Verder met Averroes (1126 – 1198) en Thomas van Aquino. Over de laatste
heb ik al eerder een blogbericht gewijd. Daar kwam Averroës zijdelings ter sprake.
Averroës was een invloedrijk persoon; kende de hele Koran uit zijn hoofd en was een Aristoteles kenner. Hij was kennelijk belangrijk genoeg om door Rafaël vereeuwigd te worden op het fresco ‘de Atheense school’. Even zoeken maar er is maar één meneer met tulband.
(Dat zal binnenkort ook wel weggepoetst worden, raar natuurlijk om oosterlingen altijd maar met een tulband te schilderen. / sarcasm)
Ibn Rushd of Averroës (latijn volgens ‘de groene amsterdammer’) werd geboren in Cordoba, in 1126 en kwam uit een juristenfamilie. Hij studeerde o.a. rechten, filosofie en medicijnen.
Cordoba en Bagdad waren de belangrijkste kalifaten naast Alexandrië, Damascus en Caïro.
Ibn Rushd is het meest bekend geworden door zijn 38 commentaren op Aristoteles en zijn reacties op
Al Ghazali (1058 – 1111) Een geleerde met betrekking tot de Arabische wijsbegeerte uit Bagdad.
Hij werd bekend om zijn aanvallen op de wijsbegeerte: ‘doelstellingen van de filosofen’ en zijn ‘onsamenhangendheid (incoherentie) van de filosofen’.
Zijn ideeën heel kort:
We kunnen God alleen leren kennen door rituelen en gebeden; causaliteit is onzin, dat is alleen maar menselijke projectie; God is de bestuurder van alles en de wederopstanding betreft zowel het lichaam als de geest.
Honderd jaar later kwam Averroës hiertegen in opstand en schreef zijn ‘incoherentie van de incoherentie’.
(Wel grappig om op een site te lezen dat Al-Ghazali een fel tegenstander was van de ideeën van Averroës. Hij wist - honderd jaar eerder - helemaal niks van diens ideeën.)
Averroës was een rationeel denker.
a. Wanneer er in de Koran dingen staan die niet in overeenstemming waren met de filosofie/wetenschap dan moest er allegorische worden gelezen. Want twee dingen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. (Aristoteles)
Sinds de kwantummechanica kan dat geloof ik wel maar dat was toen nog niet aan de orde.
Hij schrijft daarover in ‘Het beslissende woord’:
‘Wij kunnen met zekerheid stellen dat als logische bewijsvoering leidt tot een conclusie die in strijd is met de letterlijke betekenis van de heilige tekst, er altijd ruimte is voor allegorische interpretatie volgens de in het Arabisch gebruikelijke regels van allegorische tekstuitleg.’
En even verder:
‘De reden waarom er letterlijke betekenissen zijn die elkaar tegenspreken ligt in het feit dat die een aansporing vormen voor ‘de stevig-staanden in kennis om te zoeken naar een allegorische interpretatie die beide betekenissen met elkaar verenigt.’
Verwerping van de causaliteit is verwerping van de kennis en impliceert een toevalligheid van de wereld en dat is weer een ontkenning van de wijsheid en intelligentie van God.
b. De ziel sterft niet maar gaat na de dood over in een grote eenheid van zielen en krijgt bij de wederopstanding een nieuw lichaam.
soera 16.125: “Roep op tot de weg van uw Heer door wijsheid (hikma) en door welwillende vermaningen, en als je redetwist, gebruik dan het schoonste betoog”.
Verder vond hij dat er drie benaderingen waren van de ene Waarheid:
1. De demonstratieve methode, geschikt voor wetenschappers en filosofen. Alleen geleerde heren konden de heilige teksten begrijpen en uitleggen.
2. De dialectica voor theologen en
3. de retorica voor de massa.
Volgenlingen van Averroes waren
Siger van Brabant en
Boëthius van Dacie.
Averroës heeft hedendaagse schrijvers en regisseurs geïnspireerd:
Salman Rushdie schreef het boek ‘Twee jaar, acht maanden en achtentwintig nachten’ (2015),
Jorge Luis Borges schreef een verhaal in zijn bundel ‘de Aleph en andere verhalen’ (1989), namelijk ‘het zoeken van Averroës ‘ en
Youssef Chahine regisseerde de film ‘de Weg’ of ‘Al-Masir’ (1997).
Thomas van Aquino wilde, net zoals Averroës, de ideeën van Aristoteles in overeenstemming trachten te brengen met zijn religie.
Averroës met de islam en Aquino met het christendom. Dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede. Maar van de ideeën van Averroës deugde niet veel volgens Thomas en hij schreef zijn ‘Tractatus de unitate intellectus contra Averroistas’ in 1270
a van hierboven: Want wanneer een theologische doctrine een tegenspraak bevat is ze eenvoudigweg onwaar. De dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede.
b. ieder individu heeft een eigen ziel, ook na de dood.
Thomas benaderde de theologie als wetenschap inductief: uit de zichtbare dingen kun je conclusies trekken over achterliggende principes.
De wetenschap gaat niet inductief, maar deductief te werk. Deductief is naar het bekende syllogisme van Socrates:
Alle mensen zijn sterfelijk - algemene regel major premisse
Socrates is een mens – bijzondere regel minor premisse
Socrates is sterfelijk – conclusie
Thomas voelde verwantschap met methodische twijfel van Abélard, maar toch vooral verwondering over het mysterie van God. En het probleem van het kwaad gaat hij te lijf in de stukken die we hebben gelezen.
Even heel kort een poging om het samen te vatten: Het kwaad wordt veroorzaakt door het goede; het kan nooit een eerste oorzaak zijn.
De Goddelijke voorzienigheid sluit het kwaad niet volledig uit vanwege secundaire oorzaken. Zoals bijvoorbeeld een kundig vakman slecht gereedschap gebruikt.
Er zijn gradaties in het goed en kwaad:
‘Men mag dus niet van de goddelijke voorzienigheid vragen dat ze de potentie om van het goede af te wijken helemaal van de dingen uitsluit. Uit deze potentie volgt echter het kwaad, want wat kan afwijken, zal uiteindelijk afwijken.’
Er is veel goeds wat er niet zou zijn als er geen kwaad was: rechtvaardigheid zou er niet zijn wanneer er geen misdaden waren en in de natuur zorgt het stervensproces voor nieuw leven.
Hij noemt ook de teksten die in de Bijbel staan die erop wijzen dat God de verantwoordelijke van alles is. (Jes 45:7 en Amos 3:6 en er zijn er nog wel meer; ik heb ze eens allemaal opgezocht)
Verder kwamen de vijf wegen van hem aan bod
die ik hier al eens heb beschreven, en zijn beide summa’s die lange tijd leidend zijn geweest in de Rooms Katholieke kerk.
Wat niet aan de orde kwam – zit ik me nu te bedenken - is dat omstreeks diezelfde tijd als Averroës ook Maimonides (1138 – 1204)ten tonele verscheen in Cordoba. Waarschijnlijk zijn ze elkaar mis gelopen omdat Maimonides op tienjarige leeftijd verhuisde naar Marokko. Toch zal hij op latere leeftijd wel geïnteresseerd zijn geweest in de schrijfsels van zijn stadsgenoot.
Ik vond nog een paar mooie citaten van Averroës :
De wereld is verdeeld in mannen die humor en geen religie hebben en mannen die religie en geen humor hebben.
Onwetendheid leidt tot angst, angst leidt tot haat en haat leidt tot geweld.
Zo leer ik steeds weer wat meer tot ik op een dag de wereld om mij heen begrijp.
Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.