Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Doel. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Doel. Sorteren op datum Alle posts tonen

dinsdag 19 november 2019

Be-doel-ing


Hoe zat dat ook weer met dat doel, de bedoeling, het grote WAAROM van dit aardse schouwtoneel.
Niet dat ik er nu uit kom maar nu toch nog weer een paar gedachten, behalve die hier al staan.
En op 11 februari 2019 bij ‘zondeval’ staat ook nog het één en ander. En hier
Het ‘tot inzicht komen’ en ‘liefde leren’ als waardige ‘tegenovers’ hou ik er in.
Maar de vraag blijft nog steeds waarom het God goed gedacht heeft om dat op zo’n ingewikkelde manier te construeren.

Toch maar weer terug grijpen op de prachtige mythen* die wij God zij dank hebben gekregen om het leven te lijf te kunnen gaan.
Ik geloof niet dat God die narigheid-brengende-boom in het paradijs daar heeft geplant als zogenaamd ‘proefgebod’, zoals mij is geleerd. Het lijkt dan alsof God de mens testte of ie wel gehoorzaam zou zijn terwijl Hij, in Zijn alwetendheid, natuurlijk allang wist dat we er niet vanaf konden blijven.
Er moet iets zijn waarom Hij dat allemaal liet gebeuren.

De zinsnede uit een formulier: ‘omdat de toom van God tegen de zonde zo groot is dat Hij -eerder dan dat Hij die ongestraft kon laten- de straf ervoor door de bittere en smadelijke kruisdood aan Zijn geliefde Zoon Jezus Christus heeft voltrokken’ wordt voor mij steeds onbegrijpelijker.
Die ‘toorn’ snap ik gewoon niet. Hoe kun je boos zijn op iets waarvan je weet dat het gaat gebeuren? Je kunt hooguit verdrietig zijn.
Is God boos op mij omdat ik een mens ben? Omdat ik foute gedachten heb en foute dingen doe terwijl Hij wéét wat Hij van Zijn maaksel kan verwachten? Ben ik boos op mijn kinderen wanneer ze niet handelen zoals ik dat zou willen? Hooguit teleurgesteld.
Boosheid is naar mijn bescheiden mening een te antropomorfe eigenschap die we aan God toekennen. Maar we hebben helaas menselijke woorden nodig om op een bepaalde manier duidelijk te zijn.

Laat ik er vanuit gaan dat onze Schepper enorm betrokken is op Zijn schepping. Met de mens als Zijn ‘kroonjuweel’, die waardige ‘tegenovers’ waren. Goddelijke schepsels in tijd en ruimte gebracht. Die inzicht hadden en die enigszins wisten wat Liefde is.
Maar …..ze kenden niet de reikwijdte van die Liefde.
Dan zou die boom daar geplant zijn en de val toegelaten om de evoluerende (zo denk ik) mens, inmiddels zover ontwikkeld, dat de Goddelijke adem hem/haar ingeblazen kon worden, te leren dat ie nog lang zover niet is.
Zo van: ‘Je dénkt wel dat je een God bent – of kunt worden - in het diepst van je gedachten maar er schort nog wat aan.
Jullie hebben nu ervaren dat je je nog niet eens aan een eenvoudige opdracht kunt houden.
Jullie liefde voor Mij is nog niet op juiste hoogte. Er is nog een lange, lange weg te gaan. ‘
Die zondeval geldt voor ieder mens opnieuw, om het eens met Kierkegaard te zeggen.

De zondeval: niet om God te laten zien wat Hij toch al wist maar om de mens zichzelf te laten zien. Dat ie wel kan dénken dat hij/zij geweldig is maar nog lang niet in staat is om alleen voor het goede te kiezen. We leven dan mogelijk in een soort opvoedingsgesticht om de Liefde te leren.
Nu laat ik die verzoening door voldoening, en de overwinning van Christus op het kwaad even helemaal links liggen. Die aspecten horen er ook bij.
Het zijn allemaal vlakjes van een briljant. Wanneer je alle vlakjes duidelijk in één beperkt blogbericht kunt frommelen dan bén je briljant.
Maar waarom dat gepaard moet gaan met zoveel lijden? Dat blijft een raadsel.
Ook al kun je het wat nuanceren. Wanneer iemand MS heeft betekent dat lijden. Wanneer twee mensen MS hebben betekent dat niet per persoon dubbel lijden. Integendeel zelfs; we zeggen dan ‘gedeelde smart is halve smart.’ Dus of er nu drie mensen zijn met MS of twee en een half miljoen….
Natuurlijk zou het fijn zijn wanneer er niet één was.

Waarom God toch niet meteen de juiste schepsels schiep…….. ik ben bang dat we dat nooit zullen weten. Kennelijk hecht Hij veel waarde aan een ‘wordingsevolutie’ en niet een ‘zijns status quo’.
Het eerste boek heet Genesis, wat oorsprong betekent, maar je mag het ook vertalen als ‘Wording’. Dat lijkt mij veel beter.
Het laat meer zien van een beweging. We worden als potjes geboetseerd; we gaan ergens naar toe.
We zijn bezig te worden.
Volmaakt.



* en nog maar weer eens de mooie definitie van Tolkien:
"De diepste waarheden kun je alleen in mythen vertellen.”
Of van Herman van Praag:
“De mythe is een superieur middel om in verhalende en symbolische vorm uitdrukking te geven aan ervaringen die zich niet nauwkeurig in woorden laten uitdrukken, niet te concretiseren zijn, maar die intens worden beleefd en voor het individu essentiële betekenis hebben.”




woensdag 12 september 2018

De Trooster

Geschreven door Esther Gerritsen (1972) in maart van dit jaar. Ik las een digitale uitgave.

Een boek over een klooster in de week voor Pasen: de ‘lijdensweek’.
Jacob is conciërge en manusje van alles van dat klooster. Hij repareert van alles en dat is hem genoeg.
De ene kant van zijn gezicht is misvormd en dat schrikt veel mensen af. Daarom leeft hij teruggetrokken tussen de broeders van het klooster. Voor zichzelf heeft hij er eigenlijk geen probleem mee, pas als hij bedenkt hoe anderen naar hem kijken wordt het een probleem.
‘Andere mensen leiden me af van dat geluk, leiden God af zou ik haast zeggen, staan voor zijn uitzicht, zodat ik zijn liefde niet meer voelen kan.’
‘L’enfer c’est les Autres’, schoot door mij heen.
Hij zwelgt (naar mijn idee) in het lijden van Jezus, vooral in deze dagen voor Pasen.

Op een dag komt er een bezoeker voor een retraite : de politicus Henry Loman.
Zij krijgen een wonderlijke klik met elkaar. Dat heb je soms met mensen. De aanwezigheid van die ander is dan al genoeg om gelukkig te zijn. De uitstraling, vult de lege ruimte tussen elkaar ruimschoots.
Onverklaarbaar maar verrijkend wanneer je dat meemaakt.
Bij Jacob is de Heer in de ruimte tussen de mensen zoals het wit tussen de regels.

In ieder geval vindt er een omslag van denken plaats in Jacob sinds hij de genegenheid in zijn hart heeft toegelaten. Hij kan niet meer tegen het lijden en omarmt het leven. De inkeer op Aswoensdag werd een ommekeer.
Hij is echter wel jaloers van aard en gunt anderen de aandacht van Henry niet.
Rond het heidense paasvuur gebeurt er iets en Henry raakt in de problemen.
Jacob is echter een reparateur eerste klas en hij weet er plotsklaps op zijn manier raad mee.
Dat loopt echter niet zoals hij gedacht had.

Een onbevredigend einde. Ik verwachtte nog een Kafkaiaanse twist maar die kwam niet. Het verhaal dooft als een nachtkaarsje maar op elke pagina staan wel mooie, filosofische en psychologische gedachten:
‘Je gaat ervan uit dat ieder ander slimmer is en als een ander dat niet blijkt te zijn, dan is het toeval dat je een nog dommer persoon dan jijzelf hebt getroffen. Het kan lang duren voor je erachter komt, durft te geloven dat je wellicht niet onder doet voor je medemens.’
Wat ik ook een herkenbaar mooie vond van de waarnemer die Jacob is:
‘Ach, gun de mensen hun goede daden.’
en:
‘Het is gemakkelijk om goed te zijn wanneer de mensen om je heen zich misdragen’
en:
Ik heb nooit ‘iets van mijn leven willen maken’, dus hoezo zou het kunnen mislukken?
Prachtig toch? Deed mij denken aan ‘Alice in Wonderland’ van Lewis Carroll: als je geen doel hebt maakt het toch niet uit welke route je neemt?

‘In dit eeuwige spel waar de schuld wordt doorgegeven als de zwarte piet in het kaartspel, moet er iemand opstaan en zeggen dat hij hier niet aan meedoet. We kunnen Jezus hierin volgen, we kunnen ook schuldeloos doorspelen.’


Hier nog een interview met de schrijfster.


17-09-18

Vanmorgen las ik in de krant dat dit boek is genomineerd voor het beste theologische boek van het afgelopen jaar. Dat is bijzonder omdat er nooit een roman wordt genomineerd.
Dat kan twee dingen betekenen: 1. Het is werkelijke een goed theologische boek of 2. Er waren geen anderen die ervoor in aanmerking kwamen en in arren moede is Gerritsen erop gezet.
Ik wacht het rustig af.
Morgen hebben we met een kleine groep een bespreking over dit boek. Misschien kunnen zij mij uitleggen waarom dit boek in de prijzen zou moeten vallen.



woensdag 26 februari 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 IIa Filosofie.


Voorafgaand aan het jaar 1300 had je de Scholastiek. God vinden door middel van de wetenschap. Daar kwam heel geleidelijk verandering in.
Aristoteles; hervonden door Averoës, werd gezien als autoriteit in de zoektocht naar het Ware, het Goede en het Schone: de goddelijke deugden.
De retorica ontwikkelde zich.
William van Ockham (1288 – 1347) was één van de laatste scholastici en Franciscaner monnik.
In de Universalieen strijd, die ik al eerder heb genoemd, was hij noch realist noch nominalist maar conceptualist.
Zijn filosofie:

Niets mag gepostuleerd worden zonder een reden, tenzij het zelf-evident is (gekend door zichzelf), gekend middels de ervaring, of bewezen door de autoriteit van de Heilige Schrift.
Hieruit komt zijn beroemde scheermes:
Men mag niet besluiten tot meer entiteiten zonder noodzaak.
Tegenwoordig uitgebreid naar allerlei velden.
Theorieën over het bestaan van universalia zijn zelf-contradictoir of in elk geval in strijd met wat we (zelf evident) weten.
God is de enige waarlijk noodzakelijke entiteit; al het andere van de schepping is radicaal contingent (toevallig).
Immateriële entiteiten als God en engelen bestaan.
Abstracties als ‘de mensheid’ of ‘witheid’ zijn geen universalia maar wel zinvolle concepten. Zinvol, want zij verwijzen naar alle individuele mensen als geheel resp. de verzameling van alle dingen die wit zijn; geen universalia want er zijn net zoveel soorten witheid als er witte dingen bestaan, net zo veel ‘soorten’ mens als er mensen zijn.


William was een Franciscaner monnik en tegen bezit. De paus was daarom volgens hem geen ‘Immitatio Christi’, dus een ketter. ‘Het pauselijk rijk is door God ingesteld voor het welzijn van zijn onderdanen, niet voor eigen eer of voordeel, en moet daarom niet een rijk van ‘heerschappij’ maar van ‘dienstbaarheid’ worden genoemd’. (uit: Over de macht van keizers en pausen, 1347)
Het zal hem niet in dank zijn afgenomen.
Dan waren er nog meningsverschillen of Adam en Eva bezittingen hadden in het paradijs . Volgens de paus wel. Natuurlijk om zijn straatje/boulevard schoon te vegen, (mijn idee) maar volgens Ockham, als Franciscaner hadden ze alleen het vruchtgebruik.

In ‘de Naam van de Roos’ van Umberto Eco wordt deze Ockham nog ergens aangehaald door William van Baskerville bij zijn onderzoek naar de moorden in het klooster van Melk in 1327. Ook vindt daar een discussie plaats tussen de Franciscaners en afgezanten van de paus over rijkdom en armoede.
Kort geleden was de serie te zien op Canvas.

De tweede filosoof was Nicolaus Cusanus. (1401 – 1461) een realist.
Hij schreef de ‘pace fidei’ in 1453. Het Woord van God in gesprek met wijze mannen vanuit de hele wereld en van verschillende godsdiensten.
Conclusie: de onderlinge verschillen hebben allen te maken met verschillen in gebruiken. Deep down gelooft eigenlijk iedereen in hetzelfde.
In zijn ogen gebood God dat alle wijze mannen hun eigen naties zouden leiden naar de aanbidding in die ene waarheid en daarna zouden samenkomen in Jeruzalem om een eeuwige vrede te vestigen.
Volgens Bor en Petersma in 'de Verbeelding van het Denken' brak Cusanus definitief met de Scholastiek.
Volgens G. van den Brink in 'Oriëntatie in de filosofie' is de reden van de populariteit van Cusanus te danken aan zijn nadruk om in het spreken over God bescheidener te zijn. (p 144) Russell, in zijn 'geschiedenis van de Westerse filosofie, noemt hem helemaal niet.
De derde filosoof: Rodolphus Agricola Phrisius, (1443 – 1485 ) Rudolf Huisman in normaal Nederlands. Want hij is geboren in Baflo, vlakbij Groningen.
Twee filosofen waar ik nog nooit van gehoord had. Maar ja, dat is het geval met de meeste mensen die op deze aardkloot woonden en wonen.
Phrisius was een grondlegger van het Humanisme en Erasmus bewonderde hem.
Hij schreef een boek over de argumentatieleer, retorica en stijl maar die wijken nogal af van wat wij nu als correcte argumentatieregels hanteren. Hij was bijvoorbeeld voorstander van 'ad hominems' en het bespelen van onderbuikgevoelens wanneer dat nodig was om te overtuigen. Nu kom je daar niet meer mee weg.
Deze man kon ik alleen terugvinden bij 'Bor en Petersma'. (onder Agricola)

We hebben de theologie kennelijk helemaal losgelaten en gaan de vrijzinnig, humanistische kant op met de keuze van de te behandelen filosofen.

De vierde was Giovanni Pico della Mirandola (1463 – 1494) ook een humanist.
Pico della Mirandola was een volgeling van Savonarola en een beschermeling van Lorenzo de Medici. Hoe dat kan samengaan begrijp ik nog even niet want Savonarola bewerkstelligde de (tijdelijke) ondergang van de Medicifamilie.
Pico della Mirandola heeft betekenis doordat hij een criticus van de astrologie was, een kenner van de Kabbala en een vertegenwoordiger van het humanisme.
Hij schreef in 1487 ‘ Rede over de menselijke waardigheid’ met als doel een universele waarheid aan het licht te brengen door de tegengestelde filosofische en theologische gezichtspunten met elkaar te verzoenen.
Een syncretische manier van denken. Hiervoor organiseerde hij een openbaar debat in Rome waar paus Innocentius II niet blij mee was en er prompt een eind aan maakte.

We lezen ook van elke filosoof stukjes om de sfeer te proeven en van Mirandola vond ik dit wel een mooie zin:
‘…want niet de bast maakt de plant, maar de botte en ongevoelige natuur; niet de dikke huid maakt de dieren maar de redeloze zinnelijke aard; niet het bolvormig lichaam maakt de hemel maar het juiste inzicht; niet de scheiding van het lichaam maakt de engel maar de wijsheid van geest.' (Uit ‘Rede over de menselijke waardigheid’)


Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.





donderdag 4 juli 2013

Het seniorenbrein

De ontwikkeling van onze hersenen na ons vijftigste.
Geschreven door André Aleman in 2012. Ik las de achtste druk van maart 2013. Op de cover staat ook zo’n mooie karakteristieke kop net als op ‘Stoner’.
André is hoogleraar neuropsychologie aan de RUG (Rijks Universiteit Groningen)
Omdat ik ook ruimschoots in de doelgroep val heb ik me hier maar eens in verdiept. Het is tenslotte het doel aller doelen om zo mooi, helder en gezond mogelijk ook nog eens zo oud mogelijk zien te worden.
Nee, ik denk niet dat dit de bedoeling van Aleman is maar al lezend kon ik me soms niet aan de indruk onttrekken.
Desalniettemin zet hij in het boek helder uiteen wat er nu eigenlijk gebeurt in de hersenen wanneer je ouder wordt.
Want waarom blijft de één lang fit en helder en heeft de ander al op z’n zestigste ernstige geheugenproblemen en krijgen weer anderen Alzheimer.
Allerlei in het boek onderbouwt hij met onderzoeken en lardeert hij met voorbeelden. Dat leest prettig.
Het belangrijkste is dat we langzamer gaan denken. Maar niet minder van kwaliteit zal ik maar zeggen.
Woordenschat en wereldkennis nemen juist toe bij het ouder worden Met onze levenservaring wordt onze manier van denken toch completer. We worden wijzer.
Nou ja, de meesten van ons.......
Onze hersenen kunnen niet ‘vol’ raken ook al neemt het volume af. We gaan de hersendelen meer gezamenlijk inzetten (p 78) en om ze zo goed mogelijk te laten functioneren zijn behalve de genen een aantal dingen van belang:

Dieet, bestaande uit weinig verzadigd vet, zout en suiker; over het algemeen gewoon weinig eten. Wel voldoende vocht.
Beweging, een paar keer per week moet de hartslag omhoog en moet er getranspireerd worden.
Nieuwe prikkels zoeken, boeken lezen
Uitdagingen aangaan
Liefde.

Dit rijtje is van Marian Diamond . Aleman neemt haar rijtje over maar in een andere volgorde: hij begint met liefde omdat wanneer je geen liefdevolle en/of sociale contacten hebt je toch eenzaam bent wat weer niet bevorderlijk is voor het welbevinden. Hij vult het rijtje verder aan met spiritualiteit/ religie/ mindfulness. Dit heeft een bewezen positieve invloed op de geestelijke gezondheid. Mee eens natuurlijk.

Aleman benadrukt ook nog eens dat we zijn wie we zijn door de wisselwerking met onze omgeving, wat we eten, waar we wonen en door welke relaties we hebben. Wij zijn niet louter ons brein. Yes....reactie op....
In de westerse wereld is de aandacht voor wijsheid helaas ondergesneeuwd door de aandacht voor jeugdigheid. (p 182) Dat is zeker jammer. Of we daar door de vergrijzing verandering in kunnen brengen weet ik niet want dan zou er meer gevraagd moeten worden naar de mening van die onzijdige en fossiliserende ouderen en ook nog eens geluisterd en luisteren is niet het sterkste punt van de Homo Sapiens.
Je kunt natuurlijk ook een blogje beginnen en ongevraagd je ideeën en mening de kosmos in slingeren....wie vangen wil die vange.

Wat ik echt heel prettig vond aan het boek is de puntsgewijze samenvatting aan het einde van elk hoofdstuk. Dat zouden schrijvers van populair wetenschappelijke schrijfsels vaker moeten doen. Dat is heel plezierig voor het seniorenbrein.


donderdag 28 juli 2022

Reuring in domineesland

Naar aanleiding van een lezing van dr. G.A. van den Brink– niet te verwarren met prof. dr. Gijsbert van den Brink – en allerlei discussies via Cvandaag* en het Refoforum wat gedachten hierover.

'Het Evangelie zonder kleine lettertjes'. 

Hier is nogal wat reuring ontstaan omdat deze ds. de knuppel in het hoenderhok gooit en verschillende, niet bij namen genoemde, collegae verwijt niet Bijbels te spreken. Dat is nogal wat.
Waarom volg ik dit nu weer in plaats van de boerenprotesten en stikstofdiscussies?
Het roept weer van alles op uit mijn jeugd in een (ja, ook boeren)dorp. 
Daar had je een hervormde kerk en een gereformeerde; een christelijke school en een openbare.
Dat was het. In beide kerken zaten veel verschillende typen gelovigen bij elkaar. Die zeer gereformeerde wereld fascineert me ook nog eens.
Laat ik het verder bij die hervormde kerk houden waar wij met ons grote gezin een complete bank vulden.
Wanneer ik het zo achteraf beoordeel was de sfeer meer gereformeerde gemeenteachtig . Wat meer richting zwarte kousenkerk voor de lezers die hier niet mee bekend zijn.
Zo niet bij ons thuis, gelukkig.
In de kerk zaten wel veel mensen in donkere kleding en aan het avondmaal gingen er ook niet veel totdat…….ds. J. van Sliedregt in 1967 in onze gemeente kwam en alles anders werd.
Mijn ouders kwamen tot bekering, mijn grootouders van moeders kant en velen anderen ook. Ik herinner me nog, als tien of elf jarige dat de ds. bij ons thuis kwam en mijn moeder zeer ontroerd was. (Ik herinner me dat ze ps 85: 3 berijmd citeerde. Die hebben we later ook op haar rouwkaart gezet.)
Sinds die tijd veranderde de sfeer thuis ook. Niet dat de regels overboord werden gezet want die bleven gewoon. Maar er werd soepeler mee omgegaan.
Naar de ver gelegen middelbare school mochten we op de fiets gewoon een lange broek aan, daar werd verder geen praat over gemaakt.

Terug naar de lezing. Van den Brink bedoelt met de kleine lettertjes dat er in de rechterflank teveel vanuit de ‘uitverkiezing’ wordt gesproken.
Er is ook nog een Youtube lezing, maar dit komt van Cvandaag.

“Te veel dominees schetsen dit beeld van het evangelie: God opent het boek van het evangelie, maar straks op de oordeelsdag slaat God met een klap het boek van het evangelie dicht en opent Hij het boek van de uitverkiezing. Dat noem ik nu een evangelie met kleine lettertjes. Het is te vergelijken met een dubieus contract: in die kleine lettertjes valt de beslissing. Je zou er bijna overheen lezen of erger nog: die kleine lettertjes zijn zo ontzettend klein dat alleen God ze kan lezen.”

Bij de uitverkiezing wordt geleerd dat God al van te voren heeft bepaald wie naar de hemel en wie naar de hel gaan.
Dat kan mensen verlammen. Waarom geloven wanneer alles al vastligt?

Alsof naar de hemel gaan het enige is wat er toe doet.

Ik herinner me ook gesprekken van mijn ouders met een bevriend echtpaar uit de Gereformeerde Gemeente. Ze bleven het oneens met elkaar. De GerGem vrienden konden die ‘uitverkiezing’ niet loslaten, het bleef hun leven bepalen. Terwijl dat iets is van Godzelf waar we geen fluit mee te maken hebben. Gewoon geloven zoals ook van den Brink oproept te doen konden ze niet want dan moest er toch eerst wat gebeuren met een mens.

Dat thema vaan die uitverkiezing is ook naar mijn idee teveel een eigen leven gaan leiden zoals ook van den Brink betoogd en er wordt teveel aandacht aan geschonken.
Wanneer je teksten daarbij zoekt waarop deze uitverkiezingsleer is gefabriceerd kom je erachter dat dat uitverkiezen toch wel erg vaak te maken heeft met een bepaald doel in een mensenleven op deze aarde en gaat het niet over de eindbestemming hemel of hel. (waar ik niet in geloof)

Een in zijn wiek geschoten dominee op Cvandaag noemt bijvoorbeeld Joh 15:16
Niet u hebt Mij uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren,
en Ik heb u ertoe bestemd dat u zou heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht zou blijven, opdat wat u ook maar van de Vader vraagt in Mijn Naam, Hij u dat geeft.

Helaas citeert hij alleen het eerste stukje. Wanneer je het in de context leest wordt aan de discipelen benadrukt dat zij door Jezus zijn uitgekozen - niet andersom -  om te gaan evangeliseren. Niets over een bestemming van hemel of hel.
Zo zijn de meeste teksten die hierover in de Bijbel staan.
Een andere dominee brengt het niet verder dan een reeks ad hominem. (op de persoon, niet op de bal)
Het Sola Scriptura van de Reformatie zakt steeds dieper het stof in. De plaats van het Sola Traditio wordt steeds prominenter.
Zeker een gevaarlijke ontwikkeling.


* ik weet niet of de linken naar Cvandaag het doen; zelf heb ik een abonnement.


29-07 om 12.00 uur: van den Brink heeft wel een snaar geraakt: in vier dagen tijd zijn er op het Refoforum 28 pagina's vol geschreven. Pffft.


15-09
de 'discussie' gaat nog even door. Er is een briefwisseling verschenen op Cvandaag tussen ds. Kort en ds van den Brink. Daar word je niet blij van hoewel van den Brink bewonderenswaardig netjes blijft.
Ik weet niet waar de opleiding van dominees uit de Oud Gereformeerde Gemeenten uit bestaat maar debateer technieken maken daar duidelijk geen deel van uit. 




 

woensdag 4 september 2019

Hart der Duisternis



Een klassieker, geschreven door Joseph Conrad (1857 – 1924) in 1902 en ik las de in 1994, door Bas Heijne vertaalde uitvoering. Oorspronkelijke titel 'Heart of Darkness'.

Een boek dat vele ander schrijvers heeft geïnspireerd. Wat is het geheim?
Achteraf denk ik dat de sfeer heel bepalend is. Broeierig en onheilspellend met veel psychologie.
Ene Marlow, een zeeman, vertelt een verhaal (raamvertelling) aan zijn collegae terwijl hun schip voor anker is gegaan aan de monding van de Theems om het tij af te wachten.
Voor deze Marlow ‘lag de betekenis van een voorval niet binnenin als een pit, maar daarbuiten, als iets om het verhaal heen, dat slechts door het verhaal aan het licht werd gebracht zoals een gloed een nevel aan het licht brengt…’.



Aanleiding is de stad Londen in de verte, wat eens onontgonnen gebied was en door de Romeinen – verplicht- werd bezocht. Ze waren geen kolonisten maar veroveraars en pakten gewoon alles wat er te pakken te krijgen was en moorden uit wat er voor de voeten kwam.
Wat ligt/lag daaraan ten grondslag? Slechts een idee.
Het lastige aan dit boek was, dat de film in mijn hoofd verschillende keren vastliep.
Maar goed: het verhaal.

Volgens velen op het wereldwijdeweb speelt het zich af in Belgisch Congo maar ik heb over de precieze plek niets expliciets kunnen vinden. Daarvoor moet je de hints kunnen plaatsen. Ze varen via handelsposten in Gran Basan (Ivoorkust) en Petit Popo (Togo).
‘het midden van een kaart, slangachtige rivier’. Dat zou dan de rivier de Kongo kunnen zijn. Deze rivier en dit uitgestrekte gebied hadden altijd al een magische aantrekkingskracht gehad op Marlow. (Het donkere hart van Afrika)
Daarom zoekt hij een baan als kapitein op een boot van een handelsmaatschappij die daar heen en weer vaart om ivoor op te halen.
Na de reis over zee en in het binnenland van handelspost naar handelspost belandt hij op de laatste post waar zijn schip zou moeten liggen. Op de handelspost valt voor het eerst de naam ‘Kurtz’. Die naam intrigeert Marlow.
Kurtz, een man waar iedereen een hoge pet van op heeft vanwege o.a. zijn welsprekendheid en die vanuit de verst afgelegen handelspost het meeste ivoor weet aan te leveren.
Helaas is Marlows schip gezonken en zit hij weer drie maanden vast bij de post om zijn schip op te vissen en te herstellen.
Maar op een dag is het zover, dan komen ze, Marlow, een administrateur, een paar pelgrims (?) en een ‘zwarte’ bemanning aan bij de post van Kurtz.
‘De aarde zag er onaards uit. We zijn vertrouwd met de aanblik van de geketende gestalte van het geknechte monster, maar daar – daar kon je dingen zien die monsterlijk én vrij waren. Het was onaards en de mensen waren….Nee ze waren niet onmenselijk. Tja, weten jullie, dat was het ergste – dat vermoeden dat ze niet onmenselijk waren. Het drong maar langzaam tot je door. Ze krijsten en sprongen en draaiden wild in het rond en trokken afschuwelijke gezichten, maar wat je deed huiveren was enkel en alleen de gedachte aan hun menselijkheid – als die van jezelf – de gedachte aan je verre verwantschap met dit woeste en uitgelaten rumoer.’

Kurtz blijkt ziek te zijn en knettergek, het leven in de rimboe heeft zijn sporen achtergelaten. Ze moeten hem meenemen want ‘hij heeft de Maatschappij meer kwaad dan goed gedaan… het district is een tijdje niet voor ons toegankelijk.’
Maar Kurtz heeft wel de macht over de bevolking van het dorp. Dus het wordt nog een lastige klus om hem mee te nemen.
Onderweg sterft hij. Zijn laatste woorden zijn: ‘Afgrijselijk, zo afgrijselijk.’

Het boek is een aanklacht tegen het kolonialisme, wat niet beter blijkt te zijn dan het veroverende Romeinse imperium. Het is een aanklacht tegen het (zwarte) mensonterende winstbejag. Je moet het ook lezen in de context van die tijd. En een aanklacht tegen het verliezen van decorum wanneer een mens de macht krijgt/ neemt over anderen.
‘Door eenvoudig wilsvertoon kunnen wij een praktisch onbeperkte macht ten goede uitoefenen.’
Ja, Ja.
Wie of wat is een mens als niemand kijkt? Dan blijkt hij een donker hart te hebben ‘…want daarginds was er niets dat je van buitenaf in bedwang hield’.
‘Wat is het leven toch een eigenaardige zaak – dat mysterieuze bouwwerk van genadeloze logica voor een armzalig doel. Het beste waar je op kunt hopen is dat het je iets over jezelf leert – wat te laat gebeurt – een oogst van onuitwisbare spijtgevoelens.'
Dan is het afgrijselijk, ja.
Ach, ik kan nog wel een pagina vullen met mooie zinnen.

Volgens de Wiki pagina is dit boek ook een metafoor naar de innerlijke mens. Dat vond ik heel lastig te duiden. Ik heb nog zitten piekeren over die administrateur (calculator?) en een pelgrim in een roze pyjama....maar ik weet daarover niks zinnigs te zeggen.

Uit een oude Volkskrant:

Heart of Darkness is gebaseerd op de persoonlijke ervaringen van Conrad, die in 1857 in Polen werd geboren als Teodor Józef Konrad Nalecz Korzeniowski. Op zijn zeventiende reisde hij af naar Marseille om daar een loopbaan als zeeman te beginnen. In 1890, toen hij inmiddels de Britse nationaliteit had aangenomen en zijn naam had verengelst, kreeg hij een aanstelling op een stomer, waarmee hij van Kinshasa naar Stanley Falls in het diepe binnenland van Congo voer, om daar een zieke handelsagent op te halen, die overigens op de terugweg stierf.

Dit boek heeft aan de basis gefungeert van de film 'Apocalyse Now' van Francis Ford Coppola die heb ik echter nog nooit in zijn geheel gezien.




woensdag 20 juli 2016

Aantekeningen uit het dodenhuis


In 2015 is een heruitgave verschenen van de ‘Aantekeningen uit het dodenhuis’ van Fjodor Michailovitsj Dostojevski 1821 - 1881 wat hij schreef in 1862.
In 1968 is het voor het eerst uitgegeven in Nederland.
Ik las een digitale editie naar de vijfde druk met een uitgebreid voorwoord van Jan Brokken.
Dit boek vestigde Dostojevski's naam als schrijver. Hij was zelf politiek dwangarbeider in zo’n kamp van 1849 -1853. In dit boek beschrijft hij zijn ervaringen aan de hand van de hoofdrolspeler Aleksandr Petrovitjs, een adellijke intellectueel die in een werkkamp in Siberië belandt omdat hij iets vaags op zijn kerfstok heeft.

Volgens kenners zitten in die vier jaar opsluiting van Dostojewski de kiemen van zijn hele oeuvre, in het bijzonder van 'Misdaad en straf' en ‘de gebroeders Karamazov’ die ik ook allebei heb gelezen. In ‘de Idioot’ ben ik wel eens begonnen maar helaas. ‘De gokker’ heb ik ook ooit eens gelezen maar daar weet ik weinig meer van.
Wanneer je weet dat sommige personages uit zijn latere boeken hierin al in de kiem aanwezig zijn is het wel grappig om daarnaar te zoeken.
In de medegevangene Alej zie ik bijvoorbeeld Aljosja uit ‘de gebroeders Karamazov’.

Het was mijn bedoeling ons hele kamp en alles wat ik in die jaren heb doorgemaakt, samen te vatten in één breed opgezet, overzichtelijk beeld. Ik weet niet of ik dat doel bereikt heb. En het is ook niet aan mij om dat te beoordelen.’
Ergens aan het eind bij zijn vrijlating schrijft hij:
‘Zo kwam het dus dat ik bij onstentenis (het ontbreken) van boeken onwillekeurig was afgedaald in mijn eigen innerlijk, mezelf problemen voorlegde en die trachtte op te lossen, soms werkelijk martelende problemen…….maar dat zijn allemaal dingen die je niet zo gemakkelijk aan derden kunt duidelijk maken.’
Wel, duidelijk is dat hij in zijn andere boeken verschillende vraagstukken verder heeft uitgewerkt.
Dostojewski is een waarnemer. Hij heeft de mensen van het strafkamp bestudeerd en in dit boek mooi weten weer te geven. Aantekeningen uit een dodenhuis voor de levenden.
Gebrek aan psychologisch inzicht kan hem niet verweten worden. Dat is zijn kracht; het waarnemen en raak weten te typeren.
In een cursus kunstgeschiedenis leerde ik dat veel kunstenaars beroemd zijn geworden, niet omdat ze zo geweldig schilderde maar omdat ze vernieuwend bezig waren voor hun tijd. Zou dat met Dostojewski ook het geval zijn geweest? Dat zijn waarnemingen en doordachte hersenspinsels op deze manier nog nooit in woorden waren gevangen en dat het daardoor opeens veel herkenning gaf bij de lezers?
Ik zou het me zomaar kunnen voorstellen.

Ergens deelt hij deelt de mens in in groepen: de kinderlijken en eenvoudigen waren de grootste klets- en schaapskoppen. De overigen, de zwijgzamen kun je indelen in goeden en slechten, opgewekten en verzuurden.
Die verzuurden waren in de meerderheid en bemoeiden zich vooral met de anderen en weigerden zichzelf bloot te geven.
De goeden waren in de minderheid, hielden hun verwachtingen voor zich maar hadden hoop en geloof.
Dan was er nog een groepje ‘volslagen vertwijfelden’. Die konden zomaar ontploffen.
Maar: ‘de werkelijkheid streeft naar verbijzondering. Ook in ons kamp had iedereen een eigen, persoonlijk leven, hoe dan ook.’

Beschrijvingen van de jaarlijkse (!) badbeurt, het kerstfeest en een zelfgemaakt toneelstuk worden uitgebreid beschreven en zijn soms langdradig.
Er zijn verhalen over het ziekenhuis, over de dieren in het kamp, over vriendschap en vluchtpogingen.
Wat mij ook opviel was het communisme avant la lettre in deze kampen die naar onze maatstaven nog enigszins open waren. Alles was voor iedereen of je wilde of niet. Alle type misdadigers zaten door elkaar; een moordenaar van zes mensen tussen de politieke gevangenen. Lag iemand dwars dan kreeg ie zweepslagen.
Hij onderstreept – uit ervaring - het belang van het beschikken over eigen geld, van verantwoordelijkheid, van respect en van bezigheden. Hij benoemt het gevaar van ‘dienstkloppers’ die naar de letter van de wet leven, ‘met voorbijzien van de geest ervan’.
Ik heb weer veel markeringen.
Een bloemlezing:

Daarom voerden roddel, intriges, ouwewijvenpraat, bekvechterij en kwaadaardigheid altijd de boventoon in dit infernale bestaan. Geen vrouw kon het in achterklap tegen sommige van deze ruige gasten opnemen.

Het systeem van tuchthuis en dwangarbeid corrigeert vanzelfsprekend geen enkele misdadiger; het straft hem slechts en beveiligt de samenleving tegen verder aanslagen van de boosdoener op haar rust. Tuchthuis en dwangarbeid doen niets anders dan haat, dorst naar verboden genietingen en een ontstellende lichtzinnigheid in de misdadiger ontwikkelen.

De gedachte is wel eens bij mij opgekomen dat als men de mens totaal zou willen vermorzelen, vernielen en op de gruwelijkste wijze straffen, zodat zelfs de meest afschuwelijke moordenaar al bij voorbaat voor zo’n straf zou terugdeinzen, men niet anders hoefde te doen dan het werk het karakter van volledige, absolute nutteloosheid en zinloosheid te geven.

Later leerde ik inzien dat er behalve vrijheidsberoving en gedwongen arbeid in het tuchthuisbestaan nog een andere kwelling bestaat, die wellicht alle andere in hevigheid overtreft en wel: het gedwongen samenleven.

In welk milieu of welke omstandigheden ook, altijd en overal kent ons volk van die vreemde persoonlijkheden die de vreedzaamheid zelve zijn en soms verre van lui, maar wier lot het is altijd paupers te blijven. En zij zullen er ook altijd zijn. Het zijn altijd eenzamen, slonzen, ze kijken onveranderlijk een beetje schuw en terneergeslagen uit de ogen, ze worden altijd van het kastje naar de muur gestuurd en als manusje-van-alles misbruikt, vooral door nietsnutten en nouveaux riches en parvenu’s. Iedere verantwoordelijkheid, ieder initiatief betekent voor hen misère en pressie. Zij lijken wel geboren met de ingebouwde voorwaarde zelf nooit iets op touw te zetten, niet op eigen wilskracht te leven, maar om altijd knechtje voor een ander te spelen en naar andermans pijpen te dansen; hun bestemming is het om andermans bevelen uit te voeren.

De mens is een schepsel dat aan alles went, en dat is geloof ik wel de beste definitie die van hem gegeven kan worden.

vrijdag 11 mei 2012

Jezus Sirach 6:
14 Een trouwe vriend is een veilige schuilplaats, wie er een gevonden heeft, heeft een schat gevonden.
15 Een trouwe vriend is onbetaalbaar, tegen zijn waarde weegt niets op.
16 Een trouwe vriend is een krachtig medicijn, wie ontzag heeft voor de Heer vindt zo’n vriend.
17 Wie ontzag heeft voor de Heer zoekt de juiste vrienden uit; zoals hijzelf is, zo zijn zijn vrienden.

Het Goede Doel:
Een keer trek je de conclusie
Vriendschap is een illusie
Vriendschap is een droom
Een pakketje schroot, met een dun laagje chroom

woensdag 11 december 2019

Maanlander


In een berichtje op nu.nl las ik vorige week dat India een maanlander had gestuurd, naar de maan. Selbstverständlich, anders heet het geen maanlander.
Maar deze is gecrasht bij de landingspoging. De Vikram.
Jammer.

Het geweldige team van de NASA kon in eerste instantie de brokstukken niet terugvinden maar met medewerking van slimme amateurs is dat uiteindelijk wel gelukt. De brokstukken konden worden gelokaliseerd.
Wat geweldig allemaal! Wat een technisch vernuft!
En nu?

Welk doel had dit vinden van de brokstukken? Alleen maar het etaleren van kennis en technische mogelijkheden? Het weten?
Of wordt er nu een andere maanlander of iets dergelijks uitgerust om de troep te gaan opruimen?
Wat staat en ligt er eigenlijk inmiddels al allemaal op die maan?

Toen ik daarnaar op zoek ging.......mag ik even kotsen.
Hier een serieuze opsomming en hier een populaire.

En dan worden al deze mannen als helden gezien?
Hoe is het mogelijk. Het zijn de grootste schoften, inclusief allen die erachter staan.
Hebben we de aarde al aardig vernaggeld, met zichtbaar en onzichtbaar vuil zoals het hormoongif, wat deze week in de krant stond; zijn we nota bene ook al met de maan bezig!

In de Netflixserie ‘the Crown’ is prins Philip ook al teleurgesteld in de astronauten die hij uitnodigde op Buckingham Palace.
Geen filosofische bespiegelingen of emotionele reacties over suizen door de ruimte of het landen op de maan en wat dat met de mens doet.
Niets van dat al. Alleen dom gegrijns en trots over het technische hoogstandje. Nu zal dat wel filmisch overdreven zijn maar toch....
“That's one small step for [a] man, one giant leap for mankind” Ja, ja....

Ach Greta Thunberg, ik heb respect voor je moed, maar het is dweilen met de kraan open. Van Madrid verwacht ik niet veel.
Ik heb lang gedacht dat de mensen in staat zijn om zelf oplossingen te bedenken voor allerlei problemen op deze aardkloot. Ze kúnnen het misschien ook wel maar ze wíllen niet. De machtswellust en geldgierigheid vieren teveel hoogtij.
Nu heb ik het opgegeven dat het met de mensheid goed komt.
Er is ingrijpen van Hogerhand nodig.












16-12-2019
De klimaattop in Madrid is mislukt, of wel gelukt. Voor elke visie zijn wel overtuigende argumenten te vinden. In ieder geval is er van alles doorgeschoven naar de volgende top in Glasgow in 2020.
Ooit dacht ik dat we met het klimaat een gemeenschappelijke vijand konden creëren zodat we niet meer tégen elkaar zouden vechten maar gezamenlijk ergens onze schouders onder konden zetten.
Ik zie het nog niet echt gebeuren.


28-01-2020
Blijft wel een interessante kwestie wie nu eigenlijk die bovenstaande foto op de maan heeft genomen.....


maandag 24 maart 2014

Predikster AD 2014 I

Woorden van een dochter van doorsnee ouders uit een klein dorpje in de Krimpenerwaard.

Het leven lijkt zinloos, alles is gevat in een eeuwige ‘circle of life’, zo lijkt het.
Wat bereikt een mens met al dat zwoegen en zweten op aarde dan slechts wat zelfbevrediging?
Wat is het nut daarvan? Bezigheidstherapie?
Wat betreft het menselijke gevoelsleven verschilt dat in niets van degenen uit lang vervlogen tijden.
Er zijn wel nieuwe ontdekkingen die er eerder niet waren en die een gevolg zijn van de menselijke ontwikkeling of evolutie. Zo bezien zijn er wel degelijke nieuwe, vooral technische ontwikkelingen onder de zon. Maar wat betreft het menselijke IQ of EQ is er niets nieuws. Vroeger waren er slimme en/of wijze mensen en die zijn er nog. In alle mogelijke variaties en gradaties.

Ik ben een dochter uit een groot gezin van doorsnee ouders en ik probeer ook alles onder de zon te doorgronden om te weten te komen wat de zin van alles is. Dat is voor mij een plezierige bezigheid, een soort hobby. Ik hoop er wijzer van te worden, want dat is mijn ultieme doel. Maar wanneer je niet gelooft in een 'after-life' is dat in de kern ook doelloos en zinloos. Maar toch heb ik altijd de hoop op een nieuw inzicht waardoor er weer wat meer puzzelstukjes op zijn plaats vallen.
Ik zie al die mensen, gevangen in de 'rat-race' om het bestaan en ach, het is het najagen van wind. Ieder doet zijn of haar best en wat verandert er nu werkelijk? De wereld blijft, zolang God het wil om haar as draaien. Als christen weet ik dat God de schepping heeft veroordeeld tot een zinloos bestaan. (Rom. 8: 20: wat uitleg betreft verschillen de vertalingen)

Ik probeer ook het verschil te ontdekken tussen intelligentie (IQ) en wijsheid(EQ) en ik ben er nog niet van overtuigd dat ook dát het najagen van wind is want op deze manier hoop ik de mensen om mij heen beter te begrijpen en kan ik meer voor hen betekenen.
In meer kennis zit meer ook verdriet of ergernis. Want je ziet het gestuntel van mensen en je kunt hun fouten bijna voorspellen. Toch moet ik daarover mijn mond houden, omdat ze het niet van me accepteren wanneer ik er iets van zeg.
Zo kom ik tot de conclusie dat iedereen het recht heeft om zijn/haar eigen levenspad te lopen inclusief alle fouten die gemaakt worden: om ervan te leren.

woensdag 8 februari 2017

Opstanding


geschreven door Lev Tolstoj (1828 – 1910) in 1899. Een epische roman. De titel verwijst naar de (morele) veranderingen die een mens kan doorlopen in de hoofdpersonen, Prins Dimitri Iwanowitsj Nechljoedow en iets minder nadrukkelijk in Katoesjka Maslowa. (Heerlijk die namen; om je tong over te breken)

Dit boek is ook uitgegeven in de serie ‘christelijke klassieken’ die in 2014 zijn uitgegeven. Die uitgave heb ik niet gelezen. Mijn uitgave is afkomstig uit een oude tweedehands omnibus, uitgegeven in Brussel in een onbekend jaar.

Vanwege zijn hoge afkomst behoort Nechljoedow tot de Russische adel. Met een scherp oog doorziet hij de cultuur van die tijd.
De aanleiding van deze geschiedenis is dat hij als jurylid moet oordelen over een prostituee. Hij herkent haar van vroeger.
Ik verdenk Tolstoj van autobiografische elementen. Ook Tolstoj stamde uit oude adel en maakte een bekering/omkering in zijn leven mee. Mogelijk werd hij ook nog beïnvloed door het boek van Dostojewski: 'Misdaad en straf’ uit 1866 waarin Sonja Raskolnikow volgt naar Siberië. Ach, eigenlijk staan al die boeken vol met verrijzenissen.
Nechljoedow is een communist ‘avant la lettre’. Hij verdeelt zijn vaders erfenis onder de boeren en ook de erfenis van moederskant verpacht hij aan de boeren op een ‘kolchoze’ manier want officiële Kolchozen zagen het levenslicht pas onder Stalin in 1928.
En dat allemaal omdat Nechljoedow een boek van de Amerikaanse econoom, Henry George gelezen heeft en daardoor geïnspireerd is geraakt.

Terug naar Katoesjka, de prostituee. Hoe is zij zover gekomen want zij is keurig netjes opgevoed door tantes van Nechljoedow. Tijdens het proces, waar hij met zijn hoofd helemaal niet bij is overdenkt hij al het gebeurde.
Het gevolg is dat de jury een verkeerd oordeel velt en Katoesjka wordt veroordeeld tot dwangarbeid in Siberië.
Dan zet Nechljoedow alles in het werk om zijn fouten te gaan herstellen. Hij neemt de verantwoordelijkheid, die hij jaren geleden al had moeten nemen, op zich en neemt zich voor om met haar te trouwen. Hij vertelt dat aan zijn familie en vrienden die hem natuurlijk voor gek verklaren.
Hij vertelt het ook aan Katoesjka maar zij wil er niets van weten en ziet het slechts als een opoffering van zijn kant.
Een hoger beroep wordt verworpen maar wanneer zij beiden al op weg zijn naar Siberië, Katoesjka als gevangene en hij als medereiziger, weet hij gratie voor haar te verkrijgen.
Maar dan krijgt de geschiedenis een wending. Katoesjka is verliefd geworden op een medegevangene, Simonson, en heeft besloten om daarmee te trouwen en ontslaat daardoor Nechljoedow van zijn ‘verplichtingen’.

Filosofische bespiegelingen zitten er genoeg in dit boek. Eén voorbeeld want het zijn van die lange zinnen:
‘Men meent vaak dat een dief, een verrader, een moordenaar, een prostituee zich over hun bedrijf schamen, of het toch tenminste voor slecht houden. Het tegendeel is waar. Mensen die door het noodlot en hun eigen dwalingen in een bepaalde toestand komen, al is die nog zo ver verwijderd van recht en moraliteit, trachten zich steeds een levensopvatting te scheppen, waarin hun positie wettig en achtenswaardig schijnt. En om die levensopvatting voor zichzelf te rechtvaardigen, zoeken zij steun bij anderen, die zich in diezelfde omstandigheden bevinden en dezelfde opvattingen van het leven in het algemeen en van hun eigen plaats in dat leven in het bijzonder hebben.’

Naar mijn gevoel een beetje abrupt krijgt Nechljoedow (net als Raskolnikow van Dostojewski)een Nieuw Testament in handen van een Engelse journalist en al lezende ziet hij plotseling het licht via het verhaal van de wijngaardeniers uit Matth. 21: 33 en ik begrijp dat.

“Hetzelfde doen wij ook”, dacht Nechljoedow, “we leven in de overtuiging dat wijzelf de meesters zijn van ons leven, en dat het ons slechts ter wille van ons genot is geschonken. Dit is een dwaling, klaarblijkelijk een dwaling Want de mens is niet uit vrije wil op de wereld gekomen; iemand moet hem toch gezonden hebben en wel met een of ander doel. Maar wij, wij hebben nu eenmaal beslist, dat we dit zouden vergeten en dat we uitsluitend voor ons eigen genoegen zouden leven. En nu zijn we verwonderd dat we lijden en ons ongelukkig voelen, alsof dat dat niet het onvermijdelijke gevolg is van het feit, dat we ons in de toestand bevinden van de werklieden, die de wil van hun meester niet willen volbrengen. En de wil van onze meester werd in die geboden uitgedrukt, welker navolging ons het hoogste geluk op aarde zal brengen.
Zoekt het Rijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al het overige zal u worden geschonken. Wij echter zoeken al het overige, en zijn verwonderd als we het niet vinden!
Ja, dat is mijn leven tot dusverre geweest. Maar een nieuw leven gaat beginnen, een nieuwe taak wacht mij.
En inderdaad begon die nacht voor Nechljoedow een geheel nieuw leven. Niet alleen nieuw, omdat hij voortaan nooit meer aan zichzelf dacht en slechts voor anderen trachtte te leven, maar vooral omdat alles wat met hem sedert die nacht geschiedde, omdat alles wat hij zag en alles wat hij deed, voortaan in zijn ogen een geheel andere betekenis kreeg dan in het verleden.

De cursivering is van mij omdat ik denk dat daar het geheim zit van een werkelijke opstanding.


donderdag 1 september 2016

Het kleine meisje van meneer Linh


Geschreven door Philippe Claudel in 2005. Ik las al meerder boeken van hem. Te vinden via de zoekmachine.
Een ontroerend boek(je) over ontheemd voelen, liefde, vriendschap en zorg.

Zoals in meer boeken van Claudel wordt er niet precies beschreven waar het verhaal zich afspeelt. Meneer Linh ontvlucht het regiem van zijn oosterse land met zijn kleindochter, Sang diû.
Zoon en dochter zijn omgekomen; zijn vrouw is hij al langer kwijt.
Maar hij heeft zijn kleine meisje nog en meneer Linh heeft er alles voor over om haar een goede opvoeding, warmte en liefde te geven. Zo heeft hij toch een toekomst.
Hij belandt in een asielzoekerscentrum, sluit een hechte vriendschap met de westerse dikke meneer Bark ondanks de taalbarrière. Meneer Linh noemt Bark 'Goedendag' en Bark verbastert de naam van de kleine meid tot Sans Dieu en meneer Linh tot ‘Tao Laï' en........nee, ik ga er niet teveel over zeggen; het is een ontroerend juweeltje.

Tao heeft te maken met de oorsprong en doel van alle dingen, daarom staat er denk ik voorin 'aan alle meneer Linhs van deze wereld. En aan hun kleine meisjes.'
Sans Dieu? Nee, soms gebeuren er wonderen.

vrijdag 25 november 2016

Spreken over boven


Ik las in de krant (Trouw 24-11) dat er een biografie is verschenen (‘Spreken over boven’) over Harry Kuitert, de man die Nederland, niet van de religie maar van het geloof af hielp.
Ja, dat is kort door de bocht.
Toch...... hij heeft grote invloed gehad op kerkelijk Nederland. Zelf heb ik ook een paar boeken van hem gelezen (‘het algemeen betwijfeld christelijk geloof’ en ‘Zeker weten’ )en herkende er ook veel in, net als alle Kuiterianen. Hij durfde vragen te stellen bij de tradities en dingen te benoemen. Hij prikkelde denkprocessen. Er staan echt veel potloodstrepen in zijn boeken.
Waarom kan ik toch niet met hem meegaan?

Voor mezelf heb ik het ‘probleem’ proberen te formuleren. Omdat ik veel op fora heb gelezen en meegedaan werd het mij langzamerhand duidelijker.
De idee - ik ben weer met filosofie bezig en dan spreek je over ‘de’ idee *gniffel* - van veel mensen onder invloed van Kuitert is dat al het spreken hier beneden over boven ook van beneden komt.
Religie is dan een gevalletje ‘Bottom up’.
Mijn geloof echter komt ‘Top down’. Van buiten/boven af. Niet uit mezelf.
Religie is de ‘vormendienst’ en kun je gemakkelijk alleen met je verstand af.
Geloven is iets wat je hele hebben en houden is gaan doortrekken. Je 'ademt het zelfs uit'. Gelovigen herkennen dat ook in elkaar. Het verhoudt zich behalve met het verstand ook op hartsniveau met elkaar. Dat kun je niet uit jezelf bewerkstelligen.

Op fora heb ik gemerkt dat daar een enorme kloof tussen gaapt en je eigenlijk niet goed met elkaar kunt spreken. De uitgangspunten zijn totaal verschillend.
Om het nog krasser uit te drukken: waarom noemen religieuzen die ‘Bottom up’ denken zichzelf niet gewoon atheïsten? Want dat zijn ze ten diepste, ondanks het – in mijn ogen - gezwijmel van: ‘religie geeft mij houvast’ en ‘maakt een beter mens van mij’.
Wanneer iemand alleen nog vanwege sociale contacten in de kerk komt ben je atheïst. Dan mag je natuurlijk best in de kerk blijven komen hoor maar je kunt misschien beter naar bingo- of bridgeavonden gaan.

Stel dat Kuitert gelijk heeft met zijn bekende stelling: waarom zou ik mijn ziel en zaligheid verkopen aan iets wat slechts uit de krochten van de menselijke geest opstijgt?
Voor mij heeft dat geen enkele meerwaarde.
Zo eigenwijs ben ik wel.


13.42 uur
Nadat ik dit schreef las ik ook een artikel in het RD. Een interview met Kuitert. Daarin zegt hij:
Als je de eerste steen losmaakt, zakt het gebouw in elkaar [..] als je niet in de schepping gelooft, is ook de trits schepping-zondeval-verlossing niets meer waard.”

Dergelijke ongenuanceerde flauwekul verwacht ik niet van een theoloog.
Dat aan de schepping een oorzaak vooraf gaat lijkt mij duidelijk. Dat er ergens in de ontwikkeling iets verkeerd is gegaan en dat het (morele) kwaad door een mens een plaats heeft gekregen lijkt mij net zo duidelijk.
Dat de Oorzaak, de Bewogen Beweger door middel van Verlossing dat wil gaan gebruiken voor een hoger doel is een geloofszaak.







zondag 31 maart 2019

House of Cards


Ik heb me gewaagd aan een Netflix serie. House of Cards.
Een hele lange. Zes seizoenen die ik in een paar weken heb gekeken.

Hoofdrollen voor Kevin Spacy als Francis Underwood totdat hij er vanwege een ‘me too affaire’ uitgeknikkerd werd. Hij is in deze serie een politicus en mikt op het presidentschap van de VS.
Robin Wright is Claire Underwood, zijn vrouw. Ook een ambitieuze dame met irritant weinig mimiek in haar gezicht, net als de huidige presidentsvrouw.
Maar soms is dat wel handig; ik ga het ook wat vaker proberen.

In het begin vond ik het echtpaar Underwood wel sympathiek. Ze deden bijna alles voor elkaar, zij het dat zij iets meer deed voor hem dan hij voor haar, maar waren loyaal ten opzichte van elkaar.
Gewoon een goede relatie met hier en daar wat foute ontsporingen.
Rookten gezellig met elkaar een jointje en wáren er voor elkaar, ondanks de drukke banen. Wat natuurlijk in een film gemakkelijker is dan in real life.
Tegenover anderen waren ze duidelijk zakelijker en koelbloediger ingesteld.
Dat veranderde in de loop van de serie totdat ik hen gewoon een akelig stel mensen ging vinden.
Keihard, ook naar elkaar en ze gingen over lijken richting het presidentschap van de VS en het behouden van die plaats.
Enige overeenkomsten met de huidige president werden wel duidelijk.

Het is niet echt een héél spannende serie, maar wat wel duidelijk naar voren komt is het gekonkel in de wandelgangen van het regeringsapparaat. Help jij mij om een wet er door te jassen dan help ik
jou om jouw ideeën vorm te geven. En wie erg lastig is krijgt opeens een ongeluk ofzo.
Maar toch altijd weer oppassen om - wat mijnheer Cathy ‘wisselgeld’ noemt - achter te laten want het kan tégen je gebruikt worden.
Alles kan tegen je gebruikt worden trouwens en wanneer er niets is dan wordt er zo nodig wel iets gecreëerd en/of uitgelokt.
Altijd berekenend bezig zijn. Het is niet voor niets, denk ik, dat er regelmatig een schaakspel in beeld komt vanuit de presidentiele slaapsuite. Vooruit denken wat de mogelijkheden van je tegenstander zijn en die zo veel mogelijk op voorhand tackelen.
“The road to power is paved with hypocrisy, and casualties.”
En dat niet alleen in de wandelgangen van het Capitool maar ook in de internationale betrekkingen. Aan Petrov, de Russische president, hebben ze wel een hele kluif. *grinnik* Hij is minstens zo hard en doet helemaal niet zijn best om dat te verbergen zoals de Underwoods.
Dan is er nog het kat en muisspel met de pers.
Doug Stamper is een akelige stafchef, vind ik. Hij is ziekelijk toegewijd aan Francis Underwood en regelt met zijn pokerface allerlei stinkende zaakjes voor hem.
Pas in het laatste seizoen worden alle losse eindjes afgewerkt. Van zogenaamde zelfmoorden tot in scene gezette overlijdens om aan de Underwoods te ontkomen. Dat moest ook wel want Spacy moest eruit. Het is dan ook niet het beste seizoen. Te rommelig.

Wat wel grappig is: Francis Underwood richt zich zo af en toe tot de kijkers en maakt hen deelgenoot van zijn gedachten. “Democracy is so overrated.”
Claire doet dat pas in het laatste seizoen, wanneer zij het tot president geschopt heeft en de strijdt aanbindt met de boze, blanke oligarchen.
Want Francis was alleen maar het middel tot haar doel.
Ze loopt ook altijd op zeer hoge hakken rond en stapt voorbeeldig netjes uit bed.
Wat ik raar vond is het gedoe van de zwangerschap. Totaal ongeloofwaardig.
Actualiteit zit er ook in met betrekking tot de strijd in Syrië. Plus het gebruik of misbruik van een terroristische organisatie ten gunste van de stemmingsuitslag van verkiezingen.
Nog iets: twee keer -geloof ik - komt het boek van Dickens in beeld: ‘A Tale of Two Cities’. In combinatie met Doug Stamper.
Ik heb het boek nooit zelf gelezen maar volgens de wiki pagina gaat het in het boek over de cyclus van verval en herrijzenis. Nou dat is wel van toepassing op Stamper. Helaas moet hij het tenslotte ook afleggen.

Vervolgens vraag ik me wel af of er nog eerlijke, integere en loyale mensen bestaan.


'Politics is no longer theatre, Politics is show business'




woensdag 2 januari 2013

Argumenten voor het bestaan van God

Op 19 december was er een debat in het Arminius denkcafé tussen Emanuel Rutten en Maarten Boudry. De vraag was: “Bestaat God?”. Het debat is hier terug te vinden.

Er werd Rutten gevraagd naar mogelijke bewijzen voor het bestaan van God. Bewijzen zijn er echter niet, er zijn argumenten te bedenken die het aannemelijk kunnen maken dat God bestaat. (zie ook de nieuwe Christelijke dogmatiek par 2.2) Ooit moest ik de godsbewijzen van Thomas van Aquino (1225 – 1274) uit mijn hoofd leren. Om het even voor mezelf weer op een rijtje te krijgen:
Het kosmologisch godsbewijs van Thomas van Aquino is gebaseerd op een a-posteriori bewijs. Dat wil zeggen dat de manier van denken uitgaat van de zintuiglijke waarneming. Daaruit blijkt dat Thomas meer door Aristoteles is beïnvloed omdat deze ook meer uitging van de waarneming dan van de theoretische mogelijkheden. Aan de andere kant ‘werkt’ Thomas ook met het bestaan van God en een bovennatuurlijke wereld zoals ook Plato deed, door de tekst van Exodus (3: 14) in zijn ‘wegen’ te gebruiken. Het kosmologische godsbewijs (de vijf wegen) van Thomas is als volgt:
1. Elk gevolg moet een oorzaak hebben; er is dan noodzakelijk een eerste oorzaak, die noemen we God.
2. Niets kan zichzelf maken, er moet een eerste maker zijn die niet gemaakt is. (kosmologisch godsbewijs)
3. Ontleend aan de tekst in Exodus : God is het hoogste ‘zijnde’ , al het andere is daarvan afgeleid.
4. Om te weten wat goed en kwaad is moet er een norm zijn. Deze hoogste norm is God.
5. Vanuit de orde en doelgerichtheid van de schepping, en de behoefte tot doelgerichtheid moet er iets zijn wat deze doelen oplegt. Dat noemen we God. (teleologische godsbewijs)

Thomas verwierp het ontologisch godsbewijs van Anselmus omdat deze God wel definieerde als essentie (dat wat het is) maar niet als existentie. (bestaan) Je kunt wel eindeloos filosoferen over de essentie maar dan is dat nog geen bewijs van existentie.
Het ontologisch godsbewijs van Anselmus (1033 – 1109) is gebaseerd op een a-priori bewijs. Dat wil zeggen dat de manier van denken is gebaseerd op theorie. Theoretisch ging Anselmus uit van een transcendente werkelijkheid en is daarmee in zijn denken meer Platoons dan Aristoteliaans.
Het ontologische godsbewijs van Anselmus is als volgt: bedenk het allergrootste en allervolmaaktste wat gedacht kan worden. Groter dan dit denkbare is God. God is iets waarboven niets groters gedacht kan worden. Het is beter te bestaan dan niet te bestaan. Een niet bestaande God is kleiner dan een bestaande dus bestaat God.

Emanuel Rutten onderscheidt de argumenten in Kosmologische, Teleologische en Ontologische argumenten. Kosmologisch: elk gevolg heeft een oorzaak. Als het universum begonnen is te ontstaan, (en daar zijn de wetenschappers het over eens: er was een singulariteit 13,7 miljard jaar geleden,) dan moet er een oorzaak zijn van het universum. Dat moet dan ook de oorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie. Deze oorzaak moet zelf buiten de tjid en de ruimte bestaan en dus een transcendente oorsprong hebben. (ook het Kalam argument is hierop gebaseerd wat door William Craig kort geleden weer onder de aandacht is gebracht.)
Teleologisch: er is een orde, er zijn vaste natuurwetten kenbaar. Er moet dan een ontwerper zijn die deze wetten heeft verankerd. (intentionaliteit/ doelgerichtheid?) Ontologisch: dit is een a-priori argument, het staat los van de ervaring maar ontspruit puur aan het logische denken. Rutten noemde het argument van Plantinga: Als God mogelijk bestaat dan moet er een mogelijke wereld zijn waarin God bestaat. In die mogelijke wereld moet Hij noodzakelijk bestaan. Dus bestaat Hij ook noodzakelijk in alle mogelijke werelden, en dus ook in onze wereld.
Het is zo prettig als iemand in simpele bewoordingen dat allemaal kan benoemen.
Alleen: naar mijn idee klopt de eerste premisse van Plantinga niet. (hoor mij nou!) ‘Als God mogelijk bestaat dan moet er een mogelijke wereld zijn waarin God bestaat.’ Volgens mij is dit een non sequitur: het ene volgt niet logischerwijs uit het andere. Waarom zou het mogeijke bestaan van God in een mogelijke wereld moeten bestaan? Eigenlijk zou ik Plantinga zelf moeten lezen maar mijn Engels is niet van dien aard dat ik ingewikkelde filosofische thema’s met allerlei wiskundige formules adequaat kan volgen.

Rutten’s eigen argument* is heel kort als volgt: Premisse 1: ‘Al het mogelijk ware is mogelijk kenbaar’ en Premisse 2: ‘het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat’ dan volgt daaruit de conclusie dat God bestaat. Aan ieder die nu gaat proberen objecties te formuleren die ook zouden kunnen gelden in plaats van God kan in zijn proefschrift terecht waarin hij al die objecties weerlegt. In 'Radix' nr 3 van 2012 staat ook een uiteenzetting
Wel zei hij nog en dat ben ik met hem eens, het is wel een verschil is of je het hebt over het monster van Loch Ness of over God, Die de grond van de werkelijkheid is en een persoonlijkheid.

Boudry reageerde daarop dat Emanuel twee verschillende definities van kennis hanteert waardoor de conclusie niet meer klopt. Emanuel hanteert volgens Boudry een vorm van kennis die erg veeleisend is. Een Cartesiaanse vorm van kennis. Wanneer we die hanteren is er niets dat zeker is behalve voor alwetende wezens. Wij hebben alleen subjectieve kennis. (Mmm, volgens mij staat hierover ook een artikel in de laatste ‘Radix’ van Victor Gijbels met repliek van Emanuel. Die moet ik echter nog lezen.)
Tweede tegenwerping: we zouden een ander alwetend wezen kunnen postuleren. Het zou b.v. mogelijk kunnen zijn dat achter die God misschien wel een schrandere eenhoorn bestaat die God wijs maakt dat hij alwetend, almachtig en goed is. (Men spreekt in die filosofische wereld altijd over Almachtig, Alwetend en Algoed. Volgens mij is goed gewoon goed.)
Er valt weer genoeg na te denken.

In het vragenrondje kwam nog de boeiende vraag naar voren wat het doel van God zou kunnen zijn.
Rutten denkt ook in de richting van het uitdrukken van Liefde van God aan schepselen. Dat er actoren zijn die in vrijheid voor het goede kunnen kiezen en deel kunnen hebben aan die liefde.
Nog een boeiende opmerking kwam er van iemand die het geloof vaarwel heeft gezegd vanwege al het kwaad en het leed in de wereld. Door het leed en het kwaad in de wereld heeft God aan atheïsten het perfecte argument gegeven om niet te geloven.
Rutten gaf ook toe dat wanneer hij de kant van atheïsten zou moeten verdedigen hij ook juist dit argument zou inbrengen. Hij is bezig om dit te doordenken en zei ook, wat ik zelf ook heel belangrijk vind, dat wanneer je de emoties met betrekking tot dit probleem los maakt van het logische denken dat er dan heel veel over te zeggen en te verklaren valt.
Ik kijk uit naar zijn doordenking van dit onderwerp.

04-01-13 * In ‘Radix’ nr 3 staat een artikel van Emanuel over zijn argument voor het bestaan van God. Rutten noemt zijn eigen argument modaal-epistemisch. Het valt niet binnen de drie groepen die hij hierboven noemt.

01-02-13 Op Rutten's eigen site staat op 17 januari een powerpoint over de ontologische argumenten van Anselmus.

woensdag 20 mei 2015

Louteringsberg


Geschreven door Marcel Möring (1957) in 2011.
Wat is het toch handig wanneer je La Divina Commedia hebt gelezen.
De Louteringsberg is een plaats waar een ieder zijn/haar zonden overdenkt en zich bewust wordt van de eigen geestesgesteldheid. Dat doet de hoofdpersoon dan ook.
Eerdere boeken van Möring heb ik niet gelezen behalve het essay Lijdenslust.
Maar een eerdere grote roman uit 2006 heet Dis. De stad van Dis (Dite) omvat de zesde tot negende cirkel van de hel.
Daar word ik nu wel nieuwsgierig naar. Die had ik eigenlijk eerst moeten lezen.
Maar nu eerst Louteringsberg.

Marcus Kolpa, een ‘als Hollander verklede Jood’, koopt een vervallen huis in het oosten ( de schone ster die ’t hart ontvonkt in liefde, deed de oosterhemel als een glimlach stralen’: Dante) op een berg.
Hij gaat er wonen met zijn ongeveer vijf jaar oude dochtertje Rebecca. Zijn vrouw, Chaja, is weggelopen, verdwenen toen Becky een paar maanden oud was en is nooit teruggekomen.
Daar, op die berg leeft hij van de opbrengsten van zijn boek en van erfenissen en gaat er zitten murmureren.
Wanneer Rebecca volwassen is vertrekt ook zij en blijft hij achter met mevrouw Sanders, de huidhoudster. Dan is het tijd om alles te overdenken. Dat gebeurt met flash backs. Wie is hij eigenlijk, wie is eigenlijk zijn moeder die in Israël is gaan wonen en daar overlijdt. Wie is zijn vader? Wie was Chaja? Waarom verdween zij? Aan het einde wordt alles helder.

Al dat murmureren en overdenken gebeurt in een kalm tempo, wat ik heel prettig vind. De sfeer van de bosrijke omgeving waar dat oude herenhuis staat, op die berg..... het is een sfeer die mij wel aanspreekt.
Kun je verliefd worden op een fictief figuur? Dan ben ik het geworden op Marcus Kolpa. In reality zou het me echter vergaan als Chaja denk ik, met zo’n gesloten persoonlijkheid. Maar al die filosofische hersenspinsels: het was genieten. Ik herkende zoveel in mijzelf. o.a. het, op een bepaalde manier zwart/wit denken.
Marcus draait ook een keer door maar dan gaat hij alweer ‘aan de oostkant naar beneden.’
Ja, je moet van lettertjes houden, het is een dikke pil van 506 pagina’s en komt maar langzaam op gang. Bij pagina 200 kreeg ik pas de neiging om te lezen en te lezen en te lezen en het boek niet meer weg te leggen.
Ik hoop niet dat Möring concessies gaat doen aan al die leuterende recensenten die het boek moeilijk vinden.
Een paar kritische punten: die repeterende recepten interesseren me niet en dat hij zo vaak die wijnkelder induikt en sigaren rookt ook niet. Maar oké, een heer van stand moet tenslotte ook iets om handen hebben.
Wat wel leuk is: ik heb nu Keith Jarrett ontdekt.

Een keuze uit de vele aangestreepte citaten:

‘Ik walg van de ongezonde belangstelling die tegenwoordig voor nieuwsgaring wordt versleten. Ik walg van de verveling die eruit opwalmt. Van de onophoudelijke ironie die voor een intellectuele houding wordt versleten. Wat staat er nog in de kranten Albert? Het gaat alleen nog maar over wandelen in het weekeinde, moleculair koken, nieuwe telefoons, gedrogeerde sporthelden en de levens van overspelige, verslaafde of anderszins stuurloos geraakte beroemdheden [..] waarom zijn we tegenwoordig zo bang voor nadenken en piekeren en de grote inspanning die voorafgaat aan inzicht? Sinds wanneer is kritiek geperverteerd tot afkammen en schelden? Wat is er in godsnaam met dit land gebeurt?’


‘Ik dacht: verliezen moet niet gevreesd worden. Het is juist een kenmerk van de weg die men heeft afgelegd en ouder worden dient geen streven te zijn naar welstand en status, maar naar die staat van zijn waarin alle bezittingen (of dat nu geld is, vrouwen, macht of kennis) irrelevant zijn geworden.
Wat telt is wat men is.’


‘Het gaat me om de illusie dat het leven is. Ergens weten we wel dat alles te chaotisch en te gecompliceerd is om samen te vatten in een sluitend verhaal, maar dat verdringen we en in plaats daarvan stellen we onszelf gerust met een verhaal over onze geschiedenis, onze omgeving, onszelf. We scheppen eenheid en logica en vorm en structuur waar chaos en willekeur en onduidelijkheid heersen. We kneden het verhaal van ons leven in de vorm die wij graag zien: een toch, een reis, een queeste die ons uit de duisternis, door het licht, naar het einde voert. Een begin, een midden, een einde. Onwetendheid, inzicht en kennis, en het onontkoombare verlies van dat alles. Richting en doel. Geboorte, leven en dood.’


Nu..... op naar Dis.
En daarna.... de Hemel? o nee, daar was ie al aan het einde van Louteringsberg. Een heel boek daarover is misschien teveel van het goede.



dinsdag 27 december 2022

Zonsondergang



Rond verschijnend,
Lichtgevend vuur,
Gebouwd in de ruimte,
Warmte afwerpend,
Westwaarts reizend;



Jouw fotografische omvang
conflicteert met het
afnemend licht van de getroffen dag,
Op het stervensuur opduikend en
doortrokken verschijnend
aan de verre grens van de aarde
Een op zijn doel afgaande regenboog
reikende ver tot in de hemel.
Je bent een kunstenaar, Zon!


R.G. Dandridge (1883 - 1930)



Vrij vertaald vanuit het Engels en de schepper van de zon is natuurlijk de echte Kunstenaar.





maandag 10 januari 2022

Het Alles


Geschreven door Dave Eggers in 2021 toen de Coronapandemie een feit was.
Het is een vervolg op 'De Cirkel' maar is goed apart te lezen.

In het voorwoord: ‘Dit is een roman, dus fictie. Niet alles wat erin wordt beschreven is werkelijk gebeurd, hoewel veel ervan waarschijnlijk wel staat te gebeuren. In dat geval wordt het vanzelf non-fictie.’
Mae Holland uit de Cirkel is opgeklommen tot de hoogste regionen van het bedrijf wat door groei en fusies een bedrijf is geworden waar geen ontkomen meer aan is en nu ‘the Every’ heet. ‘Het Alles’.
De Engelse vertaling klopt beter want bij The Every werken ‘Everyones’.



In dit boek is Delany Wells de hoofdpersoon. Opgegroeid in een boswachtersgezin komt ze in aanraking met The Every en ziet de kwalijke kanten van het bedrijf. Ze neemt zich voor om er te gaan werken en de boel van binnenuit op te blazen. Dat doet ze door het ontwerpen van zeer controversiële apps die voortdurend de privacy verder inperken en waarvan ze verwacht dat het grote protesten zullen gaan oproepen waardoor het bedrijf zal imploderen.
‘Controle, data en schaamte als gedragsverbeteraars. Daar komt alles wat ze doen uiteindelijk op neer.’
En wat verder: ‘Het niet erg geheime doel [..] was vanaf het allereerste begin geweest om menselijk gedrag niet alleen te volgen en te beïnvloeden, maar ook te dicteren.’
Of Delany erin slaagt, zelfs wanneer Wes en Argarwal, een ouddocente van Delany die steeds maar blijft waarschuwen, door The Every worden opgeslokt…..dat vertel ik niet.

Het is weer een boek wat goed is ter bewustwording. Welke mogelijke effecten heeft AI? (Artificial Intelligence) Want het gekke is dat men overal slaafs mee instemt. Het leven wordt namelijk gemakkelijker door alle aanpassingen, er is minder corruptie, minder criminaliteit en een grotere transparantie. Je hoeft zelf minder na te denken en alert te zijn want je telefoon helpt je bij alles.
Die kikkers weer hè, die langzaam gestoofd worden.
Pararellen genoeg met de wereld tijdens een pandemie.  Ik heb zelfs al mensen horen smeken om een lock- down. Dat gaat zelfs mij als introverte, echt te ver.
‘Is er misschien naast het ingeboren verlangen naar vrijheid ook een instinctieve behoefte aan onderwerping?’
Een vraag van Erich Fromm als een voorwoord in het boek waar ik dan toch weer niet goed raad mee weet. In mijn omgeving zie ik velen die een autoriteitsprobleem hebben. Echt een probleem; standaard de hakken in het zand zetten en de ander verwijten dat ie niet goed nadenkt. Dan ben je ook niet vrij.
‘Standaard-anti’ is ook een vorm van niet nadenken.
Bij verder zoeken las ik dat Fromm daar ook een boek over heeft geschreven: ‘De angst voor vrijheid’. Moet ik ook eens lezen.

Ik denk dat hiermee het dilemma wel duidelijk wordt. Het gemakkelijkste is om je maar te laten meevoeren op de smoesjes van terrorismebestrijding en het uitbannen van enge ziekten. Niemand kan het daarmee oneens zijn.  
Het andere gemakkelijke is om standaard te protesteren waardoor dat ook zijn zeggingskracht verliest.

Ingebouwde leugendetectors, Eye tracking, een persoonlijke CO2 footprint; het komt allemaal ter sprake in het boek en je moet er niet aan denken dat het allemaal realiteit zou kunnen worden.
Het blijft eng en toch ook wel weer fascinerend om de ontwikkelingen in onze maatschappij te volgen.

 

woensdag 13 juli 2022

Er is geen vrouw die deugt


Een boekje met een bijzondere titel van de filosoof Arthur Schopenhauer. (1788 – 1860)
Eerder las ik van hem 'de vrijheid van de wil'.
Hij schreef dit boekje in 1851 en is onderdeel van ‘Parerga und Paralipomena, kleine philosphische Schriften’.
Het is een vertaling uit 1974.

De titel vond ik zo intrigerend dat ik nieuwsgierig werd. Wat beweegt iemand om hierover een boek te schrijven? Mijn wil om dit boekje te lezen werd danig geprikkeld.


  
Nu valt het allemaal wel een beetje mee want er is maar één hoofdstuk wat over de niet-deugende vrouw gaat. De rest zijn bespiegelingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Veel interessanter.
Over opvoeden, onderwijs, filosofie uiteraard. Over godsdienst, zelfstandig denken. Over lawaai en luidruchtigheid: wat haatte hij de klappende zwepen van de koetsieren. Over politiek en geleerden. Over suïcide en over dromen.

Tijdens het lezen van deze 'Maarten van Rossum van de negentiende eeuw' moest ik toch wel vaak grinniken, net als bij de ‘echte’ en na eerst het nawoord te hebben gelezen begreep ik dat Arthur, met zijn knorrige aard, niet zo’n beste verhouding heeft gehad met zijn moeder. Tsja…en Freud verscheen pas in 1856 op het wereldtoneel.
Of dit hoofdstuk daardoor beter te verteren valt …..ach zolang je het met humor kunt lezen gaat het wel.  
Rüdiger Safranski heeft een boek over hem geschreven maar dat moet ik nog lezen, het ligt te wachten. Wellicht wordt het dan nog beter te begrijpen.
Waar ik zo om moet lachen:
‘Dat vrouwen zo geschikt zijn om ons in onze vroegste jeugd te verzorgen en op te voeden komt omdat zij zelf kinderlijk en dom en kortzichtig, in één woord hun leven lang grote kinderen zijn – een soort tussenstadium tussen het kind en de man, die de eigenlijke mens is.’[…]
‘Een man bereikt zijn verstandelijke en geestelijke rijpheid zelden voor zijn achtentwintigste jaar, een vrouw al met haar achttiende. Maar haar verstand is er dan ook naar: het is wel heel armzalig uit gevallen’.

Wat een schattige ouwe knorrepot is het toch. Heeft waarschijnlijk weinig ‘normale’ vrouwen in zijn leven ontmoet.
Wat wel weer in zijn voordeel pleit is zijn subtiele gevoel voor humor en cynisme.

Wat sprak mij het meest aan van de andere onderwerpen:
Dat de mens gedreven wordt door zijn – onvrije - wil tot leven had ik al ontdekt in zijn andere boek. Het eigenlijke zijnde voor Schopenhauer is ‘wil’.
Zijn ideeën over opvoeding en het onderwijs en om zelfstandig te leren nadenken in plaats van het kopiëren van andermans ideeën zijn het overdenken waard. Hij wijdt er ook meerdere stukjes aan.
Dat kwam en kom ik op fora ook wel tegen. ‘De mensen die zo vlijtig en haastig zijn, strijdvragen te beslissen door het aanhalen van autoriteiten, zijn eigenlijk blij wanneer zij, bij gebrek aan eigen verstand en inzicht, dat van anderen in het veld kunnen brengen.’
Ach, ik heb het ook wel eens gedaan. Je kunt niet alles weten en soms weten anderen het beter onder woorden te brengen dan jij.

Schopenhauer schrijft beeldend. Dat moet hij ook wel want hij heeft een uitgesproken mening over schrijven en stijl. Dat komt later. Eerst nog even over dat zelfstandig denken:
‘Zoals een omvangrijke, ongeordende bibliotheek niet zoveel nut afwerpt als een middelgrote die wel geordend is, zo is ook een grote hoeveelheid kennis die niet door ons eigen denken is verwerkt, veel minder waard dan een kleine hoeveelheid die wij zelf hebben doordacht.’
Daarom pleit hij ook in het onderwijs eerst voor het aanleren van vakken waarin niet zoveel fout kan gaan zoals wiskunde, natuurkunde, talen en geschiedenis. Die zijn gebaseerd op feiten. Pas op latere leeftijd de vakken als godsdienst, filosofie en algemene beschouwingen omdat ‘voor het krijgen van een kritisch vermogen rijpheid en ervaring nodig zijn’.
Het gevaar is volgens hem namelijk aanwezig dat leerlingen opgezadeld worden met teveel vooroordelen. ‘Daarom hebben zo weinig geleerden het gezonde verstand dat volkomen ongeschoolde mensen dikwijls wel hebben.’

In het verlengde hiervan: ’Geleerden studeren in de regel met het doel onderwijs te geven en te kunnen schrijven. Daarom lijkt hun hoofd op een maag-darmstelsel dat het voedsel onverteerd weer afscheidt. Hun onderwijs en hun geschrijf zal dan ook van weinig nut zijn.’

In zijn tijd was het kennelijk ook al niet best gesteld met de schrijverij:
‘Tegen het gewetenloze inkt vermorsen in onze tijd en de steeds hoger stijgende zondvloed van nutteloze en slechte boeken zouden eigenlijk de tijdschriften een dam moeten zijn. Onomkoopbaar, rechtvaardig en streng zouden zij al dat gepruts van onbegaafden, al dat geschrijf waarmee een leeg hoofd een lege buidel probeert vol te schrijven, dat is te zeggen negen tiende van alle boeken, genadeloos moeten afstraffen en daardoor consequent de schrijf manie en de afzetterij moet bestrijden, in plaats van die te bevorderen door in laaghartige verdraagzaamheid gemene zaak te maken met de schrijvers en de uitgever om het publiek van tijd en geld te beroven. […] daar komen al die jubelende recensies van slechte boeken vandaan waarvan de tijdschriften vol staan’.

Nu heb ik nog niet eens gehad over de godsdienst en het lijden in deze wereld. Schopenhauer is atheïst en vindt godsdienst iets voor kinderen. Wie nadenkt over openbaringen zal inzien dat het ook menselijke ideeën en gedachten zijn. Kuitert avant la lettre.  
Hoe Schopenhauer tot zijn ideeën is gekomen moet ik waarschijnlijk uit het boek van Safranski halen. Daar ben ik altijd benieuwd naar: hoe komen mensen tot hun overtuigingen die soms in steen lijken te zijn gebeiteld.
Zo schrijft hij: ‘Hij (God) zou dus een zwak, aan de zonde onderworpen geslacht uit het niets tot aanzijn hebben geroepen om het daarna over te leveren aan een kwelling zonder einde.’

Een vraag van formaat. Zeker, maar – voor mij – toch geen reden om de godsdienst de rug toe te keren zonder te zoeken naar antwoorden? Desnoods je hele leven?
Schopenhauer vindt deze wereld al erg genoeg, ‘zij is het vagevuur, de hel, en aan duivels ontbreekt het er niet. Men hoeft er maar op te letten wat mensen elkaar soms aandoen, met wat voor ingenieuze folteringen de een de ander doodmartelt, en zich dan af te vragen of duivels het beter zouden doen.’
Soms heeft hij wel een beetje gelijk. l’Enfer, c’est les autres.
En toch deugen de meeste mensen wel weer.  Het is maar hoe je het bekijkt.
In ieder geval heb ik het met plezier gelezen.

Ok: nog een uitsmijter:
‘Geld is het menselijke geluk in abstracto; wie het geluk niet in concreto kan genieten, zet dus al zijn zinnen op geld.
 

 

dinsdag 19 september 2017

De Cirkel


Geschreven door Dave Eggers in 2013. Ik las een digitale editie naar de eerste druk.
Tijdens een studie kwam dit boek zijdelings langs en het bleef haken.
‘Er kwam geen einde aan, er was geen grens aan de toekomst. En dan zal de mens zijn geluk niet op kunnen.’
Een uitspraak van John Steinbeck als voorwoord.
Na het lezen van het boek begrijp je hem. Maar of ie wáár is, is nog maar de vraag.

Mae Holland wordt door tussenkomst van vriendin Annie aan een baan geholpen in een bedrijf. De Cirkel.
Een bedrijf wat als doel heeft een betere wereld te maken door transparantie te bevorderen.
Want wanneer werkelijk alles transparant is, gedragen mensen zich beter en zal alle misdaad worden uitgebannen.


De verschillende takken van het bedrijf zijn te vergelijken met Facebook, Twitter en Google.
Mae beland op een soort klantenservice afdeling en ‘moet’ proberen zo hoog mogelijk te scoren.
Het bedrijf is één grote familie, met familieaccount en met familie deel je alles en krijg je bevestiging.
Maar die familie moet je eerst leren kennen en ze moeten jou leren kennen. Dat doe je door zoveel mogelijk te delen via het Cirkelaccount en anderen te 'liken'.
Mae heeft al snel door hoe het werkt en als lezer heb je dan ook al snel door dat er verschrikkelijk wordt gemanipuleerd. Het werkt zo verslavend om bevestiging te krijgen.
Hoe hoger je op de sociale ladder klimt hoe meer voordelen De Cirkel je te bieden heeft. Gratis kleding, gratis gadgets en gratis gebruik van sportfaciliteiten en veel feestjes.
Mae maakt een flitsende carrière binnen het bedrijf en zorgt ervoor dat een Cirkelaccount verplicht wordt. Wanneer je geen account hebt kun je niet stemmen bijvoorbeeld. Zo zullen veel meer mensen gaan stemmen en worden uitslagen veel betrouwbaarder.
Intussen koopt De Cirkel allerlei bedrijven op en groeit, groeit; slokt overheidsinstanties op en het hele leven wordt in één netwerk geperst. De Voltooiing waarin de Cirkel wordt gesloten, nadert.
‘we zullen alziend en alwetend worden’.
Dan is alles transparant, wordt alles met iedereen gedeeld, is alles te zien door de camera’s die overal hangen en iedereen draagt. Iedereen heeft er recht op om alles te weten en het is egoïstisch om kennis achter te houden waar een ander misschien mee uit de voeten kan.
Wanneer Mae bij het bed zit van Annie die in coma ligt zit ze zich af te vragen waarom ze niet weet wat er in het hoofd van Annie omgaat. Want daar heeft ze toch recht op? En zij niet alleen maar de hele wereld?

Het gekke is dat je weet dat het verkeerd gaat maar het zo begrijpelijk. Elke stap is een logisch gevolg op de vorige. En alle nieuwe uitvindingen maken het leven zo gemakkelijk. Best beangstigend.
Natuurlijk zijn er ook dwarsliggers zoals de ouders van Mae en haar ex vriend Mercer maar dat zijn mensen die het niet echt begrijpen.
Mercer: ‘Ik bedoel, alles waar jij zo in opgaat is geroddel. Het zijn mensen die achterbaks over anderen praten. Dat vormt het gros van die sociale media, al die beoordelingen, al die reacties. Jullie tools hebben roddels, geruchten en vermoedens tot algemeen geldende mainstreamcommunicatie verheven. En het is ook nog eens fucking stompzinnig’.
De geheimzinnige Kalden wil ook al roet in het eten gooien door een pamflet te verspreiden met als titel: ‘Mensenrechten in het digitale tijdperk’. Met een rare zinssnede: ‘iedereen heeft recht op anonimiteit’.
Maar Mae zorgt er wel voor dat alles goed komt; dat de Apocalyps wordt afgewend en de Voltooiing zijn beslag krijgt.

Dit boek is een soort vervanging van Geroge Orwell's 1984 . Maar het is – vermoed ik - niet zo ‘tijdloos’.
Een film waar ik ook een beetje aan moest denken is ‘Enemy of the State’ uit 1998 waarin Will Smith op alle mogelijke manieren wordt afgeluisterd en gevolgd.
Dit boek is een aanrader ter bewustwording.
Het bewust worden en in kaart brengen van de – per definitie altijd aanwezige - negatieve gevolgen en misbruik van uitvindingen.

‘Iedereen beseft dat hij sterfelijk is. We weten allemaal dat de wereld zo groot is dat we niet allemaal iets kunnen betekenen. Onze enige hoop is dat we worden gezien of gehoord, al is het maar heel even’.