Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 11 maart 2016

Bas en Bos


Tijdens de studie over ‘de grote lijnen in de Bijbel’ komt Paulus nog uitgebreid ter sprake.
De docent liet een opmerking vallen die mij weer bijbleef en mij bij voorbaat alweer prikkelde tot verder nadenken.
‘Paulus is een systeembouwer, net als bijvoorbeeld David Hume en Immanuel Kant’.
Ook in de Bijbel vind je aan de ene kant de verhalende, narratieve stroming en aan de andere kant de logische, verklarende.

Op christelijke fora merkte ik dat men óf wegliep met Paulus, óf een ‘hekel’ aan hem had.
Het geheim zit ’m naar mijn bescheiden mening in je eigen aard.
Ben je meer emotioneel gericht dan hou je niet zo van Paulus.
Ben je daarentegen meer gericht op het redenerende en verklarende dan mag je hem juist wel.
Doe je zelf pogingen om de wereld om je heen te begrijpen door te observeren, analyseren, combineren, deduceren en concluderen dan neig je naar het bouwen van systemen.
Ben je meer een emotioneel denker dan heb je weinig met het verklaren en beredeneren en hou je liever het oog gericht op het mystieke en bovennatuurlijke.
Was het ook al niet zo met Plato en Aristoteles? Zijn zij om die reden niet allebei ‘beroemd’ geworden?
Ze vertegenwoordigden in de basis allebei een grote groep mensen.
De Scholastiek en als reactie het Existentialisme : ook twee van die stromingen.
Zoals gewoonlijk is het bij de mens niet of/of maar veel meer en/en in een glijdende schaal. Niemand is alléén verstandelijk of alléén emotioneel. We zijn een mix en allemaal met een verschillende verdeling en evenwicht.

Wat hebben Bas en Bos daar nu mee te maken.
Vanmorgen las ik in Trouw een artikel over twee dames - Renate van der Bas en Maaike Bos - die door de redactie van Trouw zijn aangenomen om Televisie te kijken en als verslaggevers in de krant de programma’s te bespreken.
Hen werden wat vragen gesteld en bij de antwoorden die zij gaven viel mij diezelfde tweedeling op die ik hierboven tracht te beschrijven.
Op de vraag : ‘Weet je al hoe je te werk zal gaan?’ antwoordt Bos:
‘ik ga vooraf eerst nadenken [..] kijken of ik de gebeurtenissen om ons heen kan verwerken in mijn oordeel over een programma. In hoeverre zeggen televisieprogramma’s echt iets over de situatie waarin we leven, of in hoeverre zitten ze ernaast. [..] Ik wil graag verbanden leggen tussen de ‘echte wereld’ en de ‘representatie daarvan’ op tv.’
En Bas antwoordt: ‘Ik denk dat het erom gaat zo alert mogelijk mijn reactie op een programma te analyseren: waarom kreeg ik kippenvel, waarom gingen mijn nekharen overeind staan, waarom moest ik lachen, waarom bleef ik met vragen zitten, waarom kijk ik nu al uit naar de volgende aflevering, en eventueel: waar om zit ik hier verbijsterd op de bank.’

Ik ga de dames met belangstelling volgen en ik denk dat het een succes wordt, juist omdat zij op grond van de antwoorden die ik las, ambassadeurs zijn van die twee stromingen.


donderdag 3 maart 2016

De Keizerin


Geschreven door Jung Chang in 2013. Ik las de zesde druk uit oktober 2014.

Ooit las ik van haar ‘Wilde Zwanen’, drie dochters van China.
Dat vond ik een boeiend boek en volgens mijn Chinese achterbuurvrouw was het zeer realistisch en waarheidsgetrouw.
Zo had ik alle vertrouwen in deze geschiedenis.
Met 50 bladzijden met voetnoten heeft ze er ook veel werk van gemaakt.
Jung Chang baseerde zich op historische, meest Chinese documenten.
De meeste daarvan kwamen pas aan het licht na de dood van Mao Zedong in 1976, toen de archieven weer open gingen.
Ik stel me zo voor dat zij met het schrijven van de biografie van Mao (juni 2005) en het duiken in de archieven het plan ontstond voor dit boek.



Nog langer geleden las ik ‘Keizerin van China’ (en nog veel meer), geschreven door Pearl S. Buck in 1956 en in het Nederlands vertaald in 1977.
Haar verhaal was in romanvorm en zij heeft geen gebruik kunnen maken van dezelfde bronnen als Jung Chang.

Het maakt in ieder geval wel duidelijk dat deze Keizerin van China (1835 – 1908) tot de verbeelding spreekt/sprak.
Volgens bronnen sprak een Fransman eens over haar: ‘C’est le seul homme de la Chine’
Het moet een heel sterke vrouw zijn geweest. Op haar 26ste was zij al opgeklommen van concubine naar de heerseres van het immense Chinese rijk. Zij regeerde, samen met de keizerin weduwe Zhen uit naam van haar zoon Tongzhi, die na de dood van zijn vader, keizer Xianfeng in 1861 als 5- jarige op de troon belandde.
Cixi, bij Buck: Ts'e-si en in het chinees 慈禧太后 was de degene die de keizer deze zoon schonk.
Zij waren de laatsten van de Qing-dynastie, die aan de macht was van 1644 – 1912 en de Ming- dynastie opvolgde.
Het waren Mantsjoerijers, zonder die ingebonden voeten, die regeerden over de Han-chinezen, die nog wel de traditie van gebonden vrouwenvoetjes en lange haarvlechten hoog in het vaandel hadden.
Onder Cixi werd dit afgeschaft evenals veel martelmethoden al was zij zelf niet vies van een onthoofdinkje of een verdwijntruc. Voor die tijd was dat niets bijzonders.
Op latere leeftijd werd ook zij milder.

Zij heeft voor haar volk heel veel betekend ook al staat zij als een bitch te boek.
Buck en Chang hebben gepoogd haar meer recht te doen.
Onder haar supervisie zijn heel veel hervormingen doorgevoerd en helaas is zij iets te vroeg overleden anders was China een constitutionele monarchie geworden in plaats van een republiek. De anti-krachten waren al te sterk geworden.
Hervormingen waren o.a. het aanleggen van spoorlijnen, de modernisering van de marine, het toelaten van buitenlandse diplomaten aan haar hof, waaronder ook vrouwen, het aanleggen van elektriciteit, telegraaf en telefoon, het toelaten van de westerse geneeskunde en moderniseringen in het onderwijs.
(In 1878 werd de eerste Chinese postzegel uitgegeven.)

Tradities in de vorm van de etiquette, daar kon zij maar moeilijk afstand van doen. Ze bleef gevoel houden voor decorum. Buitenlanders behoefden dan niet voor haar op hun knieën te vallen maar de rest wel graag.
Ze had ook zeker haar slechte kantjes; ze heeft waarschijnlijk haar neef/adoptiefzoon Guangxu, zoon van haar zus die na de jong gestorven eigen zoon Tonghzi op de troon kwam, vergiftigd. In 2008 is uit forensisch onderzoek op de stoffelijke resten gebleken dat er wel erg veel arsenicum in de resten zat.
Omdat Cixi hem heel vaak lekkere hapjes bracht – hij was ziekelijk – blijft zij toch wel de meest verdachte.
Cixi vond hem niet geschikt om China de nieuwe tijd in te leiden en was bang dat het land aan Japan verkwanseld zou worden. Zo verklaart Chang.
Op haar eigen sterfbed één dag later, wees zij de 5 jarige Puyi , ‘The Last Emperor’ aan als opvolger met zijn vader, prins Zaifeng als regent. Deze Zaifeng was weer een broer van keizer Guangxu, beiden waren zoons van prins Chun.
Chun was getrouwd met een jongere zus van Cixi.

Politiek heeft zij als regentes veel problemen het hoofd moeten bieden:
De gevolgen van de Tweede Opiumoorlog (waarbij haar geliefde zomerpaleis volledig werd vernield door de Britten), het dealen met de Taiping revolutie, de bedreiging van de Han-chinezen richting de Mantsjoes, die vooral de dienst uit maakten.
Verder de Boxers revolutie, een nationalistische beweging die gericht was tegen alles wat niet chinees was omdat deze buitenlandse mogendheden steeds meer invloed opeisten, met als gevolg een invasie van acht landen die China op de knieën dwong en tot een bankroet brachten.
Sun Yat-sen, leider van de nationalistische beweging Kwo-min-tang werd de eerste leider van de volksrepubliek China.

Gezien de tekst 'This article needs additional citations for verification.' op de meeste wikipaginas blijft er nog veel omstreden.
Ook op sites die ik bezocht naar aanleiding van dit boek lees ik verschillende dingen.
Familiebanden kloppen soms niet en je kunt je afvragen hoe zuiver dan de rest is.
Het boek van Chang is in ieder geval prettig leesbaar.

O ja, wel leuk is dit portret van Cixi
Geschilderd door een Nederlander: Hubert Vos.





donderdag 25 februari 2016

Gebeurt alles misschien


Ooit tijdens een cursus/studie kwam ik in aanraking met de dichter Wislawa Szymborska.
Het gedicht ‘Hemel’ moest worden besproken. Ik had er grote moeite mee maar heel langzaam aan heb ik haar daarna leren waarderen. Ze heeft een bijzondere kijk op de wereld om haar heen die ze ook nog eens verpakt in woorden.
In dit gedicht bekijkt ze de wereld vanuit een ander perspectief en ik moest even aan ‘de Matrix’ denken.
Ach, misschien zij ook wel ....... maar dan anders.


Gebeurt alles misschien

Gebeurt alles misschien
in een laboratorium?
Onder één lamp overdag
en miljarden ’s nachts?

Zijn we wellicht maar een proefgeneratie?
Van het ene reservoir in het andere gestort,
in reageerbuizen geschud,
geobserveerd door iets meer dan een oog,
wordt ieder afzonderlijk
tenslotte met een pincet opgepakt?

Misschien anders:
zonder ingrepen?
De veranderingen voltrekken zich
volgens plan, vanzelf?
De naald van het diagram tekent langzaam
de zigzags die werden voorzien?

Misschien is er tot nu toe niets interessants te vinden?
Worden de controlemonitoren zelden ingeschakeld?
Alleen als het oorlog is en dan het liefst een flinke,
of bij zekere vluchten boven onze aardklomp,
of bij aanzienlijke migraties van punt A naar B?

Of misschien andersom:
hebben ze liever onbeduidende voorvalletjes?
Een klein meisje naait op het grote scherm
een knoopje aan een mouw.

De sensoren beginnen te fluiten,
het personeel loopt te hoop.
Ach, wat is dat voor wezentje
met binnenin zo’n kloppend hartje!
Wat een bevallige ernst
terwijl ze de draad rijgt!

Iemand roept verrukt:
Ga het tegen de Baas zeggen,
hij moet zelf komen kijken!


Wisława Szymborska (1923 – 2012)
Uit: Einde en begin



dinsdag 23 februari 2016

De Levenseindekliniek.


Een documentaire, vorige week maandag (15-02) in de ‘week van de euthanasie’ die nogal wat losmaakte.
Marcel Ouddeken en Hans Kema filmden anderhalf jaar lang patiënten en medewerkers bij de keus en het euthanasietraject, wat ingegaan werd door drie personen.
Eén mijnheer was een psychiatrische patiënt van 60 jaar met al vanaf zijn vijfde jaar dwangneuroses; tot het zichzelf met messen bewerken toe. Hij zat op een gesloten afdeling maar wilde niet meer. De rek was eruit. Alles was al geprobeerd; hij was ‘uit behandeld’.
Helaas ben ik dan weer nieuwsgierig en had ik willen weten of hij ook bijvoorbeeld een elektroshock heeft gehad. Daar kwam ik niet achter. Ik heb alleen de uitzending gezien via uitzending gemist.

Eén mevrouw leed aan een vorm van Alzheimer en had direct na het stellen van de diagnose een formulier getekend dat ze euthanasie wilde wanneer ze niet meer normaal kon doen, mensen niet meer herkennen e.d. Het vervelende was dat haar vorm van semantische dementie haar spraakvermogen had aangetast zodat zij te pas en te onpas ‘huppakee weg’ zei. Dat klonk dan nog best vrolijk en bagatelliseerde onbedoeld de ernst van de zaak.
(Ooit had ik een patiënte met een CVA die alleen nog maar ‘dodo’ kon zeggen. Dat vergt veel van de familie/omstanders.)
Ik kon haar eigen huisarts ook begrijpen dat het voor hem niet voldoende duidelijk was wat zij nu eigenlijk wilde en zich hieraan niet wilde branden.
Wat mij ook stoorde was dat zij een dag voor haar dood haar autootje bestuurde naar een schaatswedstrijd in Heereveen en haar echtgenoot volledig rustig naast haar zat, haar de weg wees en haar vertrouwde.
Deze mijnheer sprak aan het begin de zin uit: ‘......Kiezen voor de mens en niet voor jezelf’.......
Tsja, vaak heb ik meegemaakt dat de vraag om euthanasie kwam van de familie en/of omstanders die het lijden niet meer konden aanzien terwijl ‘de mens’ het nog best leek aan te kunnen.
Het werkelijke probleem lag dan bij de familie/omstanders en ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat dit hier ook het geval was.
Maar dat kan natuurlijk ook liggen aan de noodzakelijke beknoptheid van een documentaire.
Indringend waren haar laatste woorden: 'het is verschrikkelijk'.

En een mevrouw van honderd jaar die het ook wel voor gezien hield.
Met haar had ik de meeste moeite. Zij was duidelijk een intelligente vrouw en liet het woord ‘eentonig’ vallen.
Naar mijn bescheiden mening was het bij haar te voorkomen geweest door haar brein te prikkelen.
Zij verveelde zich duidelijk een slag in de rondte en dáárdoor drongen de ouderdomskwaaltjes zich aan haar brein op.
Daar ben ik zelf ook het meeste bang voor; zit je daar afhankelijk te zijn en komen er - ongetwijfeld goedbedoelende - hulpen die het over het weer hebben of andere onbenulligheden.

Wat is het onderliggende 'probleem' van euthanasievragers?
Is het echt het uitzichtloze lijden? Is het angst voor pijn? Angst voor aftakeling? Of is het de drang om alles, tot en met de dood onder controle te houden en niet voor verrassingen komen te staan? Of een combinatie van dit alles?
In onderstaand schrijfsel van mijzelf uit 2003 was het voor die mevrouw de angst voor verdere aftakeling; het verlies van een menswaardig leven.
Wat dat dan ook moge betekenen.
Het was een trotse vrouw, gesteld op luxe, gemak en schoonheid. Maar ja, dat ben ik ook.
Wat mij toen al verbaasde was het gemak waarmee artsen instemde met haar verzoek. En wat mij uitermate stoorde was dat zij had gekozen voor een moment vlak voor kerst. Met name voor haar familie. Was er iets te vereffenen? Tussen kerst en oud en nieuw is zij begraven.

17 dec 2003
Vanavond en morgenochtend ga ik naar m'n cliënte, ze heeft M.S. en is een jaar ouder dan ik.
Een mooie Keltische vrouw zonder kinderen; haar man overleed vorig jaar, plotseling.
Twee en een half jaar heb ik haar, als verpleegkundige, intensief verzorgd; morgenochtend is het voor het laatst, daarna krijgt zij haar 'final shot'.
Ik weet dit sinds ruim een week, ze heeft het zo lang mogelijk voor mij verborgen gehouden omdat ik 'gelovig' ben, en er een andere mening op na hou.
Is haar lijden uitzichtloos? ja.
Is het ondraaglijk? In mijn ogen niet, ze zit in een rolstoel, heeft geen pijn, kan haar handen nog steeds iets gebruiken, is intelligent, en heeft haar familie en de vele vrienden nog zoveel te bieden.
Maar mijn ogen tellen niet, dit is haar keus. Zij vindt haar leven ondraaglijk geworden.
Geloven dat er na dit leven iets is, doet ze niet meer. Ze heeft in haar leven teveel meegemaakt om nog te geloven dat er een God is…..zegt ze.
Daar hebben we in het verleden wel gesprekken over gehad.
Nu voel ik me toch tekortschieten en sta ik daar, en weet niet waar ik goed aan doe, en wat ik nog kan zeggen.

Ik veroordeel haar niet om haar keus, maar ik begrijp het niet. Dat heb ik haar wel gezegd.
Respect opbrengen voor deze keus kan ik dan ook (nog?) niet.
C’est ça


Hoe meer ik erover nadenk hoe minder respect ik eigenlijk heb voor mensen die er ‘voortijdig’ willen uitstappen.
Respect heb ik voor mensen die de levensbeker tot op de bodem leeg drinken. Respect heb ik voor de mensen die er op een positieve manier omheen staan om deze mensen te helpen en te begeleiden waar ze kunnen. Ook al duurt het jaren.
Respect heb ik voor degenen die zich ontfermen over het zwakke en zwakker wordende leven en die dáár met respect mee omgaan.
Psychiatrische patiënten vallen voor mij in een andere categorie. Het 'wij zijn ons brein' heeft op mij ook zo zijn invloed gehad.

Maar of met dit programma euthanasie meer geaccepteerd zal gaan worden?
Ik heb mijn twijfels, waarschijnlijk werkt het averechts. En misschien moeten we daar dan juist blij mee zijn.

maandag 22 februari 2016

Umberto Eco


Afgelopen vrijdag overleed helaas Umberto Eco.

Van hem heb ik acht boeken staan die ik allemaal met veel plezier heb gelezen.
Aan drie van hen heb ik een blogberichtje gewaagd: ‘De begraafplaats van Praag’, ‘Het nulnummer’ en ‘bekentenissen van een jonge romanschrijver’.
De andere vijf las ik vóór 2011, het jaar dat ik begon met orde scheppen in mijn breinige chaos
door middel van (on)zin-nige woorden.

Een roman beginnen lezen is zoals een berg beklimmen: je moet de juiste manier van ademen vinden en een aangepaste snelheid, of je stopt meteen.

Van papier weten we dat het de tand des tijds doorstaat. Voor elektronische dragers is dat bewijs niet geleverd.
Probeer maar eens een computer te vinden die je oude floppy's of diskettes nog kan lezen.


Hij werd 84 jaar oud.

De Onderwaterzwemmer


Geschreven door P.F. Thomése in 2015. Ik las eerder van hem de Weldoener. Ook al over zo'n egocentrist.
Ik las dit ook als e-book, gemaakt op basis van de eerste druk.
Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste speelt zich af in 1944 in de buurt van Zaltbommel, het tweede in 1974 en het laatste in 2004.
In het eerste deel is Martin van Heel een puber van 14 jaar, die met zijn vader naar bevrijd gebied probeert te zwemmen. Helaas verliest hij zijn vader. In het tweede deel is hij een getrouwde man op reis in Afrika en op zoek naar het Fosterchild van zijn vrouw Vic(torine) en verliest hij haar, In het derde deel is hij een bejaarde man en heeft hij zijn dochter verloren.
‘Zo wordt zijn leven een verhaal dat bestaat uit hiaten en handelt over afwezigheid. Alle lege plekken lijken op elkaar. Vic, zijn vader, het komt allemaal op hetzelfde neer. Nooit heeft hij thuis kunnen komen. Omdat het zijn schuld was. Het is altijd zijn schuld, ook nu.’
Maar er is hoop.

Het is best een spannend boek; een 'pageturner'.
Het is ook prettig wanneer je je talen spreekt want er wordt Frans en Engels gesproken en er wordt niet vertaald. Het zou het verhaal ook irritant ophouden.
Daardoor is het ook best realistisch. Zo realistisch dat ik af en toe kwaad werd. Je zou die hoofdpersoon zo graag eens even flink door elkaar rammelen.
Het boek is zo geschreven dat je je voortdurend in het hoofd bevindt van (Mar) Tin. Ik ken ook mannen die zo voortdurend met zichzelf bezig zijn en zich het centrum van de kosmos wanen; geen echt oog hebben wat er om hen heen gebeurt en steeds de verkeerde keuzes maken waardoor ze nog meer in zichzelf en nog meer met een schuldgevoel zitten en zichzelf nog meer slachtoffer voelen. Woest word ik daarvan. En af en toe koketteren ze er ook nog mee. Oké, dat laatste doet Tin niet, dat doet de schrijver van het boek door het op deze manier te schrijven.

Maar hij kan het wel, schrijven:
‘Hij heeft ook met haar optimisme te doen, dat gebrek om in te zien dat ons leven zich niets van ons aantrekt. Arme onnozele Vic, wij zijn pluisjes die onze eigen koers denken te bepalen in de wind die ons meevoert.’

‘De tijd die je denkt kan niet op klokken worden weggetikt. Wie denkt staat stil. Die laat de wereld even lopen. Men is er even niet. En zolang men er niet is, kan er niets gebeuren.’
(zie Hannah Arendt. *grinnik*)

‘Hij heeft zijn vader niet teruggevonden, hij is hem eindelijk geworden. Net zo uitwisbaar geworden als hij. Hij is immers even oud, dat ook. Vieren veertig. Hij heeft hem ingehaald. Dwars door de onoverwinnelijke tijd heen. Hij heeft dertig jaar en duizenden kilometers acht zich moet en laten om hem op deze onbekende plek in zijn eigen binnenzee te kunnen ontvangen.
Ont-vangen: iets loslaten om het te kunnen vatten. Zulke dingen denkt hij niet, hij denkt helemaal niets; het gebeurt hem en hij laat het toe.’

‘Als een onderwaterzwemmer is zijn vader het hele eind met hem mee gezwommen, jaar in jaar uit en nu dus van het ene continent naar het andere.’


Het enige wat voor mij nogal raadselachtig is gebleven is de scene waarin Tin een hart uit een gevangen reebok moet snijden in opdracht van Afrikaanse jagers. Ik heb me suf gepiekerd welke betekenis dit zou kunnen hebben maar ben er nog niet achter.
Een hart ergens uit snijden.....
Op onze Cult(uur)-kring gaan we dit boek bespreken. Ik ben benieuwd of anderen het weten te duiden.

donderdag 18 februari 2016

Desiderata


Wees kalm te midden van het lawaai en de haast, en bedenk welk een vrede er in stilte kan heersen.
Sta op goede voet met alle mensen, zonder jezelf geweld aan te doen.
Zeg je waarheid rustig en duidelijk en luister naar anderen; ook zij vertellen hun verhaal.
Mijd luidruchtige en agressieve mensen: ze belasten de geest.
Wanneer je je met anderen vergelijkt zou je ijdel en verbitterd kunnen worden, want er zullen altijd kleinere en grotere mensen zijn dan je zelf bent. Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je plannen.
Blijf belangstelling hebben voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn: het is een werkelijk bezit in het veranderlijk fortuin van de tijd.
Betracht voorzichtigheid bij het zakendoen, want de wereld is vol bedrog. Maar laat je niet verblinden voor de bestaande deugd: veel mensen streven hoge idealen na en overal is het leven vol heldendom: Wees jezelf.
Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want bij alle dorheid en ontevredenheid is zij eeuwig als het gras.
Volg de jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter je ligt.
Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Maar verdriet jezelf niet met spookbeelden. Vele angsten worden uit eenzaamheid en vermoeidheid geboren.
Leg jezelf een gezonde discipline op, maar wees daarbij lief voor jezelf. Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren. Je hebt het recht hier te zijn en ook al is het je wel of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich ontvouwt en zo is het goed.
Heb daarom vrede met God, hoe je ook denkt dat Hij moge zijn en wat je werk en aspiraties ook moge zijn: houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven.
Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen is dit toch nog steeds een prachtige wereld.
Wees waarachtig. Streef naar geluk.


Deze tekst is ooit gevonden in de oude St. Pauluskerk te Baltimore.
Gedateerd 1692

Zo is het tenminste tot mij gekomen.
Echter, bij het naspeuren op het wereldwijdeweb ontdekte ik dat het een tekst is van Max Ehrmann uit 1927.
Het wordt er niet minder fraai om.