Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Erasmus. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Erasmus. Sorteren op datum Alle posts tonen

dinsdag 8 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 - 1300 I Geschiedenis


Ingeschreven voor deze zesdelige leergang over 1000 jaar Westerse Cultuurgeschiedenis heb ik inmiddels twee lessen over de geschiedenis gehad.
Het duizelt mij.
De bedoeling is om de cursist grip te laten krijgen op datgene wat karakteristiek is voor onze Europese cultuur. Dus het is een heel brede benadering. Verschillende professoren werken samen: een historicus, een germanist, een neerlandicus/ componist, een kunsthistoricus en een filosoof.
Eén bekende is erbij van de collegereeks ‘Kruisbestuiving’.

Deze eerste leergang omvat de jaren 1000 tot 1300.

De historie.
De aanloop naar het jaar 1000 is natuurlijk ook belangrijk.
In 398 was daar de splitsing van het West- en Oost Romeinse (Byzantijnse) Rijk.
Het West-Romeinse Rijk, dat door eerdere invallen van de Goten (Visi - en Ostrogoten) en door grote volksverhuizingen (Longobarden) die de regio destabiliseerden was verzwakt , werd gekenmerkt door de val van Rome door Odoaker in 476, die zichzelf tot koning kroonde. Odoaker was de aanvoerder van een groep Germaanse huurlingen binnen het Romeinse leger.
Het Byzantijnse Rijk bleef bestaan tot de val van Constantinopel in 1453.

Met de teruggang van de macht van het Romeinse Rijk en de invallen van al die barbaren verdwijnt ook de geletterdheid. De macht lag in handen van degenen die wèl konden lezen en schrijven. Zij bepaalden de geschiedenis. En wie konden wel lezen en schrijven: de kerkelijke machtigen. De bisschop/paus van Rome Gregorius de Grote (540 – 604) had een actief bekeringsbeleid en deed zijn best om overal een christelijke tintje aan te geven. Ook maakt hij een begin met de kerstening van de Angelen van Brittannië. Leuk, die oude namen.
In 800 werd Karel de Grote tot keizer gekroond van het Romeinse Rijk. Het Frankische Rijk besloeg toen zo ongeveer heel Europa.
En ondertussen zit er in Constantinopel een vrouw op de troon: Irene van Byzantium. Niet zo heel lang, 5 jaar, maar toch.

Buiten het Romeinse Rijk waren er voortdurend conflicten tussen Irak, Perzië (Sassaniden) met zijn Zoroastrisme en de Islam die in opkomst was. De Islam overwint in Perzië.
Ook dat krijgt allemaal aandacht want het Westen staat natuurlijk niet op zichzelf.

Ergens rond 660 strandde de eenheid in de Islam en ontstonden het Soennisme (ook de traditie volgend) en Sjiisme (alleen de Koran volgend).
En dat nauwelijks dertig jaar na de dood van Mohammed (632) Het zijn toch ook net mensen.
De Soennieten /Omajjaden werden de grootste en belangrijkste en stichtten een kalifaat in Cordoba als tegenhanger van het kalifaat in Bagdad.
Bagdad was het centrum van de wetenschap en daar werd veel bewaard en vertaald van de oude klassieken zoals Plato en Aristoteles. In het Westen was dat verloren gegaan.
Na de val van het Romeinse Rijk kwam het feodale stelsel in zwang. Een economische organisatie van de maatschappij. Leenheren, leenmannen en allerlei verplichtingen aan elkaar. Karel de Grote structureerde dat wat beter en het duurde tot ongeveer 1500 en ging vooraf aan het kapitalisme.

Rond het jaar 1000 waren er twee keizerrijken (Oost en West) en twee belangrijke kalifaten (Bagdad en Cordoba)
Na het jaar duizend kwam er verbetering in de landbouw door een betere ploeg en een andere manier van het bespannen van trekdieren.
Deze ‘simpele’ dingen zorgden ervoor dat er efficiënter werd gewerkt en bebouwd. Toen daar ook nog de bemesting bij kwam zorgde dat voor stijgende oogsten, groeiende bevolking, ontginning van meer land en wisselbebouwing.
Dit had weer tot gevolg dat er meer rijkdom kwam, meer welvaart en geld werd belangrijk. Kooplieden en ambachtslui concentreerden zich en vormden steden met eigen regels en privileges.
Engeland/Brittania was een eigen Romeinse provincie, die niet beïnvloed is door Karel de Grote.
De welbekende ´King Arthur´ was daar de aanvoerder in de strijd tegen Angelsaksen, een verzamelnaam voor verschillende Germaanse stammen die zich in Engeland vestigden.

Deze Angelen en Saksen stichtten grote koninkrijken. Via Rome en Ierland (St Patrick) kwam ook daar het Christendom en ontstonden kloosters met hoogstaande activiteiten, zoals bijvoorbeeld geschiedschrijving.
In 1066 veroverde Willem de Veroveraar, die hertog van Normandië was, Engeland. Hij werd koning en voerde het feodale stelsel in. De Franse taal en cultuur werden dominant en er ontstond een mengtaal wat nu het Engels heet.
Het tapijt van Bayeux kwam ter sprake, dat onder leiding van de vrouw van Willem is gemaakt en vertelt over de fameuze slag bij Hastings in 1066. (Bij Hastings moet ik altijd denken aan de rechterhand van Hercule Poirot.)
Op de wikipagina kun je het hele, 70 m lange tapijt bestuderen. Best bijzonder dat (waarschijnlijk) de komeet van Halley erop is afgebeeld.

Terug naar Europa: het rijk van Karel de Grote werd na zijn dood verdeeld onder zijn kleinzonen. De eerstvolgende keizer was Keizer Otto I, de Grote. (912 -973) Hertog van Saksen, Koning van Duitsland en Italië en later tot keizer gekroond over het Heilige Romeinse Rijk.
Er ontstonden conflicten tussen keizers en pausen over bisschopsbenoemingen. Er waren altijd conflicten tussen wereldse en kerkelijke machten.
Wanneer bisschoppen geen officiële erfgenamen kregen vervielen hun bezittingen namelijk aan de staat of kerk. Net wie het voor het zeggen had op dat moment.
In 1054 is daar het grote schisma tussen de Oosterse, Byzantijnse en de Westerse kerken over het Filioque. In het eerste boek van Matteo Strukel over de Medici’s wordt het Filioque besproken op het concilie van Ferrara- Florence in 1439. Maar dat zal nog wel eens langs komen.
En in 1071 de slag bij Manzikert waarbij het Byzantijnse rijk definitief zijn invloed verloor in het Midden Oosten aan de Seltsjoeken. Deze slag werd de aanleiding tot de kruistochten omdat de Byzantijnse keizer Alexios Komnenos om hulp vroeg aan de paus in Rome Urbanus II. Deze deed op de synode van Clermont in 1095 een oproep voor de kruistochten met de ‘slogan’: ‘God wil het’. Deos lo Vult.

Op het eerste Lateraanse Concilie (1123) werd het celibaat ingevoerd. Dat had een politieke achtergrond en geen theologische.Ook werd er gesproken over de ‘inverstituurstrijd’ tussen Hendrik IV en Gregorius VII met het concordaat van Worms als gevolg waarin keizer Hendrik V de macht over de bisschopsbenoemingen opgeeft. Want ja, zijn vader, Hendrik IV was ervoor in de ban gedaan (rond 1080) en was vertrokken naar de burcht Canossa waar hij nogal lang moest wachten tot de paus genegen was hem weer in genade aan te nemen.

Die kruistochten zijn ook een hoofdstuk apart. De eerste kruistocht was in 1096 onder leiding van Godfried van Bouillon. In 1099 werd Jeruzalem ingenomen.
Op historiek.net staat een mooie samenvatting hierover.
Belangrijke namen: keizer Frederik Barbarossa : kwam om bij de derde kruistocht.
Richard Leeuwenhart en zijn broer Jan zonder Land, vochten tegen Saladin, sultan van Egypte en Syrië. Ook in diezelfde derde kruistocht.

Maar ook een belangrijke naam is die van Eleonora van Aquitanië. (1122 – 1204) Moeder van o.a. Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land. Er is in de officiële geschiedenis weinig over haar terug te vinden maar vrouwen waren nu eenmaal niet zo interessant. Toch heeft de Wikipagina een groot lemma over haar. Tijdens haar leven kwam de legendevorming al op gang.
Zij was eerst getrouwd met de Franse troonopvolger, Lodewijk VII, zodat zij koningin over Frankrijk werd. Dat huwelijk werd ontbonden met dramatische gevolgen en daarna trouwde ze met de Engelse troonopvolger, Hendrik Plantagenet, zodat ze koningin over Engeland werd.
Bij Lodewijk twee kinderen: dochters en bij Hendrik acht koters waaronder dus Richard en Jan. Ze heeft veel invloed gehad op de culturele ontwikkeling van West Europa.
En er is een film over haar gemaakt: ‘Lion in Winter’. Ik had er nog nooit over gehoord. Maar misschien wel de moeite eens waard.
Jan zonder Land is de koning die de Magna Charta ondertekende in 1215, wat nog steeds de basis is van het Engelse rechtssysteem.

Philips Augustus, zoon van Lodewijk VII en Adelheid van Champagne brak de macht van de Planta Genetas in Frankrijk en verwierp het feodale systeem.
Er staat van hem ook een flinke lap tekst op de Wiki site.
Ook in Frankrijk werd de ‘Godsvredebeweging’ (Pax Dei) belangrijk. Uitgaande van de abdij van Cluny was het een antigeweld-beweging die de basis is geworden voor het humanisme.
En had je de beweging van de Katharen/ Albigenzen. Een religieuze beweging in de Languedoc die geloofde in dualisme. Fel bestreden door de Inquisitie totdat er nauwelijks meer Katharen waren.

In Spanje werd El Cid een roemruchte naam. Officieel Rodrigo Díaz de Vivar.
Onze koning is een directe nazaat van hem. En er zijn weer verschillende toneelstukken over hem gemaakt, romans en gedichten geschreven.

Na de val van Byzantium in 1204 na de vierde kruistocht werd Boudewijn van Vlaanderen keizer over Byzantium en werd gekroond in de Haga Sophia wat dan nog steeds een byzantijns christelijk gebouw is.
Pas in 1453 na weer eens een herovering van Constantinopel door de Ottomanen onder leiding van Mehmet werd het een moskee. En nu is het een museum wat nog op mijn bucketlist staat.
Mehmet en de patriarch raakten bevriend en konden daardoor bewust allerlei bekeringspogingen zoals na 1517 buiten de deur houden.
Als laatste de kleinzoon van keizer Frederik Barbarossa: Stupor Mundi, het wonder der wereld. De bijnaam van keizer Frederik II von Hohenstaufen (1194-1250).
Een begaafd mens, maar niet geliefd. Ook weer gedoe met de paus, kruistochten en bannen.


Van al die namen en feiten heb ik het idee dat in ze in de leergangen op andere terreinen weer zullen terugkomen. Daarom benoem ik ze maar. Dan blijven ze ook wat beter in mijn herinneringen hangen.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




woensdag 7 maart 2018

Spinoza


Van Baruch de Spinoza (1632 – 1677) weet ik al zo het één en ander doordat ik zijn ‘brieven over het kwaad’ en het boek van Steven Nadler heb gelezen.

Volgens de docent (Dr. H. A. Krop, die trouwens heel plezierig les geeft) is Spinoza, behalve een zeer grote Nederlander ook een anomalie; een vreemde eend in de bijt in de traditie van het westerse denken omdat hij niet meegaat met het denken dat de mens centraal stelt.
Zijn filosofie draait om God en de mens is maar een heel klein deeltje van een oneindig universum en
is altijd verbonden en gehoorzamend aan wetten die niet in zijn macht liggen.

Zijn belang voor de filosofie liggen vooral in het historische en het maatschappelijke belang.
Zijn maatschappelijk belang uit zich in zijn argumenten voor een democratie als meest natuurlijke regeringsvorm. Er is sprake van een grote maatschappelijke tolerantie voor andersdenkenden en hij beargumenteert de vrijheid van meningsuiting. Maar niet als een absoluut recht.
Hij is de eerste die de aandacht vestigt op de scheiding tussen kerk en staat en de kerk dan als ondergeschikt aan de staat. Voorstander van een Staatskerk.
‘Alle patriciërs moeten behoren tot die religie, de eenvoudigste en universeelste. Men moet er vooral op toezien dat de patriciërs niet verdeeld raken in sekten en dat ze uit bijgeloof niet proberen de onderdanen te verhinderen te zeggen wat ze denken. Anderzijds moet men grote samenscholingen verbieden. Andere godsdiensten moet men toestaan zoveel kerken te bouwen als ze willen, maar van bescheiden omvang. De staatskerken moeten ruim en weelderig zijn. Alleen de patriciërs zijn hogepriesters van de kerken en behoeders en verklaarders van de staatsgodsdienst.’ (TP 8 Par. 46)

Als tweede generatie Nederlander was voor hem iedereen gelijk en ben je niet wie je bent maar wat je wordt in de samenleving.
‘je kunt vrijheid bereiken door je leven niet door factoren van buitenaf te laten bepalen, maar door de eigen rede’.
Jonathan I. Israël, een Brits Historicus beweert zelfs in zijn ‘Radical Enlightenment’ dat Spinoza de grondslagen heeft gelegd voor de ‘Verlichting’. Door die scheiding van kerk en Staat? Dat moet ik nog eens nazoeken al denk ik dat er onder Mozes van het OT ook al sprake van was.
Aaron was voor de kerk en Mozes voor de staat. Er is niets nieuws onder de zon.
Spinoza’s historisch belang uit zich in het feit dat hij vele filosofen na hem heeft weten te inspireren.
Hij was beïnvloed door Descartes voor wat betreft het rationalisme maar was wat meer geïnteresseerd in godsdienst en moraal.
Volgens Spinoza kan de vrijheid van een samenleving alleen maar werkelijkheid worden door de individuele vrijheid van de mensen.
En toen moest ik opeens aan de pluriformiteit van Hannah Arendt denken die daar ook zo op hamerde. Toch ook geïnspireerd door hem? Ik kan het niet zo duidelijk in haar boeken vinden maar veel dingen gaan onbewust.

Spinoza’s Ethica staat voor de liefhebbers helemaal op het wereldwijdeweb in een vertaling van Nico van Suchtelen uit 1927.
Over de Ethica schrijft Krop, die een onomstreden kenner is van Spinoza: ‘Ook in de Ethica gaat het erom hoe wij het hoogste goed deelachtig kunnen worden, namelijk de kennis van God die ons in de liefde tot hem doet ontbranden en gemoedsrust geeft.’
Dit schrijf ik maar even als argument dat Spinoza atheïst zou zijn ofzo. God viel voor hem samen met de natuur. Op die manier was het voor Spinoza een logisch gesloten systeem.
Hij was niet echt pantheist omdat God dan zou opgaan in de natuur en Hem dat zou begrenzen. De oneindige God gaat altijd nog de eindige wereld te boven.
Volgens mij zou je dan beter kunnen zeggen dat de hele natuur binnen het Goddelijke Zijn valt.
Er valt nog zoveel over te zeggen en schrijven. Spinoza is een onuitputtelijke bron voor denkwerk. Gelukkig zijn mijnheer Google en Bol.com geduldig.

Men hoeft het niet allemaal eens te zijn met die filosofen wanneer je maar hun belang erkent in de ontwikkeling van het nadenken. Juist allerlei ketters of tegendraads gedachtengoed prikkelt het brein en stimuleert om argumenten tegen of juist meegaand verder te zoeken.
Fouten maken kan niet want dat betekent dat je nog niet genoeg kennis hebt. Klinkt heel relaxed en ik voel daar ook wat voor. In gesprekken zeg ik het er meestal bij: 'voor zover mijn kennis op dit moment reikt en ik met mijn denkpolsstok nu kan bereiken...'
Een ieder zij in zijn gemoed ten volle verzekerd.
Eigenlijk was Paulus ook al een Spinozist. Of is het andersom?



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.

donderdag 29 maart 2018

Immanuel Kant

Immanuel Kant (1724 – 1804) is toch wel een echt kopstuk in de filosofie. Lastig om hem in een blogberichtje recht te doen. Zijn invloed rijkt tot op de dag van vandaag. Hij legde de fundering van de huidige filosofie die de mens met zijn denken weer centraal stelt. Hij is een systeem bouwer.

De vroegere filosofie liep met de rede om de dingen heen maar Kant liet de rede stilstaan en de fenomenen er om heen draaien. Een soort van Copernicaanse wending.
Ruimte en tijd, zo bedacht hij, zijn niet absoluut, maar 'aanschouwingsvormen' van ons eigen verstand.

En naar mijn mening is dit het begin van de fenomenologie ook al staat die op naam van Edmund Husserl.
Hij is het meest beroemd geworden om zijn ‘kritieken’.
Die van de zuivere rede, waarin hij de grenzen van het verstand, van dat wat we kunnen weten, vaststelde, en waarin hij duidelijk maakte wat er mis gaat als we die grenzen overschrijden.
De praktische rede: over de moraal. Wanneer er s’ nachts ‘ Immanuel Kant’ tegen me wordt geroepen dan reageer ik direct met ‘categorisch imperatief’! Zoveel wist ik nog wel van hem.
Handel alsof de norm van je handelen door je wil tot een algemene natuurwet zou kunnen worden.
(Ik moet er nog over nadenken of het veel verschilt met de uitspraak ut de Bijbel: behandel de ander zoals je zelf behandeld zou willen worden.)
Het oordeelsvermogen: daarin verbindt hij het theoretisch kennen en praktisch handelen.
Bij Kant komen de twee stromingen: empirisme en rationalisme weer samen: “Alle kennis begint vanuit de ervaring, maar ontspruit niet noodzakelijkerwijs aan de ervaring”.
Je kunt verstand en zintuiglijkheid niet van elkaar onderscheiden. Ze werken samen in het proces van het opdoen van kennis. Maar het ‘Ding-an-sich’ blijft onkenbaar.
Er is ‘a-priorische’ kennis: vooronderstelde kennis. Niks geen ‘tabula rasa’ maar die kennis wordt wel weer door de ervaring bevestigd.
Dat ‘onbeschreven blad’ heb ik ook altijd onzin gevonden.
Mensen komen op een bepaalde manier voorgeprogrammeerd ter wereld met hun genenpakketje.

Zijn belangrijkste vragen waren:
1. wat kan ik weten (met behulp van de rede);
2. wat moet ik doen;
3. wat mag ik hopen en daaruit volgt
4. wat de mens is.
De eerste vraag wordt beantwoord door de metafysica; de tweede door de moraal; de derde door de religie en de vierde door de antropologie.

Een filosoof moet ook kunnen beargumenteren:
1. Wat is de bron van het menselijke weten
2. De omvang van wat mogelijk en noodzakelijk gebruik is van al het weten en
3. De grenzen van het vernuft

Dan is er nog het onderscheid tussen a-priorische en a-posteriorische kennis; tussen synthetische en analytische kennis met de vraag: Hoe is synthetische kennis a-priorisch mogelijk?

De werking van de menselijk geest is synthetisch door middel van de zintuigen, verstand en rede.
En dan zijn er nog twaalf categorieën; een soort stambegrippen en dan ........gaat het mij duizelen.
Eerst maar een tijdje laten bezinken.

Kant wordt vaak als atheïst gezien maar daar heb ik mijn twijfels over. Hij stelt grenzen aan de (empirische) kennis. God is niet proefondervindelijk te kennen dus hij laat 'geloven' voor wat het is. Het valt buiten het kenvermogen zoals hij dat heeft geformuleerd maar daarin zegt hij niets over het wel of niet bestaan van God.
Bij nazoeken op het www kwam ik deze site tegen die het één en ander verduidelijkt.

30-03

Na nog weer denken en lezen: Volgens Kant bestaat er geen werkelijkheid buiten onszelf. Alles ‘bedenken’ we met onze geest: de wiskunde, menselijke gelijkheid, moraalfilosofie en zo ook God als het hoogste goed.
Maar dat zegt weer niets over Zijn bestaan maar alleen over onze denkstructuren.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, lees er van alles naast en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.







woensdag 23 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 – 1300 IIb Theologie en Filosofie


Verder met Averroes (1126 – 1198) en Thomas van Aquino. Over de laatste heb ik al eerder een blogbericht gewijd. Daar kwam Averroës zijdelings ter sprake.

Averroës was een invloedrijk persoon; kende de hele Koran uit zijn hoofd en was een Aristoteles kenner. Hij was kennelijk belangrijk genoeg om door Rafaël vereeuwigd te worden op het fresco ‘de Atheense school’. Even zoeken maar er is maar één meneer met tulband.
(Dat zal binnenkort ook wel weggepoetst worden, raar natuurlijk om oosterlingen altijd maar met een tulband te schilderen. / sarcasm)
Ibn Rushd of Averroës (latijn volgens ‘de groene amsterdammer’) werd geboren in Cordoba, in 1126 en kwam uit een juristenfamilie. Hij studeerde o.a. rechten, filosofie en medicijnen.
Cordoba en Bagdad waren de belangrijkste kalifaten naast Alexandrië, Damascus en Caïro.

Ibn Rushd is het meest bekend geworden door zijn 38 commentaren op Aristoteles en zijn reacties op Al Ghazali (1058 – 1111) Een geleerde met betrekking tot de Arabische wijsbegeerte uit Bagdad.
Hij werd bekend om zijn aanvallen op de wijsbegeerte: ‘doelstellingen van de filosofen’ en zijn ‘onsamenhangendheid (incoherentie) van de filosofen’.
Zijn ideeën heel kort:
We kunnen God alleen leren kennen door rituelen en gebeden; causaliteit is onzin, dat is alleen maar menselijke projectie; God is de bestuurder van alles en de wederopstanding betreft zowel het lichaam als de geest.
Honderd jaar later kwam Averroës hiertegen in opstand en schreef zijn ‘incoherentie van de incoherentie’.
(Wel grappig om op een site te lezen dat Al-Ghazali een fel tegenstander was van de ideeën van Averroës. Hij wist - honderd jaar eerder - helemaal niks van diens ideeën.)

Averroës was een rationeel denker.
a. Wanneer er in de Koran dingen staan die niet in overeenstemming waren met de filosofie/wetenschap dan moest er allegorische worden gelezen. Want twee dingen kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. (Aristoteles)
Sinds de kwantummechanica kan dat geloof ik wel maar dat was toen nog niet aan de orde.
Hij schrijft daarover in ‘Het beslissende woord’: ‘Wij kunnen met zekerheid stellen dat als logische bewijsvoering leidt tot een conclusie die in strijd is met de letterlijke betekenis van de heilige tekst, er altijd ruimte is voor allegorische interpretatie volgens de in het Arabisch gebruikelijke regels van allegorische tekstuitleg.’
En even verder: ‘De reden waarom er letterlijke betekenissen zijn die elkaar tegenspreken ligt in het feit dat die een aansporing vormen voor ‘de stevig-staanden in kennis om te zoeken naar een allegorische interpretatie die beide betekenissen met elkaar verenigt.’
Verwerping van de causaliteit is verwerping van de kennis en impliceert een toevalligheid van de wereld en dat is weer een ontkenning van de wijsheid en intelligentie van God.
b. De ziel sterft niet maar gaat na de dood over in een grote eenheid van zielen en krijgt bij de wederopstanding een nieuw lichaam.
soera 16.125: “Roep op tot de weg van uw Heer door wijsheid (hikma) en door welwillende vermaningen, en als je redetwist, gebruik dan het schoonste betoog”.
Verder vond hij dat er drie benaderingen waren van de ene Waarheid:
1. De demonstratieve methode, geschikt voor wetenschappers en filosofen. Alleen geleerde heren konden de heilige teksten begrijpen en uitleggen.
2. De dialectica voor theologen en
3. de retorica voor de massa.
Volgenlingen van Averroes waren Siger van Brabant en Boëthius van Dacie.

Averroës heeft hedendaagse schrijvers en regisseurs geïnspireerd:
Salman Rushdie schreef het boek ‘Twee jaar, acht maanden en achtentwintig nachten’ (2015),
Jorge Luis Borges schreef een verhaal in zijn bundel ‘de Aleph en andere verhalen’ (1989), namelijk ‘het zoeken van Averroës ‘ en
Youssef Chahine regisseerde de film ‘de Weg’ of ‘Al-Masir’ (1997).


Thomas van Aquino wilde, net zoals Averroës, de ideeën van Aristoteles in overeenstemming trachten te brengen met zijn religie.
Averroës met de islam en Aquino met het christendom. Dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede. Maar van de ideeën van Averroës deugde niet veel volgens Thomas en hij schreef zijn ‘Tractatus de unitate intellectus contra Averroistas’ in 1270
a van hierboven: Want wanneer een theologische doctrine een tegenspraak bevat is ze eenvoudigweg onwaar. De dogma’s van het geloof moeten in overeenstemming zijn met de rede.
b. ieder individu heeft een eigen ziel, ook na de dood.
Thomas benaderde de theologie als wetenschap inductief: uit de zichtbare dingen kun je conclusies trekken over achterliggende principes.
De wetenschap gaat niet inductief, maar deductief te werk. Deductief is naar het bekende syllogisme van Socrates:
Alle mensen zijn sterfelijk - algemene regel major premisse
Socrates is een mens – bijzondere regel minor premisse
Socrates is sterfelijk – conclusie

Thomas voelde verwantschap met methodische twijfel van Abélard, maar toch vooral verwondering over het mysterie van God. En het probleem van het kwaad gaat hij te lijf in de stukken die we hebben gelezen.
Even heel kort een poging om het samen te vatten: Het kwaad wordt veroorzaakt door het goede; het kan nooit een eerste oorzaak zijn.
De Goddelijke voorzienigheid sluit het kwaad niet volledig uit vanwege secundaire oorzaken. Zoals bijvoorbeeld een kundig vakman slecht gereedschap gebruikt.
Er zijn gradaties in het goed en kwaad: ‘Men mag dus niet van de goddelijke voorzienigheid vragen dat ze de potentie om van het goede af te wijken helemaal van de dingen uitsluit. Uit deze potentie volgt echter het kwaad, want wat kan afwijken, zal uiteindelijk afwijken.’
Er is veel goeds wat er niet zou zijn als er geen kwaad was: rechtvaardigheid zou er niet zijn wanneer er geen misdaden waren en in de natuur zorgt het stervensproces voor nieuw leven.
Hij noemt ook de teksten die in de Bijbel staan die erop wijzen dat God de verantwoordelijke van alles is. (Jes 45:7 en Amos 3:6 en er zijn er nog wel meer; ik heb ze eens allemaal opgezocht)
Verder kwamen de vijf wegen van hem aan bod die ik hier al eens heb beschreven, en zijn beide summa’s die lange tijd leidend zijn geweest in de Rooms Katholieke kerk.

Wat niet aan de orde kwam – zit ik me nu te bedenken - is dat omstreeks diezelfde tijd als Averroës ook Maimonides (1138 – 1204)ten tonele verscheen in Cordoba. Waarschijnlijk zijn ze elkaar mis gelopen omdat Maimonides op tienjarige leeftijd verhuisde naar Marokko. Toch zal hij op latere leeftijd wel geïnteresseerd zijn geweest in de schrijfsels van zijn stadsgenoot.

Ik vond nog een paar mooie citaten van Averroës :
De wereld is verdeeld in mannen die humor en geen religie hebben en mannen die religie en geen humor hebben.
Onwetendheid leidt tot angst, angst leidt tot haat en haat leidt tot geweld.


Zo leer ik steeds weer wat meer tot ik op een dag de wereld om mij heen begrijp.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.

donderdag 26 oktober 2017

Plato


Maar Socrates was eerder en zonder Socrates was er geen Plato.
Door Plato ben ik er nu achter gekomen waarom ik filosofie toch leuker vind dan theologie. De vrijheid van denken is binnen de filosofie zo aantrekkelijk. Tijdens een studie theologie kwam ik erachter dat je er toch wel van je verwacht werd de juiste antwoorden te geven en je te voegen naar de geldende normen, waarden en inzichten. Bij filosofie gaat het daar helemaal niet om.
Filosofie is nooit gebonden aan belangen, tijd of onderwerp, klanten of opdrachtgever.
Juist afgelopen maandag in Pauw had Franca Treur het daar ook over in verband met haar nieuwste boek: Dat de Refowereld toch wel een benauwende wereld is. Dat het denken wordt bepaald door de kaders die mannelijke gezagsdragers binnen de kerken aangeven.
Dat kan, denk ik heel veilig voelen voor bange en onzekere mensen (en anders zorg je gewoon dat ze dat worden) maar voor nieuwsgierige en ondernemende geesten is dat minder prettig.
Zo zag ik dat tenminste gebeuren in de discussies rond het boek van Gijsbert van den Brink.

Socrates leefde van 470 – 399 BC en in die tijd begint de grootheid van de polis (= stad) Athene. De overwinning van Athene op de Perzische Darius bij Marathon in 490 BC is een grote gangmaker. Niet in het minst door de vondst van zilvermijnen bij Laurion.
Het bewind van Perikles legde de stad geen windeieren en het is voornamelijk onder Perikles dat Socrates opgroeide en waarin Plato (427 – 347 BC) de dialogen laat afspelen.

Bijna duizend jaar lang blijft Athene het middelpunt van het filosofische leven. Alexandrië was het middelpunt van de wis- en natuurkunde.
De democratie ontstond maar werd door de aristocratie toegepast, vooral voor het eigen gewin en ondermijnde het bewind van Perikles. De Peloponnesische oorlog brak uit tussen de polis Athene en de polis Sparta. Op zee was Athene sterker gebleken maar op het land was Sparta sterker en behaalde uiteindelijk de overwinning.

In die tijd leefde ook Protagoras.
Protagoras was een sofist. Tegenwoordig is een sofisme een drogreden maar vroeger was het een filosofische stroming.
Sofisten waren mensen die de retorica beoefenden. Maar dan de retorica om de retorica.
Wat waar of niet waar was, was van minder belang. Handig zijn in discussies, daar ging het om. Daar werden ze ook voor betaald en in deze tijd vraag ik me af of de advocatuur daar niet toe behoort.
In de Theaetetus voert Plato de gesprekken op tussen Theaetetus en Socrates. Daarin speelt Protagoras een rol en staat de vraag naar kennis centraal.
Socrates was er echter altijd op uit om de mens inzicht te verschaffen, niet om hem iets aan te leren. Protagoras was meer pragmatisch ingesteld.
Het blijft wel steeds de vraag of Plato Socrates correct heeft weergegeven of dat Plato zijn eigen ideeën via Socrates te berde brengt.

Plato is ervan overtuigd dat alle kennis, alle ideeën/eidos al in je hoofd zit. Het hoeft er alleen maar uitgehaald te worden. De Ideeënleer.
Kennis is herinneren. Door onderzoekende vragen te stellen gaan mensen zich herinneren en krijgen inzicht. Niet door te dreigen of te slijmen.
En over zijn beroemde ‘grot’ is genoeg te vinden op het WereldWijdeWeb.
Plato stichtte de Atheense Akademeia in 387 BC en dat was de eerste georganiseerde school in Europa. Aristoteles was één van de leerlingen.
Hier nog een plaatje van de buste van Socrates.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



dinsdag 28 november 2017

Epicurus


Epicurus leefde van 341 – 270 BC.
Hij zit naar mijn idee een beetje laat in de serie maar dat kan door logistieke problemen komen.
Waarom zit deze man in deze serie van kopstukken die veel invloed hebben gehad?
Hij was zo ongeveer de eerste empirist. Empirisch betekent proefondervindelijk en dat gaat in de kenleer en latere wetenschappen een grote rol spelen.
De ervaring en het verstand zijn de belangrijkste kenbronnen.
Hij hechtte veel waarde aan de zintuigelijk waarneming. Veel meer dan Plato en Aristoteles.
Eén grote aanname had hij wel en dat was die van het Atomisme.
Ik vind het nog steeds bijzonder dat men al zo vroeg die ideeën ontwikkelde. Pas in de twintigste eeuw ontdekte men dat atomen in nog kleinere deeltjes op te delen viel.
Zelf heeft Epicurus niet veel leerstelligheden nagelaten. Wat er van hem bekend is , is opgetekend door Titus Lucretius Corus. Op rijm. De Rerum Natura.

De aard der dingen is atomair en deze vallen voortdurend naar beneden op de platte aarde. Soms klonteren ze samen door afwijkingen in hun baan en zo ontstaan Clinamen. Vormen.

Voor goden behoeven we niet bang te zijn want die zijn al gelukkig en willen liever niet gestoord worden. Ze bemoeien zich niet met ons. Zo de waard zelf is......
Epicurus stichtte een school; ‘een tuin’ waarin zijn leerlingen en vrienden samenkwamen en waar ze werden onderwezen. Ik stelde me altijd een beschaduwd plekje voor waar Epicurus vanuit zijn hangmat zachtjes slingerend ‘wijze woorden’ sprak tot zijn gevolg.
Over de ‘eidola’ bijvoorbeeld, de fluïde materie zoals lucht, warmte en de materiele menselijke ziel.

Wij hebben verkeerde ideeën over van alles en daardoor ervaren we pijn.
Waar bij Aristoteles het hoogste doel nog succesvol handelen was met plezier als bijproduct was het bij Epicurus omgedraaid. Plezier hebben in het leven is het doel en de deugd is daartoe een instrument. Het draait om Ataraxie, onverstoorbaarheid. Ik moet denken aan de Stoïcijnen. Maar Epicurus was geen Stoïcijn want bij hem gebeurt alles random en de Stoïcijnen zijn strikt deterministisch.
Sober leven is het adagium want rijkdom geeft alleen maar zorgen en te veel eten alleen maar maagpijn. Altruïsme is hem vreemd of hij vormt het om tot egoïstisch gedrag. Hedonisme is in onze dagen een zeer bekend verschijnsel wat bij hem vandaan komt.
In vroeger dagen werd Epicurus afgeschilderd als een oppervlakkig mens. Daarom zat hij bij Dante ergens in de hellekringen.
In onze tijd zou hij het geweldig doen als promotor van het Zwitserleven gevoel.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



donderdag 7 juni 2018

Georg Hegel

Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770 – 1831)was een protestant-van-het-Lutherse-type filosoof die voortborduurde op Kant.
Bij hem denk ik spontaan aan zijn dialectiek: these, antithese en synthese maar dat is helemaal niet ter sprake gekomen. Die begrippen komen trouwens al eerder voor in de filosofie. Bij Kant en Fichte. Hegel heeft dat ws. degelijker uitgewerkt.
De Franse revolutie van 1789 – 1799 bracht een scheiding teweeg in het denken. De monarchie werd afgeschaft en de ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ werden gevierd. Nog geen tien jaar later heerste keizer Napoleon als een absoluut monarch. Het kan verkeren.

Hegel probeerde de erfenis van de Verlichting nog een beetje te bewaren door de problemen die bij Kant waren gerezen op te lossen.
Die problemen waren:
1. De scheiding tussen natuur en moraal. (de fenomenale wereld en de noumenale; de ‘Erscheinung’ en het ‘Ding an sich’) Om tot kennis te komen zijn twee dingen nodig: het aanschouwen van het materiele en het ordenen door de menselijke geest.
2. De facticiteit; hij stelt meer dan hij bewijst; heeft zijn eigen programma niet consequent doordacht.
Hoe doet Hegel dat?
Er is geen scheiding tussen de natuur en de moraal; alles hangt met elkaar samen. Religie is een verbindende factor. (Monisme, Spinoza) Hij streeft met zijn dialectiek naar een totaalconcept. De menselijke geest is de absolute geest in wording in een dialectische beweging.
Veel wat we over Hegel weten komt van Heinrich Heine die een leerling van hem was en hem een man van karakter noemde. Karl Marx was ook leerling, maar die komt later.
Hegel is ook omstreden: Russell schrijft: ‘Zelfs wanneer (zoals ik zelf meen) vrijwel alle theorieën van Hegel onjuist zouden zijn, blijft hij toch van betekenis, en niet uitsluitend om historische redenen, als de beste vertegenwoordiger van een bepaalde vorm van filosofie, die bij niemand anders zo logisch en op allesomvattende wijze is doorgevoerd.’ (uit zijn: ‘de geschiedenis van de Westerse filosofie’)

Russell kan wel denken dat het allemaal onzin was van Hegel maar hij leerde ons toch mooi dat we met historisch besef de geschiedenis moesten bekijken. Daarvoor werd de werkelijkheid beschouwt als een complexe materie die verklaard kon worden; maar de werkelijkheid is in beweging. Er is een ontwikkeling gaande. Om nu iets goed of fout te kunnen bestempelen is historisch besef nodig.
"Das was ist zu begreifen, ist die Aufgabe der Philosophie, denn das was ist, ist die Vernunft. Was das Individuum betrifft, so ist ohnehin jedes ein Sohn seiner Zeit; so ist auch die Philosophie ihre Zeit in Gedanken erfasst.

Uit zijn filosofie kwamen een aantal stromingen voort: het hegelianisme en het marxisme die Hegels denkwijzen volgden en de tegenstromingen: het existentialisme (Kierkegaard en Sartre) en de analytische filosofie. (Russell en de filosofen van het Wiener Kreis)

Hegel zou die dialectiek vast hebben gewaardeerd. Uit zijn idealisme ontstond de antithese van het materialisme. Daar borduurde Marx weer verder op.
Er valt natuurlijk veel meer te zeggen over deze denker; bijvoorbeeld over het belang van arbeid en de heer – knecht verhouding maar ik ben al blij wanneer ik bepaalde inzichten kan onthouden en kan kijken welke invloed dat heeft gegeven door de latere jaren heen en welke verbanden er te leggen vallen.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, lees er van alles naast en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.
Wat ik er zoal naast lees: Van Jostein Gaarder tot Russell; van Gijsbert van den Brink tot Donald Palmer en Bryan Magee en wat er op het web te vinden is.




woensdag 27 november 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 - 1300 IV Literatuur


Het was de beurt aan twee middagen over de literatuur in Europa in deze vroege periode. Wat was er eigenlijk aan literatuur? In het oosten was veel meer: bijvoorbeeld de epen van Homerus en Vergilius.
De verhalen, epen van koning Arthur zijn in deze tijd opgeschreven. Alles was poëzie. Omdat niet veel mensen konden lezen en/of schrijven kon het op deze manier gemakkelijker worden onthouden.

We begonnen met Beowulf (975 – 1025) en het lezen van fragmenten.
Een Scandinavisch verhaal van een onbekende Engelse auteur. De oorspronkelijke bewoners van Britse Koninkrijk kwamen uit Scandinavië en de verhalen kwamen mee.
In oorspronkelijk taal voor ons niet te lezen natuurlijk; daarom in het Engels. Wel leuk dat de docent, een germanist, delen van al die oude teksten op stencil erbij gaf. Kun je toch zelf even proberen om er iets van te maken.
Er was aandacht voor de vorm, metrum en alliteratie. In het midden van de zinnen een cesuur.



Op deze manier kwamen langs:

La Chanson de Roland ( het Roelandslied): ca 1200, krijgsverrichtingen van een edele held. Gaat over iemand uit de Karolingische tijd.
El poema del Cid : ca 1140. Een Spaans heldendicht wat een mix is van geschiedenis en cultuur.
Je kunt in deze tijd de route van El Cid door Spanje volgen. Broer Cathy heeft dat vorig jaar gedaan met zijn gezin.
Chrétien de Troyes, leefde ca 1135 - 1190 : Hij was de grondlegger van de Arthurromans. Hij schreef er vijf. O.a.: Lancelot en Perceval. De belangrijkste thema’s zijn dat de ridders wel vrij zijn maar hun geschiktheid moeten bewijzen door hun avonturen. En als beloning krijgen ze een knappe vrouw.
Bernard de Ventadour, ca 1150 – 1195. Een troubadour die voornamelijk over de hoofse liefde schreef.
Hartmann von Aue, ca 1165 – 1215. Hij schreef veel minneliederen en was overtuigd van zijn eigen slimheid getuige zijn:
Ein ritter so geleret was,
daz er an den buochen las,
swaz er dar an geschriben vant
der was Hartman genant,
dienstman was er zOuwe.

Wolfram von Eschenbach: 1170 – na 1220. Een rondreizende dichter en ridder.
Zijn hoofdwerk is Parzifal. Beinvloed door Chrétien de Troyes.
Dat werk heeft voornamelijk bekendheid gekregen doordat Wagner er een opera over schreef rond 1880. Ik vermoed dat dit in de loop van de leergang nog wel een keer ter sprake zal komen.
Handig is om toch het verhaal eens rustig te lezen en op te slaan. Deze verhalen hebben zoveel schilders, muzikanten, schrijvers en filmmakers geïnspireerd.
Net als het Nibelungenlied. Ook zo’n kreet die ik vaker tegenkom en dan nooit precies weet waar het over gaat. Tot nu toe natuurlijk.
Het is ook een heldenepos uit ca 1200. Auteur onbekend en er zijn verschillende versies.
Het verhaal over de ondergang van de Bourgonden, een rijk in de Rijnstreek bij Worms. Hoofrolspelers: Siegfried, Hagen, Kriemhilde en Brünnhilde.
En het was weer Wagner die hier een opera in vier bedrijven over schreef: Der ring des Nibelungen.
Met daarin de overbekende Walkürerit . Walküren zijn strijdgodinnen uit de Noordse mythologie.
De roman van Bart van Loo kwam ter sprake (de Bourgondiërs). Reden om ook dat boek eens te lezen.

Verder nog Karel ende Elegast, onze bekendste ridderroman met voor mij associaties met mijn enthousiaste leraar Nederlands op de middelbare school. Geen historische gebeurtenissen maar meer een sprookje over trouw en de voortgang van het recht en de – volgens mij – Voorzienigheid. De auteur is onbekend, er zijn geen handschriften meer van; de eerste druk dateert uit 1480.
Er zijn twee IJslandse Edda’s; De Edda van Snorri Sturluson (1179 – 1241). Deze proza uitvoering is uit 1222 en bestaat uit godenverhalen als reactie op de kerstening van IJsland rond het jaar 1000. Met de kerstening kwamen er Engelse en Franse poëzie het land binnen en dreigden de oude verhalen in de vergetelheid te raken.
De ‘poëzie Edda’ zijn gedichten uit de orale traditie die opgeschreven zijn in de Codex Regius.

Tot slot:
Walewein uit ca 1220. Twee auteurs; de beginnende Penninc en de afmakende Vostaert. Er zijn drie onderdelen waarvan de bekendste de ‘queeste naar het schaakbord’ is. Mede omdat Louis Couperus een boek schreef naar dit verhaal: ‘het zwevende schaakbord’.
Ik heb veel van Couperus gelezen maar deze niet. Moet ik ook eens doen. Men is bezig om Couperus te hertalen maar ik weet nog niet of ik daar blij mee ben. Het is zo heerlijk om in die oude tijden te duiken. Dan past daar ook die oude taal bij. En wanneer je gewend bent om de Statenvertaling van de Bijbel te lezen dan is Couperus daarbij vergeleken een wassen neus.
Van den vos Reynaerde, Latijnse dierenverhalen uit Frankrijk. Ca 1200 -1270.
Ik maar denken dat Jean de la Fontaine die heeft geschreven maar het is Willem die Madocke maecte. Volgens het acrostichon bij het laatste vers.
Kennelijk heb ik iets door elkaar gehaald.
Het is een verhaal over de middeleeuwse rechtspraak op de hofdag van Koning Nobel.

Als allerlaatste kwam Dante Alighierie nog even voorbij omdat hij op de grens leefde van 1261 – 1321. Maar hij komt in de volgende leergang uitgebreider aan de orde.


Eén van de oudste (rond 1180) Duitse liefdesgedichtjes :

Dû bist mîn, ich bin dîn.
des solt dû gewis sîn.
dû bist beslozzen
in mînem herzen,
verlorn ist das sluzzelîn:
dû muost ouch immêr darinne sîn.

En 'last but not least' onze eerste Nederlandse zin die in Engeland is ontdekt en stamt uit ongeveer 1100:

‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu wat unbidan we nu’
oftewel:
‘Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?’




Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.




dinsdag 31 oktober 2017

Aristoteles



De laatste filosoof van een illuster trio dat zijn stempel heeft gedrukt op het westerse denken. Want dat maakt de filosofen die we behandelen tot grote denkers. Ze hebben invloed gehad en hun denken vertoonde kracht en samenhang
Aristoteles leefde van 384 – 322 BC.
Hij was een leerling van Plato maar ging zijn eigen denkweg.
De moraalfilosofie van Socrates en Plato vond hij te abstract, dat hielp de mensheid niet verder. Het ging volgens hem om het kennen uit de empirie, de ervaring. Niet vanuit een soort van innerlijke verlichting zoals Plato had bedacht in zijn ideeënleer maar gewoon vanuit de effectiviteit van de natuurlijke praktijk.



Tot Immanuel Kant die leefde van 1724 – 1804 bestond de filosofie uit (Kant was een ‘Kantelpunt’)
1. de kennis van alle goddelijke en menselijke zaken
2. ‘wetenschap’ oftewel systematische kennis
3. Wijsheid omtrent de eerste oorzaak en eind; het hoogste goed
4. De principes van het praktische leven.
De belangrijkste vragen waren:
Wat kan ik weten; wat is werkelijkheid en hoe moet ik handelen
Dit omvatte zo ongeveer alles: filosofie, wetenschap, theologie, wiskunde, politiek, logica en astronomie. Aristoteles heeft over alles nagedacht en beschreven. Jammer dat er veel verloren is gegaan. Er zijn wat oorspronkelijke stukken (exoterische) en er zijn aantekeningen door zijn leerlingen van zijn colleges. (esoterische)
Zijn syllogismes uit de logica is bekend en wordt nog steeds gebruikt om tot een geldige redenering te komen.

Waarom hebben zijn ideeën zo lang stand kunnen houden en doen ze dat soms nog?
Alles heeft een wezen; een onveranderlijke kern. Wanneer die is vastgelegd verandert dat niet meer. De mens verandert aan de buitenkant maar zijn wezen blijft hetzelfde. Wanneer die kern eenmaal was beschreven staat dat vast. En dat heeft Aristoteles over bijna alles gedaan.
Hypotheses opstellen zoals nu gebruikelijk is in de wetenschap waren not done want die komen uit de menselijke geest en waren niet gebaseerd op de empirie.
In de Renaissance kwam er weer meer belangstelling voor het oude denken en dat is te zien aan de schilder Rafaël die de mannenbroeders heeft vereeuwigd op een fresco in de Sixtijnse Kapel.
We waren er afgelopen maart en ik zag hem voor het eerst. De man in het midden met de vinger omhoog (de ideeën leer) en rode mantel is Plato. Aristoteles draagt de ‘Ethica’, richt zijn hand naar beneden en heeft een blauwe mantel. Een beetje links in een bruine mantel staat Socrates. Helemaal linksonder de schrijvende man is Pythagoras.

Over zo’n bijzonder veelzijdig mens valt natuurlijk nog veel meer te zeggen maar het is al prettig wanneer je de grote lijnen van zijn denken kunt onthouden.
Over het godsbewijs van Petrus Apianus uit 1539 bijvoorbeeld wat ook weer teruggreep op Aristoteles. De aarde is rond. Dat had Pythagoras al aangenomen. De goden zijn geesten en vormen de buitenste ring om de aarde. Mensen zijn geestelijke en lichamelijk en leven op het aardoppervlak. De ondermaanse dingen zijn beweeglijke en vergankelijk; de bovenmaanse zijn statische en eeuwig. Zij hebben zich in alles al gerealiseerd en hebben geen bewegend vermogen meer. De onbewogen Beweger.


Ik noem God altijd de Bewogen Beweger maar dan in een andere betekenis.
Grappig was wel dat we een stuk tekst te lezen kregen uit ‘Lof van de wijsbegeerte’.
Het riep herkenning bij mij op. En jawel, ik had het al eerder gebruikt in een blogje over het doel van het leven.


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.







zaterdag 15 oktober 2016

Clinton/ Trump


Met een half oog en oor volg ik de presidentsverkiezingen in Amerika. Een beetje half want ik vind het een grote, geldverslindende - en met modder gooiende poppenkast.
Vanaf het begin ben ik echter wel voor Hillary Clinton geweest.
Voornamelijk omdat zij al jarenlang ervaring heeft en het klappen van de zweep kent van binnenuit en ook een beetje omdat zij een redelijke, koele, zakelijke vrouw is. Ik heb ‘haar’ verhaal gelezen. (‘Mijn verhaal’: uitgegeven in 2003)
Plus dat ik in de verste verten niet begrijp waarom iemand op Trump zou stemmen.
Is er een grotere blaaskaak te vinden op dit ondermaanse? Ik wil zijn foto niet eens op mijn blogje hebben.
Na de vele aantijgingen aan zijn adres de afgelopen dagen lijkt het mij logisch dat zijn achterban zich ook eindelijk eens achter de oren gaat krabben.
Hoe heeft hij in hemelsnaam ooit zover kunnen komen? Welke onderbuik gevoelens bespeelde hij zo doeltreffend? Ik begrijp er niets van.
De geweldige speech van Michelle Obama maakt het (hem) op een geweldige manier geheel af. Zij bezit aan emoties wat Hillary tekort komt.

Wat gaat er gebeuren met de Republikeinse partij zo kort voor de verkiezingen.....

Wat is de wereld trouwens anders dan een groot schouwtoneel, waarin ieder, onder het masker van een ander optreedt en zijn aangenomen rol speelt, totdat de grote Regisseur hem van het toneel laat verdwijnen.
Erasmus (1469 – 1536) in ‘de Lof der Zotheid’






maandag 17 februari 2020

Westerse cultuurgeschiedenis 1300 -1500 I de Geschiedenis


Nieuwe ronde, nieuwe verhalen.
Hoe krijg ik dit weer overzichtelijk in een blogbericht. *kreun*
Tot het jaar 1300 was er een opgang in de agrarische sector, na 1300 waren er meer rampen met als gevolg: neergang. Misoogsten door een klimaatverslechtering. Daardoor hongersnoden en epidemieën zoals dysenterie, de pokken en de zwarte dood die een zware wissel trokken op het leven in West Europa. Er waren oorlogen en stadsbranden. Het was eigenlijk geen fijne tijd.
Wel was daar de toenemende kennis in de wetenschap in de richting van de Renaissance die in Italië rond 1500 op het hoogtepunt was.
Er waren inmiddels universiteiten ontstaan in Bologna (1088 en daarmee de oudste van Europa) in Oxford (1096) en aan de Sorbonne (1150), Cambridge (1209) Salamanca (1218) en Coimbra (1290) en behalve die van Bologna nog wat meer in Italië.

In 1342 werd begonnen met een pausenpaleis in Avignon. Het grootste gotische bouwwerk in Europa. Er was gedoe in Rome vanwege de aanstelling van een Franse paus waardoor sinds 1309 de pausen in Avignon bivakkeerden.
De Honderdjarige oorlog (1357 – 1453) woede tussen Engeland en Frankrijk. Het huis van Capet was uitgestorven en nu ging de strijd tussen de zijtak: Karel V van het huis van Valois en Eduard III van de Plantagenets. Hij maakte ook aanspraak op de Franse troon.

De slag bij Crécy (1346) en de slag bij Poitiers (1356) zijn beroemd geworden. In het voordeel van de Engelsen.
Toch wist het huis van Valois de oorlog te winnen en de Plantagenets uit Frankrijk te verdrijven. Ook uit het laatste stukje Guyenne wat nog lang een leenstaat was van de Engelse koning.
Tussendoor was er nog de burgeroorlog tussen de Bourguignons en de Armagnacs.

In de laatste fase van deze Honderdjarige oorlog speelde Jeanne d’Arc, de maagd van Orleans haar rol. Zij was volgelinge van de dauphin, dus Armagnac, en wist Karel VII in Reims te laten kronen.

De Bouguignons o.l.v. Filips de Stoute (1342 - 1404) (jongere broer van Karel V) waren machtige tegenstanders. Deze Filips was ook een slimme. Hij trouwde met Margaretha van Vlaanderen en wist op deze manier zijn invloed te vergroten. Vlaanderen was een rijk gebied.

Uiteindelijk werd de vrede getekend bij Atrecht tussen Karel VII en Filips de Goede (1396 - 1467) ( stichter van de ‘Orde van het Gulden Vlies' en kleinzoon van Filips de Stoute) en konden ze eensgezind de Engelsen het land uit werken. Dat lukte op Calais na.
(Bij de belegering van Calais door de Engelsen waren er zes dappere mannen die zich overgaven aan de Engelsen in ruil voor het bewaren van de stad. Hierop heeft Auguste Rodin één van zijn beroemdste werken gebaseerd.)
De Filips de Goede was een wijs mens, wist door slim regeren zijn bezittingen uit te breiden en zette zijn (bastaard) zonen op cruciale plaatsen aan het roer. Hij was gewoon een goed manager.

De meeste aandacht in deze lessen ging uit naar Frankrijk. In Italië was de renaissance al begonnen in de kunst en literatuur. Lorenzo il Magnifico werd genoemd die ik al kende uit de boeken over de Medici’s.
In Spanje en Portugal regeren resp. Isabelle van Castilië met Ferdinand van Aragon en Emanuel I en mieterden de Joden het land uit. Dat gebeurde trouwens regelmatig in heel Europa. Pogroms waren aan de orde van de dag.
Dat wist ik al weer uit de boeken van Simon Schama.
Isabella en Ferdinand maken een eind aan de Reconquista door Granada terug te veroveren op de Islam.

Uit Engeland kwam behalve al dat politieke geneuzel ook de bekende naam van John Wyclif (1330 – 1384) aan de orde. Hij vertaalde de Bijbel in het Engels en kwam tot de ontdekking dat er nogal wat schortte aan de Rooms Katholieke leer.
Zijn volgelingen werden de ‘Lollards’ genoemd.
In Praag leefde Johannes Hus (1370 – 1415) een volgeling van Wyclif die, behalve dat hij de uitvinder was van het Tsjechische alfabet, zich ook verzette tegen de Germanisering van de Bohemen. Maar zijn theologische activiteiten kostten hem uiteindelijk de kop.
Maarten Luther was weer een bewonderaar van deze Hus, maar dat komt later.

In Nederland was daar Geert Grote (1340 – 1384) die de congregatie van de ‘Broeders des Gemenen (gewone) Levens’ oprichtte en ook grondlegger was van de ‘Moderne Devotie’.
Hij had kritiek op de praktijk van de RK kerk; niet zozeer op de leer. Hij stierf betrekkelijk jong aan de pest.
Thomas à Kempis was een volgeling en is zeer bekend geworden om zijn boek ‘de Immitatione Christi’.
Het best verkochte boek in West Europa, na de Bijbel.

Dit is weer een beddinkje voor de volgende lessen.




Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, laat dingen liggen en zoek erbij wat ik interessant vind.
Het is een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



dinsdag 6 maart 2018

Descartes


Nieuwe ronde, nieuwe filosofenhotemetoten die invloed hebben gehad op ons denken.
René Descartes (1596 – 1650) is aan de orde. Een Fransman die veel tijd in Nederland doorbracht.

Ik begin ook kritischer te luisteren; wat hoor ik op de universiteit méér dan wat ik op de Wikipagina kan lezen want dat verwacht ik wel van de lessen. Maar dat valt nog niet mee.
Waardoor veranderde Descartes ons denken?
Hij wilde niet, zoals Keppler terugkeek op Pythagoras, terug kijken op de filosofieën van de oude filosofen. Hij probeerde opnieuw te denken en ontwikkelde een nieuwe filosofie; die van het zien en beschrijven wat hij zelf zag.
Hij was onder de indruk van de natuurkundige ontdekkingen en in de sterrenkunde om hem heen, wat achteraf bezien een tijd van wetenschappelijke revolutie was. Zo fungeerde hij als een katalysator van de natuurwetenschappen ook al zat hij een beetje bekneld tussen Francis Bacon en Isaac Newton.
Daardoor is hij in eerste instantie ‘vergeten’ en kreeg hij pas later erkenning.

De meeste van zijn essays zijn ook vergeten, behalve het voorwoord bij het wetenschappelijke essay ‘Discourse de la Méthode’. Het uitgeven van zijn schrijfsels durfde hij ook nauwelijks omdat hij inmiddels de verhalen rond Galileo Galilei en de RK kerk had gehoord.

Later toen hij in Nederland woonde en wél publiceerde kreeg hij het aan de stok met theoloog Gisbertus Voetius.
Maar die heeft het met iedereen aan de stok gehad geloof ik, wanneer ik de Wikipagina lees.
Hij was wat wij nu in Marc Verhoeven hebben.

Descartes zocht naar zekerheid binnen het eigen verstand door middel van de radicale twijfel; zocht naar een fundamentele basisgedachte om daarop verder te kunnen denken/bouwen. Het bekende ‘Cogito ergo sum’. (Je pense donc je suis) De kern van de kennistheorie.
Hij ontdekte en beschreef zo de bewustwording van het bewustzijn. Je kunt twijfelen aan je bestaan maar niet aan het feit dat je met je geest kunt twijfelen. Er is dus geest en stof.
Daarboven moet iets groters zijn want het bewustzijn heeft zichzelf niet geschapen. Dat noemt hij God maar verder ‘doet’ hij daar niet zoveel mee. Het is wel een ontologisch godsbewijs.

Je hebt kennis en zintuigelijke ervaring. Je hebt die kennis nodig om de ervaring te interpreteren zodat je kunt overleven. Want de zintuigelijke ervaring neemt je soms in de maling. De mathematische natuurkunde verschaft Descartes ook zo de nodige zekerheden: drie en vier is altijd zeven en een driehoek heeft altijd drie hoeken.
Dat hij niet altijd even consequent dacht, wordt door Bertrand Russell in zijn ‘Geschiedenis van de Westerse Filosofie’ als een positief punt gezien.
‘Consequentheid zou hem eenvoudig hebben gemaakt tot grondlegger van een nieuwe scholastiek, terwijl zijn inconsequentie hem maakte tot het uitgangspunt van twee belangrijke, doch ver uiteenlopende filosofische scholen.’

Dat waren het Empirisme en het Rationalisme.

Via Google kwam ik nog een leuke bachelor scriptie tegen over Descartes.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.



maandag 14 november 2011

Vrije wil?

Een actueel onderwerp in deze tijd. De filosoof Thomas Muller heeft een flink geldbedrag gekregen om te onderzoeken waar zo velen zich al eeuwen het hoofd over hebben gebroken; Heeft de mens een vrije wil of niet.
In het verleden was het al een meningsverschil tussen Augustinus en Pelagius, tussen Luther en Erasmus en tussen de remonstranten en contra-remonstranten.
Eerst een definitie: Onder vrije wil versta ik het zelf maken van keuzes, het nemen van beslissingen, het doen en laten van dingen en het denken van gedachten, die jij zelf bepaalt zonder invloed van buitenaf. Dat is wat uitgebreider dan de Wiki-pagina, maar daar zijn ze er ook nog niet echt uit als ik de overlegpagina bekijk.

Bij mij viel het kwartje toen ik aan het bed stond van een betrekkelijk jonge cliënte met het syndroom van Ehlers- Danlos.
Ze lag te mijmeren wat ze zou hebben gedaan als ze gezond was gebleven. Toen schoot het door mij heen: wat heeft het voor zin om van alles te willen wanneer de omstandigheden niet meewerken. Vrije wil was in deze situatie niet meer dan een loze, holle kreet. Hoe vrij is je wil wanneer je op je sterfbed ligt? Je kunt dan nog maar één kant op.
Ieder mens heeft in zijn/haar leven te maken met beperkingen. Dat begint al bij de geboorte.
Beperkingen zijn o.a.:
Mens zijn; dus zonder vleugels en/of kieuwen,
genen die je IQ en EQ bepalen,
de sociale omgeving, tijdstip en plaats van geboren worden en opgroeien.
Ziekte/gezondheid.
Angsten, twijfels, begeerten en onzekerheden die zomaar kunnen toeslaan en keuzes kunnen beïnvloeden .
Hoe vrij kun je je wil dan nog noemen binnen dat beperkte gebied wat dan nog over is? Het is slechts wat speelruimte. Daardoor worden mensen voorspelbaar. Zeker voor Iemand die alles overziet. Het wordt dan voor Hem een klein kunstje om de mens te laten doen wat Hij wil.

Een mens heeft wel een eigen, unieke wil. Gevormd door al die beperkingen die ik aangaf. Die eigen wil is onderdeel van je persoonlijkheid en maakt je mede tot wie je bent.
Die eigen wil is relatief vrij; vrij in relatie tot de keuzemogelijkheden.
Zo is mijn eigen definitie ontstaan: de mens heeft een eigen wil die relatief vrij is.
Volgens Alvin Plantiga van de ‘Free Will Defense’ (Amerikaans filosoof van Nederlandse afkomst) kun je dan nog steeds in zijn algemeenheid spreken over een vrije wil, maar dat gaat er bij mij niet in. En dat ligt natuurlijk aan mij….want ik probeer tegelijkertijd rationeel en praktische te zijn. Misschien gooi ik wel teveel door elkaar.
Kom je dan niet in conflict met de moraal? Ja natuurlijk. Als mensen niet meer verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun keuzes ligt de rechtspraak op haar gat. Hoe kun je iemand straffen voor iets waar ze niets aan kunnen doen? Het eerste spooky verhaal uit het boek van Viktor Lamme (de vrije wil bestaat niet) sprak me best wel aan.
Hoe de ‘wereld’ dit denkt te gaan oplossen vind ik wel een spannende vraag. Gelovigen weten dat ze door God verantwoordelijk worden gesteld. Zoals ze ook voor rechtvaardig worden gehouden door het geloof in het volbrachte werk van Christus.

Wat ik ook wel frappant vind is dat de ‘wereld’ er nu ook achter lijkt te komen wat in de kerken (behalve de evangelische, geloof ik) al eeuwen wordt geleerd. Zie ook het boek van Dick Swaab: 'wij zijn ons brein'.
Er is een mooie uitspraak met een berg en theologen…even opzoeken…
Ja, een uitspraak van Robert Jastrow:
“Voor de wetenschapper, die geleefd heeft uit zijn geloof in de macht van de rede,eindigt het verhaal als een boze droom. Hij heeft de bergen der onwetendheid bedwongen, hij staat op het punt de hoogste top te veroveren; als hij zichzelf over de laatste top heen trekt, wordt hij begroet door een bende theologen die daar al eeuwen hebben gezeten”.
Hij blijft leuk.

Er valt natuurlijk nog heel veel meer over te zeggen maar dat komt misschien nog wel weer eens.

vrijdag 17 november 2017

Thomas van Aquino



Een filosoof/ theoloog die leefde van 1225 – 1274 in Italië.
Na Augustinus een grote sprong naar de middeleeuwen. In de westerse wereld tenminste.
In het oosten was er al eerder een filosofisch hoogtepunt. Ook beïnvloed door Socrates, Plato en Aristoteles. Vele werken zijn in de negende eeuw in het Arabisch vertaald en werd er een eigen islamitische draai aan gegeven. Bekende namen zijn Averroes en Avicenna.



Via het Arabische werden de oude werken weer vertaald in het Latijn en kwamen zo naar het westen.
Averroes, geboren in Cordoba dat toen onder Moorse invloed stond was een kenner van Aristoteles. De Mezquita van Cordoba met een eigen verhaal en een mix van Moorse en westers stijlen is wereldberoemd en een bezoek zeker waard. Wij waren er in 2011.

Thomas van Aquino was echter ook een kenner van Aristoteles; was het niet echt met Averroes eens en schreef zijn ‘Summa contra Gentiles’.
Op het bovenste plaatje ligt Averroes aan de voeten van Thomas. Links Aristoteles en rechts Plato.

Thomas bracht een synthese tot stand tussen Aristoteles en het christelijke geloof.
Zijn doel was het aantonen van de waarheid die de Katholieke kerk leerde. Hij had zich aangesloten bij de Dominicanen, een strenge orde. Om die reden is hij in de RK nog steeds zeer geliefd en werd zelfs genoemd in een encycliek van paus Leo XIII uit 1879, die handelde over het herstel van de christelijke wijsbegeerte naar de geest van Sint-Thomas van Aquino in de katholieke scholen. Het Neothomisme. De tegenpool van het moderne denken na Immanuel Kant.
(Franciscanen waren minder streng; daar hoorde bijvoorbeeld Duns Scotus bij)

Zijn verdere verdiensten liggen in het dogmatisch systematiseren van de Bijbel. En schreef zijn 'Summa Theologiae’ met de vijf Godsbewijzen.
Die periode, van de elfde tot de vijftiende eeuw staat bekend als de scholastiek. De theologie werd een wetenschap; kennis komt tot ons via de rede en via openbaringen. (de Bijbel)
Zij komen beide van God en kunnen elkaar dus niet tegenspreken.
En God werd een ambachtsman die individuele mensen maakt. Hij is Heer van de geschiedenis.
Net als bij Aristoteles degene die alles in beweging zet, de eerste Oorzaak.
Filosofie was nog steeds het vak waarin alle kennis ondergebracht werd. Behalve dat van dichters en magiërs. Maar de kopstudies theologie, medicijnen en recht kwamen steeds losser te staan van de filosofie.

Thomas van Aquino is op deze site al meer ter sprake gekomen maar zo leer ik er steeds wat meer bij.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


20-11-17
In mijn cahier heb ik nog de opmerking staan: ‘in de maatschappij van Thomas kwam het individualisme op gang.’
Toen al.
Nog weer daarover nadenkend: heeft de idee van Anselmus van Canterbury, als grondlegger van de scholastiek daaraan misschien bijgedragen? Die satisfactietheorie waar ik eerder over schreef. Wat in onze tijd voor een groot deel de plaats ingenomen heeft van het triomferen van Christus over kwade machten.