hebben. Wanneer er een interessante komt op de commerciële zenders dan neem ik hem op en bij het kijken spoel ik al grijnzend de boodschapjes die mij uit de sfeer halen zo snel mogelijk door.
Waren het nu nog leuke reclames maar ze zijn irritant en liegen er lustig op los en we accepteren het allemaal. Steeds maar weer een nog beter wasmiddel, steeds nog langere wimpers, nog meer koopjes.
Het is bizar.
Al tijden verbaas ik mij al douchend over de tekst op mijn flaconnetje douchegel: ‘anti-stress’ en daaronder: ‘so relaxed’.
Ik gebruik het omdat het lekker ruikt. Douchen is altijd al relaxend, de helderste ideeën krijg ik in de douchecabine.
Wat een rare wereld.
De laatste nieuwe: een akelig bericht over veertien verongelukte kampeerders op de Filipijnen.
Foto’s van brokstukken van de bus met daaronder:
[gesponsord]
Geniet van al je foto’s, video’s en internet op je tv zonder kabel. Klik hier.
Denken mensen nog wel eens na?

Het wordt tijd om te emigreren naar een hutje op de hei... Met een boek.

zaterdag 18 februari 2017

The Theory of Everything

Een film uit 2014 van de regisseur James Marsh , met in de hoofdrollen Felicity Jones en Eddie Redmayne als het echtpaar Jane en Stephen Hawking.

De film is gebaseerd op het boek van Jane Hawking: ‘Travelling to Infinity: My life with Stephen’.
Dat verklaart ook waarom het voornamelijk gaat over hun huwelijk, de aftakeling van Stephen en de problemen die dat met zich meebrengt en niet over zijn wetenschappelijke successen.
Hoe de verhouding tussen Jane en Stephen steeds verder onder druk komt te staan is mooi in beeld gebracht. Het verbaasde mij toch al dat Jane het zolang heeft volgehouden. Want zij kregen ook nog eens drie kinderen.
En daar was voortdurend het verschil van inzicht: Jane gelovig en Stephen niet-gelovig.
Eddie Redmayne heeft voor zijn rol een Oscar in de wacht gesleept wat ik zeer verdiend vind.

Geboren in 1942 wordt begin 1963 bij Stephen Amyotrofe Laterale Sclerose vastgesteld oftewel ALS.
Hij is dan 21 jaar.

Een ziekte waarbij de spieren het langzamerhand allemaal gaan laten afweten maar waarbij de hersenen intact blijven en gewoon blijven functioneren. (voortplantingsorganen trouwens ook!)
Nu is hij inmiddels 75 en leeft er nog steeds mee, omringd door allerlei hulpmiddelen en zorg.
De gemiddelde tijd tussen diagnose en sterven is drie tot vijf jaar, zo heb ik geleerd en waarom Hawking nog steeds leeft is mij een raadsel. Hij moet een andere variant hebben.
Het ontstaan van deze mensonterende rotziekte is nog steeds hypothetisch voor zover ik weet.
Dat het mensonterend is: behalve dat ik er verschillende heb verpleegd worden we er op dit moment mee geconfronteerd in onze vriendenkring.

Tijdens het kijken zat ik mij steeds af te vragen wat hij er zelf van heeft gevonden. Van deze film. Hij leeft tenslotte en ik denk dat maar weinig mensen de eer ten deel is gevallen dat er tijdens het leven al zo’n hommage is gebracht. Google is je vriend dus….
Ik kan er echter niets over vinden.
In de film komt de vraag naar voren of wij op een dag terug zouden kunnen reizen in de tijd. Inmiddels heeft hij dat zelf weerlegd – als ik mij goed herinner – in het programma ‘Genius’.

Het begrip tijd heeft hem altijd wel beziggehouden en houdt hem nog wel bezig denk ik.
Heel sterk vond ik daarom het einde van de film waarin we alles in versneld tempo terug in de tijd zien gaan. Op die manier denkend is hij ook aan de singulariteit van tijd en ruimte gekomen aan het begin van onze tijd. Heeft hij later weer herroepen maar daar moet ik meer onderzoek naar doen; hoe dat precies zit.
Ja, wat is tijd eigenlijk?

Jane: What about you? What are you?
Stephen: Cosmologist, I'm a Cosmologist.
Jane: What is that?
Stephen: It is a kind of religion for intelligent atheists.

Wat verder in de film…
Jane: What do cosmologists worship?
Stephen: A single unifying equation that explains everything in the universe.

Hij is nog steeds op zoek.
Stephen heeft (natuurlijk) een eigen website.



vrijdag 17 februari 2017

dinsdag 14 februari 2017

The Road Not Taken


Two roads diverged in a yellow wood,
And sorry I could not travel both
And be one traveller, long I stood
And looked down one as far as I could
To where it bent in the undergrowth;

Then took the other, as just as fair,
And having perhaps the better claim,
Because it was grassy and wanted wear;
Though as for that the passing there
Had worn them really about the same,

And both that morning equally lay
In leaves no step had trodden black.
Oh, I kept the first for another day!
Yet knowing how way leads on to way,
I doubted if I should ever come back.

I shall be telling this with a sigh
Somewhere ages and ages hence:
Two roads diverged in a wood, and
I took the one less travelled by,
And that has made all the difference.


Robert Frost (1874 – 1963)

In dit gedicht beschrijft Robert Frost de gedachte die mij soms ook kan overvallen: wat als ik in mijn leven andere keuzes had gemaakt; een ander pad had genomen.
Wanneer ik toch voor het conservatorium had gekozen en niet voor de verpleging bijvoorbeeld.
Ik zou een heel ander leven hebben gehad, andere mensen ontmoet. Ook andere kinderen gekregen? Of misschien helemaal niet.
Fascinerende gedachten.
Heb ik ook het pad genomen wat er het minst belopen uitzag? Dat niet, denk ik.
Wel het pad dat het er het minst gemakkelijk, dus uitdagender uitzag maar waar wel velen mij al voorgingen.
Met keuzes maken sluit je nu eenmaal andere mogelijkheden af. Best lastig.
In een parallel universum neem ik dat andere pad wel een keertje. Of heb ik dat daar misschien al genomen?



donderdag 9 februari 2017

Iwannesk


Ergens las ik iets over ‘De vrijheid van een mens die tegenover God staat, niet van een mens die zich in het verlengde van God ophoudt.’
Ik weet niet meer waar het stond en in welk verband, maar de opmerking bleef hangen.
Al eerder beschreef ik de mogelijkheid dat God als ultiem doel met de mensheid misschien wel waardige tegenovers wil.

Het is iets wat ik nooit heb geleerd. Een tegenover zijn. Meegaandheid werd als een groter goed gewaardeerd. Nog steeds.
Ook in gesprekken op Bijbelkringen en Fora merk ik het. Men is altijd maar bezig om God ‘de hand boven het Hoofd te houden’.
Wat een gotspe eigenlijk. Alsof Hij dat nodig heeft.
Men is altijd maar bezig in het verlengde van God te spreken, terwijl juist het jodendom met zijn dialectiek zich veel meer beweegt als een tegenover. Ik herinner me de woorden van Herman van Praag uit ‘God en Psyche’ waar hij schrijft dat Israël die naam niet voor niets heeft.
‘Worstelen met God’ of ‘vechter met God’ in de Naardense vertaling.
Dat klinkt niet bepaald meegaand.

Sinds het beeld van Omran zit ik in een Iwan-neske * gemoedstoestand. Dit is een rotwereld waarin kinderen worden mishandeld, misbruikt en beschadigt voor de rest van hun leven. En kom niet bij mij aan met die ‘zondenval’. Dat is nu echt even te gemakkelijk.
Ik heb het ook niet over volwassenen met hun rotstreken, die allemaal hun eigen proces mogen en moeten doormaken.
Over het geheel genomen, wat tijd en plaats betreft, is er veel ellende geweest en is het er nog maar per individu mag en moet ieder voor zich het eigen pakketje dragen en verwerken.
En iedere keer doe ik mijn best om heel realistisch te bedenken dat er ook miljoenen mensen zijn die in rust en vrede leven.
Maar elk mishandeld en/of misbruikt kind is er één teveel!
Dan kunnen we theoretisch nog zoveel proberen te verklaren en theodicees proberen te bedenken of schrijven tegen de klippen op......
het valt in het niet bij het zien van één mishandelt kind.

Ik herinner me dat we tijdens ons bezoek aan Israël ook Yad Vashem zouden bezoeken. Eigenlijk wilde ik niet. Ik had er genoeg over gelezen en wilde er niet alweer mee geconfronteerd worden.
Toch maar de moed bij elkaar geraapt.
Het kindermonument met al die kaarsjes als een soort sterrenhemel was het meest indrukwekkend. Al die namen die werden genoemd ter herinnering.... Het ging maar door en door.....

God, waar blijft U in Gods naam. U draagt de eindverantwoordelijkheid.
Die vrome uitspraak van Petrus (2 Petrus 3:9) over dat geduld van U lap ik ook even aan mijn laars. Ik geloof er niet zo erg in; het is een zoethoudertje. Zo kunnen we het nog een flink aantal eeuwen volhouden en kunnen er nog flink wat kinderen mishandeld en misbruikt worden.
Ik moet ook bekennen dat zo’n houding van ‘tegenover’ voor mij eigenlijk wel een verademing is.
Ja, ja.......ik weet ook wel dat het als mensenmiertje slecht trappen is tegen een olifantspoot en dat U maar hoeft te ‘vingerknippen’ en ik word platgewalst. Ik ken het verhaal van Job ook wel.

Maar toch......ach, U snapt me vast wel. 'Neig Uw oren tot mijn klachten'.




* Iwan in hoofdstuk ‘Opstand’ van ‘de gebroeders Karamazov' van Dostojevski.