En er wordt veel aandacht gegeven aan kunstvormen van die dagen.
Al snel blijkt dat we de voorspelbare paden hebben bewandeld en blijft er een gevoel van moedeloosheid over dat we niet assertiever zijn geweest om onze idealen te verwezenlijken.
Cromwell blijft een gesloten man maar altijd loyaal aan de
koning en een pragmaticus. Ik ben benieuwd naar het laatste deel: ‘De spiegel
en het licht’.
Uit de geschiedenis weten we dat hij ook op het schavot zal belanden en zal worden
onthoofd. Akelig wanneer je een beetje vertrouwd bent geworden met hem.
Zijn zoon Gregory en neef Richard, die de naam Cromwell heeft aangenomen wandelen
met hem mee in dit boek. Gregory is een heel ander type dan zijn vader. Maar minstens zo slim. Hij zal
later trouwen met een zus van Jane Seymour en overlijden aan weer
een uitbraak van die ‘zweetziekte’. (Volgens de Engelse Wikipagina)
De betekenis die Cromwell voor Engeland heeft gehad zal nooit worden erkend,
denk ik zo.
Hij stamde af van een smid en ook al maakte dat hèm niet uit, hij
werd nooit op gelijk level gezien door alle anderen die aan dat hof rondliepen
en van hogere geboorte waren. De enige vriend die hij volgens mij had was, tot op zekere hoogte de koning en de
dichter Thomas Wyatt.
Intussen breidde hij wel berekenend en bedaard zijn financiën en bezittingen
uit.
Ik werd nieuwsgierig naar de stamboom van Cromwell dus ik heb er één op het wereldwijdeweb opgezocht. Via
Gregory, die drie zoons en twee dochters krijgt, heeft zijn naam een vervolg
gekregen.
De bekendere Olivier Cromwell is een afstammeling van een zus van Thomas, Katherine. Een
nazaat van Richard Williams, die Cromwell’s naam heeft aangenomen.
Wat speekt de mens meer aan? Woorden of beelden? Ik laat nu
doven en blinden even buiten beschouwing al kunnen doven woorden lezen en
blinden woorden horen.
Men vindt dat beelden meer aanspreken. Onze hele maatschappij is daar zo
langzamerhand op gericht.
‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’. Die uitspraak is bekend maar klopt
ie wel?
Een beeld kán meer zeggen dan duizend woorden maar dat hoeft niet per
definitie.
Wat zegt een beeld nu eigenlijk? Het is een moment opname, je weet niets van
het kader eromheen wat heel anders kan zijn dan dat je op het eerste gezicht ziet
en denkt.
Sommige beelden stoeien daar weer bewust mee.
Maar woorden kunnen juist ook in kleine aantallen flinke vergezichten leveren.
Letterlijk: ‘Denkend aan Holland zie
ik brede rivieren ….’
Of: ‘Het zijn de Joden niet Heer Jesu, die U kruisten….’
Maar ook:
“Het is gemakkelijk om van mensen te houden die in je herinnering leven, het
moeilijkste is echter om van ze te houden wanneer ze voor je staan.”
(Updike)
Bij alle woorden kun je jezelf eerst de vraag stellen: ‘Kloppen ze wel?’
Maar wat gebeurt er daarna met je wanneer je deze woorden leest? Buitelende beelden
in mijn brein.
Van de mensen uit mijn omgeving die overleden zijn; je wordt milder in het beoordelen van hun
‘zijn’; hun ‘to be’.
Van vrienden die ik niet vaak zie en waarvan ik merk dat de omgang toch weer gecompliceerder
is dan wanneer ze alleen in mijn gedachten leven. Maar dat is weer een uitdaging op zich.
Of: “De moeilijkheid met de wereld is dat de dommen zelfverzekerd zijn en de
verstandigen met twijfel vervuld.” (Russell)
Het klopt niet om het zo generaliserend te zeggen. Dommen (wie zijn dat?)
kunnen ook twijfelen en onzeker zijn en verstandigen (wie zijn dat?) heel zeker overkomen. Russell lijkt ook nogal
zelfverzekerd in zijn one-liner. Maar
hij was niet bepaald dom, dus kan het ironie zijn.
Deze woorden zeggen niet zoveel over de wereld maar juist over de persoon in
kwestie. Ze zeggen meer dan duizend beelden.
Met woorden kun je iemand te gronde richten. Of ze nu geschreven of uitgesproken worden. Met
een beeld niet, denk ik. Alhoewel:
wanneer ik denk aan meiden waarvan soms compromitterende foto’s viral gaan….
Maar daar zijn strafmaatregelen tegen opgesteld. De vrijheid van meningsuiting
staat te hoog in het vaandel om daar tegen iets te ondernemen.
Er is een film uit 2013: Words and Pictures.
Een docent
Engels (Clive Owen) en een docent Kunst (Juliette Binoche) kruisen de degens
met betrekking tot woorden en beelden. Het is een beetje een flutfilm maar het
onderwerp is wel aardig. Zeker wanneer de docent Engels erachter komt dat wanneer
woorden en beelden tekort schieten je dan uitkomt bij jawel..…..muziek!
Trouwens:
'Books aren't just made of words you know .......they are also filled with places to visit and people to meet. '
Begint de hele schepping niet met woorden die een maximale impact
hebben gehad? Hoe zou dat geklonken hebben?
“Er zij licht”.
Ben ik via het boek van Störig bij Hegel aanbeland en lees ik bij zijn ‘filosofie van de geest’ ongeveer dit:
Er is de subjectieve geest die het bewustzijn omvat; het leven van de individuele mens.
Vervolgens de objectieve geest; een gedachtensysteem wat te maken heeft met
gezin, maatschappij, staat en geschiedenis.
Daarboven verheft zicht de absolute geest. Hierbij is de geest van het anders
zijn weer teruggekeerd naar het zelf en
deze geest bestaat weer uit drie geledingen (Ja, Hegel zou een goeie dominee
zijn, hij verdeelt alles in drieën) : kunst, religie en filosofie.
De religie staat boven de kunst want de kunst toont de harmonie in zintuigelijke
vorm; in de religie is zij innerlijk aanwezig.
De filosofie daarentegen transformeert het in de kunst aanschouwde en in de religie
verbeelde en gevoelde, tot de zuivere vorm van de gedachte. Dan is de geest
geheel tot zichzelf gekomen.
Ik mag die man wel.
Er zal wel weer van alles tegenin gebracht zijn maar zover ben ik nog niet. Voorlopig boeit mij dit wel al wacht ik voor de zekerheid nog even met ‘Hegeliaan’ worden.
Vanwege het Coronavirus (hoe vaak heb ik die kreet al
gehoord de afgelopen weken…) heeft het HOVO de lessen digitaal doorgestuurd.
Nu kan ik aan mijn eigen bureau de lessen volgen via opgenomen filmpjes.
Eigenlijk best leuk al ga ik toch liever ‘naar school’ omdat al die koppen die
er dan ook zitten toch steeds vertrouwder worden.
Het handige van deze manier is dat je eens even kunt terugspoelen wanneer je
iets niet helemaal goed hebt gehoord.
Het onhandige is dat we de lessen literatuur nog gaan krijgen maar die heb ik
al ‘op papier’ gezet. Nou ja, kan ik in ieder
geval wel controleren of ik het een beetje goed gedaan heb.
De muzikale stijlen worden ingedeeld in :
Middeleeuwen 500 – 1400
Renaissance 1400 – 1600
Barok 1600 – 1750
Weense klassieken 1750 – 1800
Romantiek 1800 – 1900
Verder wordt het gewoon een chaos van stijlen, net als in de beeldende kunst. (mijn eigen woorden)
Het is geen strikte indeling, want muziek ‘verloopt’ geleidelijk maar dit is
handiger om te kunnen onthouden.
Na de Ars Antiqua werd in deze periode de 'Ars Nova' belangrijk.
Er werd meer gespeeld met de onderverdeling van een maat – van drie naar twee - en verschillende stemmen. Er werd ook steeds meer
wereldlijke muziek gecomponeerd in plaats van religieuze. Guillaume de Machaut
is een belangrijke componist uit die tijd. Hij was een tijdje in dienst van Jan
van Luxemburg van de Bohemen. (de Blinde)
Hij schreef ballades, rondelen en motetten.
In de motetten werd isoritmiek toegepast. Melodische en ritmische patronen schuiven over
elkaar in verschillende lengten waardoor verschuivingen optreden.
De stijlperiode Ars Nova werd opgevolgd door de Ars Subtilitor; grillige en
eigenaardige harmonieën zagen het daglicht. Aan dat geluid moet je inderdaad
heel erg wennen. Ik weet niet of me dat ooit gaat lukken.
Het kenmerk van de Renaissance muziek is de homogeniteit. John Dunstable (1385 - 1453) wordt gezien als een wegbereider.
Tekst was ondergeschikt aan de muziek. Voor mij heel logisch. Maar het gekke is
dat er nauwelijks instrumentale muziek is overgeleverd uit die tijd. We hoorden wel een stukje van Jacob Obrecht (1457 - 1505). En dat vond ik meteen weer mooier dan al dat gezang.
Voor mezelf heb ik daar een verklaring voor: vroegah….moesten wij goed
luisteren naar onze ouders. Vooral mijn moeder zei niet veel, maar wanneer ze
iets zei was het wel zaak om op te letten. “Listen
very carefully; I shall say this only once”
Mogelijk heb ik dat nu nog dat ik naar mijn gevoel ‘moet’ luisteren wanneer menselijke stemmen
iets zeggen. Daar word ik dus erg moe van. Zeker wanneer het maar door en door gaat en ik het niet goed versta
zoals dat bijna altijd met zangstemmen het geval is. Instrumentale muziek is
daardoor voor mij veel rustiger. Dat kan ik zonder consequenties laten gebeuren.
Het is heel boeiend om de ontwikkeling van de muziek te volgen maar ik kan eigenlijk niet wachten tot we een paar honderd jaar verder zijn.
Wolf Hall, geschreven door Hilary Mantel (1952) in 2009. Ze won er de
Booker Price van 2009 mee.
Het is een historische roman over Thomas Cromwell. Deze staatsman leefde van ongeveer
1485 – 1540 ten tijde van Hendrik VIII.
Een gedeelte van zijn leven was hij de vertrouweling van kardinaal Wolsey en
later van Hendrik VIII. Ik begrijp niet
waarom op veel uitgaves deze Hendrik VIII afgebeeld staat en niet Cromwell.
Geboren in Putney als smidszoon heeft hij zich aardig opgewerkt tot hof secretaris,
viceregent in godsdienstige aangelegenheden en werd Earl of Essex .
Het boek is geschreven vanuit zijn perspectief. Hilary heeft een aparte manier
van schrijven, niet echt gemakkelijk maar heel boeiend. Het lijkt mij lastig om
vanuit een mannenperspectief te schrijven maar het komt heel natuurlijk over al
kan ik dat als vrouw natuurlijk niet goed beoordelen. Wat kortaf en soms
knorrig. Wel met de nodige humor.
‘Ze halen tapijten van de wanden en laten kale muren achter. Ze worden
opgerold, de wollen vorsten, Salomo en Sheba; en wanneer ze in verstrengelde
nabijheid worden gebracht, vullen hun ogen zich met elkaar en ademen hun kleine
longen het weefsel in van buik en dijen.’
En wanneer Cromwell eens nijdig is: ‘Zijn gedachten borrelden en kolkten,
vloeken in het Toscaans, Putney-Engels en Castiliaans. Maar toen hij zijn
gedachten aan het papier toevertrouwde, kwamen ze eruit in het Latijn en keurig
gladgestreken.’
Als kind liep Cromwell van huis weg en belandde in Europa. Daar leerde hij
verschillende talen kennen en de volksaard van de Europeanen. Daar heeft hij zijn
winst mee gedaan. Volgens mij moet hij over een formidabel geheugen hebben
beschikt want hij ‘kende alle
families van Engeland en hun waarde. Hun bezittingen staan in zijn geheugen
gegrift tot op het laatste waterstroompje en kreupelbosje toe.’
Een cijfertjes man.
Minder geliefd was hij bij de Rooms Katholieke Thomas More.
More was conservatief ondanks zijn ‘Utopia’ en Cromwell heette protestant te
zijn al gaf hij eigenlijk niets om religie. Voor hem was het een
geldverslindende machinerie. More heeft ketters laten verbranden en liet mensen mishandelen. (de zaak Bainham) Maar daar is
niet iedereen van overtuigd. En Cromwell was ook geen lieverdje: hij zat in zijn maag met de zaak Elizabeth Barton.
Ze waren aan elkaar gewaagd, maar toen More weigerde de ‘Act of Supremacy' te
onderteken werd hij in 1535 opgesloten in de
Tower en niet veel later onthoofd.
Bijzonder is dat: wanneer je de wikipagina leest komt More over
als een sympathieke man. Wanneer je dit boek leest, helemaal niet.
De waarheid zal wel in het midden liggen zoals zo vaak.
Wat kunst betreft: Hans Holbein jr. liep aan het Engelse hof rond en schilderde vele portretten.
Op naar allerlei soorten deel II. Ten eerste van het boek en vervolgens van mijn javascript inspanningen want ik kan nu wel linken en plaatjes verplaatsen maar de tekst naast het plaatje zetten lukt me nog steeds niet.
Voorlopig is het weer genieten. Bij de boeken die geleverd
zijn zit een boek van H.J. Storig:
'Geschiedenis van de Filosofie'. Ik heb een veertigste druk uit 2018.
En wat daar zo leuk aan is, is dat het zo prettig leest. Ik kan het iedereen
aanbevelen die geen zin heeft in leren maar zich toch graag verdiept in de geschiedenis
van de filosofie. Dit boek lees je voor je plezier.
Ooit ben ik begonnen met ‘de wereld van Sophie’ van Jostein Gaarder. Gewoon om
een idee te krijgen wanneer en in welke volgorde filosofische hotemetoten
leefden en door welk gedachtegoed ze bekend geworden zijn. En wie beïnvloedde
en inspireerde nu eigenlijk wie.
Dit boek omvat ook de oosterse filosofie en gaat dieper op de materie in.
Het is ook leuk om te vergelijken met Russell’s boek waarvan ik een vierde druk uitgave heb uit 1975.
Voorlopig ben ik weer een halfjaar onder
de pannen. Tegen die tijd zal het normale leven wellicht z’n gang weer hebben
hernomen al zou dat natuurlijk wel heel raar zijn en zouden we dat niet moeten
willen.
Maar hoe dan wèl, dat wordt nog een lastige.
‘We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft
veroorzaakt.’
Met dank aan Einstein.
Met de update van Blogger ben ik heel mijn systeem kwijt. Ik kan niet meer linken en ik weet niet hoe ik mijn tekst naast het plaatje kan zetten.
Dat wordt ook weer puzzelen.
Inmiddels opgelost.