Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 13 mei 2020

Westerse cultuurgeschiedenis 1300- 1500 V Muziek

Vanwege het Coronavirus (hoe vaak heb ik die kreet al gehoord de afgelopen weken…) heeft het HOVO de lessen digitaal doorgestuurd.
Nu kan ik aan mijn eigen bureau de lessen volgen via opgenomen filmpjes. Eigenlijk best leuk al ga ik toch liever ‘naar school’ omdat al die koppen die er dan ook zitten toch steeds vertrouwder worden.
Het handige van deze manier is dat je eens even kunt terugspoelen wanneer je iets niet helemaal goed hebt gehoord.
Het onhandige is dat we de lessen literatuur nog gaan krijgen maar die heb ik al ‘op papier’ gezet.  Nou ja, kan ik in ieder geval wel controleren of ik het een beetje goed gedaan heb.

De muzikale stijlen worden ingedeeld in :

Middeleeuwen 500 – 1400
Renaissance 1400 – 1600
Barok 1600 – 1750
Weense klassieken 1750 – 1800
Romantiek 1800 – 1900 

Verder wordt het gewoon een chaos van stijlen, net als in de beeldende kunst.  (mijn eigen woorden)
Het is geen strikte indeling, want muziek ‘verloopt’ geleidelijk maar dit is handiger om te kunnen onthouden.

Na de Ars Antiqua werd in deze periode de  'Ars Nova' belangrijk.
Er werd meer gespeeld met de onderverdeling van een maat  – van drie naar twee -  en verschillende stemmen. Er werd ook steeds meer wereldlijke muziek gecomponeerd in plaats van religieuze. Guillaume de Machaut is een belangrijke componist uit die tijd. Hij was een tijdje in dienst van Jan van Luxemburg van de Bohemen. (de Blinde)
Hij schreef balladesrondelen en motetten.
In de motetten werd isoritmiek  toegepast. Melodische en ritmische patronen schuiven over elkaar in verschillende lengten waardoor verschuivingen optreden.  
De stijlperiode Ars Nova werd opgevolgd door de Ars Subtilitor; grillige en eigenaardige harmonieën zagen het daglicht. Aan dat geluid moet je inderdaad heel erg wennen. Ik weet niet of me dat ooit gaat lukken. 

Het kenmerk van de Renaissance muziek is de homogeniteit. John Dunstable (1385 - 1453) wordt gezien als een wegbereider. 
Tekst was ondergeschikt aan de muziek. Voor mij heel logisch. Maar het gekke is dat er nauwelijks instrumentale muziek is overgeleverd uit die tijd.  We hoorden wel een stukje van Jacob Obrecht (1457 - 1505). En dat vond ik meteen weer mooier dan al dat gezang.
Voor mezelf heb ik daar een verklaring voor: vroegah….moesten wij goed luisteren naar onze ouders. Vooral mijn moeder zei niet veel, maar wanneer ze iets zei was het wel zaak om op te letten.   “Listen very carefully; I shall say this only once”
Mogelijk heb ik dat nu nog dat ik naar mijn gevoel ‘moet’ luisteren wanneer menselijke stemmen iets zeggen. Daar word ik dus erg moe van. Zeker wanneer  het maar door en door gaat en ik het niet goed versta zoals dat bijna altijd met zangstemmen het geval is. Instrumentale muziek is daardoor voor mij veel rustiger. Dat kan ik zonder consequenties laten gebeuren.

Een andere belangrijke componist uit die tijd was Guillaume Dufay (1400 -1477) Het lied ‘Nuper rosarum flores’ van hem  wat bestaat uit coupletten van heel strikt, zeven lettergrepen en steeds veertien maten werd ten gehore gebracht bij de opening van de Santa Maria del Fiore in Florence in 1436. Hierboven een indruk van zijn notenschrift.
De renaissance muziek  is duidelijk  harmonieuzer dan de voorgaande.
Homogeniteit en harmonie stonden hoog in het vaandel. Dat hoorden we duidelijk bij Josquin Deprez (1450 - 1521), een leerling van Dufay. 
Theun de Vries heeft het in 'Het motet voor de Kardinaal' als volgt prachtig beschreven: ‘Ik vernam in het koor vele stemmen, die ieder voor zich schenen te zingen, zij stegen en daalden langs onzichtbare ladders over en naar elkaar, soms paarsgewijs, soms kruisten zij elkaars baan als kometen en sleepten een lange staart van harmonieën achter zich aan, zij hielden elkaar zwevend in evenwicht, en ondanks de kunstige verstrengelingen was alles sterk en doorzichtig als zilveren steigerwerk in de ruimte.’

Het is heel boeiend om de ontwikkeling  van de muziek te volgen maar ik kan eigenlijk niet wachten tot we een paar honderd jaar verder zijn.

 

dinsdag 12 mei 2020

Wolf Hall

Wolf Hall, geschreven door Hilary Mantel (1952) in 2009. Ze won er de Booker Price van 2009 mee.
Het is een historische roman over Thomas Cromwell. Deze staatsman leefde van ongeveer 1485 – 1540 ten tijde van Hendrik VIII. 
Een gedeelte van zijn leven was hij de vertrouweling van kardinaal Wolsey en later van Hendrik VIII. Ik begrijp niet waarom op veel uitgaves deze Hendrik VIII afgebeeld staat en niet Cromwell.

Geboren in Putney als smidszoon heeft hij zich aardig opgewerkt tot hof secretaris, viceregent in godsdienstige aangelegenheden en werd Earl of Essex .
Het boek is geschreven vanuit zijn perspectief. Hilary heeft een aparte manier van schrijven, niet echt gemakkelijk maar heel boeiend. Het lijkt mij lastig om vanuit een mannenperspectief te schrijven maar het komt heel natuurlijk over al kan ik dat als vrouw natuurlijk niet goed beoordelen. Wat kortaf en soms knorrig. Wel met de nodige humor.
‘Ze halen tapijten van de wanden en laten kale muren achter. Ze worden opgerold, de wollen vorsten, Salomo en Sheba; en wanneer ze in verstrengelde nabijheid worden gebracht, vullen hun ogen zich met elkaar en ademen hun kleine longen het weefsel in van buik en dijen.’

En wanneer Cromwell eens nijdig is: ‘Zijn gedachten borrelden en kolkten, vloeken in het Toscaans, Putney-Engels en Castiliaans. Maar toen hij zijn gedachten aan het papier toevertrouwde, kwamen ze eruit in het Latijn en keurig gladgestreken.’

Als kind liep Cromwell van huis weg en belandde in Europa. Daar leerde hij verschillende talen kennen en de volksaard van de Europeanen. Daar heeft hij zijn winst mee gedaan. Volgens mij moet hij over een formidabel geheugen hebben beschikt  want hij ‘kende alle families van Engeland en hun waarde. Hun bezittingen staan in zijn geheugen gegrift tot op het laatste waterstroompje en kreupelbosje toe.’
Een cijfertjes man.

Hij was getrouwd met Elizabeth Wyckes (Lizzie) en kreeg drie kinderen bij haar. Twee dochters en een zoon: Gregory.
Tijdens een virusziekte, (ja ja, toen ook al) die de  'Zweetziekte'  werd genoemd verloor hij zijn vrouw en zijn dochters: Grace en Anne. 
In zijn grote huishouden op ‘Austin Friars’ liepen ook verschillende protegés rond. 
Rafe Sadler was er een van. Niemand klopte tevergeefs bij Cromwell aan. Achter in het boek staat een lijstje met personen die deel uit maakten van het huishouden.
Dat zal niet uit de lucht zijn gegrepen al kan ik niet iedereen vinden via het wereldwijdeweb.
Ja, je moet wel je hoofd erbij houden want per personage worden soms ook nog eens meerdere namen gebruikt.

Na zijn rondzwervingen door Europa kwam Thomas in dienst van kardinaal Wolsey, adviseur van Hendrik VIII en studeerde rechten. Hij bleef loyaal aan Wolsey toen deze ter dood veroordeeld werd maar wist zich ook op de één of andere manier geliefd te maken bij de koning. Door eenvoudig te zijn wie hij was en mogelijk door zijn hulp bij Hendriks tweede huwelijk met Anna Boleyn en de losmaking uit de macht van Rome in 1534.
Dat was toen Clemens VII paus af was,  Giulio de ‘Medici en Paulus II , Allesandro Farnese, aantrad.

Minder geliefd was hij bij de Rooms Katholieke Thomas More. More was conservatief ondanks zijn ‘Utopia’ en Cromwell heette protestant te zijn al gaf hij eigenlijk niets om religie. Voor hem was het een geldverslindende machinerie. More heeft ketters laten verbranden en liet   mensen  mishandelen. (de zaak Bainham) Maar daar is niet iedereen van overtuigd.  En Cromwell was ook geen lieverdje: hij zat in zijn maag met de zaak Elizabeth Barton.
Ze waren aan elkaar gewaagd, maar toen More weigerde de ‘Act of Supremacy' te onderteken werd hij in 1535 opgesloten  in de Tower en niet veel later onthoofd.
 
Bijzonder  is dat:  wanneer je de wikipagina leest komt More over als een sympathieke man. Wanneer je dit boek leest, helemaal niet.
De waarheid zal wel in het midden liggen zoals zo vaak.

Wat kunst betreft: Hans Holbein jr.  liep aan het Engelse hof rond en schilderde vele portretten.


Op naar allerlei soorten deel II. Ten eerste van het boek en vervolgens van mijn javascript inspanningen want ik kan nu wel linken en plaatjes verplaatsen maar de tekst naast het plaatje zetten lukt me nog steeds niet. 
 

vrijdag 8 mei 2020

Module Filosofie

Vanwege de coronacrisis en de vrije tijd die dat levert heb ik maar weer eens ingeschreven op een module Filosofie bij het NTI. Om eindeloos sudoku’s op te lossen gaat ook vervelen. En lezen doe ik al veel. Mijn brein heeft behoefte aan nieuwe verbindingen.
Alle lessen zijn digitaal. Dat is wel zo prettig ook al is het even puzzelen; ik vergat namelijk mezelf een cijfer te geven voor een gedane opdracht. Wist ik veel. Voor de eerste opdrachten heb ik nu een nul ook al had ik ze goed.
Het enig nadeel is dat er een examen aan te pas komt en het voordeel is dat er een erkend diploma /certificaat aan de horizon gloort.

Voorlopig is het weer genieten. Bij de boeken die geleverd zijn zit een  boek van H.J. Storig:
'Geschiedenis van de Filosofie'. Ik heb een veertigste druk uit 2018. 
En wat daar zo leuk aan is, is dat het zo prettig leest. Ik kan het iedereen aanbevelen die geen zin heeft in leren maar zich toch graag verdiept in de geschiedenis van de filosofie. Dit boek lees je voor je plezier.
Ooit ben ik begonnen met ‘de wereld van Sophie’ van Jostein Gaarder. Gewoon om een idee te krijgen wanneer en in welke volgorde filosofische hotemetoten leefden en door welk gedachtegoed ze bekend geworden zijn. En wie beïnvloedde en inspireerde nu eigenlijk wie.
Dit boek omvat ook de oosterse filosofie en gaat dieper op de materie in.
Het is ook leuk om te vergelijken met Russell’s boek  waarvan ik een vierde druk uitgave heb uit 1975. 

Voorlopig ben ik weer een halfjaar  onder de pannen. Tegen die tijd zal het normale leven wellicht z’n gang weer hebben hernomen al zou dat natuurlijk wel heel raar zijn en zouden we dat niet moeten willen. 
Maar hoe dan wèl, dat wordt nog een lastige.
We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.’
Met dank aan Einstein.



Met de update van Blogger ben ik heel mijn systeem kwijt. Ik kan niet meer linken en ik weet niet hoe ik mijn tekst naast het plaatje kan zetten. 
Dat wordt ook weer puzzelen.
Inmiddels opgelost.

zaterdag 2 mei 2020

Belangrijk?


Iedere keer wanneer ik een berichtje plaatst denk ik bij mezelf: zijn er geen belangrijkere dingen op dit moment?
Maar ja, steeds maar over die Corona schrijven is ook niet leuk en ik wil ook niet dat het mij in figuurlijke zin gevangen houdt. Letterlijk is dat al lastig genoeg.
Er zijn wel dingen die ik in de gaten hou zoals de opnames in het ziekenhuis in mijn eigen gemeente en de groei van het aantal besmettingen. En natuurlijk de uitspraken van ene mijnheer T. die in Amerika woont. Een gevaarlijke man maar vaak zo hilarisch.

Waar ik het over wilde hebben: de column van Bert Keizer in de krant (Trouw) van afgelopen vrijdag.
Een citaat daaruit:
‘In de afgelopen veertig jaar is één ding constant gebleven in het euthanasiedebat: elke keer als er een grens werd getrokken, werd die onmiddellijk overgestoken op zoek naar de volgende grens. We gingen van terminaal zieken naar chronisch zieken, toen naar psychiatrisch zieken, toen naar beginnende dementie, toen naar ouderen met een stapeling van klachten, toen naar mensen met gevorderde dementie, en we stopten bij mensen met een ‘voltooid leven.’
Het is natuurlijk wel de vraag of het daarbij stopt maar dat terzijde.
Hier is voor mij duidelijk sprake van een ‘hellend vlak’, door de ervaring geleerd. Maar wij hebben als mensen onderling afgesproken dat zo’n argument in discussies niet geldig is. Het wordt gezien als een drogreden. (7.3 in de lijst)
Nu zat ik mij af te vragen waarom dat zo is.

Wanneer je zo duidelijk kunt aantonen dat er sprake is van zo’n hellend vlak, waarom is het in discussies dan niet toegestaan om het als argument in te voeren?
Klinkt het hier redelijk omdat het achteraf enigszins aantoonbaar is? Of omdat het per stapje wordt benoemd?
Zou het dan wel een geldig argument zijn wanneer je per stap in al zijn redelijkheid kunt voorspellen dat zoiets gaat gebeuren? Maar is dat mogelijk?
Het is een feit dat de menselijke aard tamelijk voorspelbaar is en in dit soort gevallen blijven mensen grenzen zoeken en blijven er ook overheen gaan.

In een ander geval, een theologische, waar ik zelf tegenaan loop is het een opmerking van het type: ‘Hoe kun je nog geloven wanneer je niet vasthoudt aan een schepping in zes dagen. Want waarom zou je de heilsfeiten dan wél letterlijk nemen.?’
Ik heb het zelfs moeten aanhoren dat ik dan geen christen kon zijn.
Dit is een drogreden omdat de tussenstapjes waardoor je van het ene punt op het andere zou belanden totaal gemist worden.  Oftewel de causale verbanden.
Die zijn waarschijnlijk ook niet te geven al ben ik er wel erg nieuwsgierig naar. Mijn ervaring is namelijk heel anders. Maar wanneer ze zouden kunnen worden benoemd lijkt het mij geen drogreden meer.

Dus pleit ik bij deze voor verandering van de retoricaregels.
Het ‘hellend vlak argument’ is voortaan geen drogreden meer mits het per stapje redelijk aantoonbaar is. Het is dan aan de antagonist om daar – redelijk - gaten in te schieten.




donderdag 30 april 2020

If


If you can keep your head when all about you
Are losing theirs and blaming it on you,
If you can trust yourself when all men doubt you,
But make allowance for their doubting too;
If you can wait and not be tired by waiting,
Or being lied about, don’t deal in lies,
Or being hated, don’t give way to hating,
And yet don’t look too good, nor talk too wise:

If you can dream — and not make dreams your master;
If you can think — and not make thoughts your aim;
If you can meet with Triumph and Disaster
And treat those two impostors just the same;
If you can bear to hear the truth you’ve spoken
Twisted by knaves to make a trap for fools,
Or watch the things you gave your life to, broken,
And stoop and build ’em up with worn-out tools:

If you can make one heap of all your winnings
And risk it on one turn of pitch-and-toss,
And lose, and start again at your beginnings
And never breathe a word about your loss;
If you can force your heart and nerve and sinew
To serve your turn long after they are gone,
And so hold on when there is nothing in you
Except the Will which says to them: ‘Hold on!’

If you can talk with crowds and keep your virtue,
Or walk with Kings — nor lose the common touch,
If neither foes nor loving friends can hurt you,
If all men count with you, but none too much;
If you can fill the unforgiving minute
With sixty seconds’ worth of distance run,
Yours is the Earth and everything that’s in it,
And — which is more — you’ll be a Man, my son!


Bekend gedicht van Rudyard Kipling (1865 - 1936)
Kipling is ook bekend van het Jungle Book met Mowgli.
De man is duidelijk van de vorige eeuw want waarom zou de wijze raad hierin besproken niet voor dochters gelden? Mijn feministische nekharen kriebelen een beetje. Zelf kende ik Kipling van 'the white man's burden', besproken bij een cursus. Ook gedateerd.
Ach, je moet ook alles lezen in de context van de tijd waarin het is geschreven.
Maar mijn laatste zin zou toch op z'n minst zijn:
And — which is more — you’ll be a Human, my son!


Wat heeft die man trouwens verschrikkelijk veel gedichten geschreven. Dit is een (rommelmarkt) pil van ruim achthonderd pagina's.


zaterdag 25 april 2020

De Bijbel


In dit geval geschreven door John Barton (1948) in 2019
en dan niet de Bijbel zoals we die kennen maar een boek óver de Bijbel.
Originele titel: ‘A History of the Bible: The Story of the World’s most Influential Book’
Barton laat in dit boek zien hoe de Bijbel zoals wij die kennen is geëvolueerd (oei, beladen woord) uit wetboeken, geschriften en brieven.
Ook Barton kijkt, net als Pagels met wetenschappelijke ogen. In de conclusie schrijft hij : “Net als in de rest van dit boek ga ik er niet van uit dat de lezers zelf gelovig zijn, alleen dat ze benieuwd zijn naar de plaats van de Bijbel in het geloof.”
Ik ben gelovig maar ook nieuwsgierig, dus kennelijk behoor ik niet helemaal tot de doelgroep van Barton. maar ik zie de Bijbelwetenschap als iets anders dan het geloof dat ‘de Heilige Schrift alles bevat wat nodig is voor verlossing.’
In mijn brein geeft dat geen problemen. Het zijn twee verschillende afdelingen. Een beetje zoals Spinoza dat ervoer: de betekenis van een tekst of het waarheidsgehalte zijn twee verschillende dingen.


Ik las weer een digitale editie naar de eerste druk want het is weer een dikke pil en als boek even te duur. Misschien een keer op de tweedehandsmarkt.
Het markeren en notities maken gaat me op de e-reader ook steeds gemakkelijker af. Er zijn dan ook weer heel veel stukken gemarkeerd.
Maar hoe krijg ik nu weer een samenhangend geheel. Pffft.
Het is een naslagwerk om te kauwen en weer eens stukken te lezen en te herkauwen.

In vier delen:
1. Het Oude Testament,
2. het Nieuwe Testament,
3. de Bijbel en zijn teksten en
4. De betekenissen
De vier delen bestaan weer uit verschillende hoofdstukken en daarin beschrijft Barton de geschiedenis van het Boek der Boeken.
Hoe uit de verhalen, mythen, gedichten, profetieën en spreuken een geheel ontstond. Wat kunnen we weten van de schrijvers en wat juist niet. Hoe zit het met de inspiratie van de Heilige Schrift, met zijn verspreiding en met al die vertalingen die we inmiddels hebben.
Wat werd eraan gerommeld, met goede bedoelingen natuurlijk, maar toch. *
Soms om het wat meer 'Christologisch' te laten kloppen? Dat idee heb ik gekregen bij psalm 22.
Iedere vertaler brengt zijn eigen context mee.
Het is niet een in beton gegoten geheel maar de Bijbel die we nu kennen heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Van boekrollen tot codices.
En er waren zoveel handschriften.
Wat was de invloed van ‘kerkvaders’ zoals Hieronymus, Origenes, Marcion, Luther en Tyndale. Van geschiedschrijvers zoals Josephus en Philo en van filosofen zoals Erasmus en Spinoza.
Hebben we nog iets gemeenschappelijks met de Joden en wat dan; met de Rooms Katholieken met hun Traditie en wat dan; de betekenis van de reformatie en nog veel meer.
Een bloemlezing van wat mij opviel en het besef dat dit de wetenschap is tot nu toe en dat ook niet alle wetenschappers het altijd met elkaar eens zijn:

1. Het Oude Testament.
Geschreven in de achtste eeuw BC en Prediker en Daniel in de tweede eeuw BC. De verhalen zelf zijn ouder maar hoe een orale traditie verliep is niet volledig helder te krijgen.
Het is de vraag of Mozes de schrijver was van de Pentateuch, men denkt ook aan Ezra.
Het dateren van Bijbels materiaal is enorm moeilijk; de oudste manuscripten zijn de Dode-Zee rollen uit de tweede eeuw BC.
Er is de Menerptah stele waarop Israël wordt genoemd maar dat is ook het enige in de Egyptische teksten.
Hier had ik ook al het e.e.a. op een rijtje gezet.
In het huidige Irak zijn kleitafelteksten gevonden, de Murashuteksten over een Joodse familie ten tijde van de Babylonische ballingschap. 538 BC. Dat zijn leuke weetjes.

De bloeitijd van de Joodse literatuur ligt iets eerder dan de klassiek periode van de Grieken en later dan de Egyptische en Mesopotamische teksten zoals het Gilgamesj Epos.
Barton schrijft uitgebreid over de teksten en hun verschillende stijlen. Over de profeten, wijsheden, psalmen en apocriefen. Over de Talmoed en de Midrasj.
In het OT draait het uiteindelijk om de verhevenheid van God, de autoriteit van Mozes, en de centrale plaats van de Thora.
Over de Goddelijke Inspiratie van de Bijbel en de onfeilbaarheid, over rabbijnen en kerkvaders met hun invloeden.
Origenes bijvoorbeeld vond het al getuigen van domheid om de schepping letterlijk te lezen.
Hij was dol op allegoriseren.

Ook Barton heeft zo zijn twijfels bij de gepersonifieerde wijsheid in het Spreukenboek. Ik schreef daar al eerder over.
Men leest daar altijd Christus in, waarschijnlijk gebaseerd op de Griekse tekst maar het Hebreeuws geeft daartoe geen reden. Het gaat gewoon over wijsheid. Je kunt kennelijk ook te Christologisch lezen.

2. Het Nieuwe Testament
Aandacht voor de datering, en stijlen De brieven van Paulus – tussen 40 en 60 AC - die ouder zijn dan de evangeliën en niet allemaal door hemzelf geschreven.
De triniteitsformule bestond al bij Paulus. (2 Kor 13:13) Werd later een dogma. Gedoe bij Erasmus over het ‘Comma Johanneum’.

De chronologie die binnen de brieven naar voren komt en die in het boek Handelingen beschreven wordt klopt niet.
Heeft Paulus nu 1x in de gevangenis gezeten of verschillende keren? Hoe belangrijk is dat?
Hoe zit het met de tegenstrijdigheid in de gehoorzaamheidteksten van de vrouw?
Volgens de NRSV zijn er zinnen aan toegevoegd zoals 1 Kor 14: 33b – 36 en heeft dat tussen haken geplaatst omdat het niet overeenkomt met eerdere uitspraken van Paulus.
Is de Colossenzen brief nu wel of niet door Paulus geschreven? Volgens Barton wel en volgens G. H. van Kooten in ‘Paulus en de kosmos’ in 2002 niet. (p 130) Nou ja, dat moeten de geleerde heren zelf maar uitvechten.
De Hebreeënbrief is in ieder geval niet van Paulus, dat is al door Origenes aangetoond. Later weer niet geaccepteerd natuurlijk (King James en onze Staten Vertaling) en nog weer later weer wel.
Konden Petrus en Jakobus als Aramees sprekende ongeletterden zulke brieven schrijven in het Grieks? Ook best een dingetje, ja.
Dat onder pseudoniem schrijven om gewicht aan een geschrift mee te geven was meer normaal dan nu.

Het synoptische probleem van vier verschillende evangeliën komt aan de orde; door wie en wanneer geschreven. Andere evangeliën, zoals van Petrus en Thomas zijn sowieso jonger.
De invloed van het Hellenisme wat alles en iedereen in die tijd beïnvloedde: In de Hebreeuwse bijbel is de onsterfelijkheid van de ziel niet duidelijk terug te vinden. Daar ben ik ook al eens tegen aan gelopen.

3. De Bijbel en zijn teksten
De Dode-Zee rollen zijn een belangrijk bron gebleken.
Wanneer is de canon ontstaan. Aan het einde van de tweede eeuw was er al een soort van consensus over de boeken binnen de canon. Dat was rond de tijd van Origenes. (185 – 253 )
Door Athanasius werd dat proces officieel bekrachtigd. De beruchte paasbrief van hem uit 367 AC. Het fragment van Muratori lijkt dat te bevestigen.
Niemand koos boeken of geschriften uit; ze werden gelezen, verdedigd en werden belangrijk.
Nog een oud geschrift onder vele anderen is de Didachè.

De verschillen in handschriften wordt aan de hand van voorbeelden uit de doeken gedaan
De uitspraken van Jezus over de echtscheiding bijvoorbeeld. Wat de oorspronkelijke vorm was is niet meer te achterhalen. In ieder geval kunnen we er van uit gaan dat Hij de vrouwen wilden beschermen tegen uitbuiting. Dat past inderdaad bij Zijn wezen, denk ik.

Van de Hebreeuwse Bijbel (OT) is één zorgvuldig beheerde tekst en dat is de Codex Leningradensis. Geschreven door de Masoreten in 1008.
De Dode Zee rollen, later gevonden maar ouder van datum staan dicht bij deze tekst.
De Septuagint, een Griekse vertaling van het OT uit de tweede eeuw BC die na verloop van tijd minder ‘Joods’ en meer ‘Christelijk’ werd.
Dus je beroepen op precieze teksten tijdens een discussie is een hachelijke zaak. Maar dar was ik zelf ook al achter gekomen. Vertalen is verliezen, per definitie.

4. De betekenissen
Voor Joden is de Bijbel geen boek over onheil en redding maar meer een van God ontvangen leidraad voor het leven. Joden en Christenen interpreteren daardoor heel verschillend en ontwikkelden zich op verschillende manieren .
De val van de mensheid komt behalve in Genesis nauwelijks voor in de Hebreeuwse Bijbel.
Ook volgens Bonhoeffer is ‘het geloof van het Oude Testament geen religie van redding’.
Volgens Joden kan elke passage bijdragen aan interpretaties van andere passages. Context doet er niet toe. Midrasj, het interpreteren en uitleggen komt in alle geschriften voor.
Je hebt ook nog pesjat, remez, derasj en sod. Die kende ik al.

Een aantal rabbijnse aannames over de Bijbel:
1. De Bijbel is een cryptische tekst
2. De Bijbel is altijd relevant
3. De Bijbel bevat geen tegenstrijdigheden (midrasj richt zich erop om de verschillen met elkaar te verzoenen)
4. De Bijbel is door God geïnspireerd.
Veel overeenkomsten dus met de Christelijke manier van uitleggen. Zij gaat er ook van uit dat de Bijbel een geheel is. Nu dan inclusief het NT. Origenes en Augustinus waren belangrijke uitleggers.
Verder ging zo ongeveer elke zichzelf respecterende theoloog/filosoof de Bijbel vertalen.
Dat gaat nog steeds door. En ieder weer met die eigen context.
Maarten Luther bedacht, behalve allerlei goede dingen, dat de Bijbel zijn eigen interpretator is. Dat kwam/kom ik op fora ook wel eens tegen en begrijp er niets van. De Bijbel zou zichzelf uitleggen?
Dan snap ik niet waar we al die theologen voor nodig hebben.
Zo gaat Barton de middeleeuwen door, de Verlichting en daarna. Het is teveel voor een staccato blogbericht als dit.
Een ieder leze zelf.




* een voorbeeld. Om polytheïsme tegen te gaan?
Deut 32 : 8 HSV
Toen de Allerhoogste aan de volken het erfelijk bezit uitdeelde, toen Hij Adams kinderen van elkaar scheidde, heeft Hij het grondgebied van de volken vastgesteld overeenkomstig het aantal Israëlieten.

Septuagint:
Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk en de mensen ieder hun deel gaf, bepaalde Hij de grenzen voor alle volken naar het aantal goden.

Zie ook Adam, Eva en de Duivel.


donderdag 23 april 2020

Ode aan een MP4 speler


In deze 'barre' tijden is het heel soms, echt heel soms aantrekkelijk om eens het een en ander op te ruimen. En dan vind je van die onverwachte dingen.
Mijn MP4 speler is al oud. Maar hij doet het nog prima behalve dat de batterij niet meer zo lang meegaat.
Bijna driehonderdvijftig nummers, waaronder grote symfonieën.
Ik speel hem random af maar het leuke is dat elk nummer echt mijn eigen uitgekozen nummer is. Ik heb er geen hele LP’s of CD’s op staan maar alleen de nummers die mij aanspreken.
Dus zeil ik van Brahms naar Beth Harth, van Grieg naar Giordano, van Ravel naar Richie en van Chopin naar Celine (op z’n Frans, want ze heeft een chansonstem, vind ik) met de daarbij behorende herinneringen en emoties.
Dat zijn er nogal wat.

Word ik nu toch zo oud dat ik achteruit ga kijken of is dit een gevolg van het thuiszitten vanwege de crisis?
Ik ben nooit zo’n achteruitkijker geweest. Wat vóór mij lag was interessanter, Maar er ligt niet zoveel meer voor mij. Dat versterkt het inactieve.

Mij melden bij een intensive care lijkt me ook niet handig want die zien er heel anders uit dan veertig jaar geleden toen ik nog met 'Astrupjes' door de gangen naar het lab moest rennen. En mijn rug gaat ook tegensputteren vermoed ik.
Allerlei vrijwilligers werk ligt ook stil en daar was ik nooit fan van. Hoe vrijwillig is vrijwilligerswerk?
Pas las ik bij Ephimenco in Trouw zo’n mooie kreet die daar voor mij mee te maken heeft: hij heeft een aparte box in zijn hoofd voor futiliteiten die hij moet aanhoren.
Dan moet ik wel grinniken. Bij mij klapt die box vanwege overvolheid regelmatig uit elkaar, dat heeft effect op mijn humeur en dan heb ik weer muziek nodig. Of een stevig, prikkelend boek.

Dus terug naar mijn MP4. Namen die ik nooit meer hoor staan erop zoals de ‘Mark and Clark band’. Een tweeling met een prachtig nummer uit 1977 met een sterke pianopartij. ‘Worn down Piano’.
Jostein Hasselgård: ook één keer een hit met ‘I'm not afraid to move on’ in 2003, het Songfestival en daarna nooit meer iets gehoord.
Van Alan Parson weet ik dat Eric Woolfson is overleden. Hij was de schrijver en de componist. Ja, dan houdt het op.
Net als Edith Piaf, Lou Rawls, Bob Marley en Leonard Cohen die zijn overleden en er ook allemaal opstaan.
Van The Eagles zijn er leden overleden, Neil Diamond zingt niet meer en ga zo maar door. Dat heb je met ouder worden. En dan heb ik het nog niet over die oude, gerenommeerde componisten; Mahler, Bruch, Beethoven, Mozart, Dvorak en Brahms, Gershwin en Rachmaninov.

Al die namen: Supertramp, Sting, Ramazotti, Fygi, Collins, Flairck, (ontdekt dankzij mijn bovenbuurman uit het appartementencomplex tijdens mijn opleiding en die een beetje verliefd op mij was, geloof ik), Georg Moustaki, Alice Cooper met dat ene mooie nummer, Katie Melua met haar prachtige stem maar 'jonge' teksten, voor zover ik daarna luisterde……en nog vele anderen.
Niet dat ik hen allemaal volgde; ik pikte er de voor mij mooie muzikale nummers uit.

Tjonge, wat een oude MP4 speler niet teweeg kan brengen.


Sorry, geen hymnen, psalmen en gezangen. Ze hebben hun eigen charmes maar voor mij zijn die muzikaal gezien niet interessant.