Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Elizabeth Finch. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Elizabeth Finch. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

donderdag 4 augustus 2022

Flauberts papagaai


Geschreven door Julian Barnes (1946) in 1984. Eerder las ik van hem 'Elizabeth Finch' en 'Arthur en George'; dat smaakte naar meer.
Ik las een elfde, digitale editie uit 2021.

Dit is een heel ander type boek dan de twee die ik eerder las en de titel in aanmerking nemende wist ik soms niet wie nu wat zei. Fungeerde Geoffrey Braithwaite als origineel denker en schrijver of als papagaai van Flaubert?
Dat maakte het boek juist wel boeiend en vaak humoristisch.  Maar dat moet je wel vatten. Zelf moet ik vaak even wennen aan iemands humor.



Geoffrey Braithwaite, een huisarts (net als mijnheer Bovary) in ruste onderzoekt het leven van zijn idool Gustave Flaubert. De schrijver van o.a. Madame Bovary en in mijn ogen een gecompliceerd mens.
Hij is weduwe geworden, heeft de tijd en vertrekt naar Frankrijk, bezoekt Rouen en Croisset waar Flaubert het grootste deel van zijn leven heeft doorgebracht, in een poging een biografie over hem te schrijven.
Zijn overleden vrouw Ellen Braithwaite (initialen: E.B. net als Emma Bovary) heeft een mislukte zelfmoordpoging gedaan, die Geoffrey heeft afgemaakt. ‘Ik heb haar uitgezet’
Zo zijn er meerdere overeenkomsten tussen de beide dames Emma en Ellen.

De gecompliceerde verhouding tussen Louise Colet en Flaubert krijgt de nodige aandacht. Louise was een niet onverdienstelijk poëzie schrijfster met prijzen op haar naam
Uit een brief aan haar: ' Critici! Eeuwige middelmatigheid die parasiteert op het genie door het te kleineren en uit te buiten! Een kudde meikevers die de mooiste bladzijden van een kunstwerk aan flarden hakt!'
Als ik het goed begrepen heb deed Flaubert niet anders bij haar schrijfsels. 

Tijdens het onderzoek en het schrijven krijgt Geoffrey allerlei associaties – hoe herkenbaar – met zijn eigen leven. Zo komt het dat er van alles door elkaar loopt.
Geoffrey ontdekt dat er in een hotel in Rouen een papagaai staat die op het bureau van Flaubert zou hebben gestaan. Maar in Croisset staat er ook één die op dat bureau zou hebben gestaan.
Welke papagaai is nu de echte en wie bepaalt dat?
Dat is naar mijn mening de vraag die dit boek opwerpt. Je kunt je nog zo in een ander verdiepen maar echt kennen en doorgronden?
Braithwaite fabriceert zelfs een heel alfabet op Flaubert.
 
Feit is in ieder geval dat Barnes zich uitgebreid heeft verdiept in het leven van Flaubert.
Nog een vraag die opgeworpen wordt en die mij deed denken aan het gedicht van Robert Frost: The road not taken oftewel de niet- geleefde levens.
Doen die er toe?
Volgens Flaubert/ Braithwaite/Barnes zullen die niet-levens toch altijd invloed uitoefenen op het leven dat geleefd wordt.
Daar moet ik dat eens over nadenken.
Er staan vele mooie dingen in:

‘In boeken krijg je dingen uitgelegd, in het leven gebeurt dat niet. Het verbaast me niets dat sommige mensen de voorkeur aan boeken geven. Boeken verklaren het leven. De enige moeilijkheid is dat de levens die ze verklaren die van anderen zijn en nooit dat van jezelf.’

‘Wat was de zin van de technische vooruitgang zonder zedelijke vooruitgang? De spoorwegen zouden er alleen maar  voor zorgen dat méér mensen zich verplaatsten, elkaar ontmoeten en samen stompzinnig zouden zijn.’

Passages van de echte of …..?

‘Kunst hangt af van de wijze waarop het verwezenlijkt wordt; een verhaal over een ploert kan even mooi zijn als het verhaal van Alexander. Je moet schrijven wat je voelt, zeker weten dat die gevoelens waarachtig zijn en maling hebben aan de rest.’

Dat laatste is het minst lastige. 

donderdag 21 juli 2022

Arthur en George


Geschreven door Julian Barnes.  (1946) in 2005.
Eerder las ik van hem 'Elizabeth Finch' en dat beviel mij wel voor wat betreft woordkeus, zinsbouw en nadenk-items.

Dit boek heb ik in één adem uit gelezen.
Twee jongens groeien heel verschillend op. Het boek wordt in de eerste helft parallel geschreven: hoofdstuk Arthur – hoofdstuk George.
Maar je begrijpt dat zij elkaar een keer zullen tegenkomen.



Arthur groeit op in een groot gezin met een alcoholische vader en een moeder – de Moek- die veel voor hem heeft betekend; George in een warm gezin in een pastorie met een broer en een zus. Een Indiase vader en een Schotse moeder.
Arthur wordt schrijver, George advocaat.

Zo langzamerhand kom je erachter dat het over Sir Arthur Conan Doyle gaat, het brein achter Sherlock Holmes en vele andere verhalen. Toen ben ik gaan zoeken en vond op het wereldwijdeweb dat deze geschiedenis waar gebeurd is.

George wordt vals beschuldigd van het mishandelen van een mijnpaard in zijn woonplaats. Daar gaan allerlei pesterijen, inclusief dreigbrieven, en andere verminkingen van dieren aan vooraf.
Wat is de reden? Zijn kleur? Zijn oogafwijking?
Wie er werkelijk achter zit wordt helaas nooit ontdekt maar het hele gebeuren heeft zoveel impact op mensenlevens. Pestgedrag moet zeker serieus aangepakt worden.
Doyle heeft zich, net als zijn eigen personage, Sherlock Holmes, vastgebeten in deze ‘rechtelijke dwaling’ en er voor gezorgd dat George Edalji weer is opgenomen in de orde van advocaten.
Het hielp hem meteen uit zijn depressie na de dood van zijn eerste vrouw.

‘Toen hij aan de slag ging, voelde Arthur zich weer op vertrouwd terrein. Het was als een nieuw boek beginnen: je had een verhaal maar niet het hele, de meeste personages maar niet alle, sommige maar niet alle oorzakelijke verbanden. Je had je begin en je had je einde. Je moest een groot aantal thema’s tegelijk in je hoofd houden.’

Voor Doyle, die inmiddels een bekende schrijver was geworden, gingen de deuren gemakkelijker open dan voor iemand anders. Toch lukte het hem niet om ook nog een schadevergoeding voor George los te krijgen.
Veel van deze geschiedenis kwam overeen met de geschiedenis Dreyfus waar Emile Zola zich voor inzette en veel bekender is geworden. Wellicht omdat Dreyfus van spionage werd beschuldigd en levenslang kreeg; George van het mishandelen van een paard en ‘slechts’ zeven jaar waarvan hij er drie uitzat.

Tussendoor de levensgeschiedenis van beide heren. Het rustige leven van de single George en het flamboyantere van Doyle die zich steeds meer ging interesseren voor wat er eigenlijk na de dood met je gebeurde en het spiritisme.
George moest daar niet van hebben:
‘Maar als je op een warme zondagnamiddag in Hyde Park tussen duizenden andere mensen stond, van wie er waarschijnlijk maar weinigen over dood zijn dachten was het niet gemakkelijk te geloven dat dit intense en ingewikkelde ding dat leven heette alleen maar een toevallig gebeuren was op een onbeduidende planeet, een kort moment van licht tussen twee eeuwigheden van duisternis. Op zo’n moment kon je het idee hebben dat al die vitaliteit zich ergens, op een of andere wijze, moest voortzetten.’

En wat ik gewoon nog een mooie zin vond om over na te denken:
‘Als je niet weet wat je wilt, moet je uitzoeken wat je hoort te doen. Als verlangen gecompliceerd is geworden, hou je dan vast aan je plicht.’

  

dinsdag 19 april 2022

Elizabeth Finch


Geschreven door Julian Barnes (1946) in 2022.
In de maand van de filosofie wel een passende roman.
Neil, een midden dertiger volgt een cursus ‘Cultuur en beschaving’ bij een wat oudere professor Elizabeth Finch.
Het hele boek is trouwens een minicursus in cultuur en beschaving. En filosofie.
Neil volgt een soort HOVO cursus stel ik me zo voor waarvan ik er zelf ook heel wat heb bezocht.
Hij raakt in de ban van Elizabeth en haar manier van lesgeven, haar stoïcijnse houding (‘klassieke godin’ p. 39) en vat een gecompliceerde vorm van liefde voor haar op, zodanig dat er na de cursus twee à drie keer per jaar met elkaar wordt geluncht.


Helaas sterft ze maar laat Neil al haar paperassen en boeken na zoals Helena aan Julianus boeken meegaf om zich niet te vervelen tijdens de veldtochten.
Tsja, wat moet je daarmee?
Dat ontdekt hij gaandeweg.

Het boek bestaat uit drie delen: het eerste vertelt over de verhouding tussen Elizabeth en Neil en andere cursisten waarvan de Nederlandse Anna nog een rolletje speelt.
Het tweede over een essay wat Neil had moeten schrijven naar aanleiding van die cursus maar niet heeft gedaan en het na haar overlijden alsnog doet.
Dat essay gaat over Julianus de Afvallige. In haar nalatenschap vindt hij namelijk heel wat geschriften over deze man en hij herinnert zich dat ze veel over hem sprak. Wellicht had ze zelf plannen om iets te publiceren over deze man maar na een schandaal in de Britse pers, die te maken had met de tafelgesprekken van Hitler heeft  ze daar vanaf gezien.
Dat tweede deel is alleen boeiend als je van geschiedenis houdt.

In het derde deel komt Neil erachter dat Elizabeth niet echt de persoon was die hij voor ogen had. Exact dát wat Elizabeth haar leerlingen probeerde bij te brengen: niet alles is wat het lijkt.
Iedereen kijkt, interpreteert  en herinterpreteert op zijn/haar manier.

Barnes is iemand die zich regelmatig afvraagt: What if?
Dat komt vooral aan de orde in het tweede deel over Julianus de Afvallige.
Drie mensen hebben de geschiedenis enorm beïnvloed volgens Elizabeth/ Barnes(?): Kain, Judas en deze Julianus.
Wat bijvoorbeeld, als deze Julianus langer had geleefd en wèl de plannen had doorgevoerd om het christendom/monotheïsme te elimineren door bijvoorbeeld een derde tempel te bouwen zodat de profetie van Jezus niet zou uitkomen?
Hij wilde het christendom vernietigen door het juist toe te laten; de christenen niet te vervolgen zodat ze geen martelaars zouden zijn.
Hij haalde de door Constantijn verbannen Ariaanse bisschoppen terug omdat het de onderlinge strijd tussen christenen zou bevorderen.
Maar tijdens zijn sterven in de Perzische woestijn na een korte regeerperiode komt hij tot de conclusie: ‘Gij hebt overwonnen, o (bleke) Galileeër’. 
Velen hebben deze laatste heidense keizer proberen te doorgronden. Maar wat is waarheid in de geschiedenis?
Elizabeth/ Barnes geeft het voorbeeld van een schilder die bloemen schildert.
‘Door ze af te snijden laten we ze eerder sterven; door ze te schilderen behouden we ze nog lang nadat ze zijn weggegooid. Op dat moment wordt de kunst werkelijkheid, en het oorspronkelijke boeket alleen nog een vluchtige, vergeten schijnbeeld.’

Het schilderij is een impressie van de werkelijkheid maar is die werkelijkheid niet. Dat schilderen kan ook gebeuren door woorden. Kloppen die woorden met de werkelijkheid? Met woorden is het nog moeilijker om de werkelijkheid/ waarheid weer te geven.  Nog afgezien van bewust verdraaien. Geschiedenis wordt nog steeds geschreven door overwinnaars.
Ik moet Wittgenstein eens lezen; die heeft betekenis gehad voor de taalfilosofie.
Steeds meer ga ik het belang zien van een juiste woordkeus.

Losse eindjes: een geheimzinnig persoon die door Elizabeth als 'niemand' wordt aangeduid en haar been. Volgens mij had ze een kunstbeen - altijd dezelfde platte schoenen, dezelfde roklengte, zwemmen met een vrouw in een vrouwenuurtje en een vreemde reverence - maar dat wordt niet uit de doeken gedaan.
Dit raakt Tsechov's gun naar mijn idee of ik moet beter nadenken. 

Uit het handboek van Epictetus wat ook af en toe langskomt en wat een levensles inhoudt: 'Sommige van de dingen hebben wij in onze macht, doch niet alle. Wat in onze macht staat is van nature vrij, en kan niet gehinderd of belemmerd worden; terwijl wat niet in onze macht staat, zwak, onvrij, ongewis en van anderen afhankelijk is. [...] Tot de dingen die niet in onze macht staan behoren ons lichaam, ons bezit, ons aanzien en ons ambt'. 
Leer daarmee leven!
Ik heb de 'echte' tekst erbij gezocht en gevonden bij de de Tilburg University.