Ik weet niet meer waar het stond en in welk verband, maar de opmerking bleef hangen.
Al eerder beschreef ik de mogelijkheid dat God als ultiem doel met de mensheid misschien wel waardige tegenovers wil.
Het is iets wat ik nooit heb geleerd. Een tegenover zijn. Meegaandheid werd als een groter goed gewaardeerd. Nog steeds.
Ook in gesprekken op Bijbelkringen en Fora merk ik het. Men is altijd maar bezig om God ‘de hand boven het Hoofd te houden’.
Wat een gotspe eigenlijk. Alsof Hij dat nodig heeft.
Men is altijd maar bezig in het verlengde van God te spreken, terwijl juist het jodendom met zijn dialectiek zich veel meer beweegt als een tegenover. Ik herinner me de woorden van Herman van Praag uit ‘God en Psyche’ waar hij schrijft dat Israël die naam niet voor niets heeft.
‘Worstelen met God’ of ‘vechter met God’ in de Naardense vertaling.
Dat klinkt niet bepaald meegaand.
Sinds het beeld van Omran zit ik in een Iwan-neske * gemoedstoestand. Dit is een rotwereld waarin kinderen worden mishandeld, misbruikt en beschadigt voor de rest van hun leven. En kom niet bij mij aan met die ‘zondenval’. Dat is nu echt even te gemakkelijk.
Ik heb het ook niet over volwassenen met hun rotstreken, die allemaal hun eigen proces mogen en moeten doormaken.
Over het geheel genomen, wat tijd en plaats betreft, is er veel ellende geweest en is het er nog maar per individu mag en moet ieder voor zich het eigen pakketje dragen en verwerken.
En iedere keer doe ik mijn best om heel realistisch te bedenken dat er ook miljoenen mensen zijn die in rust en vrede leven.
Maar elk mishandeld en/of misbruikt kind is er één teveel!
Dan kunnen we theoretisch nog zoveel proberen te verklaren en theodicees proberen te bedenken of schrijven tegen de klippen op......
het valt in het niet bij het zien van één mishandelt kind.
Ik herinner me dat we tijdens ons bezoek aan Israël ook Yad Vashem zouden bezoeken. Eigenlijk wilde ik niet. Ik had er genoeg over gelezen en wilde er niet alweer mee geconfronteerd worden.
Toch maar de moed bij elkaar geraapt.
Het kindermonument met al die kaarsjes als een soort sterrenhemel was het meest indrukwekkend. Al die namen die werden genoemd ter herinnering.... Het ging maar door en door.....
God, waar blijft U in Gods naam. U draagt de eindverantwoordelijkheid.
Die vrome uitspraak van Petrus (2 Petrus 3:9) over dat geduld van U lap ik ook even aan mijn laars. Ik geloof er niet zo erg in; het is een zoethoudertje. Zo kunnen we het nog een flink aantal eeuwen volhouden en kunnen er nog flink wat kinderen mishandeld en misbruikt worden.
Ik moet ook bekennen dat zo’n houding van ‘tegenover’ voor mij eigenlijk wel een verademing is.
Ja, ja.......ik weet ook wel dat het als mensenmiertje slecht trappen is tegen een olifantspoot en dat U maar hoeft te ‘vingerknippen’ en ik word platgewalst. Ik ken het verhaal van Job ook wel.
Maar toch......ach, U snapt me vast wel. 'Neig Uw oren tot mijn klachten'.
* Iwan in hoofdstuk ‘Opstand’ van ‘de gebroeders Karamazov' van Dostojevski.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten