Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Kruisbestuiving. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Kruisbestuiving. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 24 februari 2017

Kruisbestuiving


Nieuwe collegereeks, nieuwe prikkels.
Deze keer over de kruisbestuiving tussen muziek en literatuur. Er gaat weer een wereld voor mij open.
Het start al heftig: ‘Der Erlkönig’ van Goethe met muziek erbij van Franz Schubert en Carl Löwe.

En wanneer ik deze you tube versie bezie heeft het behalve verschillende componisten ook genoeg schilders en tekenaars geïnspireerd. Kennelijk een tot de verbeelding sprekend gedicht.
Der Erlkönig uit 1782.

Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.

"Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht?" –
"Siehst, Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif?" –
"Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif."

"Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel' ich mit dir;
Manch' bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand." –

"Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht?" –
"Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind;
In dürren Blättern säuselt der Wind." –

"Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schön;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn,
Und wiegen und tanzen und singen dich ein." –

"Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort?" –
"Mein Sohn, mein Sohn, ich seh' es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. –"

"Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Und bist du nicht willig, so brauch' ich Gewalt." –
"Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan!" –

Dem Vater grauset's, er reitet geschwind,
Er hält in Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Müh' und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.

Wanneer je de laatste regel leest begrijp je dat er iets sinisters aan de hand is en nog weer lezend zie ik de angst van een ziek, koortsig kind dat van alles ziet. Het kijkt met ‘magische‘ ogen terwijl de vader hem rustig realistisch antwoord. Verschillende levels.
Er zijn ook passages die heel vaag en onder de oppervlakte nogal duister zijn. In de derde, vijfde en zevende strofe heeft de vader een wonderlijk taalgebruik. Spreek je zo tegen een zoon van je?
Of speelt er iets anders?
Fascinerend.

In 1974 liet de Amerikaan Robert Piercing zich inspireren en schreef het boek >‘Zen en de kunst van het motoronderhoud'. Een moderne versie.
Wel geinig wanneer je zoveel weet dat je dit soort dingen tijdens het lezen weet te plaatsen.
Ik heb nog een eeuwigheid nodig.

Naar aanleiding van de Goldbergvariaties kwam natuurlijk Anna Enquists Contrapunt aan de orde maar ook de Oostenrijker Thomas Bernhard met zijn ‘Der Untergeher‘ waar het woord Goldbergvariaties twee en dertig keer in voorkomt. (naar het aantal variaties plus de eerste aria en als slotstuk een herhaling hiervan.)
Dat soort verborgen details kan ik zeer waarderen. Wanneer ik nog eens een boek ga schrijven.....
Uitvoeringen door Glenn Gould. De beste volgens de docent (dhr. Burgers)en ik geloof hem.

De Kreutzersonate van Beethoven werd besproken wat meteen de titel van een boek van Leo Tolstoj uit 1891 is en ook van Margriet de Moor uit 2001. Moet ik allebei nog lezen.

Ik mag nog zes keer.

maandag 29 maart 2021

Zoon van de vader

Tijdens het lezen van het boek 'Barabbas' van Pär Lagerkvist vroeg ik mij al af wat toch die naam kon betekenen.
Want het is toch wel opmerkelijk dat de betekenis ‘zoon van de vader’ is. Hij staat tegenover de Zoon van de Vader.

Fijn is het dan te merken dat meer mensen daarnaar zoeken en tot ontdekkingen komen.
Ook in het N.T. is het van belang naar diepere lagen te zoeken. Wat schemert er door die verhalen heen? Welke lijnen kunnen we trekken en wat is de bedoeling?


Gisteren hierover een preek die ik in mijn eigen woorden en associaties samenvat:
Barabbas, zoon van vader is iemand – een Zeloot?-  die streed voor een koninkrijk wat opkomt uit deze wereld. Het zichtbare. Misschien was zijn vader ook wel zo’n revolutionair.
In het bewuste hoofdstuk van Johannes achttien spreekt Jezus tegen Pilatus over Zijn koninkrijk. De Zoon van de Vader strijd voor een Koninkrijk van een heel andere orde. Een orde die niet zichtbaar is en van boven komt.

Vervolgens wordt aan het volk gevraagd wie ze kiezen. Wat kiezen zij (en wij)?
Instinctief kiezen we voor het zichtbare. Zeker wanneer er ook nog eens op je wordt ingepraat. Dan weet je tenminste wat je hebt en waar je aan toe bent. Duidelijkheid; daar houden we van.
Tot zover heel kort samengevat waar de preek over ging.

Maar wat er bij mij ook naar boven komt – mede door het boek 'Leviticus' van Sacks -  zijn die twee bokken uit Leviticus 16 bij Yom Kippoer. De ene is zondoffer en de ander verzoeningsoffer. Wanneer je dat vergelijkt dan wordt Barabbas, het zondoffer  ‘de woestijn’  ingestuurd en Jezus wordt geofferd als verzoeningsoffer.

Al gaat het in het boek van Sacks natuurlijk niet over Jezus en Barabbas. De evangelisten echter, wisten wél van de geitenbok voor de Heer en de geitenbok voor Azazel.
Maar bij de evangelisten sterft Jezus wel weer  op het moment dat het Pesachlam werd geslacht. Is dat een gevolg van de kruisbestuiving tussen Paulus en de evangelisten? Want Paulus noemt in 1 Korinthe 5:7 Jezus een Pesach lam. Ook al hoort dat bij een heel ander feest dan Grote Verzoendag. Pesach is het feest van de bevrijding.
Er zijn ook veel overeenkomsten tussen Jezus en het Pesachlam: volmaakt, mannelijk, volgroeid, niet breken van de botten ect. (Ex. 12 en Num. 9)
Yom Kippoer en Pesach
Grote Verzoendag en het feest van de Bevrijding.
Samengevoegd eigenlijk best mooi.






 

zondag 11 augustus 2019

Laat me nooit alleen


Geschreven door Kazuo Ishiguro (1954) in 2005.
Het boek is verfilmd en was genomineerd voor Oscars. Maar die film ken ik niet al had ik lezende weg wel het idee dat ik wel eens een onbegrijpelijk flard op tv heb gezien.
Eerder las ik van hem ‘Vergeten Reus’ en ‘Toen wij wezen waren’.

Het verhaal speelt zich af op het Engelse platteland. Eind twintigste eeuw, omstreeks de tijd dat de Walkmans hun intrede doen in de geschiedenis van de mensheid.
Het eerste deel in een soort Engelse kostschool ‘Hailsham’, het tweede in ‘the Cottages’ en het in het laatste deel is de hoofdrolspeelster Kathy, een verzorgende die kris kras door Engeland rijdt.
Het verhaal wordt verteld door deze Kathy H., al bijna twaalf jaar een verzorgende van ‘donoren’.
Zij was bewoonster van Hailsham en the Cottages en heel langzaam ontrolt het verhaal door middel van kleine flash-backs.

Heel veel van die flash-backs kan ze nu pas goed duiden. De gebeurtenissen die vroeger vreemd waren krijgen nu betekenis.
Wie heeft dat niet? Herinneringen aan voorvallen, gebeurtenissen of dingen die tegen je gezegd zijn, waarbij pas veel later de kwartjes vallen.
Op die manier schrijft Kazuo via Kathy H. zijn verhaal. Fascinerend.
Regelmatig komt het idee naar voren: wát als er anders zou zijn gereageerd of een andere beslissing zou zijn genomen.

Hoofdpersonen zijn Kathy, Ruth en Tommy. Ruth heeft een manipulatief karakter; Tommy is een goedsul met driftbuien en Kathy de waarnemer.
Nu ontkom ik er toch niet aan om het een en ander te verklappen: Hailsham is niet de enige inrichting. Verspreidt over Engeland zijn er meerdere. Het blijkt een rijks-donoren-programma te zijn.
Ze zijn klonen en bedoeld om hun organen wanneer dat nodig blijkt te zijn, te doneren. De hele groep wordt erop voorbereid om verzorgende en later donor te worden of meteen donor, wat je wilt. Dat is hun toekomstvisie. Donor worden is het hoogst haalbare in hun leven. Soms drie of vier keer. Daarna ben je wel zo’n beetje uit gedoneerd en ga je dood.
Prompt kreeg ik associaties met de film ‘The Island’ waar het ook over klonen en ‘donoren’ gaat.
Maar boek en film zijn beide uit 2005 dus van kruisbestuiving is, denk ik, geen sprake. Maar dit leeft kennelijk wel in de menselijke geest.

De Hailshamgroep is een bevoorrechte groep. Alle kinderen wonen in een groot huis in een beschermde omgeving, krijgen goed onderwijs en goed te eten. Het onderwijzend personeel, wat bestaat uit ‘gewone’ mensen, is lief voor hen al zijn ze af en toe streng.
Ik merkte nauwelijks dat er iets vreemds aan de hand was. Datgene wat ik hierboven al heb verklapt wist ik niet toen ik aan het boek begon.
Het zijn ook gewone kinderen met hun liefjes en leedjes. Zeer op elkaar aangewezen, dat wel. Er komen geen (groot) ouders of familieleden in beeld. Op een bepaalde leeftijd wordt seks belangrijk. Daar wordt ook niet moeilijk over gedaan want ze kunnen zich toch niet voortplanten. En hen wordt geleerd dat er ‘buiten’ toch anders tegenaan wordt gekeken.
Voor de kinderen is creatief zijn erg belangrijk, daar wordt ook zeer nadrukkelijk op gewezen.
Want, zo las ik aan het einde van het boek: ‘De kunst legt de ziel van de kunstenaar bloot.’
En het personeel van Hailsham heeft zo haar eigen missie: aantonen dat ook klonen een ziel hebben. Dat leerlingen, die in een ontwikkelde omgeving waren grootgebracht zich ook konden ontwikkelen tot gevoelige en intelligente wezens. Net als gewone mensen.
Daarom werden hun kunstwerken regelmatig opgehaald door ‘Madame’. Het kon dienen als ‘bewijsmateriaal’.

Maar het rijksprogramma werd afgeblazen vanwege James Mordingdale, een geleerde die teveel op zijn ego-toer ging. Hij wilde wezens klonen met superieure intelligentie en fysieke eigenschappen.
Waar ken ik dat toch van uit de wereldgeschiedenis? Zo komt Hitler op kousenvoeten via de achterdeur weer binnen.
Het werkte beangstigend.
Madame verwoordt het zo: ‘ik zag snel een nieuwe wereld ontstaan. Wetenschappelijker, efficiënt, jawel. Meer remedies tegen oude ziektes. Heel mooi allemaal. Maar ook een kille, wrede wereld.’

Dat is wel iets om over na te denken.
Hoever gaan we in de medische wereld. Het klinkt altijd heel mooi wanneer er gezegd wordt dat bepaalde ziektes tot het verleden zullen gaan behoren. Maar wat is het prijskaartje in ethische zin?
Het is een boek met toekomstvragen. Maar de toekomst is er eerder dan je denkt.

De oorspronkelijke titel: ‘Never let me go’ verwijst naar een liedje van Judy Bridgewater. Het speelt een rol in het verhaal en is te vinden op YouTube.


dinsdag 8 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 - 1300 I Geschiedenis


Ingeschreven voor deze zesdelige leergang over 1000 jaar Westerse Cultuurgeschiedenis heb ik inmiddels twee lessen over de geschiedenis gehad.
Het duizelt mij.
De bedoeling is om de cursist grip te laten krijgen op datgene wat karakteristiek is voor onze Europese cultuur. Dus het is een heel brede benadering. Verschillende professoren werken samen: een historicus, een germanist, een neerlandicus/ componist, een kunsthistoricus en een filosoof.
Eén bekende is erbij van de collegereeks ‘Kruisbestuiving’.

Deze eerste leergang omvat de jaren 1000 tot 1300.

De historie.
De aanloop naar het jaar 1000 is natuurlijk ook belangrijk.
In 398 was daar de splitsing van het West- en Oost Romeinse (Byzantijnse) Rijk.
Het West-Romeinse Rijk, dat door eerdere invallen van de Goten (Visi - en Ostrogoten) en door grote volksverhuizingen (Longobarden) die de regio destabiliseerden was verzwakt , werd gekenmerkt door de val van Rome door Odoaker in 476, die zichzelf tot koning kroonde. Odoaker was de aanvoerder van een groep Germaanse huurlingen binnen het Romeinse leger.
Het Byzantijnse Rijk bleef bestaan tot de val van Constantinopel in 1453.

Met de teruggang van de macht van het Romeinse Rijk en de invallen van al die barbaren verdwijnt ook de geletterdheid. De macht lag in handen van degenen die wèl konden lezen en schrijven. Zij bepaalden de geschiedenis. En wie konden wel lezen en schrijven: de kerkelijke machtigen. De bisschop/paus van Rome Gregorius de Grote (540 – 604) had een actief bekeringsbeleid en deed zijn best om overal een christelijke tintje aan te geven. Ook maakt hij een begin met de kerstening van de Angelen van Brittannië. Leuk, die oude namen.
In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond van het Romeinse Rijk. Het Frankische Rijk besloeg toen zo ongeveer heel Europa.
En ondertussen zit er in Constantinopel een vrouw op de troon: Irene van Byzantium. Niet zo heel lang, 5 jaar, maar toch.

Buiten het Romeinse Rijk waren er voortdurend conflicten tussen Irak, Perzië (Sassaniden) met zijn Zoroastrisme en de Islam die in opkomst was. De Islam overwint in Perzië.
Ook dat krijgt allemaal aandacht want het Westen staat natuurlijk niet op zichzelf.

Ergens rond 660 strandde de eenheid in de Islam en ontstonden het Soennisme (ook de traditie volgend) en Sjiisme (alleen de Koran volgend).
En dat nauwelijks dertig jaar na de dood van Mohammed (632) Het zijn toch ook net mensen.
De Soennieten /Omajjaden werden de grootste en belangrijkste en stichtten een kalifaat in Cordoba als tegenhanger van het kalifaat in Bagdad.
Bagdad was het centrum van de wetenschap en daar werd veel bewaard en vertaald van de oude klassieken zoals Plato en Aristoteles. In het Westen was dat verloren gegaan.
Na de val van het Romeinse Rijk kwam het feodale stelsel in zwang. Een economische organisatie van de maatschappij. Leenheren, leenmannen en allerlei verplichtingen aan elkaar. Karel de Grote structureerde dat wat beter en het duurde tot ongeveer 1500 en ging vooraf aan het kapitalisme.

Rond het jaar 1000 waren er twee keizerrijken (Oost en West) en twee belangrijke kalifaten (Bagdad en Cordoba)
Na het jaar duizend kwam er verbetering in de landbouw door een betere ploeg en een andere manier van het bespannen van trekdieren.
Deze ‘simpele’ dingen zorgden ervoor dat er efficiënter werd gewerkt en bebouwd. Toen daar ook nog de bemesting bij kwam zorgde dat voor stijgende oogsten, groeiende bevolking, ontginning van meer land en wisselbebouwing.
Dit had weer tot gevolg dat er meer rijkdom kwam, meer welvaart en geld werd belangrijk. Kooplieden en ambachtslui concentreerden zich en vormden steden met eigen regels en privileges.
Engeland/Brittania was een eigen Romeinse provincie, die niet beïnvloed is door Karel de Grote.
De welbekende ´King Arthur´ was daar de aanvoerder in de strijd tegen Angelsaksen, een verzamelnaam voor verschillende Germaanse stammen die zich in Engeland vestigden.

Deze Angelen en Saksen stichtten grote koninkrijken. Via Rome en Ierland (St Patrick) kwam ook daar het Christendom en ontstonden kloosters met hoogstaande activiteiten, zoals bijvoorbeeld geschiedschrijving.
In 1066 veroverde Willem de Veroveraar, die hertog van Normandië was, Engeland. Hij werd koning en voerde het feodale stelsel in. De Franse taal en cultuur werden dominant en er ontstond een mengtaal wat nu het Engels heet.
Het tapijt van Bayeux kwam ter sprake, dat onder leiding van de vrouw van Willem is gemaakt en vertelt over de fameuze slag bij Hastings in 1066. (Bij Hastings moet ik altijd denken aan de rechterhand van Hercule Poirot.)
Op de wikipagina kun je het hele, 70 m lange tapijt bestuderen. Best bijzonder dat (waarschijnlijk) de komeet van Halley erop is afgebeeld.

Terug naar Europa: het rijk van Karel de Grote werd na zijn dood verdeeld onder zijn kleinzonen. De eerstvolgende keizer was Keizer Otto I, de Grote. (912 -973) Hertog van Saksen, Koning van Duitsland en Italië en later tot keizer gekroond over het Heilige Romeinse Rijk.
Er ontstonden conflicten tussen keizers en pausen over bisschopsbenoemingen. Er waren altijd conflicten tussen wereldse en kerkelijke machten.
Wanneer bisschoppen geen officiële erfgenamen kregen vervielen hun bezittingen namelijk aan de staat of kerk. Net wie het voor het zeggen had op dat moment.
In 1054 is daar het grote schisma tussen de Oosterse, Byzantijnse en de Westerse kerken over het Filioque. In het eerste boek van Matteo Strukel over de Medici’s wordt het Filioque besproken op het concilie van Ferrara- Florence in 1439. Maar dat zal nog wel eens langs komen.
En in 1071 de slag bij Manzikert waarbij het Byzantijnse rijk definitief zijn invloed verloor in het Midden Oosten aan de Seltsjoeken. Deze slag werd de aanleiding tot de kruistochten omdat de Byzantijnse keizer Alexios Komnenos om hulp vroeg aan de paus in Rome Urbanus II. Deze deed op de synode van Clermont in 1095 een oproep voor de kruistochten met de ‘slogan’: ‘God wil het’. Deos lo Vult.

Op het eerste Lateraanse Concilie (1123) werd het celibaat ingevoerd. Dat had een politieke achtergrond en geen theologische.Ook werd er gesproken over de ‘inverstituurstrijd’ tussen Hendrik IV en Gregorius VII met het concordaat van Worms als gevolg waarin keizer Hendrik V de macht over de bisschopsbenoemingen opgeeft. Want ja, zijn vader, Hendrik IV was ervoor in de ban gedaan (rond 1080) en was vertrokken naar de burcht Canossa waar hij nogal lang moest wachten tot de paus genegen was hem weer in genade aan te nemen.

Die kruistochten zijn ook een hoofdstuk apart. De eerste kruistocht was in 1096 onder leiding van Godfried van Bouillon. In 1099 werd Jeruzalem ingenomen.
Op historiek.net staat een mooie samenvatting hierover.
Belangrijke namen: keizer Frederik Barbarossa : kwam om bij de derde kruistocht.
Richard Leeuwenhart en zijn broer Jan zonder Land, vochten tegen Saladin, sultan van Egypte en Syrië. Ook in diezelfde derde kruistocht.

Maar ook een belangrijke naam is die van Eleonora van Aquitanië. (1122 – 1204) Moeder van o.a. Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land. Er is in de officiële geschiedenis weinig over haar terug te vinden maar vrouwen waren nu eenmaal niet zo interessant. Toch heeft de Wikipagina een groot lemma over haar. Tijdens haar leven kwam de legendevorming al op gang.
Zij was eerst getrouwd met de Franse troonopvolger, Lodewijk VII, zodat zij koningin over Frankrijk werd. Dat huwelijk werd ontbonden met dramatische gevolgen en daarna trouwde ze met de Engelse troonopvolger, Hendrik Plantagenet, zodat ze koningin over Engeland werd.
Bij Lodewijk twee kinderen: dochters en bij Hendrik acht koters waaronder dus Richard en Jan. Ze heeft veel invloed gehad op de culturele ontwikkeling van West Europa.
En er is een film over haar gemaakt: ‘Lion in Winter’. Ik had er nog nooit over gehoord. Maar misschien wel de moeite eens waard.
Jan zonder Land is de koning die de Magna Charta ondertekende in 1215, wat nog steeds de basis is van het Engelse rechtssysteem.

Philips Augustus, zoon van Lodewijk VII en Adelheid van Champagne brak de macht van de Planta Genetas in Frankrijk en verwierp het feodale systeem.
Er staat van hem ook een flinke lap tekst op de Wiki site.
Ook in Frankrijk werd de ‘Godsvredebeweging’ (Pax Dei) belangrijk. Uitgaande van de abdij van Cluny was het een antigeweld-beweging die de basis is geworden voor het humanisme.
En had je de beweging van de Katharen/ Albigenzen. Een religieuze beweging in de Languedoc die geloofde in dualisme. Fel bestreden door de Inquisitie totdat er nauwelijks meer Katharen waren.

In Spanje werd El Cid een roemruchte naam. Officieel Rodrigo Díaz de Vivar.
Onze koning is een directe nazaat van hem. En er zijn weer verschillende toneelstukken over hem gemaakt, romans en gedichten geschreven.

Na de val van Byzantium in 1204 na de vierde kruistocht werd Boudewijn van Vlaanderen keizer over Byzantium en werd gekroond in de Haga Sophia wat dan nog steeds een byzantijns christelijk gebouw is.
Pas in 1453 na weer eens een herovering van Constantinopel door de Ottomanen onder leiding van Mehmet werd het een moskee. En nu is het een museum wat nog op mijn bucketlist staat.
Mehmet en de patriarch raakten bevriend en konden daardoor bewust allerlei bekeringspogingen zoals na 1517 buiten de deur houden.
Als laatste de kleinzoon van keizer Frederik Barbarossa: Stupor Mundi, het wonder der wereld. De bijnaam van keizer Frederik II von Hohenstaufen (1194-1250).
Een begaafd mens, maar niet geliefd. Ook weer gedoe met de paus, kruistochten en bannen.


Van al die namen en feiten heb ik het idee dat in ze in de leergangen op andere terreinen weer zullen terugkomen. Daarom benoem ik ze maar. Dan blijven ze ook wat beter in mijn herinneringen hangen.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




zondag 31 december 2017

Bericht uit het hiernamaals

Geschreven door Simon Vestdijk (1898- 1971) in 1963. Ik las een digitale editie naar de vierde druk uit 1982.
Vestdijk is weer zo’n naam die ik uit de lessen Nederlandse literatuur van mijn middelbare schooljaren herinner.
Ik heb nooit iets van hem gelezen. Terwijl hij zo’n enorm oeuvre heeft nagelaten.
Wel kwam hij tijdens de cursus ‘kruisbestuiving muziek en literatuur’ regelmatig langs. Vestdijk schreef betrekkelijk vaak over muziek.
In dit boek niet.

Boeken over het hiernamaals hebben mijn belangstelling ook al kunnen we er niets over weten, het is leuk om erover te filosoferen. Alweer, wat een armoede als je er niet in gelooft; wanneer je enkel overtuigd bent van de werkelijkheid die we waarnemen en verder niet.
Nooit rekening houden met een extra dimensie waar de ziel van de mens heengaat na de dood.
Vlak voor kerst heb ik nog iemand op straat gereanimeerd. Een oude baas die – plop – met fiets en al om viel na zijn kerstboodschapjes te hebben gedaan.
Soms leken onze inspanningen succes te hebben en werd zijn gelaatskleur weer bijna normaal. We hebben hem overgedragen aan het ambulancepersoneel maar hij heeft het niet gered zag ik later in de streekkrant. *
Kan zo'n ziel, geest zomaar weg zijn? Daar bedoel ik mee: Verschwunden; opgelost in het niets.
Ik geloof daar toch niet in.
Enfin, dit was een lange aanloop naar......

Vier collegae leraren zijn overleden en in het hiernamaals beland: Theo de Vije, ook wel Ukkie genoemd met zijn vrouw Charlotte, Minderbragt, Drakestein en Dr. G.H. Hildevoort, bioloog.
De laatste is gestorven in 1910 en is de verteller/ zender van de teksten aan de ‘luistervrienden’.
Zij beginnen namelijk een telepathisch project.
‘Wat is telepathie? Hoe werkt het? Waardoor wordt het begunstigd, hoe kan het belemmerd worden?’
En ze stellen vast dat zowel woorden als woordloze gedachten overgeseind kunnen worden.
Maar het stuit op tegenstand want met de hardheid van hun telepathische uitzendingen verstoren ze de rust van de anderen.
Die anderen zijn trouwens allemaal mensen die na 1820 hebben geleefd. Van daarvóór is er niemand en dat zorgt ook voor vraagtekens. Voorlopig houd Hildevoort het erop dat zij zijn ‘uitgedoofd’.
Er moet natuurlijk ook empirisch worden vastgesteld of de bevindingen kloppen en daarvoor wordt Charlotte erop uitgestuurd om te testen. De heren hebben berekend dat ze er vijf uren over zou doen om in ‘de buitenste duisternis der Yankees’ te komen.
Lijkt mij vreemd. Wanneer je uit de tijd bent ben je toch ook uit de ruimte? Dat was in 1963 toch ook al wel bekend?
In ieder geval: Charlotte ontmoet een, op de elektrische stoel geëxecuteerde Amerikaan, die terug wil naar de aarde om nog een keer gestraft te worden want die eerste keer deugde niet.
Hieruit ontstaat de gedachte dat Hildevoort, die zich inmiddels heeft ontwikkeld tot expert in de telepathie, misschien ook wel naar de aarde zouden kunnen seinen.
Dan kunnen ze de mensheid geruststellen over het stervensproces.
Een Postmortaal Manifest. Dertig keer uit te zenden.
Maar dan waait er een vreemde wind door de zielen: een wind van angst en schuldgevoel.
Een ‘ruimteziekte’. Is dat het, wat in 1820 ook al eens is gebeurt?
Maar de uitzendingen naar de aarde moeten doorgaan. Maar waarom antwoord er niemand?
Hildevoort filosofeert over van alles. Vooral over de ‘ruimte’, wanneer ‘de geest zelf ruimte creëert en alles zich tot in het oneindige zal herhalen’.

Het laatste deel van het boek bevat de bevindingen van Dr. L.O. Valewink die ook bioloog is. Het is een wetenschappelijk analyserend betoog wat in 1998 is gesitueerd. Voor Vestdijk - in 1963 - science fiction.
Dus: in 1963 geschreven. In 1998 het laatste gedeelte gesitueerd en het eerste gedeelte in de taal van 1910.
Best wel knap eigenlijk.
Ik heb nog zitten zoeken of hij misschien Rooms Katholiek is opgevoed want het verhaal deed mij denken aan een ‘voorgeborchte’ wat in Protestantse kringen onbekend is. Maar daar kon ik niets over vinden. Dit verhaal zegt mij, als protestants meisje, inhoudelijk eigenlijk weinig.
Een paar quotes voor de sfeer:

Misschien, heel misschien is liefde niet bestaanbaar zonder de begeleidende voortekenen van een wederkerig verlies. Misschien bemint men minder de persoon zelf dan de mogelijkheid van zijn of haar verdwijnen.

Vrouwen komen er beroerd vanaf; Hildevoort had ook een hekel aan Charlotte:
‘Tegen vrouwen heb ik niets; […] Het valt echter moeilijk te ontkennen dat in ons hiernamaals de vrouw in de verkeerde helft terecht is gekomen. Met het spoorloos verdwijnen van het lichaam verloor zij meer dan één functie: niet alleen die der voortplanting en de lasten en veraangenamingen daarvan, maar ook het koken en kokkerellen, kleren verstellen( en dragen), de geheime kunsten beoefenen van het toilet, en vooral het knuffelig of snibbig opvoeden, want wat wil een moeder beginnen met een kind dat haar niet zien kan? Ons bestaan is nu eenmaal sterk verschoven naar het abstracte, en in overeenstemming daarmee moet de vrouw tekortkomen.’


De volledig tekst is trouwens te vinden op de site van De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. (DBNL)



*12-01-2018

Gisteravond ben ik langs geweest bij de zoon en schoondochter van deze mijnheer. Er deden foute geruchten de ronde en misschien kon ik nog wat toevoegen over de – naar mijn idee toen – laatste minuten van hun (schoon) vader.
De geruchten bleken gebaseerd op het verhaal van een politieagent in burger. Hij had zich ingebeeld dat hij er als eerst bij was en eiste ‘het succes’ van de reanimatie voor zichzelf op. Terwijl ik met een andere mevrouw zeker de eerste vijf/acht minuten heb zitten reanimeren voordat hij het van mij overnam.
Je zult maar overgeleverd zijn aan de eerzuchtige perceptie van een wetsdienaar.
Mijnheer Cathy was erbij. Hij is mijn getuige.
Van de politie had ik gehoord (twee weken later) dat mijnheer een lekkende de hartklep had. Dat was ook alweer verkeerde informatie. Van de familie hoorde ik gisteravond dat hij een infarct had, naar het ziekenhuis is vervoerd en later geopereerd. Er is een stent geplaatst. Helaas is hij s’ avonds alsnog overleden.
Toch was ik daar een heel klein beetje blij mee. We hadden het kennelijk toch ‘goed’ gedaan.
Het was een prettig, gemoedelijk gesprek.






zondag 17 maart 2019

Kreutzersonate



Geschreven door Lev Tolstoj (1828 – 1910) ergens in 1888.

Eerder las ik ‘de Opstanding’ en ‘de dood van Ivan Iljitsj’ en ooit natuurlijk ‘Oorlog en Vrede’ en ‘Anna Karenina’.
Waarom de titel vertaald is met de Kreutzersonate snap ik niet.
Beter was geweest zoals, volgens mij, de oorspronkelijke titel: ´Kreutzersonate´.
De sonate is door Beethoven geschreven voor een vriend maar, - en daar zit ´m volgens mij de crux, - met gelijke partijen voor viool en piano. Althans volgens mijn aantekeningen van mijn colleges Kruisbestuiving, maar volgens Wiki is de pianopartij prominenter aanwezig.
Wanneer ik zelf luister vind ik dat lastig te beoordelen.
Hoe zit het met betrekking tot het boek?


Het verhaal gaat over een gesprek in de trein. Pozdnysjev vertelt over zichzelf, zijn huwelijk en moord op zijn vrouw aan een ik-persoon. Een verhaal in een verhaal.
Het is een lang verhaal en dus een lange reis.

Tegelijkertijd zat ik mij af te vragen of het misschien een typisch westerse wens is om alles zo exact te willen laten kloppen. Ik herinner me nog uit Dostojewski’s: ‘de gebroeders Karamazov’ dat of Aljosja of starets Zosima, dat weet ik niet meer, zoveel reisde en gesprekken voerde op één ochtend dat ik me zat te realiseren dat zoiets praktisch gezien niet mogelijk was.
Waarom vinden wij hier in het westen dat wel belangrijk? En lopen we daarom ook zo vast in de (oosterse) Bijbelse verhalen dat, wanneer we die letterlijk lezen, niet kloppend kunnen krijgen en dan ons verstand maar geweld aan doen want God zegt het nu eenmaal zo en dan klopt het?
Vind ik het erg wanneer er dingen niet kloppen in boeken die bekend staan als ‘wereldliteratuur’?
Ja, mijn westerse brein merkt het op maar ik heb inmiddels wel geleerd om naar de diepere lagen te zoeken en het ‘frame’ te laten voor wat het is.
Zo heb ik zelf kort geleden, bij een workshop schrijven een kort verhaal geschreven over een dirigent die tijdens een orkestrepetitie nadenkt over een paar grote vragen van het leven. Ik denk dat het in de praktijk niet op die manier voorkomt, maar het was voor mij toen een manier om te framen, te kaderen en hij dirigeert het laatste deel van Tsajkovski's 'Pathétique ' wat ook een beetje een functie heeft. Dat stuk duurt ongeveer negen minuten, maar in het verhaal beslaat het de tijdsduur tot een pauze.

Dat kader kan trouwens heel mooi zijn zoals in deze Kreutzersonate maar het gaat ten diepste over de man-vrouw verhoudingen in en om het huwelijk, jaloezie en de gevolgen wanneer je het beest in jezelf loslaat.
Kreutzersonate gaat over de wisselwerking tussen man en vrouw, maar ook over de vrouw van Pozdnysjev die met Troechatsjevski, een violist, deze sonate instudeert om hem ten gehore te brengen.
Zij bespeelt dus de piano en wanneer die toch een prominentere rol zou hebben dan klopt dat trouwens wel met het verhaal. Denk ik.
Op een bepaalde manier is er gelijkwaardigheid tussen de echtlieden maar die bestaat niet in de geest van Pozdnysjev en daar kan hij niet mee omgaan.
In het begin van het verhaal schijft Tolstoj ergens: ‘Maar u kent immers,’ begon hij opnieuw, terwijl hij de thee en de suiker in zijn reistas borg, ‘de vrouwenheerschappij waar de wereld onder zucht; daar komt dat alles uit voort.’

Dat legt hij dan verder uit want ook zijn toehoorder begrijpt dat niet.
Fascinerend verhaal.