Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 13 januari 2012

De Geweldenaars

Van Flannery O’Connor; eerste boek uit de reeks ‘christelijke klassieken’: romans die zijn geïnspireerd door het christelijke gedachtegoed.
Oorspronkelijk titel: The violent bear it away

Wat blijft hangen is beklemming en in eerste instantie dacht ik: tikkie overdreven. Maar toen ik in het nawoord door Tjerk de Reus las dat ‘grotesk’ een stijlfiguur van deze dame was werd het al wat boeiender. Het draait in deze roman om 4 mannelijke personen in drie generaties.
De oude Tarwater denkt dat hij een profeet is en indoctrineert en doordrenkt zijn kleine achterneefje met zijn religieus fanatisme. Ze leven erg achteraf, het kind gaat niet naar school, leert alles van de oude en kan eigenlijk niet anders dan ook ‘vreemd’ worden.
Plotseling sterft de oude Tarwater en de jonge 13 jarige Francis Tarwater moet hem opvolgen als profeet. De taak, waar zijn oudoom zich voor gesteld zag, het dopen van een gehandicapte jongen van Rayber, een oomzegger van de oude die in de stad woont, moet Francis overnemen. Deze Rayber is ook al eens een tijdje onder de hoede geweest van de oude Tarwater en werd toen ook gehersenspoeld. Gelukkig heeft deze Rayber zichzelf van dit religieus fanatisme weten te bevrijden. Hetgeen hij van zichzelf wel een overwinning vindt. Hij is onderwijspsycholoog geworden.
Deze bevrijding gunt hij de jonge Francis ook die na de dood van de oude bij hem aanklopt. Hij stort zich dan ook met overgave op het 'terugspoelen'. Rayber heeft wel door wat de opdracht van Francis is en probeert er steeds een stokje voor te steken.
Dan is het spannend om te zien wat er gaat lukken: het terugspoelen of het dopen. Halverwege gaat het echter wrikken en kreeg ik de indruk dat Rayber op z’n minst net zo fanatisch en obsessief is als zijn oom alleen in een anti-vorm en lijkt het erop dat de enige ‘normale’ de jonge Tarwater is, die al vroeg voor zichzelf is gaan denken, los van alles waarvan anderen hem proberen te overtuigen. De ‘synthesische’.
Dat het ook weer consequenties heeft moge duidelijk zijn. Genen verloochenen zichzelf niet, zo lijkt het.
De honger van de jonge Tarwater is een intrigerend thema.
De enige kritisch noot wat mij betreft is de verkrachting van Francis vlak voor het einde van het boek. Daar zie ik de noodzaak niet van in. Het verhaal was zonder dit uitstapje net zo sterk geweest. Is het een moralistische noot dat drank en drugs van de duivel zijn misschien? De duivel speelt wel een rol als vriend van Francis en op de laatste pagina raakt Francis toch overtuigd van zijn roeping, maar van wie komt die roeping………
Dat maakt het zo beklemmend.

PVV

Van de PVV begrijp ik helemaal niets. Deze mensen vinden dat onze medelanders meer moeten integreren en zich aanpassen. Maar als koningin Beatrix en prinses Maxima dat doen in een moskee in Abu Dhabi dan is Leiden ehh…. Den Haag in last.
Ik vind het een teken van simpel boerenfatsoen dat ze zich aanpassen. Plus een prima christenhouding. Je houdt rekening met de gastheer/vrouw. Dat deed ik ook toen ik de Sint Pieter in Rome bezocht en de moskee van Cairo. Het: de ander terwille zijn, lijkt in deze tijd wel op vloeken. Onze majesteit heeft haar hoed ook niet afgezet maar een sjaal eromheen gebonden. Een prima signaal.
De hoofddoek zou het symbool van vrouwenonderdrukking zijn.
Wie heeft dat eigenlijk bepaalt?
Ik kan me herinneren dat mijn moeder in de zestiger jaren nooit zonder hoofddoek de deur uitging.
Gelukkig las ik vanmorgen in de krant dat Beatrix al die heisa ook onzin.
Hup Majesteit, ga zo door! Het stond trouwens bere-leuk.
Ik denk dat ik ook maar eens een hoofddoek ombind…wat een geneuzel.

dinsdag 10 januari 2012

Geloof en Wetenschap 2

(vervolg van deel 1)
Die grimmigheid tussen religie en wetenschap is iets wat vooral atheïsten graag in stand houden zo heb ik het gevoel. Op sommige seculiere fora word je als gelovige meteen in het fundamentalistische hoekje geduwd van een ‘kaft- tot- kaft- letterlijk’ gelovige. Zodra je daartegen in opstand komt ben je een christen die zo glad is als een aal in een emmer snot. (Lekkere vergelijking) Dan weten ze niet wat ze met je aan moeten. Als rasechte fundi’s leggen ze je graag op wat je moet geloven zodat ze je vervolgens kunnen afschieten.
Het is natuurlijk ook een manier om jezelf te blijven bevestigen waarom je ook alweer het geloof hebt afgezworen. Het is soms hilarisch om te zien hoe mensen ten diepste allemaal dezelfde patronen etaleren.
Wie lacht niet die de mensch beziet?
Menig anti-theïst heeft er kennelijk belang bij dat religie verdwijnt. Ze ‘profeteren’ dit ook in alle toonaarden. Religie is tenslotte de boosdoener en de oorzaak van alle ellende op de wereld. Dat er ook een mogelijkheid is dat het zonder religie nog beroerder geweest zou kunnen zijn komt niet in de hoofden op en dat religie en/of een ideologie nooit oorzaken kunnen zijn is volgens mij ook weer zo’n denkfout. Mensen zijn morele wezens en zij zijn de verantwoordelijken van alles wat goed of fout gaat. Zonder God is alles geoorloofd zei Dostojewski al eens bij monde van Iwan in ‘de gebroeders Karamasov’. Hij had kennelijk ook al geen hoge pet op van de moraal van de mens wanneer deze niet in toom wordt gehouden door de regels van een Opperwezen.
Wat ik helaas ook steeds maar zie gebeuren is dat wetenschappers het niet kunnen laten om levensbeschouwelijke uitspraken te doen en levensbeschouwers het niet kunnen laten om wetenschappelijke uitspraken te doen.
Nu vind ik de grens ook moeilijk te trekken en het vraagt training om zo alert analytisch te kunnen lezen.
De ‘talen’ lopen door elkaar als de kleuren van een waterige aquarel. Zeker in de populair wetenschappelijke boeken zoals bijvoorbeeld: ‘Wij zijn ons brein’ van Dick Swaab en ‘de taal van God’ van Francis S. Collins.
De HDHDers * weten nog iets agressiever raad met die ‘vermenging van kleuren’ en de wereld wordt er op deze manier niet overzichtelijker op.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het bij deze laatste mensen moet hebben van recensies, commentaren en hier en daar wat citaten want ik heb geen geld over voor de aanschaf van hun boeken. Misschien nog eens op een tweedehands markt …
Behalve dat ik door de overstap naar het evolutionaire ‘kamp’ meer antwoorden op vragen kreeg was een bijkomende reden natuurlijk het ‘o-ver-wel-dig-en-de’ bewijs….*grinnik*…..nee, het was de vaak belabberde manier van argumenteren door (jonge aarde) creationisten (yec’s). Het is zo jammer dat zij zo vaak op een negatieve manier argumenteren. Wel zeggen wat er allemaal aan schort bij wetenschappelijk onderzoek m.b.t. dit onderwerp en waarvan ze op andere terreinen dankbaar gebruik maken maar zelf geen bevredigend, bewezen en werkend alternatief model kunnen aanbieden.
Voorlopig zijn de discussies rond dit onderwerp nog niet afgelopen. Af en toe laait het her en der weer op zoals kortgeleden in het RD (17-12-11) door ds. G.A. van den Brink versus Rene Fransen (28-12-11)
Het blijft voor mij een fascinerend onderwerp en ik blijf het allemaal volgen.
Tot slot nog een interessante link:
http://www.templeton.org/belief/

* Harris, Dawkins, Hitchens en Dennett. Hitchens is half december 2011 overleden. Hij schreef: ‘God is not Great’. Zou hij nu weten…..?

maandag 9 januari 2012

Berusting

Tussen dit ogenblik en mijn dood
Ligt misschien een lang leven;
ook een groot?
De hoop daarop heeft mij allengs begeven;
maar is groot of klein niet om het even
voor wie gelooft dat wij pas met de dood gaan leven?

H. Marsman

Dit gedicht liep weer in mijn handen. Het was onderdeel van een aantal gedichten die ik had uitgekozen om bij mijn eindexamen Nederlandse Literatuur te bespreken.
Ik vind het nog steeds mooi. Het relativeert.
Het is de overgave na dat andere gedicht van hem: ‘de grijsaard en de jongeling’ met die prachtige, levenslustige beginregel: ‘Groots en meeslepend wil ik leven…..’ wat mij ook aansprak.
Zijn we allemaal niet een beetje zo?

donderdag 5 januari 2012

Bekentenissen

Ik heb meteen maar het boek ‘bekentenissen van een jonge romanschrijver’ van Umberto Eco achter ‘de Begraafplaats’ aan gelezen.
Een uitleg en handreikingen hoe je het aanpakt om een boek te schrijven. Tenminste, zoals hij dat doet. En dat doet hij nauwgezet.
Hij heeft bewezen een bestseller auteur te zijn dus het lijken mij waardevolle opmerkingen voor elke beginnende schrijver. Hij neemt de tijd voor een boek, gaat ter plaatse kijken waar hij besloten heeft het verhaal te situeren en maakt dan lijstjes van bijvoorbeeld plaats- en straatnamen, namen van cafés e.d. Hij is zelfs in de stille Zuidzee wezen kijken hoe de zon ondergaat op een bepaald tijdstip zodat hij dat natuurgetrouw kon weergeven. (In ‘het eiland van de vorige dag’) en geeft uitleg over enkele dubbele bodems die hij in zijn boeken heeft verwerkt. (en die ik natuurlijk weer niet had opgemerkt.)
Dan neem je je werk toch best wel serieus al vraag ik me stiekem wel af hoe groot je ego moet zijn om dit boek te schrijven.
Hij beschrijft ook het fenomeen (wat bijvoorbeeld schilders ook hebben) dat de lezers (en kijkers) er andere dingen in lezen (en zien) dan dat hij als schrijver er in heeft gelegd. Dat betekent loslaten, dat is de autonomie van de consument.
Wat ik ook belangrijk vind: hij kent zijn klassieken. Naar mijn mening een basiseis voor het schrijven van een (literair)boek.

nog weer nadenkend: waarom is het zo leuk dubbele bodems en stille verwijzingen te herkennen? Harry Mulish kon dat ook zo goed.
Ik denk omdat je dan een soort van stille verbondenheid voelt met de schrijver. Dat maakt het lezen extra leuk.
Een brede algemene kennis verhoogt het lezensplezier

Downton Abbey

Al een tijdje rol ik me op in mijn stoel met een glas wijn voor de afleveringen van Downton Abbey.
Afgelopen vrijdag was er een dubbele aflevering. Heerlijk zo’n Engels kostuumdrama about the ’rich and famous’ in een wereld zonder multimedia waarin de telefoon al een uiterst modieus geval is.
(Nu ik weet heb van onze tijd zie ik trouwens juist wel de vele voordelen die deze tijd te bieden heeft)
Dat er zoveel verhaallijnen door elkaar lopen is voor mij geen enkel probleem. Behalve deze klacht stond er in de krant ook nog een klacht over de vaart die er dan weer wel en dan weer niet in zou zitten. Het maakt mij allemaal niet uit, ik geniet van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt met de architectuur (jammer dat we er niet meer van te zien krijgen), de kleding en het scheiden van de geesten in een upper- en lower class. Upper of lower, ach het gaat allemaal over mensen met hun sores. Net als de series ‘Brideshead Revisited’ en ‘The House of Elliott’ die op mijn plankje met zorgvuldig uitgekozen dvd’s staan. Ze spelen allemaal in ongeveer dezelfde periode en zijn allemaal even mooi. Maar waar ik het meest van geniet is de persoonlijkheid van de oude Lady Grantham. Zodra zij op het toneel komt ga ik even recht zitten. Jammer dat ik hoogstwaarschijnlijk niet in zulke mooie kleren kan rondlopen maar ik heb besloten om ook zo te worden op mijn oude dag.( D.V.) Net doen of je dom en naïef bent en intussen met een stalen gezicht sarcastische opmerkingen maken die de helft van de mensen om je heen niet snappen of niet horen want naar zo’n oud mens luisteren doe je toch niet.
En dan lekker binnenpret hebben.

woensdag 4 januari 2012

Kunst in de Bijbel

In de loop van de jaren dat we als commissie bezig zijn met kunstwerken voor onze kerkzalen werd ik steeds nieuwsgieriger op welke manier er een ontwikkeling van kunst in de heilshistorie is weergegeven. Hieronder volgt een samenvatting van bevindingen en gedachten.

Kunst is o.a. betekenis geven aan de behoefte aan schoonheid. Meteen dringt zich de overeenkomst op met religie. Religie is de behoefte aan zingeving dat net als de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid diep vanuit ons binnenste omhoog borrelt. Bij de één wellicht wat heftiger dan bij de ander. Kunst en religie houden zich dan ook allebei bezig met datgene wat niet meetbaar is in tegenstelling tot de wetenschap. Ze spreken daardoor ook een verschillende taal.
In de Bijbel wordt die eerste behoefte aan schoonheid genoemd in Gen 4: 21. Daar wordt beschreven dat Jubal de zoon van Lamech en Ada de vader wordt genoemd van allen die een goede greep hebben op harp en panfluit. Muziek.
Met veel anderen ben ik het eens dat muziek de hoogste kunstvorm is; de meest intense kunstvorm. Een kunstvorm die alle mensen weet te raken van (ongeboren)baby’s tot dementerende ouderen toe. Muziek kan een helende werking hebben voor mensen in depressies, zoals bijvoorbeeld koning Saul.
Oren zijn belangrijker dan ogen, zo dacht Luther en hoorden we dat in de preek van ds. X over het tweede gebod. Het geloof is uit het gehoor…. over het algemeen.
Onwillekeurig schoot mij het Sh’ma Israël in gedachten uit Deut 6: Hoor! Israël…..
Wat is doofheid akelig.

Na de beschrijving van de ontdekking van de muziek door Jubal, is Exodus 31 een volgende stap in deze ontwikkeling. In deze stap ontmoeten de beeldende kunst en religie elkaar. Kunst wordt in dienst gesteld van de religie.
Het volk Israel is bevrijd uit de slavernij en trekt door de woestijn. God geeft daar aan Mozes de opdracht voor de bouw van de tabernakel en geeft uitgebreid aanwijzingen hoe deze gebouwd moet worden. Dat was een lastige opdracht, want Mozes was wel opgeleid door de Egyptenaren (Hand 7: 21-22) maar dat was voornamelijk in lezen, schrijven, wiskunde, astronomie en astrologie. Ook wel in de architectuur, maar de Oudegyptische architectuur was gericht op constructies voor de eeuwigheid (volgens Wikipedia) en dat is heel anders dan een tent die door een voorttrekkend volk steeds meegenomen moest worden.
De Israëlieten hadden bij hun vertrek uit Egypte goud, zilver en kledij geëist en gekregen. (Ex 12: 35, 36 ) Deze middelen werden ingezet bij de bouw van de tabernakel.
God koos mensen uit en vervulde hen door middel van de Heilige Geest met wijsheid, verstand en kennis. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit de eerste keer in de Bijbel dat de Geest van God zo uitdrukkelijk aan een mens wordt geschonken. Hij gaf hen daarnaast creatieve gaven. Gaven om te bedenken, te ontwerpen.
Deze Bezaleël en Aholiab kregen daarbij ook nog de gave van onderwijzing om hun kennis door te geven aan de bouwers en borduurders. (Ex 35: 35)

Even tussendoor: In Jeruzalem staat de Academy of Arts and Design die vernoemd is naar deze Bezaleël!

God gaf aan Mozes uitgebreide aanwijzingen mee. Ex 25 t/m 30. Regelmatig schrijft de HSV daar: ‘…het werk van een kunstenaar’. God gaf de mensen de talenten en mogelijkheden om dingen uit te denken; om zelf ook creatief te zijn. God creëerde de mens immers naar Zijn eigen beeld en gaf hen de aard mee dat zij in deze verkregen vrijheid hun creativiteit en mogelijkheden zouden kunnen ontdekken en ontwikkelen. Die vrijheid is overigens voor de ontwikkeling van kunst wel belangrijk.
Beeldende kunst was de Israëlieten niet vreemd; de tabernakel bevatte cherubs op het verzoendeksel van de ark. Op de gordijnen in de ark stonden ook cherubs. De menora werd versierd met amandelboommotieven; het symbool voor vruchtbaarheid, opstanding en leven. (T. Labuschagne, doctoraalscriptie 1993)
Tijdens de woestijnreis moesten de Israëlieten in opdracht van God kijken naar een koperen slang voor genezing. Oftewel: leren om God op Zijn woord te geloven ook al gaf een slang misschien wel een negatieve associatie als we het verhaal over de zondeval erbij betrekken.
In de Schriftgedeelten over de tempel die door Salomo werd gebouwd lezen we over cherubs, leeuwen, lelies, granaatappelen en vlechtwerk. (1 Kon 7 v.a. vs 13) Een koperen zee die rustte op beelden van runderen. Salomo liet speciaal voor deze kunstwerken een brons- en koperwerker komen uit Sidon. Granaatappels zijn het symbool van voorspoed en vruchtbaarheid, Lelies het symbool van reinheid en zuiverheid.
Ook de tweede tempel werd voor zover de middelen dat toelieten versierd en alle gouden en zilveren voorwerpen die Nebukadnezar had geroofd werden op bevel van Cyrus van Perzië weer teruggegeven. (Ezra 6)
Kunnen we dat allemaal eigenlijk wel kunst noemen?
Naar de maatstaven van deze tijd niet, nee. In de Bijbel en nog lang daarna werd/wordt kunst het meest gezien als handwerk/ techniek. Bijvoorbeeld in Hand 19: 24 waar Demetrius tempeltjes van Diana maakte…trouwens ook kunst in dienst van religie en in Openb. 18: 22 bij de val van Babylon wordt kunst genoemd. Op beide plaatsen wordt het woord ‘technè’ gebruikt; daar zit ons woord techniek in. Vakmanschap. Ambacht.
Dat is niet wat wij in deze tijd onder kunst verstaan (al moet vakmanschap er wel degelijk onderdeel van zijn), maar vroeger zeer zeker wel. Het is wel degelijk uiting geven aan de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid en betekenisgeving.

In het nieuwe testament lezen we niet veel over kunst. Het land was bezet door de Romeinen en vrijheid is belangrijk bij de ontwikkeling van kunst. In een periode van bezetting hebben mensen wel andere dingen aan hun hoofd denk ik dan. Praktisch gezien waren er misschien weinig tot geen materialen voorhanden.

Eén ding is heel duidelijk: De Bijbel zelf is een literair kunstwerk en heeft door de eeuwen heen ontzettend veel kunstenaars geïnspireerd tot het creëren van kunstwerken en doet dat nog steeds. In de muziek, in de beeldende vorming, in de proza en poëzie ….tot in films toe.
Daar mogen we de Ene dankbaar voor zijn.

dit artikel is verschenen in ons kerkblad van november 2011