Ondertitel: een cultuurgeschiedenis van de hemel.
Geschreven door Catherine Wolff, vorig jaar september. In het Engels: ‘Beyond: How Humankind Thinks About Heaven’.
Deze dame heeft geen klinkende titels voor haar naam staan (of ze negeert ze) maar duidelijk is dat ze weet waar ze het over heeft en dat ze veel onderzoek heeft gedaan.
“Het is”, zo schrijft ze, “haar eigen zoektocht naar kennis van en hoop op een voortzetting van het leven”.
Nee, dit is geen boek over hoe de hemel eruit ziet maar hoe
mensen door de eeuwen heen erover hebben gedacht en geschreven en op andere
manieren zich hebben geuit.
Boeiende materie want iedereen denkt daar wel eens over; wat komt er na de
dood, bestaat er überhaupt een hemel - en hel - en hoe zien die er dan uit.
De gedachten over het hiernamaals uit alle grote religies komen langs: het Hindoeïsme en Boeddhisme, het Jodendom, de Islam en het Christendom. Plus wat kleinere bewegingen zoals het spiritisme waar Sir Arthur Conan Doyle een bekende aanhanger van was. Het boek ‘Arthur en George’ van Finch gaat daarover.
Psychedelica en wetenschappelijk onderzoek. Parapsychologie, de Godspot en BDE
ervaringen.
Wanneer ik zo lees over alle religies merk ik dat overal en
altijd het verlangen naar voren komt naar gerechtigheid, volmaaktheid en
voortbestaan. Soms in de vorm van reïncarnatie.
Elke religie heeft zo haar eigen beelden, woorden en vormen maar deze behoeftes
zijn universeel en kun je daarin teruglezen.
Dat is best wonderlijk.
De echte oorsprong van religie blijft in nevelen gehuld. En dat verbaast me
eigenlijk niet.
Wolff noemt wel de vijf stadia van John Lubbock: Atheïsme, Fetisjisme (god in een voorwerp), Totemisme( in de natuur zijn goede en kwade
geesten)en Sjamanisme (de goden leven in een afzonderlijk rijk) en de
afgoderij. (het maken van goden in menselijke gedaanten). Daar zouden volgens
mij de Dromers van de Aboriginals (p28 ) nog tussen gepast moeten worden maar
die waren mogelijk niet bekend bij Lubbock.
Ach, zo’n lijstje is ook weer aan veranderingen onderhevig. Merlin Donald dacht
er honderd jaar later weer anders over.
Hij gaat voor een ‘mimetische’ cultuur bij primaten. Gebaseerd op gebaren en
nabootsen waar dan weer rituelen uit voort vloeiden.
De oorsprong van religie kan liggen in het gevoel van betekenis geven wat zich
bij de bewustwording mee ontwikkelde; de overweldigende krachten van de natuur en
de daarmee gepaard gaande angsten. Of het geloof in een voortzetting van dit
leven na de dood wat kennelijk toch universeel lijkt te zijn.
Maar dán moet er logischerwijs in de mens iets zijn wat ‘on-lichamelijk’ is
denk ik. We noemen dat nu de ziel.
Wellicht is het een combinatie van al deze factoren. Hóe je in het hier en nu
leeft is wel van belang. Ook een universeel idee.
In het Jodendom gaf God zijn wetten aan de joden voor het leven maar er werd weinig over de dood of wat erna komt gesproken. Er ontwikkelde zich wel een idee over het hiernamaals, de Sjeool. In het Grieks: Hades
En volgens mij van de 'Olam Haba' de toekomende wereld. De tijd van de Messias.
Maar oké, dat is in het hier en nu.
In het Christendom, meer gebaseerd op het Nieuwe Testament, golfde het geloven in hemel en hel wat heen en
weer. Jezus verkondigde het Koninkrijk de Hemelen en sprak over de levende
doden in Matt 22: 29, 31-32. In Matt 25 spreekt Hij over het laatste oordeel
waarin de mensen die rechtvaardigheid verspreiden, hongerigen voeden, zorgen
voor de armen en verdrukten en de vreemdeling welkom heten. Zij zullen in
heerlijkheid worden opgenomen.
Paulus sprak over een transformatie van gelovigen die steeds meer op Jezus
zouden gaan lijken en hij verwachtte een spoedige wederkomst met daaraan
verbonden een eeuwig leven.
Dat bleek niet te kloppen want we zijn nu tweeduizend jaar verder, dus moet er
geherinterpreteerd worden.
In de vroege tijd en middeleeuwen ontstonden levendige beelden over het leven
hierna: denk aan Jeroen Bosch, Dante Alighieri en Michelangelo. Dat was wel zo
handig om de grote groep van ongeletterde gelovigen in het gareel te houden.
Na de reformatie en contrareformatie gingen de ideeën en meningen uit elkaar
lopen.
Mystici en pragmatici ontwikkelden allemaal hun eigen ideeën; er zijn er
inmiddels net zoveel als er kerkverbanden zijn.
Op een dag zullen we het weten (of nooit, wanneer er niets is maar dat geloof ik niet) want tot nu toe
is er ‘niemand die met een verifieerbaar verslag uit het hiernamaals is teruggekomen.’
In de andere religies zijn ook allerlei gedachten over het leven hier en
hierna. De overkoepelende ideeën zijn dat je goed leeft en dan beloond zult
worden.
'Wat gij niet wilt dat u geschied....'
Daartussen is het Christendom toch uniek.
Omdat we niets hoeven te doen voor een leven in de hemel of op de vernieuwde
aarde; het is allemaal voor ons gedaan. We hoeven het alleen maar te geloven.
Eerst de overgave in geloof en dan zul je het zien. Dan ga je anders denken en
anders willen. Meer in overeenstemming met de Goddelijke wil die Hij kenbaar
heeft gemaakt in zijn leefregels. Ehm…wel met vallen en opstaan. Helaas.
Nu was er nog iets wat ik wilde melden maar dat floepte mijn brein weer uit.
In ieder geval geeft een leven na dit leven hoop aan talloze
mensen al is het niet aan iedereen. Er zijn er die beslist geen leven na dit leven ambiëren.
Langzamerhand raak ik er ook van overtuigd dat a(nti)theïsten een vorm van
angst kennen. Een angst van een ‘Olam Haba’ die niet onder controle te krijgen
is, nu niet en ‘morgen’ ook niet in tegenstelling tot het geloof in de
wetenschap. De wetenschap heeft de pretentie en illusie om alles op een dag
onder controle te hebben. Dat was in ieder geval het streven van Stephen Hawking.
Bij zoiets vaags als een hiernamaals zal dat nooit lukken en het roept vaak angst
op wanneer je niet weet waar je aan toe bent.
Wat moet je met een ‘Lichtstad met uw paarlen poorten…’ ?
Ik moet altijd een beetje grinniken wanneer
dit gezongen wordt. Zeker, het is hoopgevend maar of het realistische is blijft
wel de vraag.
Het komt uit de Openbaringen van Johannes, het laatste Bijbelboek. Maar in zijn
visioenen komen zoveel wonderlijke
beelden naar voren dat ik ze niet meer letterlijk kan nemen.
Het is ook duizend keer boeiender om naar betekenissen te zoeken.
Iets waar ik bijvoorbeeld steeds weer tegenaan loop is dat Hemelse
Jeruzalem waar zij, die Zijn geboden doen naar binnen mogen. (Openb 22: 14, 15) Ontuchtplegers, moordenaars en leugenaars
mogen die stad niet in. Maar, zo vraag ik mij dan af: zijn die daar dan nog? Zijn zij niet allang geoordeeld en weg?
Misschien moet ik het geestelijk allemaal eens in elkaar zien te passen. Werk
aan de winkel.
Al met al is het boek een aanrader ook al valt het mij op dat ze weinig schrijft over de hel.
…Who Wants to Live Forever?....