Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Dat Koninkrijk. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Dat Koninkrijk. Sorteren op datum Alle posts tonen

donderdag 28 november 2019

Dat Koninkrijk


Naar aanleiding van een graf van een achttienjarige jongen schreef Gerard Reve:

“Gij die Koning zijt, dit en dat, wat niet al, ja ja, kom er eens om,
Gij weet waarom het is, ik niet.
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?”

Soms liggen mijn blogberichten een paar weken, en nog wel een aantal keer ter lezing, te sudderen voordat ik ze echt plaatst. Nu hoorde ik kort geleden een preek waardoor ik bevestigd werd in mijn denkbeelden.
Die regels van het gedicht, waarachter bepaalde gedachten huizen fascineren mij. Velen zitten te wachten op dat Koninkrijk. Ze pluizen het boek Openbaringen na om ongeduldig te zoeken wanneer het allemaal staat te gebeuren.

Maar dat Koninkrijk is er toch allang?
Nee, nog niet zichtbaar maar dat is toch exact wat Jezus zei?
‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’. Waarmee hij volgens mij bedoelde dat het geen aards koninkrijk was. Niet binnen de tijd en de ruimte, maar in een andere dimensie.
Johannes de Doper riep het: ‘Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.’
En in Lukas 17: 21 zegt Jezus: ‘Het Koninkrijk van God komt niet op waarneembare wijze. En men zal niet zeggen: zie hier of zie daar, want zie, het Koninkrijk van God is binnen in u/ is onder u/ in het midden van u.’ Vertalingen verschillen nogal.
En Paulus schrijft in zijn brief aan de Korintiërs dat vlees en bloed dat Koninkrijk niet kunnen beërven.
Eigenlijk had Paulus het allemaal wel snel door. Zijn brieven zijn eerder geschreven dan de evangeliën dus hij heeft het van de orale traditie moeten oppikken.
En in het gesprek met Nicodemus in Joh. 3 zegt Jezus: ‘Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien’.
Reve zag het niet.

Elke Christengelovige is inwoner van dat Koninkrijk, ‘Hij heeft ons getrokken (verleden tijd) uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde, (Kol 1:13) en zal Jezus Christus als zijn/haar Koning erkennen. Over de hele wereld.
Wanneer er een Koning is en er zijn onderdanen, dan kun je spreken van een Koninkrijk.
In dit geval alleen zichtbaar voor gelovigen.
Wanneer je in het buitenland een gelovige tegenkomt en je merkt het van elkaar dan heb je een onzichtbare verbinding. Ook al versta je elkaar nauwelijks.
We hebben dat ervaren in kerkdiensten in het buitenland. Wanneer we daar een kerkdienst bezoeken is dat de plaatselijke en geen Nederlands dienst. Er is een gemeenschappelijke basis. Al voel je die vaak meer dan je kunt uitspreken.
Dat heb je misschien ook wel wanneer je van elkaar ontdekt dat je graag postzegels verzamelt of zoiets maar dat is toch van een andere orde.

Bij de hemelvaart – zo denk ik – ging Jezus Zijn Koninkrijk binnen. Als eerste van velen die Hem zouden volgen. Dan is de volgende tekst niet meer zo raar.
Voorwaar, Ik zeg u: Er zijn sommigen van hen die hier staan, die de dood niet zullen proeven voordat zij de Zoon des mensen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.’ (Matt 16: 28)
Zij gingen geloven en vervolgens zagen ze het.

Dat het Koninkrijk op een dag ook helemaal zichtbaar zal worden zou best kunnen alleen heb ik geen idee hoe zich dat zal ontwikkelen in tegenstelling tot veel apocalyptische denkers.
Ik heb ook geen idee of dat speldenknopje in dat immense heelal dan nog wel zo interessant is. Volgens de Bijbel wel.
Ik ga het afwachten en verwachten.

Maar soms slaat de twijfel wel toe: zit het gelovige deel van de mensheid zichzelf een worstje voor te houden? Dan ga ik in gedachten maar weer terug naar het begin: kan er uit een singulariteit zo’n prachtige orchidee ontstaan of een nachtgaal die 100 - 300 verschillende wijsjes kan zingen? (Volgens Stuart Burgess) In evolutionair opzicht is dat nutteloos. Of iemand als de begaafde J.S. Bach waarvan de gaven vanuit evolutionair opzicht ook zinloos zijn.
Of een mens als ik met een bewustzijn wat zichzelf allerlei rare vragen kan stellen.
Zou dat allemaal kunnen zónder dat daar een veel groter Bewustzijn achter zit?


Voor mij is die vraag stellen, hem beantwoorden.



woensdag 15 januari 2014

Gewoon Jezus

Geschreven door Tom Wright (N.T. Wright) in 2011 en vertaald in 2013. Wright is een Brits Nieuw Testamenticus en hij was bisschop van Durham.
Dit is zo’n naam die in de christenwereld regelmatig opduikt en ik werd nieuwsgierig. Hij heeft al best veel geschreven. Waarom las ik dit boek? Omdat mijn oog er op viel en omdat op de achterflap dingen stonden die mijn aandacht trokken. Dat - tussen alle debatten door over het wel of niet bestaan van Jezus, was Hij menselijk of goddelijk, moet je die wonderen letterlijk nemen of niet enz. - de echte Jezus leek te verdwijnen.
Al lezende weg ontdekte ik tot mijn eigen stomme verbazing dat ik het zo fijn vond om over Hem te lezen. Nog even en ik ben ook zo’n Jesusfreak die het alleen maar over Jezus wil hebben.

Wright heeft als thema een ‘weerpraatje’. Het ontstaan van een perfecte storm. Hij neemt de lezer mee naar de tijd van toen om een poging te doen met de ogen van toen naar de geschiedenissen van Jezus te kijken en naar de storm die Hij ontketende. Of hij daarin slaagt.....mmm... het valt niet mee om een 2013/ 2014 bril af te zetten.
Die storm bestond uit een westerstorm uit Rome, een hogedruk gebied van Joodse hoop en vervolgens een orkaan van Goddelijke liefde die botst op de kille macht van het Romeinse Rijk en de oververhitte aspiraties van de Joden. (p52)

Wright beschrijft hoe de Joden, onderdrukt door de Romeinen, uitkeken naar hun Koning, gebaseerd op eerdere patronen: Een koning verslaat de vijanden,(her)bouwt de tempel.
De tempel was de plaats waar de hemel de aarde ontmoette.
Mozes was de eerste die zich ontdeed van de vijanden, de Egyptenaren en een tabernakel bouwde. David en Salomo deden het ook; David versloeg de vijanden en wilde een tempel bouwen wat Salomo dan later deed.
In 167 BC versloeg Judas de Makkabeeër (huis van de Hasmoneën) gedeeltelijk Antiochus Epifanes en herstelde de tempel.
Nog weer later was het Herodes, (een Edomiet, Idumeër) getrouwd met Mariamne uit dat Hasmoneese koningshuis die de vervallen tempel restaureerde, uitbreidde en verfraaide zodat hij geacht werd een echte Joodse koning te zijn.
Nog weer later, in 135 AC was het Simon Bar Kochba (helaas vertaald met Simon de Ster) die een poging deed en voor een tijdje als Israëls grote koning werd gezien.
Maar vóór Bar Kochba kwam Jezus. In ruimte, tijd en materie.
(Dat is meteen ook wat verwarrend. Bij het patroon van vijanden verslaan, tempel (her)bouwen wordt ook meteen Simon Bar Kochba genoemd terwijl hij van ná Chr. is. Ik begrijp wel dat het voor het boek logisch is wanneer je wilt eindigen met het Koninkrijk van God maar dat kan soms voor verwarring zorgen.)

Jezus deed niets van dat alles. Jezus genas mensen, vergaf de zonden wat anders in de tempel gebeurde door de offers. Hij gedroeg zich als een tempel. Hemel en aarde ontmoetten elkaar in Jezus.

Als Jezus de tempel vertegenwoordigde wat betekende dat toen en wat betekent dat nu?
Het betekende toen dat de tempel in Jeruzalem overbodig werd. Het voorhangsel scheurde. Het betekende dat de hemel en de aarde elkaar ontmoette in een persóón.
Jezus vertegenwoordigde een nieuw begin. God werkte door Jezus en Jezus werkt door de Heilige Geest in de gelovigen zodat zij een uitbreiding zijn van de nieuwe tempel. Waar gelovigen zijn worden hemel en aarde verenigd. P. 242
Dit sprak mij het meeste aan en bevestigde mij in mijn ideeën.
Dat koninkrijk van God is met de komst van Jezus begonnen en elke gelovige die Jezus erkent als zijn/haar Koning is onderdaan van dat Koninkrijk wat niet te zien is maar dat van binnen zit. (Luk 17: 20,21)
Kort samengevat: gedraag je er dan naar. Dat betekent niet iemand anders vertellen over jouw geloof maar iemand vertellen dat Jezus de ware Heer van de wereld is! P. 241.

Er staan nog veel meer mooie dingen in zoals deze:
“Als de tempel de ruimte was waarin het domein van God en het domein van de mens elkaar ontmoetten, dan was de sabbat de tijd dat Gods tijd en de tijd van de mens samenvielen. De sabbat was voor ‘tijd’ wat de tempel was voor ‘ruimte’.” P 158, ook al had ik soms het idee dat Wright Jezus wel érg menselijk aftekende alsof Hij soms zelf niet wist waar Hij mee bezig was.

Een aanrader.

woensdag 15 augustus 2012

Een robuuste kerk

Ondertitel: de Christelijke gemeente in een postchristelijke samenleving. Geschreven door Stanley Hauerwas, een Amerikaans theoloog. In 2001 is hij door Times magazine uitgeroepen tot Amerika’s beste theoloog. Voor zover dat waarde heeft.
Dit boek van hem bevat een aantal essays. Samengebundeld in 2010 door Jonker, Paul en Wallet. Daar zitten interessante en minder interessante stukken tussen. De één is ook wat gemakkelijker te volgen dan de ander. Vandaar ook dat het lastig is e.e.a. samen te vatten.
Het is inmiddels wel een boek geworden met heel veel potloodstreepjes en uitroeptekens. Geen enkel boek heb ik ook zo vaak moeten wegleggen om over de één of andere passage of uitspraak wat langer na te denken.
(en de band ligt uit elkaar boekencentrum! Maar dat zal wel komen doordat ie vaak in de zon op de tuintafel heeft gelegen…….)
Hij zegt de dingen heel kernachtig. Hij lijkt op een bepaalde manier orthodox maar hij weet het zo eigentijds te brengen. Ach, had ik maar zo’n buurman wat zou het leven dan plezierig worden. O, nee, het leven is niet plezierig, het leven is ‘deel hebben aan het avontuur dat christendom heet’. Maar ik heb soms wel enorm behoefte aan een aardse ‘goeroe’.
Het boek begint met een voorwoord met de reden dit boek uit te brengen en vervolgens een interview met Hauerwas waarin hij aanstipt wat verderop in het boek door middel van de verschillende essays wordt uitgediept.
Waar Dekker worstelt met de christelijke identiteit is Hauerwas daar heel helder in. De christelijke gemeenschap bepaalt die identiteit. Het boek lijkt daarom hoopvoller en het stimuleert om je schouders er weer eens onder te zetten. Het missionair zijn heeft bij hem geen prioriteit. Dat heeft de gemeenschap en in een geïndividualiseerde maatschappij als de onze is dat eigenlijk heerlijk om te lezen. Het atheïsme is voor hem geen vijand van de kerk, dat is de sentimentaliteit, (p 23) Christenen beginnen niet met het proberen anders te zijn. Anders zijn is geen deugd. (p 29) het christendom is de proclamatie dat God Christenen een geschenk geeft waarvan ze niet wisten dat ze het nodig hadden. (p 28) Dat geschenk verandert hun levens zo dat ze verlangen naar de juiste dingen op een juiste manier. Dát moet geleerd worden binnen de gemeenschap wat hij ook ‘kerk’ noemt. Maar meer dan eens schrijft hij er expliciet bij dat Gods Koninkrijk ruimer is dan de kerk. (hfdst 6)
De kerk heeft niet als taak om van de wereld het Koninkrijk te maken maar het is haar taak om trouw te blijven aan het Koninkrijk door aan de wereld een gemeenschap van vrede te tonen. (p 112) Daardoor is zij missionair. Op deze manier geloof ik er ook in.
Ketters moeten gewaardeerd worden; zij leren de kerk wat ze geloofd door te leren wat ze niet gelooft. (p 116) Helaas wijst de praktijk uit dat deze mensen eenvoudigweg de kerk worden uitgewerkt. Zoek maar een andere kerk. Keus genoeg. Raar is dat eigenlijk. Zelf heb ik ook meer geleerd op atheïstische fora dan op christelijke. Juist door flink tegengas te krijgen leer je het meest. Dat zou binnen een hechte christelijke gemeenschap gewoon moeten kunnen. Dat mis ik wel. In groepen of kringen is men zo bezig met theologische/ religieuze correctheid dat het af en toe afstoot.
Wat me in hoofdstuk 9: ‘Vrede stichten: de deugd van de kerk’ het meeste aansprak is dat echte vredestichters juist de confrontatie aangaan met de wetenschap dat ook zij vergeven mensen zijn. Het confrontatieproces kan er op uitdraaien dat je dingen verkeerd hebt in geschat.
Een ontroerend hoofdstuk over 9/11: Toen is de wereld niet veranderd; dat gebeurde omstreeks 33 na Christus.
Een hoofdstuk met de titel: ‘ Waarom homo’s (als groep) beter zijn dan christenen (als groep)’ met de nodige humor, maar met een diepe waarheid. Stukken over het gezin en over abortus. Met een mooie, zeer aansprekende preek van een leerling van hem waar het gaat over de ongeborenen als de onaanzienlijken uit Matth. 25.

Ik zou nog veel meer kunnen aanhalen maar een ieder leze en oordele zelf………..een aanrader!

dinsdag 2 mei 2017

De gemeente en ik


.......is de titel van een brochure van de Gereformeerde Bond. Uitgebracht in mei 2015.
In onze gemeente gaan we het daar over hebben. Verschillende mensen zijn uitgenodigd om daarover na te denken en zij behoren tot verschillende leeftijdsgroepen.
Kort door de bocht: hoe komt het dat zoveel mensen de kerk uitlopen. En dat niet alleen na een kerkdienst.
Ik ga hier mijn zegje doen omdat in gezelschappen mijn geest te veel alle kanten uitwaaiert en ik met mijn zachte stem teveel word overruled. Vind ik. Dat geeft niet, daar ben ik inmiddels aan gewend.

De belangrijkste vraag voor mij is de vraag die op de achterkant van de brochure staat. Dat is de vraag of de kerk te doenerig is geworden.
Dat is iets wat ik al jaren denk. We zijn teveel bezig met doen terwijl christenzijn – het woord zegt het al- te maken heeft met ‘zijn’.
Wees heilig want Ik ben Heilig’.
Het is een houding.
Het viel mij pas geleden op dat de vrucht van de Geest uit Galaten 5 allemaal zaken zijn die ook te maken hebben met zijn en niet met doen:
Liefde, Vreugde, Vrede, Geduld, Vriendelijkheid/Goedertierenheid, Goedheid, Geloof/Vertrouwen,
Zachtmoedigheid en Zelfbeheersing.
Dat is de vrucht de Geest en niet het geweldige aantal clubs en verenigingen binnen de gemeente. Liefde staat trouwens op nummer één.

Wanneer ik naar het verhaal van Martha en Maria kijk dan zie ik Martha in de weer met haar bezem en Maria zit aan de voeten van de Heiland te 'niksen'.
Toch heeft zij volgens Jezus het beste gekozen. (andere gedachten die dit verhaal oproept laat ik maar even rusten.)

In onze overgeorganiseerde gemeente is er geen tijd meer om te zijn. Om stil te zitten.
Want we moeten zo nodig van alles.
En omdat iedereen in diezelfde modus zit voel je je al snel schuldig wanneer je niets aan kerkenwerk doet of wilt doen.
Naast de drukke werkzaamheden van banen in combinatie met een gezin en zorg voor (oudere) familieleden moet er ook nog aan kerkelijke verplichtingen worden voldaan.
Wanneer jonge mensen lid geworden zijn van de kerk staat er ‘de volgende dag’ een kerkwerker aan de deur om hem/haar in te schakelen in ‘Gods Koninkrijk’ want die belofte heeft hij/zij toch ook afgelegd.
Geestelijk chantage.
Dat verstikkende jaagt mensen de kerk uit.

Ik moet denken aan die opmerking van Stanley Hauerwas: ‘De kerk heeft niet als taak om van de wereld het Koninkrijk te maken maar het is haar taak om trouw te blijven aan het Koninkrijk door aan de wereld een gemeenschap van vrede te tonen’. (p 112)
Wanneer dat gebeurt dan wordt het een ‘zwaan-kleef-aan’ proces.

Maar we zijn er nog niet want er staat ook iets als: geloof zonder werken is een dood geloof. Daarover staan vooral opmerkingen in de Jakobusbrief en die teksten worden gebruikt om mensen aan te zetten tot activiteiten en daarmee de druk verhogen die we niet meer willen.
De aanhef van de brief geeft mij echter reden om te denken dat het niet voor ons is bedoeld maar voor de verstrooide joden.
Ik geloof trouwens wèl dat wanneer je uit het geloof gaat leven, de werken vanzelf zullen volgen. Daar hoeven we ons helemaal niet druk over te maken.
God geeft die vruchten op Zijn tijd.
Daarin schuilt een belofte en juist dat geeft een ontspannen leven en geeft de mogelijkheid om zelfs in de kerk tot rust te komen.

Praktisch gezien: laten we eens een keer proberen ‘het georganiseerde winterwerk’ over te slaan. Alle vergaderingen, verenigingen en catechisaties een seizoen stilleggen.
Vervolgens de gezinnen oproepen om s ’avonds onder het eten bepaalde onderwerpen te behandelen naar aanleiding van een lijstje. Volgorde zelf te bepalen.
Voor prangende loskomende vragen een emailadres beschikbaar stellen of iets dergelijks.
Een forumpje op het internet is ook aardig, dan kan iedereen meedoen. Lijkt mij boeiend.

sarcasm
De gemeenteleden natuurlijk eerst goed instrueren, laten notuleren; later gaan we evalueren, analyseren, deduceren, combineren en concluderen want daar houden we van.
/sarcasm

Ik noemde al eerder de drukke werkzaamheden van banen. In de brochure wordt steeds gekeken naar de tijd van Paulus en wat er over de gemeente wordt gezegd. Mooi hoor.
Allerlei wat mis gaat wordt gelinkt ‘uiteraard aan het individualisme’.
Daar valt ook wel wat over te zeggen: wij zijn niet hetzelfde als tweeduizend jaar geleden. We zijn geëvolueerd. /ironie
Toen was het een bedreigende tijd. Bedreiging verbindt.
Wij weten nauwelijks wat bedreiging is.
Nu heeft iedereen al meer kennis en scholing gehad dan de mensen uit de tijd van Paulus. Vooral vrouwen hebben –pas sinds honderd jaar – een inhaalslag gemaakt. (Honderd jaar geleden kregen de vrouwen kiesrecht.)
Dat heeft onze maatschappij veranderd.
Ik denk dat daar ook te weinig bij wordt stilgestaan. Mensen hebben geleerd om zelf na te denken en de ‘kerk’ waardeert dat veel te weinig.
Die ziet toch wel graag dat alle neuzen in dezelfde richting staan en dat werkt individualisme juist in de hand. Terwijl een open houding veel constructiever is.

Je kunt vinden wat je wilt van deze tijd maar het leven is heel gecompliceerd geworden en niet meer te vergelijken met de tijd van Paulus. Dat moeten we dan ook niet doen.
We mogen best vertrouwen op de Goddelijke Geest om ons juist in deze tijd te leiden.
Op een 2017 manier.



woensdag 8 januari 2020

Lichaam en Geest van Christus


Geschreven door < Prof.Dr. A. van de Beek (1946) in 2011. Ondertitel: De theologie van de kerk en de Heilige Geest. Het is deel vier van de serie: ‘Spreken over God’.
Ik zag dat in mei 2020 er een verkorte uitgave komt van deze zesdelige serie.
De titels van de delen zijn: ‘Jezus Kurios’, ‘De kring om de Messias’, ‘God doet recht’, ‘Lichaam en Geest van Christus’ , ‘Lichtkring om het kruis’ en ‘Mijn Vader, uw Vader’.

Deze hoogleraar heb ik leren kennen via een briefwisseling in de Waarheidsvriend (2006) tussen hem en ds. Kieskamp. De onderwerpen waren: ‘God kan geen kwaad gedogen’ en ‘Schepping en zonde’.
Voor mij was het zo’n interessante discussie dat ik de postbode bijna stond op te wachten om het blad uit zijn handen te grissen.
Daar was iemand (van de Beek) die eerlijk durfde te zijn. Die vragen, die ook in mij leefden durfde te benoemen. Het was een openbaring.
In preken kreeg ik vaak antwoorden op vragen die ik helemaal niet stelde. En nu….ik heb de briefwisseling altijd bewaard.
Daarna heb ik verschillende boeken van hem gelezen; vóór mijn blogtijd en ze hebben mij ongetwijfeld beïnvloed. Zoals zovele ander boeken natuurlijk.
Wie of wat bepaalt eigenlijk wat je onthoudt? Mmmmm.....dat is een ander onderwerp.

Dit boek is, zoals alle goede preken, in drieën gedeeld:
1. ‘de kerk’,
2. ‘de kerk bij Christus bewaren’ en
3. ‘en in de Heilige Geest’.
Driekwart gaat over het lichaam en één kwart over de Heilige Geest, maar verder is het lastig samen te vatten; er zijn zoveel sub paragrafen. Dus daarom alleen wat mij aanspreekt.
De basis voor dit boek is de theologie van de eerste drie eeuwen over de kerk en over de Heilige Geest in gesprek met de theologen van nu.
Dat lichaam.
Zijn dat de Christenen of zijn de Christenen de bruid van Christus? Dat was iets wat steeds in mijn achterhoofd rondwaarde en waarvan ik mij had voorgenomen om dat eens uit te zoeken. Dat heeft van de Beek al gedaan: het wordt door elkaar gebruikt in de Bijbel. In Rom. 12: 4,5 en 1 Kor. 12: 12-31 bijvoorbeeld zijn de gelovigen het lichaam en in Op. 21: 2, 19 en 22: 17 de bruid.
Maar ik vind de verwijzingen naar het boek Openbaringen niet sterk. Het blijven natuurlijk beelden, zoals ook bijvoorbeeld ‘kudde’ maar ik hou het erop dat gelovigen Zijn lichaam zijn, (ook Ef 4) zoals van de Beek het verder doet.
In de vroege kerk werd de kerk als moeder gezien. ‘Niemand kan God als Vader hebben die niet de kerk als moeder heeft.’
Bij van de Beek valt het lichaam ook samen met de kerk.
Misschien ben ik te postmodernistisch maar dan vraag ik mij af of we God zo mogen beperken. Ik ken namelijk al vele gelovigen die zich hebben laten uitschrijven uit dit instituut.
Wanneer die trend zich voortzet blijft er geen lichaam meer over. En dat geloof ik niet.
Daarom geef ik de voorkeur aan het woord ‘Gemeente’ in plaats van ‘Kerk’. Dat valt in mijn geest minder samen met het instituut.
Wat natuurlijk wel verdrietig is, is dat het lichaam van Christus zo verdeeld is en steeds maar verder lijkt te scheuren.
De ecclesiologie (kerkleer) is inderdaad een verdrietig onderwerp .
Het woord ketterijen moet men niet te snel in de mond nemen. Ik denk ook dat ketterijen niet zo heel erg zijn, die houden de boel scherp mits zij geen verkeerde dingen over God zeggen. (p 215)

Door de kerk (het lichaam) zijn we met Christus (het hoofd) verbonden en dat rechtvaardigt de ecclesiologie als centrale punt in de theologie.
Vandaar ook dat het grootste gedeelte van het boek over het lichaam gaat. Dat zijn wijzelf en daar kunnen we nu eenmaal het meest over zeggen.
De ‘kerk’ streeft ook niet naar een andere maatschappij; zij is een alternatieve gemeenschap. (Verg. Hauerwas wat van de Beek ook doet)
De kerk draag het lijden van de wereld in zich mee en in die kerk woont de Geest. Door de doop ga je tot de kerk behoren.
Wanneer je het zo strak doordenkt klopt dat allemaal wel. Maar toch geeft het mij dat benauwend gevoel van beperktheid.
Het lichaam is heilig, in de zin van apart gezet en niet ‘moreel goed’ en is katholiek omdat ze wereldwijd is, de gehele leer omvat voor alle typen mensen, alle mogelijke zonden vergeeft en alle deugden en gaven bezit.
Denominaties die hun eigen regels stellen en zich niets aantrekken van de Katholieke (algemene) kerk verdienen het woord kerk niet.
Dan blijft er niet veel meer over. /sarcasm

De kerk bij Christus bewaren gebeurt door de ambten, de Bijbel en de symbolen.
Het gedeelte over de ambten vond ik erg taai en ben er snel doorheen gegaan. Voor mij als vrouw toch niet relevant. /sarcasm
De canon werd al weer interessanter. Maar welke? De Joodse TeNaCH, de Septuagint of de mix van het protestantisme? Tot Augustinus was de Hebreeuwse canon gangbaar en daarna voornamelijk de Septuagint.
Er is een mechanische en een organische inspiratie.
Mechanische; alles wat in de Bijbels staat klopt want het is het Woord van God. Fundamentalisme dus, met als mogelijke oorzaak een gevoel van veiligheid. Maar dan vertrouw je op iets in jezelf. Terwijl er dingen in de Bijbel staan die aantoonbaar niet kloppen.
Dat zullen best schrijffouten zijn maar toch. Zoals de leeftijd van Ahazia. Vergelijk 2 Kon. 8:26 en 2 Kron. 22:2.
Moslims en atheïsten weten die fouten meestal feilloos te vinden. *grinnik*
De organisch inspiratie spreekt mij ook meer aan: een dynamische lezing. De mensen door wie de Bijbel geschreven is waren heel verschillend en dat komt tot uiting in hun manier van schrijven. Het waren geen robotten. Ik vind het prettig om te bedenken dat hun eigenheid werd ingeschakeld.

Voor de symbolen moet je invullen: het Credo, ofwel de belijdenisgeschriften en dan met name die van Nicea. Om de één of andere reden heb ik daar ook altijd een voorkeur voor gehad, boven het Apostolicum. Naar mijn gevoel blijft het mysterie, wat God toch altijd blijft, hierin meer intact.
Van de Beek zelf past een eenvoudige hermeneutische regel toe: lezen in Christologisch perspectief. Jezus Kurios is het vertrekpunt (zo heet dan ook zijn eerste boek in deze reeks)
Zo opent de kerk de Schrift en zo gaat de Schrift open voor de kerk.
Dat geldt ook voor het OT. Dat ben ik met hem eens. Ik heb ooit eens naar overeenkomsten gezocht tussen Jozef en Jezus. Wanneer je dat soort dingen gaan opvallen dan kun je niet anders dan de hele Bijbel Christologisch lezen.
Maar ieder leest vanuit zijn/haar eigen perspectief en sociale achtergrond. De contextualiteit. Best belangrijk om je daarvan bewust te zijn.
Ooit las ik ‘The Many Faces of Jezus Christ’ van Volker Küster. Het was een eye-opener.

Het laatste deel gaat over de geest van Christus die de Heilige Geest is. De pneumatologie.
‘De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder die uit de Geest geboren is.’ (Joh 3:8)
Gelovig worden is ongrijpbaar. Het komt van buiten jezelf. Dat is ook mijn ervaring. De menselijke ‘vrijheid’ sluit de onweerstaanbaarheid van het maken van bepaalde keuzes niet uit. (aanhalingstekens van mij)
De Heilige Geest is de eerste gave van een ander leven, een eeuwig leven. Dat begint met het kindschap, dan blijdschap, vrijheid, dankbaarheid en in waarheid.
Dat nieuwe leven krijgt de gestalte van het kruis en dan niet per definitie als lijden maar als dienstbaarheid. (p 467)
Ook de gaven van de geest komen aan bod. Het cessationisme (leer die stelt dat de gaven van de Geest alleen bij de eerste gemeenten voorkwam om het apostolische gezag te onderbouwen) vind van de Beek ook te strikt. Het beperkt het werk van de Geest.
Wanneer ze nu voorkomen hebben ze als doel om hen die ‘buiten’ staan te overtuigen en tot opbouw van de gemeente en altijd tot eer van God.

Dat van de Beek teruggrijpt op de vroege kerk, begrijp ik. Die mensen stonden het meest dichtbij de ooggetuigen of leerlingen van die ooggetuigen.
Toch begrijp ik niet goed waarom hij zo flirt met de Rooms Katholieke kerk. Zelf zou ik liever verbinding zoeken met de Joden. Zij kennen ‘hun Boek’ nu eenmaal het beste. Zeker de Messias belijdende Joden zouden ons veel kunnen leren omdat ze een beter overzicht hebben.
Wanneer ik aan de Rooms Katholieke kerk denk, komen alleen de misstanden maar naar boven. Niet alleen van de laatste tijd maar denk even aan de Borgia’s, het gekonkel, de hypocrisie en aan de problemen die Luther had zoals de aflaten. Volgens van de Beek allemaal passé. Maar de gemiddelde Rooms katholieke medemens kent de Bijbel nauwelijks.
Wanneer van de Beek dan neigt naar het teruggaan naar…… nou nee. Liever niet. Ook al zijn de kathedralen vele malen mooier dan onze protestantse kerken.
Dat het lichaam gedeeld is, is afschuwelijk en dat je het wilt ‘herstellen’ begrijp ik ook nog. Dat is misschien wel een heilig moeten of minstens streven. Maar dat hebben wij niet in onze hand. Dat kunnen we vol vertrouwen aan hoger Hand overlaten.
We worden in Christus bewaard door de Heilige Geest.
Kerk-zijn in de eenentwintigste eeuw is de gezamenlijke herdenking van zijn dood in de eucharistie.

Aansprekende puntjes:

1. ook volgens van de Beek is het Koninkrijk van God in Jezus zichtbaar geworden. ‘Wie nu nog gaat spreken over het komende Koninkrijk neemt de stervende Jezus niet serieus en neemt dus ook de opgestane en verheerlijkte Christus niet serieus.’ (p 129) Ja, hij is nogal recht voor zijn raap, maar dat vind ik dan ook het boeiende. Je hoeft niet te raden naar wat hij eventueel nog meer zou kunnen bedoelen. Het prikkelt tot nadenken wanneer je het niet met hem eens bent.
2. Er is verschil tussen profetisch en apocalyptisch. De profeten uit het OT spraken profetisch over bijvoorbeeld een stro etende leeuw .
Apocalyptisch is het daadwerkelijk tot een einde komen van de wereld en het eindoordeel van God.

Er valt natuurlijk veel meer te zeggen; iedere keer wanneer ik terugblader zijn er weer dingen die ik zou willen opschrijven.
Maar mijn samenvatting is alweer lang genoeg geworden.

donderdag 28 april 2016

Chiliasme


Soms is het prettig wanneer je met je neus weer eens op bepaalde Bijbelgedeelten wordt gedrukt.
De vage beelden die ik had worden dan weer van stal gehaald en bijgeschaafd en het prikkelt tot verder denken.
Over het chiliasme heb ik al wel veel nagedacht en er veel over gelezen.
Maar nog nooit is er een theorie geweest waarvan ik dacht: ha, dat klopt als een cryptogram.
Omdat ik denk dat het allemaal ná mijn tijd op aarde gaat gebeuren laat ik het ook meestal voor wat het is. Jezelf voorbereiden op het stervensproces is realistischer dan te hopen op de ‘escape’ van een mogelijke ‘opname’.

Waar hebben we het over.
Chiliasme of Millenialisme: de leer van het duizendjarige vrederijk.

Wanneer komt dat? Of is het er al? Of is het al geweest?
Komt Jezus daarvóór terug of daarna?
Willem Ouweneel is overtuigd pre-millennialist en leest en verklaart de Bijbel dan ook met deze hermeneutische bril. Op een dag is er de opname; Jezus komt de gelovigen ophalen. (Pré/vóór ‘het duizendjarige rijk’) Beschreven in 1 Kor. 15 v.a. vs. 51 en 1 Thess. 4 v.a. vs. 13. Vervolgens breekt een grote verdrukking aan van zeven jaren. Gebaseerd op de boeken Daniel en Openbaringen. Zie de linkjes onder. *
Vervolgens komt Jezus voor de tweede keer terug en breekt dat duizendjarig vrederijk aan, daarna moet de satan nog even worden losgelaten en worden vernietigt en dan breekt de ‘olam haba’ aan: de nieuwe wereld.
Alles is zeer geschematiseerd.
Post –chiliasten /millennialisten geloven in Christus terugkomst ná dat duizendjarige vrederijk.

In alle gelovige (puber)werelden spelen deze vragen. Mijn zoektocht begon op zestienjarige leeftijd met het boek van Bavinck: ‘En voort wentelen de eeuwen’. Ik herinner me dat ik het nogal moeilijk vond. Ik herinner me ook verjaardagen bij mijn grootouders waar de oudooms met elkaar spraken over de boeken van Hal Lindsey,
omgeven door een dikke Agio-sigaren-walm in de opkamer waar wij anders nooit mochten komen. Ernstige disputen werden daar gehouden diep weggezakt vanuit grote groene fauteuils. Er zaten ook een paar theologen in mijn voorgeslacht. Pieter Honkoop was getrouwd met de oudste zus van mijn opa. Oké, dit was een klein nostalgisch zijpaadje.

Ik weet niet of de basisovertuigingen die ik nu heb wel kloppen maar ze blijven in mijn geest hangen.

1. In praktische alle theorieën die ik hierover gelezen heb wordt het duizendjarig vrederijk letterlijk genomen. Daar beginnen voor mij de twijfels al. Waarom zou je die duizend jaar letterlijk nemen in een boek wat bol staat van de symboliek. Over het duizendjarig (vrede)rijk wordt helemaal nergens gesproken, over vrede ook niet. Wel over heersen en regeren. Het gaat over de duizend jaren. Een reden te meer om het niet letterlijk te nemen. Het is gewoon een zeer lange tijd. 10x10x10. Het kan ook hoogte breedte en diepte betekenen. Het is allesomvattend.
Het is in ieder geval de tijd dat satan gebonden is.

2. Volgens mij is op Golgotha zijn kop vermorzeld. Het brein. De Overwinning is daar door Christus behaald.
Dat lijkt mij een aardige binding voor de satan.
Wij weten toch niet hoe de wereld er uit zou zien wanneer satan nog de vrije hand zou hebben?
Zijn ‘ledematen’ zijn echter nog in beweging als de armen van een Octopus. Misschien kan ik beter zeggen: het slangenzaad is nog in beweging. Maar die hebben geen leiding meer; ze doen maar wat. De volkeren kunnen niet meer georganiseerd worden misleid. Dat komt later nog één keer.

3. Ik denk dat de tijd van het einde begonnen is met de uitstorting van de Heilige Geest. Toen brak er een periode aan in de wereldgeschiedenis die nog nooit eerder is vertoond.
Deze Geest houdt de grootste ellende tegen. Deze Geest biedt ons een ontsnappingsmogelijkheid /vrijheid in Christus. Ik denk dat dát de duizend jaren zijn.
In deze tijd moeten we het kwade overwinnen door het goede te doen. Dat kúnnen we ook met behulp van die Geest. Zo maken we stukje bij beetje dat koninkrijk van God meer en meer zichtbaar.
Op ‘kleine’ schaal in allerlei ‘haardjes’ op de wereld gebeurt dat ook. Als olievlekjes.
Via de media krijgen we een heel andere indruk maar wanneer ik nuchter nadenk dan zijn er op deze wereld ook miljoenen mensen die in vrede leven.

4. Dan is er die grote verdrukking.
Die komt denk ik nog. Dat is n.m.m. de tijd dat de satan nog voor een ‘kleine tijd’ ontbonden moet worden. Zijn laatste stuiptrekkingen. Tot zijn tijd vol is. Zeven jaar geeft een volheid aan.
Het is interessant dat Paulus (?) in zijn brief aan de Thessalonicenzen (2 Thess 2:7) schrijft dat er iemand is die ‘de mens der wetteloosheid’ tegenhoudt. Wanneer deze is verdwenen, wordt de wetteloze geopenbaard. Er is er maar één die instaat is om die mens der wetteloosheid kan tegenhouden dus logisch gezien lijkt het mij dat de Heilige Geest hiermee wordt bedoeld.
Wanneer deze Zich terugtrekt breekt de hel pas goed los.
De Heilige Geest woont in de gelovigen, dus gelovigen verdwijnen dan ook. Of dat plotseling gebeurt of langzaam aan weet ik niet. Ik vermoed langzaam.

In ieder geval worden die ‘zeven jaren’ in periodes hier beschreven:
Daniël 7:25 ; 9:27; 12: 7; 12:11; en Openbaring 11:2 en 11: 3; 12: 6 en 13: 5

Films als ‘Left Behind’ spelen in op zo’n plotselinge gebeurtenis. Ik vraag me af of dat klopt, ik hou niet zo van dergelijke films. Ik ben bang dat het mijn denken over deze zaken teveel beïnvloed.
En of ik nu behoor tot pré – post- of á- millenialist weet ik ook niet en interesseert me eigenlijk weinig.


* Helaas merk ik bij het uitproberen van de linkjes dat ze niet precies op de juiste plaats in de Bijbel belanden.
Wat is dat toch met die bijbels online?

vrijdag 6 oktober 2017

Straf?


Een bekende kreet binnen de gereformeerde theologie is ‘verzoening door voldoening’.
Volgens kenners is deze leer ontwikkeld door Anselmus van Canterbury in de elfde eeuw. De satisfactietheorie.

In het kort gezegd: de mens heeft gezondigd en verdient straf. De rekening moet vereffend worden.
Maar de mens is niet instaat die straf te dragen en daarom heeft God zijn Zoon Jezus gestuurd en Hij heeft die straf plaatsvervangend gedragen voor een ieder die dat gelooft.
Geloof je niet dan moet je zelf de consequenties van je gedrag dragen. Er moet betaald worden; er moet bloed vloeien. Zonder bloedstorting geen vergeving. (Hebr 9:22)
Of zoals de Heidelbergse Catechsimus formuleert:
God is wel barmhartig , maar Hij is ook rechtvaardig : daarom zo eist zijn gerechtigheid, dat de zonde, welke tegen de allerhoogste majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is, met de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worde.
Vóór Anselmus nam men eenvoudig aan dat Jezus het kwaad had overwonnen.

Wordt er niet te vaak en te veel de nadruk gelegd op die genoegdoening? Op die zonde die zo verschrikkelijk is en waarvoor betaald moet worden. Jezus Christus heeft die de straf op zich genomen in onze plaats. De toorn van God werd op deze manier gestild. En daaruit blijkt de liefde van God. Dat wordt vaak bepreekt. Alsof we dat niet allang weten.
Maar wanneer mensen in staat zijn om een ander te vergeven zonder straf en boetedoening, juist en vooral door het erkennen van het foute gedrag door die ander waarom God dan niet?
Terwijl Hij dat zelf van ons vraagt om de ander ‘eindeloos’ te vergeven. Vertroebelt dat toch niet het beeld van een liefdevolle God?
God wil toch alleen liefde? Geen offers? (Hos. 6:6 Ps. 40, 51)
Heeft God het echt nódig om te straffen? Heeft Hij echt een zondenbok nodig?
Volgens Thomas van Aquino kan God best zonder straf vergeven. Dat doet niets af aan zijn rechtvaardigheid. Er staat nergens dat God aan Zijn rechtvaardigheid verplicht is om te straffen. Dat maken wij ervan.
“Ook volgens Aquino gaat het bij het kruis niet om genoegdoening maar om verlossing met als vrucht vergeving en de overwinning op het kwaad.”
(eigen bewoordingen uit H.J.M. Schoot; jaarboek 2013; Thomas instituut universiteit Tilburg)
Vaak wordt Jesaja 53:5 in dit verband aangehaald. ‘De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem……’ Het vers in 1 Petrus 2:24 wat teruggrijpt op dit vers heeft het niet over de straf maar over de zonden.
Straf zou een gevolg zijn terwijl het om de oorzaken gaat.

De verhouding tussen God en mens is geen juridische - of contractuele relatie zoals het bij Anselmus lijkt te zijn maar een verbondsrelatie. En wanneer ik verder denk zou dat straffen van God ook wel heel wonderlijk zijn wanneer je bedenkt dat alles al van te voren bij God bekend is. In de brief aan de Efeziërs schrijft Paulus dat voor de grondlegging van de wereld alles al door God is bedacht. Hij wist dat de mensheid in zonden zou vallen. Hij liet het gebeuren.
Om dan over straffen te spreken, voldoet niet.
Tomas Halik had er ook moeite mee zo schreef ik al eerder:
‘Verzoening door voldoening: helaas voor Halík en mij staat het toch echt letterlijk in de Bijbel.
Bijvoorbeeld Rom. 5: 11; 2 Kor 5:18 en 19; Hebr. 9:15; 1 Joh. 2:2; 1 Joh. 4:10.’

Dr. A. van de Beek schrijft in zijn boek ‘Jezus Kurios’: ‘We kunnen niet zeggen dat het ontwerp van Anselmus niet deugt. Het is één manier om over Christus te spreken. Het is ook een manier die zijn wortels al heeft in het Nieuwe Testament. Maar het is niet de enige manier’. (p. 194)
Ik denk dat ik het daar mee eens ben. Het is niet de enige manier.
Maar welke manieren zijn er dan nog meer? In de Romeinenbrief wordt ook veel geschreven over gerechtigheid. Recht.
In de brief wordt ook wel geschreven over de ‘toorn’, de boosheid van God maar daar schrijft Paulus er ergens meteen achteraan dat hij in menselijke bewoordingen schrijft. (Rom. 3: 5) Lijkt mij ook logisch. Doordat Jezus vrijwillig zijn leven gaf is alles rechtgetrokken. Recht gemaakt. Geheeld. Hersteld.
Zelfs het feit dat de mensheid de Zoon van God aan het kruis heeft gespijkerd; het feit dat wij God hebben vermoord. Met als doel: vrede en heiliging.
We zouden zelfs verlost moeten zijn van het denken in vergeldingsmotieven. Daartoe worden we meerdere malen in de Bijbel opgeroepen. Maar dat houdt nog steeds hardnekkig stand.

Jezus wordt vergeleken met het paaslam/Pascha, (1 Kor. 5:7) maar dat was helemaal geen brand- of schuldoffer, of een zondenbok die de woestijn in werd gestuurd.
Het was gelinkt aan de bevrijding/verlossing uit Egypte en werd opgegeten!
Ons Avondmaal/Eucharistie verwijst daarnaar.
Zonder Pesach(lam) geen Pesach. De (geestelijke) dood gaat ons voorbij.

Waarom er vroeger, en soms nog zo eenzijdig met hel en verdoemenis en die toorn van God werd gedreigd snap ik niet. Ja, het is handig om de mens een beetje onder de duim te houden.
Maar de liefde zou de boventoon moeten voeren. Het geloof in een toornig God levert geen bevrijde mensen op. Alleen bange en onrustige. Dat heb ik met eigen ogen wel gezien aan de verschillende sterfbedden waar ik stond. Gelukkig zag ik het ook vaak anders.
Trouwens: echte liefde bant de vrees/angst uit. (1 Joh. 4: 18.)
Die toorn komt wel een keer. Later. (1 Thess. 1: 10)

Waar kwam Jezus voor? Was het om de straf te dragen? Ook, maar dat is lang niet alles.
• God openbaarde Zichzelf via Jezus. Wij leren God kennen door naar Jezus te kijken.(Rom. 5: 8, Joh. 14: 7-10);
• Hij verzoende alle dingen (kosmos), inclusief de mens, met Zichzelf (2 Kor. 5: 18-19; Kol. 1: 20-22), dan niet in de vorm van genoegdoening maar in de vorm van vrede sluiten, herenigen. Het kwaad werd overwonnen. (Joh. 16:33; Kol. 2: 9,10; 1 Kor. 15:57)
• Hij vergeeft ons onze zonden en reinigt ons en maakt ons rechtvaardig (Hand.13:38; 1 Joh. 1:7; 1 Joh. 1:9; Hebr. 9:13,14; Hebr. 10:22; 1 Pet. 2:24)
• Hij ‘zorgt ervoor’ (weet even geen ander woord) dat zijn Geest in ons kan komen om te helpen in dat nieuwe denken en geeft ons die relationele mogelijkheid om met Hem te leven (Rom. 8: 2-16)
• Hij geeft ons een voorbeeld van hoe het eruit ziet wanneer we leven in het Koninkrijk van God wat er volgens mij nu al is. Alleen nog niet zichtbaar. (Ef. 5: 1-2; 1 Pet. 2:21).
• Hij droeg ‘en plein public’ de verantwoordelijkheid over deze kosmos. Hij is de Alpha en Omega; Begin en Einde dus alles valt binnen zijn verantwoordelijkheid. (Op. 1:8; 21:6)

God stuurde zijn Zoon om de wereld te behouden. (Joh 3:17)
‘Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt’. (Joh 1:29)


maandag 7 januari 2019

Nashville´s coming out


Storm over Nederland. Aangewakkerd door fundi´s in Amerika. De praatprogramma’s hebben weer munitie.
Na alle berichten die ik over die verklaring las ben ik hem zelf maar gaan opzoeken.
Waarom dit nu zo nodig is en zo provocatief opgesteld; dat begrijp ik niet.

Is het de behoeft om sterk leiderschap te willen vertonen zoals uit het nawoord blijkt? Is het een poging tot profileren want het zijn alleen mannen die tot de ondertekenaars behoren. (voor zover mijn kennis nu reikt)
Ik weet het niet hoor maar ik ken geen enkele vrouw in mijn omgeving die zo obsessief met seksualiteit bezig is. Heel veel mannen zijn dat ook niet trouwens.
In ieder geval is de strekking duidelijk: LHTB en de rest van het alfabet is niet Gods bedoeling en daarom niet goed te keuren.
Altijd jammer wanneer mensen zo precies weten wat Gods bedoelingen zijn. Dat die mogelijke bedoelingen voor jou helder zijn en die je dan jezelf oplegt is prima maar leg het niet de ander op.

In art 10 beginnen de problemen:
‘WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.’

De hele verklaring is die van: een punt bevestigen en een punt ontkennen en daartoe moet je soms wel drie keer lezen wat er nu eigenlijk staat.
Keur ik homoseksualiteit en transgenderisme goed? Nee. Keur ik ze af? Ook niet. De feiten liggen nu eenmaal zo. Dat is voor mij een gegeven. Daar hoef ik niets over te vinden.
Wanneer ik iets niet begrijp kán en mag ik daar niet eens een moreel oordeel over vellen.
De enige opdracht is om mijn medemens te respecteren en zo mogelijk lief te hebben.
En art 12:
‘WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zowel vergeving als levensveranderende kracht geeft, en dat deze vergeving en kracht een volgeling van Jezus in staat stellen om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus onvoldoende is om alle seksuele zonden te vergeven, of onvoldoende kracht geeft aan gelovigen die zich tot seksuele zonden aangetrokken voelen, om een leven in heiliging te leven.

Art 13:
WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zondaren in staat stelt om tegen een transgender-zelfverstaan te strijden en dit verkeerde zelfverstaan te verloochenen en, door Zijn geduld, de door God ingestelde verbinding tussen het biologische geslacht en het zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk te aanvaarden.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus een zelfverstaan rechtvaardigt dat niet in overeenstemming is met Gods geopenbaarde wil.

Hier wordt gesuggereerd dat er voor LHBTers ‘genezing’ te verkrijgen is. Een beetje dom.
Natuurlijk is voor God alles mogelijk, zoals ingrijpen in de natuurwetten.
Maar dat gebeurt zelden.
En de natuurlijke wetten zijn in dit verband dat door omstandigheden de afgifte van hormonen tijdens de zwangerschap niet is verlopen zoals dat volgens het boekje zou moeten verlopen. Ja, dat heeft te maken met die gebrokenheid van de schepping.
Dat heb ik geschreven in het blog ‘Anders zijn’ en ik heb nog geen redenen gehoord of gelezen om er anders over te gaan denken. De reden van dat blogje was trouwens ook al iets wat uit Amerika kwam overwaaien.
Christenen en wetenschap; het blijft een moeizame combinatie.

Sinds die tijd heb ik een poging gedaan om het boek van Dr. A. Prosman te lezen uit de Artiosreeks van 2013 maar ik ben op driekwart toch afgehaakt. Ik las weinig nieuws en de uitkomst was – in alle liefde en eerlijkheid - voorspelbaar.
Wat zouden we zonder ‘anders- aardige’ medemensen moeten beginnen, ook al begrijp ik hen niet? Ze zijn vaak heel kunstzinnig en voegen toe aan het leven in dit ‘aardse jammerdal’.
Stevo Akkerman in Trouw: ‘De mannenbroeders die zich achter Nashville scharen, vertellen via hun beeld van de Allerhoogste veel over zichzelf.’
Zekers, maar dat geldt voor ieders beeld van de Allerhoogste. Het zegt iets over jezelf.
Waar het om gaat is: ben je het beeld van Jezus gelijkvormig (geworden)?

De storm die nu opsteekt heeft ook te maken met de vrijheid van meningsuiting. Gelukkig leven we in een land met vrije meningsuiting. Die geldt dan wel voor alle kanten van een zaak!
Maar juist gelovigen zouden wat wijzer moeten zijn om van te voren te bedenken of het de gelovige en het koninkrijk van Jezus opbouwt of juist schaadt.
In dit geval denk ik het laatste.
Er straalt geen liefde uit.

Klinkend koper
Schallende cimbaal



11-01-19
In het RD:

De communicatie rondom de publicatie van de Nederlandstalige versie van de Nashvilleverklaring over (homo)seksualiteit „had beter gekund.” Dat schrijft de –informele– werkgroep achter de Nederlandse Nashvilleverklaring in een donderdagochtend uitgebrachte verklaring. „De verwoording in de verklaring kon op sommige punten aanleiding geven tot misverstanden. Dat trekken wij ons aan.”

Af en toe vraag ik mij af in welke bubbel predikanten leven.





maandag 24 december 2018

God met ons


Geschreven door Rowan Williams (1950) in 2017; in Nederland uitgegeven in 2018.

Een prachtige ‘Kersttitel’: God met ons
‘Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel (God met ons) geven.’

Alleen; dit boek gaat in het eerste deel over het kruis en in een tweede deel over de opstanding, gevolgd door een epiloog.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling had het kruis niet de plaats die het nu inneemt. Het was een martelwerktuig en was niet bepaald populair.
Gek eigenlijk, zit ik nu te bedenken, dat Jezus al spreekt over ‘je kruis opnemen’ terwijl in die dagen bij de joden een kruis helemaal geen issue was. Vonnissen werden voltrokken door steniging.
Het kruis was iets van de Romeinen.

In ieder geval: Williams begrijpt dat die ‘genoegdoening’, door Anselmus geformuleerd, niet het enige is al laat hij deze benadering beslist niet los. Hij benadert het allemaal wat rustiger en genuanceerder dan Tom Wright.

Spreken over het kruis kwam pas na de opstanding op gang en dan in die mate dat het een symbool werd voor wat er was veranderd en hoe het was veranderd. Ten goede, wel te verstaan.
Het werd een teken van de transcendente vrijheid van Gods liefde. De Goddelijke geest is er op uit om ons te laten zien hoever Zijn liefde voor ons gaat. Jezus was een voor-beeld.
Offers waren er voor allerlei zaken, niet alleen om schulden te delgen.

Williams haalt er drie zaken uit:
Als eerst diende de dood van Jezus als reddingsoperatie, om onheil af te wenden. De overwinning op het kwaad van Wright en ten tweede was het plaatsvervangend en drie: versterking van het verbond.
En volgens mij ten vierde: Hij nam de verantwoordelijkheid over de kosmos zichtbaar en daadwerkelijk op Zich. We kunnen inderdaad de dood en opstanding niet versmallen tot één denkbeeld. Iets dergelijks zegt Williams verderop ook: De christelijk theologie is niet een reeks in beton gegoten monumenten waar je met je gidsje langsloop en kunt afvinken.
Ook Williams is ervan overtuigd dat we God niet ‘kalmeren’ door bloed te laten vloeien. Hij denkt dat het echte offer de gehoorzaamheid was omdat ons hart en onze wil de grootste gave is aan God. ‘Gehoorzaamheid is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen’ (1 Sam 15:22)
Gehoorzaamheid kost veel. Soms je leven.
‘Onze daden van gehoorzaamheid weerspiegelen die van Hem’. […] Het geschenk dat God echt zou willen, is God; zijn eigen overvloedige liefde die naar Hem terugkomt.’
Dit is volgens Williams ook ten diepste in de theorie van Anselmus; God een geschenk geven dat Hem waardig is. Om dat te kunnen beoordelen moet ik me gaan verdiepen in Anselmus.
Op een dag.

Ik zie opeens ook dat God niet ‘top-down’ wil werken maar veel meer ‘bottom-up’ en vanuit mensenharten zijn koninkrijk wil uitbreiden. Het kwaad behelsde niet alleen die Romeinen die de joden in die tijd onderdrukten maar het kwaad was veel omvangrijker en dát is een halt toegeroepen. Joden zijn eigenlijk heel egoïstisch om te denken dat de Messias alleen hén maar zou verlossen van de vijanden.

In het tweede deel schrijft Williams dat het einde der tijden met Pinksteren is aangebroken. En eigenlijk al met de opstanding of bij de laatste kruiswoorden.
Dat denk ik ook.
Toen is er iets gebeurd wat nog nooit eerder vertoond was.

Geloven in de opstanding is geloven in een nieuw tijdperk waarin het lot van de mens is verbonden met Jezus. En dat betekent ook geloven dat Jezus leeft en actief is. Plus dat het handelen van Jezus is verbonden met het handelen van God; God die Jezus heeft opgewekt uit de dood.
Hun identiteiten zijn aan elkaar gekoppeld.
‘En door te geloven in de opstanding is de Kerk meer dan gewoon de Jezus van Nazareth Vereniging.’

Waarom geloven in de opstanding? Gewoon omdat de apostelen dat vertelden. Vroeger was men niet bezig met psychés. Een opstanding was een opstanding en niet iets wat in mensenbreinen afspeelde.
En als Jezus is opgestaan dan is er een menselijke bestemming. Het boek dat over mensen en over God gaat heeft kracht; heeft effect op mensen.
Dat ontkennen is gewoon dom. Dat zegt Williams niet hoor, dat zeg ik.
Dus: Vreest niet! De goddelijke horizon is zoveel wijder dan die van ons.
Er staan nog meer mooie dingen in dit kleine boekje.
Een ieder leze zelf.

woensdag 22 mei 2019

Het Koninkrijk van de Angst


Ondertitel: een filosofische blik op angst als politieke emotie.
Geschreven door Martha Nussbaum (1947) in 2018. Zij is filosofe en hoogleraar rechtsfilosofie en ethiek in Chicago.

Angst intrigeert me. Waarom zijn we zo angstig, zeker in deze tijd. Waar komt dat vandaan en wat kunnen we er aan doen.
Heeft de mens de angst ‘uitgevonden’ om te kunnen overleven en is het evolutionair bepaald? Of is er toch meer aan de hand?
Nussbaum heeft een heel andere aanvliegroute dan Kierkegaard.
Beide zijn waardevol.

De aanleiding voor dit boek was de verkiezing van dhr. T. in Amerika in 2016.
Want angst is een onderbuikgevoel; blokkeert het rationele denken en heeft een slecht invloed op de hoop. Wanneer de angst het rationele denken overneemt wordt het een probleem en belemmert het de samenwerking.
Maar nadenken is lastig, bang zijn of bang maken en anderen beschuldigen is gemakkelijker. Zo weten de populisten onder ons.
Angst is de vroegste en meest gedeelde emotie die te maken heeft met informatieverwerking over het welzijn. Daarover is consensus.
Aristoteles definieerde angst als ‘een gevoel van pijn en onrust, voortvloeiend uit de voorstelling van een naderend onheil dat verwoesting of leed veroorzaakt, samen met het gevoel dat je niet bij machte bent het af te wenden.’
Dat voldoet nog steeds.

Angst is een basisemotie die al begint in de wieg. Ik denk echter dat het mogelijk is dat het in de baarmoeder al begint. Wanneer een zwangere vlagen van stress kent, waardoor bloedvaten samentrekken en de baby mogelijk heel even minder zuurstof krijgt geeft dat ook bij de foetus al stress…..en een vorm van angst. Baby’s laten huilen is daarom een slecht idee, vind ik. Door er meteen bij te zijn schep je vertrouwen.
Een pasgeboren baby is best heel lang overgeleverd aan de zorg van anderen om te overleven. Veel langer dan andere ‘zoogdieren’.
Heel langzaamaan leert een kind op eigen benen te staan. Persoonlijk denk ik dat je die ontwikkeling aan het kind zelf moet overlaten. Het moet vertrouwen krijgen in de omgeving en vanuit dat vertrouwen het cirkeltje steeds groter durven maken met de ervaring dat er een vertrouwde persoon op de achtergrond aanwezig is.
Zo zag ik dat tenminste gebeuren bij mijn eigen kinderen.

Dan is er de angst voor de dood, die pas later ervaren wordt. Een baby is zich daar niet van bewust.
Volgens Lucretius, die door Nussbaum veel wordt aangehaald, is de doodsangst de oorzaak van alle angsten in het leven.
Wanneer dat de gedachten uit de oudheid zijn begrijp ik de woorden van Jezus uit Mattheus 16 nog beter: ‘Want wie zijn leven zal willen behouden – dus doodsangst - , die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het juist vinden.’
Het is een ‘breinig’ proces om die doodsangst los te laten, over te laten aan die Ene.
Wanneer dat je gegeven word kun je pas echt gaan leven.

Uit de angst, die zeer narcistisch is, komen woede, walging en afgunst voort. Dat beargumenteert ze allemaal in verschillende hoofdstukken.
Alleen ben ik het niet met haar eens dat aan alle woede, angst ten grondslag ligt. Er bestaat ook woede die niet voortkomt uit angst maar uit een rechtvaardigheidsgevoel die niet op jezelf is gericht.
Kinderlijke, infantiele woede gaat aan de haal met een gevoel van verontwaardiging en protest en dat kan omslaan in een verlangen naar vergelding of afgunst bewerkstelligen.
Vier fouten worden in woede gemaakt
1. Voor de hand liggende fouten zoals wanneer woede is gebaseerd op onjuiste informatie
2. De statusfout, het raakt je ego en dan is het moeilijk om objectief te denken. Dit maak ik ervan, want ik denk zeker dat dit heel vaak voorkomt maar haar argumenten vind ik te vaag.
3. De vergeldingsfout. Oog voor een oog, tand voor een tand terwijl Jezus ons ook al opriep om zo niet te handelen.
4. De schuld geven aan mensen of groepen uit onmachtige woede. Bijvoorbeeld een arts.

Zij legt haar focus in combinatie met de politiek. Angst is monarchaal en ‘moet’ omgebogen worden naar de democratische wederkerigheid.
Wanneer, een op bescherming van de vrijheid gerichte democratie, de samenleving een faciliterend omgeving biedt zouden mensen zich kunnen ontplooien tot volwassen mensen die vertrouwen, hoop en liefde hebben voor elkaar.
Want zij gelooft niet dat arme mensen lui zijn, maar dat slechte voeding, slecht sanitair en miserabele werkomstandigheden alle perspectieven, en op den duur ook het verlangen naar verbetering, blokkeren.
Haar grote helden zijn Gandhi, Nelson Mandela en Martin Luther King. Geweldloze mannen die vooral de rede gebruikten om misstanden om te buigen, niet naar vergelding zochten en niet verbitterd raakten.

Voor de walging die uit angst voorkomt haalt zij de groepen aan als joden, moslims, homo’s en transgenders, die ons bedreigen omdat ze anders zijn, anders doen, anders ruiken, anders eten en daar houden wij instinctief niet zo van.

De afgunst is ook zo’n emotie die voortkomt uit angst. Er zit vijandigheid en destructiviteit in. We kennen het allemaal want het is een kinderlijke emotie en het kost inzicht en moeite om dat altijd en overal te overwinnen.
Het concentreert zich op de voordelen van anderen en het vergelijken.
Daarin benoemt zij drie dingen:
1. Emulatie: het streven om de ander te overtreffen of minstens gelijk te worden. Dat hoeft niet per definitie fout te zijn. Je kunt een ander tenslotte ook als nastrevend voorbeeld gebruiken.
Maar er bestaat ook een negatieve manier. Een afgunstige manier.
2. Jaloezie: en dan met name een jaloezie die angst heeft voor het verliezen van iets.
3. De gekrenkte status. We kennen allemaal mensen die krenkingen verzinnen om zelf beter uit de verf te komen. Dat kan direct of indirect gebeuren. Meestal voel ik die dingen wel aan. Het bezorgt mij eerlijk gezegd binnenpret.
Nussbaum betrekt dit ook allemaal op de Amerikaanse politiek. Vast heel waardevol maar voor mij iets minder interessant. De psychologie achter al deze zaken boeit mij het meest.

Als laatste een hoofdstuk over angst wat voortkomt uit seksisme en misogynie. Thierry Baudet met zijn essay over een boek van Houellebecq afgelopen maandag is daar een mooi voorbeeld van.
Wat ligt eraan en grondslag?
Vrouwen gaan langzamerhand een grotere rol spelen. Heel terecht denk ik. Het verraste mij ook om te lezen dan juist in de oosterse landen als Bahrein, Koeweit, Libanon en de Verenigde Arabische Emiraten er meer vrouwelijk studenten zijn dan mannelijke. Ze kunnen er na hun studie niet veel mee, maar toch.
Dat kan allemaal heel bedreigend zijn voor de ‘boze, witte man’ zoals bijvoorbeeld dhr. T. lijkt te zijn.

Als oplossingen tegen de huidige angsten roept zij op tot hoop, geloof en liefde. Hoop is het tegenovergestelde van angst. Zij zoekt het in de kunsten, filosofie en religie.
Juist religieuze groeperingen zijn oefenruimtes voor de liefdevolle hoop.

Op 23 april stond in de Trouw een interview met de Belgisch- Albanese filosoof Bleri Lleshi. Hij schreef ook een boek over de angst: ‘Liefde in tijden van angst’.
Hij komt uit op de soortgelijke drieslag: moed, actieve hoop en liefde.

Angst is kennelijk ‘hot’.

dinsdag 19 april 2016

Jezus van Nazaret


Geschreven door Paul Verhoeven in 2008.
Jawel, de regisseur van verschillende films waar je niet altijd even vrolijk van wordt. Dat kan ook aan mij liggen want ik hou niet van Nederlandse films. Bijna altijd zijn ze banaal en platvloers.
Als vakman is hij ongetwijfeld een goede.
Waarom een boek over Jezus?
Heel zijn leven is Paul al geïnteresseerd geweest in de figuur van Jezus. Op een dag wil hij een film over hem maken. Voorlopig moeten we het even met een boek doen.
Ik las een digitale versie en dat was in dit geval – met de vele, vele voetnoten achterin – niet handig.
Vanwege zijn interesse is hij in Amerika lid geworden van het prestigieuze ‘Jezus Seminar’.
Een groep theologen, exegeten en wetenschappers die twee keer per jaar in Californië bij elkaar komen om dit onderwerp te bespreken.

Paul is geïnteresseerd in Jezus als mens. Dus ontvangen door de Heilige Geest kan niet. Over water lopen ook niet. En Lazarus is evenmin als Jezus opgestaan uit de dood.
Alles wat niet zonder trucs valt uit te beelden in een mogelijk film is niet echt gebeurd.
Enigszins simplistisch lijkt mij.
Dat neemt niet weg dat Paul de stukken uit de Bijbel die over Jezus gaan weer eens stukken beter heeft gelezen dan menig christen. Als filmmaker, zo stel ik mij voor, heeft hij dan meteen een beeld bij de verhalen en dan loopt hij wel eens vast zoals ik als gewone huisvrouw ook wel eens vast loop.
Hij komt dan ook tot curieuze conclusies bij de verschillende verhalen. Conclusies die het zeker waard zijn om eens te overdenken los van alle voorgekookte ideeën uit kinderbijbels en theologische geschriften.

Om een voorbeeld te noemen: het verhaal van de onrechtvaardige rentmeester. Luc 16: 1-15.
Er zijn gelijkenissen in Lucas die beginnen met woorden als: ‘er was een zeker rijk mens’ . Die gaan volgens Paul over de grote schurk Satan. Zo ook deze. En een heer die deze rentmeester prijst deugt ook niet.
Hij vergelijkt het met de geschiedenis van het bedrijf Enron.
Niemand zou de ceo’s prijzen om hun handig handelen. Het gaat hier over het tegenovergestelde van Gods Koninkrijk.
Dat de rijken er negatief af komen bij Jezus is wel duidelijk. Ook de ‘rijke jongeling’ werd ‘ledig heengezonden’. Verkoop je spullen en kom dan maar eens terug. Nee, Jezus had het niet echt op de rijken.
Zij konden het Koninkrijk van God nauwelijks binnenkomen. Kameel/ oog van de naald…

De schrijver is soms wel lastig te volgen: de ene keer neemt hij Marcus als chronologisch leidraad en later Lucas weer. Net hoe hij denkt dat het Jezus als mens is vergaan en zich heeft ontwikkeld.
Niet dat het allemaal onzin is maar wel vaak heel speculatief. Dat geeft hij zelf ook meerdere malen toe.
Verder gebruikt hij het woord overschilderen.
Net zoals schilders over dingen die hen niet bevallen gemakkelijk iets anders schilderen zo redigeerden ook de evangelisten soms hun teksten. Soms zit daar best wel wat in zoals in de verhalen van de broodvermenigvuldiging. Dat komt zes keer voor in de evangeliën.
Twee keer in Mattheus, twee keer in Marcus, één keer in Lucas en een keer in Johannes.
Omdat alle evangelisten dat verhaal hebben moet het waar zijn en grote indruk hebben gemaakt. Maar alleen al vijfduizend mannen voeden van vijf broden en twee vissen kan niet volgens Paul en ik denk dan: er moet een betekenis achter zitten; getallen in de Bijbel hebben altijd een betekenis.
Paul denkt dat de evangelisten het verhaal van Elisa als basis hebben genomen (2 Kon 4: 42 – 44.)
Als Elisa honderd man kan voeden met twintig gerstebroden en er ook nog overblijft dan kan Jezus, die belangrijker is dan Elisa zeker wel vijfduizend mannen voeden.
Maar volgens Paul aten de mensen daar voornamelijk vis. Het meer was dichtbij en vissers waren ook voorhanden.
Realistisch gezien zit daar wat in: ik heb met eigen ogen gezien vanuit een restaurant aan de oever van het meer dat een visser een bootje losmaakte, een eindje wegvoer en zijn net uitgooide. Nog geen twintig minuten later haalde hij het op en het zat vol met vis.
Maar hoe belangrijk is dat allemaal wanneer je gelooft dat achter die verhalen een diepere, geestelijk bedoeling zit?

Nog iets anders: het verhaal van de gang van Jezus naar Gethsémane is een parafrase van de gang van David wanneer hij op de vlucht slaat voor Absalom. (2 Sam 15 ev)
Koning David is Jezus (tjonge, wat raar = sarcasme van mijn kant), Ithai is Petrus, Achitofel is Judas enz. Dus de feiten van de evangelisten hebben nauwelijks historische relevantie.

Toch staat er ook zomaar ergens tussendoor: “Als zoiets als God bestaat, dan lijkt het er meer op dat het voor deze God onmogelijk is om in onze realiteit in te grijpen of zich zelfs maar in ons bestaan te verdiepen
(Maar ik hoop dat ik ongelijk heb).”


Een sterk punt vind ik zijn vraagtekens bij de opgestane Jezus. Hij vraagt zich af waar de ‘echte’ Jezus is gebleven. “Waar is de scherpte van zijn woorden, de intelligentie van zijn observaties, de humor van zijn knappe hyperbolen? Is dat dezelfde man die de prachtige parabels verzon, die de radicale vernieuwing van de joodse ethiek nastreefde?”
Na zijn opstanding komt hij niet verder dan: Raak mij niet aan, Raak mij aan, Vrede zij met jullie, Geef me wat te eten en Voel mijn wonden.
De enige reden die ik kan bedenken is dat Zijn werk erop zat. Het was volbracht.
Maar het klinkt wel zwak. Is het dat dan ook?

Conclusie:
Een interessant boek om kennis van te nemen. Wel met de nodige reserves.
Vooral ben ik gesterkt in het idee dat de Bijbel niet zomaar een boek is. Je moet het vooral met geestelijk ogen lezen. Met ‘Verlichte ogen des verstands’.
Dan zul je verrijkt worden.

woensdag 17 februari 2016

Spinoza


Geschreven door Steven Nadler in 1999 en ooit heb ik dit boek op de kop getikt op een tweedehands boekenmarkt.
Ik las de derde druk uit 2005 en dan blijkt het ook nog eens het meest gerenommeerde werk over Baruch de Spinoza te zijn.
Dat is terecht: 27 pagina’s met geraadpleegde literatuur en bijna 50 pagina’s met voetnoten. Het was een hele kluif.
Heel getrouw wordt de aanloop, omgeving en het politieke klimaat in Amsterdam (en Nederland) beschreven waarin Spinoza opgroeide, net als zijn vriendenkring en allen die invloed op hem uitoefenden.
Soms een beetje speculatief naar mijn idee wanneer er vaak de woorden ‘waarschijnlijk’, ‘het zou kunnen’ en ‘mogelijk’ worden gebruikt. Dat maakte het lezen van dit boek er echter niet minder om.
Van deze grootste Nederlandse filosoof wist ik niet zo veel. Alleen dat hij Joods was en pantheist.

Spinoza is geboren in 1632 in Amsterdam uit Portugees, Sefardisch Joodse voorouders. Het was een gezin met vijf kinderen.
Zijn vader was van een koopmansgeslacht en Baruch werd geacht zijn vader daarin op te volgen.
Het liep allemaal iets anders. Slim, veeltalig en religieus opgevoed werd Baruch in 1656 uit de synagoge gezet toen hij 23 jaar oud was. Hij wilde zich niet meer houden aan de traditionele regels en wetten en las teveel fouten in de Thora om het als een Goddelijk geschrift te erkennen.
En hij ontwikkelde een ‘ketters’ Godsbeeld. Zeker voor die tijd.
Spinoza is een voorloper van de historisch- kritische- methode om de Bijbel te bestuderen.
Hij leidde na de uitzetting (cherem) een teruggetrokken leven in Rijnsburg, Voorburg en Den Haag en verdiende de kost door lenzen te slijpen. Niet getrouwd, geen kinderen en stierf arm.
De belangrijkste werken die hij schreef waren de ‘Ethica’ (na zijn dood uitgegeven) en ‘Tractatus- Theologico-politicus’ . (werd in 1674 verboden)
Descartes en Hobbes hadden grote invloed op hem en soms was hij kennelijk moeilijk te volgen omdat men niet wist of hij nu Descartes citeerde of het zelf had bedacht.

Wat wil Spinoza?
De waarheid leren kennen. En dan voornamelijk als rationalist.
Ware kennis is de waarheid omtrent God, de natuur en onszelf; omtrent de maatschappij, de godsdienst en het leven.
Die ware kennis wil hij ontdekken en bewijzen. (p. 289)
Met gevoel en passies heeft hij niet zo veel, gevoelens worden teveel gemanipuleerd door de geestelijken en passies kunnen door de ratio worden overwonnen.

‘Onder God versta ik het volstrekt oneindige wezen, dat wil zeggen een substantie, uit een oneindig aantal attributen bestaande, waarvan ieder voor zich een eeuwig en oneindig wezen uitdrukt.
substantie = dat wat op zichzelf bestaat en uit zichzelf moet worden begrepen.
attribuut = datgene , wat het verstand opvat als uitmakende het wezen van een substantie.’
(p. 289)
Er is slechts één substantie in het universum, namelijk God, en alles wat bestaat, bestaat in God.
Zo ziet Spinoza God met de natuur samenvallen al vereenzelvigt hij God er niet mee. (p.420)
‘[..]Of wij kunnen zeggen dat alles geschiedt volgens de wetten van de natuur, of dat alles door Gods besluit en leiding beschikt wordt, wij zeggen hetzelfde.’ (p. 345)
Lastig te begrijpen maar:
God is liefde, is de liefde dan Goddelijk? Kunnen we liefde als God vereren?
Net zo min kunnen we naar mijn mening de natuur als God vereren.

Met zijn onvrije wil en deterministische denken kan ik wel heel goed uit de voeten.
‘Er bestaat in de geest geen onvoorwaardelijke of vrije wil; doch de geest wordt genoopt dit of dat te willen door een oorzaak, die eveneens door een andere oorzaak bepaald is, en deze wederom door een andere, en zo tot in het oneindige.’

Wat minder heb ik met zijn ongeloof in doelgerichtheid.
‘Wie aanneemt dat God of de natuur handelt om doeleinden te bereiken – wie doelgerichtheid ziet in de natuur – vat de natuur geheel verkeerd op en keert deze ondersteboven door de uitwerking aan de werkelijke oorzaak vooraf te laten gaan.’
Wat ik al eens meer schreef: wanneer er geen doelgerichtheid te bespeuren valt in de natuur hoe komen wij, mensen dan aan het idee van zingeving? Waarom stellen we ons doelen. Dat zou dan toch een heel raar verschijnsel zijn wanneer dat nergens in de natuur voorkomt?
Hoe komen we dan überhaupt aan dat idee?

Spinoza heeft niet veel op met de gereformeerde predikanten: ‘het al te grote gezag en de brutaliteit van de predikanten is de grootste bedreiging voor de vrijheid om te zeggen wat we
denken.’
Zo schreef hij aan zijn vriend Oldenburg. (p. 344)
Dan moet ik wel grinniken. De tijden zijn veranderd. Mensen zijn mondiger geworden en zelfs ik durf tegen predikanten in te gaan.
‘En geloof in wonderen is alleen te wijten aan onkunde over de werkelijke oorzaken van verschijnselen.’
Het lijkt op de uitspraak van Voltaire: ‘we noemen iets toeval wanneer we de werkelijke oorzaak niet kennen. Misschien heeft Voltaire (1694 – 1778) Spinoza wel gelezen.
‘Als er iets in de natuur zou gebeuren dat in strijd zou zijn met haar universele wetten, zou dit noodzakelijkerwijs ook in strijd zijn met het besluit en verstand en de natuur van God. God handelt dan in strijd met zijn eigen natuur. Er is niets ongerijmder dan dat.’
Zo stellig als Spinoza over wonderen spreekt zou ik het niet durven zeggen. Bij mij blijft daarover altijd nog een kiertje onzekerheid maar bij mij valt God dan ook niet samen met de natuur.

Meer dingen die mij zijn opgevallen:
De ontkenning van de ‘uitverkorenheid’ van het Joods volk. ‘hun uitverkiezing was tijdelijk en voorwaardelijk, en hun koninkrijk bestaat allang niet meer.’

Hij was verontrust over de manier waarop de Schrift werd vereerd. Men koesterde meer ontzag voor de opgetekende woorden dan voor de boodschap die ze wilden uitdragen.
Dat is mij uit het hart gegrepen. Wanneer mensen het hebben over Gods ‘onversneden’ of ‘onfeilbare’ woord en dat het ‘recht gesneden’ moet worden dan gaan ook bij mij alle alarmbellen af. Dan wordt de Schrift meer vereerd dan de Gever.
Spinoza ontkende de onsterfelijkheid van de ziel. Zelf ben ik daar weer iets genuanceerder in.
Wat betreft eeuwige beloning of straf: dat is iets waarmee de religieuze leiders hun kudde in bedwang houden.

En ja, jammer zijn ideeën over vrouwen. ‘Vrouwen moeten van de regering worden uitgesloten vanwege hun natuurlijke zwakheid.’[..]’Men mag gerust beweren dat de vrouwen van nature geen rechten hebben gelijk aan de mannen, en dat het dus niet mogelijk is dat beide geslachten samen regeren, nog veel minder dat mannen door vrouwen geregeerd worden.’ (p 442)

Echt hoor, hij had een slimme vrouw moeten hebben.......





zaterdag 25 februari 2023

Netflix

Soms heb ik van die periodes dat ik mijn geest even een andere kant op moet sturen en rust moet gunnen en dan kijk ik films of grijp naar een flutboek waar ik me vervolgens weer aan erger.

Met een film of goed boek kan ik even naar een andere wereld verhuizen wanneer deze onvriendelijke wereld me teveel wordt. Het voorlopige dieptepunt is de woke- actie om boeken te ‘verbeteren’. 
Daar ga je toch van over je nek. De volgende stap is verbranding.
Het liefst kijk ik dan ook films of series die mij meenemen naar andere werelddelen. Een andere manier van verhalen vertellen, andere gewoonten, andere tijden, andere sferen en andere klanken in mijn oren.

Netflix is dan een uitkomst. Lekker consumeren op aanvraag zonder reclames.
Scandinavisch, Koreaans, Chinees, IJslands, Spaans…….het maakt mij niet uit.

Helaas is daar ook niet alles even geweldig.
‘Elite’ is daar een voorbeeld van. Het is een Spaanse tienerserie die begint als een interessant verhaal over een school voor elitaire pubers in Zuid Spanje.
Op die school worden ook enkele jongeren toegelaten uit een ‘lager’ sociaal milieu.
Buitensluiting/ uitsluiting en het gevecht tegen vooroordelen zijn de voornaamste items die behandeld worden.
Hoe verder het verhaal komt hoe meer deze verwordt tot een oversekste serie waar het hele scala van één-lettergrepige afwijkingen op gender terrein kennelijk genormaliseerd moeten worden.
Zo onderwijst men de jeugd…
Het verbaast mij niet dat alle acteurs uit de eerste seizoenen zich er inmiddels hebben laten uitschrijven. Opgebouwde erotische spanning is zoveel mooier dan die losgeslagen-konijntjes-lust. 

Sommigen gaan ‘op wereldreis’, anderen gaan ‘elders studeren’ en een enkele ‘verongelukt’.
Dat zegt wel iets.

Nee, ik heb de serie niet uitgekeken. Het werd zelfs mij te dol.

De Koreaanse series die ik heb gezien (ja, er zijn ook te veel ‘actiefilms’) zijn heel anders. Bijna het andere uiterste. Hand vast houden of knuffelen is al heel wat. Seks bestaat daar volgens mij niet (grinnik) en vaak is dat een verademing. Er is tenslotte méér in het leven.
Het enig nadeel is dat het samoeraizwaard wel wat gemakkelijk wordt gehanteerd en dat ze van bloedspetters houden.
Maar dat gebeurt meestal zo snel en overdreven dat het minder beklijft dan bijvoorbeeld het weerzinwekkende realistische geweld in de film: 'Im Westen nichts Neues'.

Mr. Sunshine is zo’n serie. Een historisch en dramatisch verhaal over het verval van de Joseondynastie. Een slavenjongen die Korea ontvlucht maar later weer terugkeert als Amerikaans marineofficier.
Een ander is ‘The King; eternal Monarch’. Deze is wat ingewikkelder om dat het over twee parallelle werelden gaat: De republiek Korea en het koninkrijk Corea.
Daardoor moet je ook weer beter bij de les blijven. Ik moest denken aan 1q84 van Haruki Murakami.
En dat allemaal gespeeld door van die mooie mensen.
Ik denk dat God oosterse mensen als laatste heeft geschapen. Het meest geperfectioneerd.
Wat zijn wij dan in het Westen toch lelijke lomperds.
Het enige nadeel zijn die ingewikkelde namen. Het duurt lang voordat ik door heb welke naam bij welk persoon hoort.

De Scandinavische series blinken uit in detectives en thrillers. Goede scenario’s, niet langdradig. Soms is dat jammer maar vaak wel de beste keuze. Zoals ‘The Bridge’, ‘Borgen’ en ‘Trapped’.
Films over de Vikingen zijn weer een klasse apart. Vechterig en bloederig, maar dat is wat we van hen vroeger op school al hebben geleerd.
Dat zij zo diep Europa zijn binnengedrongen was voor mij nieuw.  Net als hun uitgebreide veroveringen in Rusland, Groot Brittannië, IJsland, Groenland en de Noordkust van Amerika.

Het is heerlijk grasduinen op Netflix: losse films of een serie over Marco Polo; over de Romeinse keizers; over El Chapo …….er valt altijd wel iets te kijken.
Dat is dan ook meteen de valkuil waar je alert op moet blijven. Zelf verbeeld ik mij dat ik analyserend kijk maar je wordt toch beïnvloed. Ik begrijp daarom ook dat er mensen zijn die er niets van moeten hebben.
  

 

zaterdag 28 juli 2018

Vrouwen en macht



Een manifest, geschreven door Mary Beard, een classicus uit het Verenigd Koninkrijk in 2017.
Ik las een digitale vertaling uit mei 2018.
Eerder las ik van haar SPQR.

In dit manifest mengt zij zich in de genderdiscussie en vanuit de Griekse en Romeinse oudheid probeert zij aan te tonen waarom we zijn zoals we zijn.
Uit ervaring weet zij wat het is om als vrouw niet serieus te worden genomen terwijl ze hoogleraar is in de oude literatuur.
Online krijgt ze soms de meest vreselijke -gendergerichte - aantijgingen om haar oren geslingerd wanneer zij zich ergens mee bemoeit.



Hoe komt het toch dat vrouwen door de eeuwen heen zo anders worden behandeld dan mannen? Nog steeds, al wordt het hier en daar wat subtieler.
Bijvoorbeeld: vrouwen mekkeren terwijl dat woord nooit voor mannen wordt gebruikt.
Waarom dwingen vrouwenstemmen minder respect af? Want daarom volgde Mw. Thatcher stemtrainingen; om haar stem lager te laten klinken en zo meer respect af te dwingen.
Daarom dragen Merkel en Clinton lange broeken, om toch maar aan te sluiten bij dat mannelijke wereldje. Heel fout natuurlijk, maar kennelijk nodig en effectief.
Het begint al in de oudste westerse geschriften: in de Odyssee van Homerus wanneer zoon Telemachus zijn moeder Penelope het woord ontneemt.
Dat patroon in niet veranderd.
‘Deze houding, aannames en vooroordelen zijn volledig bij ons ingebakken: niet in onze hersenen (er is geen neurologische reden om aan lage stemmen meer gezag toe te kennen dan aan hoge stemmen), maar in onze cultuur, in onze taal en in duizenden jaren geschiedenis.’

Beard gebruikt het voorbeeld van de ‘Miss Triggsbehandeling’. Iets wat veel vrouwen meemaken. Niet altijd direct maar wel vaak indirect.
Een cartoon waarop één vrouw en meerdere mannen rond een vergadertafel zitten. Eén van de mannen zegt na een opmerking van de vrouw: ‘Dat is een uitstekend voorstel, Miss Triggs. Misschien wil een van de aanwezige heren het ter tafel brengen.’
Zelf ontdekte ik in een film: ‘Something to Talk About’ ook iets wat zo bekend is.
Grace (Julia Roberts) is getrouwd met Eddie (Dennis Quaid) maar ontdekt dat hij vreemd gaat. In een gesprek confronteert zij hem hiermee. Dan weet Eddie het zo te draaien dat Grace de schuldige is en hij het slachtoffer en Grace tuint er ook nog in en houdt haar mond.
Domme film.
Dat ‘Adams’ gedrag zit er nog steeds in maar helaas heeft ‘Eva’ bijna nooit een slang voorhanden om de schuld verder te schuiven.
Ook gebeurt het in gesprekken wel dat wanneer je zelf met sterke argumenten komt, mannen zich opeens vaderlijk gaan gedragen of proberen een beroep te doen op je intelligentie en zeggen: ‘Maar je begrijpt zelf toch zeker wel dat..….’

Beards oplossing:
‘Je kunt vrouwen niet zomaar in een structuur inpassen die al als mannelijk gecodeerd is; je moet de structuur veranderen. Dat betekent dat je anders moet nadenken over macht. Het betekent dat je die moet loskoppelen van maatschappelijke prestige. Het betekent dat je gezamenlijk moet nadenken over de macht van volgers en niet alleen van leiders. Het betekent bovenal dat je moet nadenken over macht als een attribuut of zelfs een werkwoord (‘machten’), niet als bezit.’

Mooie theorie maar volgens mij moeten we gewoon leren dat soort dingen direct te analyseren en ter sprake te brengen en dat vooral vol te houden, wat de consequenties ook mogen wezen.
Helaas ben ik daar zelf niet goed in. Mijn hoop is gevestigd op de volgende generatie die meer geleerd heeft om te spreken in het openbaar.


zaterdag 19 oktober 2019

Westerse cultuurgeschiedenis 1000 – 1300 IIa Theologie en Filosofie


Twee lessen over Geloof en Rede in dit tijdvak en dat toegespitst op Anselmus van Canterbury en Pierre Abélard, Averroes en Thomas van Aquino.
Zij behoorden tot de scholastiek.
Theologie en Filosofie behoorden in die tijd bij elkaar.

Anselmus, diegene van de ‘verzoening door voldoening’ is ook van het eerste ‘Godsbewijs’.
Zelf zie ik dat niet als bewijzen maar meer als argumenten. Bewijzen zijn attributen voor de bèta vakken.
Anselmus was Italiaan van geboorte en belandde in Canterbury, Engeland omdat Willem de Veroveraar in 1066 hele stukken van wat nu het Verenigd Koninkrijk is, annexeerde. De abdij van Bec, waar Anselmus inmiddels prior van was geworden had landgoederen in Engeland. Zo raakte hij daar verzeild en werd aartsbisschop van Canterbury in 1089 tot zijn dood in 1109.
De docente gaf interessante teksten van Anselmus (Uit ‘Proslogion’ in een vertaling van Carlos Steel ) en Abelard, (uit ‘Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen’ wat ik nog ongelezen op de plank heb staan) van Averroes en Thomas van Aquino.
Het boek ‘Proslogion’ is helaas niet – betaalbaar! en in het Nederlands - te vinden via het web. Jammer want daar ben ik wel nieuwsgierig naar geworden.

Anselmus redeneerde vanuit het geloof: ‘Ik probeer niet Heer, in Uw verhevenheid door te dringen, want ik acht mijn verstand geenszins te vergelijken. Maar ik verlang ernaar uw waarheid, die mijn hart gelooft en bemint, tot op zekere hoogte in te zien. Ik zoek immers niet in te zien om te geloven, maar ik geloof om in te zien. Want ook dit geloof ik dat ik niet zal inzien, tenzij ik geloofd zal hebben.’
Zijn ‘Godsbewijs’ had ik eerder geformuleerd: ‘bedenk het allergrootste en allervolmaaktste wat gedacht kan worden. Groter dan dit denkbare is God. God is iets waarboven niets groters gedacht kan worden. Het is beter te bestaan dan niet te bestaan. Een niet bestaande God is kleiner dan een bestaande dus bestaat God.’

Maar nu wat preciezer uit de ‘Proslogion’ uit 1077: ‘Welnu, wij geloven dat Gij iets zijt waarboven niets groters gedacht kan worden.[…] Zo dan wordt ook de dwaas ervan overtuigd dat ‘iets waarboven niets groters gedacht kan worden’ op zijn minst in het verstand is, omdat hij dat, wanneer hij het hoort, verstaat, en al wat verstaan wordt in het verstand is.
En zeker kan datgene ‘waarboven niets groters gedacht kan worden’ niet in het verstand alleen zijn. Want indien het uitsluitend in het verstand is, dan kan men denken dat het ook in werkelijkheid is, hetgeen groter is. [..] Bijgevolg bestaat zonder enige twijfel ‘iets waarboven niets groters gedacht kan worden’ zowel in het verstand als in werkelijkheid.’

Een Benedictijnse monnik uit Frankrijk, Gaunilo, is bekend geworden om zijn (eiland) kritiek op Anselmus maar die had volgens Anselmus nu juist het punt gemist. En dat denk ik ook.
Het gaat niet om iets werelds, iets materialistisch maar om een scheppend bewustzijn wat wij kunnen bedenken.

Een paar belangrijke ethische vraagstukken: de keuzevrijheid en het kwaad.
Volgens Anselmus is de vrije wil niet het vermogen om te kiezen tussen goed en kwaad, maar het door God gegeven vermogen om voor het goede te kiezen.
Het kwaad op zichzelf is ‘niets’.
‘Het kwaad dat ongerechtigheid is, is altijd niets; maar het kwaad dat één of ander nadeel is, is zonder twijfel soms niets, zoals blindheid, en soms iets zoals verdriet en pijn; wij hebben altijd een afkeer van deze nadelen die iets zijn. Wanneer wij dus het naamwoord ‘het kwaad’ horen, vrezen wij niet het kwaad dat niets is, maar het kwaad dat iets is, dat volgt uit de aanwezigheid van het goed.’
Maar waar komt het kwaad vandaan? Hoe komt het dat mensen of engelen (de engelenval, wat in principe hetzelfde is als de mensenval * ) kunnen kiezen voor het kwaad?
We lazen een paar stukken, opgesteld als vraag en antwoord van een leerling tot zijn meester uit een boek van Dom F. Schmitt. (denk ik)
De engel/ mens wilde ‘wat niet behoorde’ omdat hij kón willen. Maar dat is niet de enige reden. Hij wilde omdát hij wilde. Hij is zijn eigen werkende oorzaak en zijn eigen gevolg. [..] ‘Want het willen is niets anders dan het gebruik maken van het vermogen om te willen, zoals het spreken en het gebruik maken van het spreken ook hetzelfde zijn.’
‘Even’ over nadenken. *grinnik*
Ik heb Hannah Arendt er nog op nageslagen maar zij behandelt Anselmus niet.

Dan was er de Universalieënstrijd tussen de Realisten en Nominalisten. Even simplistisch: de ideeën van Plato versus die van Aristoteles. Plato was Realist en geloofde stellig in een hogere, niet-zintuigelijke werkelijkheid en Aristoteles is meer van de concrete werkelijkheid om ons heen, een Nominalist.
Anselmus was Realist zoals nog steeds vele gelovigen.
In de vroege middeleeuwen was de invloed van Plato veel groter omdat er - in het westen - veel van Aristoteles verloren was gegaan. Edoch: Averroes uit Cordoba (Al- Andalus) heeft veel Grieks- klassieke werken weten te vertalen vanuit het Syrisch en Arabisch waardoor langzamerhand ook Aristoteles meer invloed kreeg in het westen.
Hier voel je de scheiding van geesten al aankomen: de Theologie en de Filosofie.
Meister Eckhart en Willem van Ockham spelen daarin een rol.

Abelard (1079 – 1142) dacht precies andersom ten opzichte van Anselmus: eerst begrijpen en dan geloven. ‘Theologie’ is redeneren over het geloof volgens principes van de methodische twijfel. Niets kan geloofd worden voordat het wordt begrepen. (Niet: ‘bewezen’!)
Daar is ook wel iets voor te zeggen. Hij was meer nominalist en verschoof naar het conceptualisme.
Volgens Abelard bestaat er geen kwade wil; daden zijn op zichzelf neutraal. Het is de intentie waaruit ze voortkomen die daden goed of kwaad maken. Dat vereist zelfkennis.
Door Bernardus van Clairvaux(1090-1153) werd hij beschuldigt van ketterij want wanneer alleen intenties gelden kun je zondige daden niet meer veroordelen. Welke macht heeft de kerk dan nog? Abelard denkt dat hij God door de rede volledig zou kunnen begrijpen volgens Clairvaux.
Dit alles was reden genoeg om hem de mond te snoeren. In 1141 werd Abelard veroordeeld tot zwijgen.

Iets, voor mij, boeiends uit het boek ‘Gesprek tussen een filosoof, een jood en een christen’:
‘Hij (Gregorius de Grote) zegt: ‘het geloof heeft geen enkele verdienste, als de menselijke rede daarvoor het bewijs levert.’
Omdat mensen uit uw kring niet argumenterend kunnen spreken over het geloof dat ze belijden, nemen ze onmiddellijk als troost voor hun onwetendheid hun toevlucht tot de woorden van Gregorius. Wat betekent dat in hun gedachtegang anders dan dat we elke vorm van geloofsverkondiging, dom of verstandig, in gelijk mate moeten aanvaarden? Want als over het geloof niet mag worden nagedacht, uit angst de verdienste ervan kwijt te raken, en als datgene wat men moet geloven, niet aan een kritisch oordeel mag worden onderworpen, maar meteen moet worden ingestemd met datgene wat wordt verkondigd, ongeacht de dwalingen die die verkondiging teweeg brengt, dan betekent het niets om dit geloof te aanvaarden. Als het niet is toegestaan om het verstand te gebruiken, dan mag men met het verstand ook niets afwijzen. [..] De christen blokkeert zelf volledig redelijke argumenten en staat iemand anders niet toe om fatsoenlijk over het geloof te discussiëren omdat hij dat zichzelf absoluut niet toestaat.’

De rest van dit boek moet ik dringend gaan lezen.

Abelard werd verder ook nog bekend omdat hij de helft was van een heel beroemd, maar tragisch liefdespaar.
Abélard en Heloïse hebben mensen geïnspireerd tot liederen, boeken, toneelstukken en films.

De twee heren, Averroes en Aquino komen, vanwege de lengte van dit bericht in een volgend blogje.


*Nu ik er nog een over nadenk is de engelenval toch anders dan de val van de mens. We weten bijna niets van die engelenval, als ie al plaatsgevonden heeft.
Maar daarvan uitgaande komt de engelenval uit de engel zelf voort en de val van de mens wordt van buiten hem/haar veroorzaakt. Als dat klopt is het een interessant verschil.




Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.