Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Wetenschap en geloof. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht Wetenschap en geloof. Sorteren op datum Alle posts tonen

dinsdag 29 december 2015

God vergeten


Geschreven door Hans Hillen in november van het bijna afgelopen jaar.
ondertitel: ‘gedachten over de mens in een tijdperk van technologie’

Hillen (1947) studeerde sociologie en journalistiek, is lid geweest van de eerste én tweede kamer en was tijdens het kabinet van Rutte 1, twee jaar lang minister van Defensie.
Hij is een waarnemer en probeert in dit boekje zijn bevindingen te delen.
Mijn oog viel op de zinsnede ‘totalitaire staat’ die door Hannah Arendt ook vaak werd gebezigd en mijn belangstelling was geboren.

Hillen benadert problemen in de samenleving vanuit de religie of eigenlijk meer het wegvallen daarvan.
Hij heeft een pragmatische manier van omgaan met religie en betoogt dat met het vervagen van de religie in onze samenleving het morele kompas van de mens slijtplekken is gaan vertonen.*
De overheid probeert dat te verhullen met steeds meer wetten en regels en toezicht om het gewenste gedrag af te dwingen maar wanneer dit doorzet belanden we in een totalitaire staat.
Het is aan de mens zelf om dat te voorkomen door zich als een moreel en ethisch mens te gedragen. En waarom niet teruggrijpen op de 10 eenvoudige leefregels die het fundament van het joods-christelijke geloof zijn?

Ik kan het daar alleen maar mee eens zijn. Natuurlijk zijn ongelovigen ook ethische mensen en vaak ook nog beter dan gelovigen maar zij hebben geen ijkpunt, geen autoriteit om zich naar te voegen.
Moet dat dan?
Ik denk dat alleen heel sterke persoonlijkheden op zichzelf moreel en ethisch kunnen blijven en handelen; juist ook wanneer de verleiding komt.
Het gros van de mensheid is daartoe niet voortdurend in staat. Denk ik.
Wie zichzelf een beetje kent......en dan geldt natuurlijk weer: zoals de waard zelf is....

Ooit las ik een boek van Patrick Loobuyck : ‘Moraal zonder God?’ (uit 2005).
De ‘dood van God’ is een verlies voor de moraalfilosofie en hij pleit vanwege het ontstane dilemma voor ‘moreel fictionalisme’. Het net doen alsof terwijl we weten ‘dat God dood is’.
Hoe ingewikkeld wil je het hebben?
Het lijkt een variant op Voltaires uitspraak: ‘Als God niet bestond moesten ze Hem uitvinden’.
Het is in ieder geval een erkenning dat we zonder het geloof in een Hogere Autoriteit die van ons verantwoordelijkheid vraagt en zal vragen, een probleem hebben in de moraalfilosofie.
In principe is de atheïstische mens in zijn morele activiteiten door niets gebonden.
"Als men bij de mensheid het geloof in de onsterfelijkheid vernietigt dan verschrompelt niet alleen de liefde , maar ook iedere vitale kracht die het leven op aarde voortdrijft. Sterker nog: in dat geval zal niets meer amoreel zijn, alles zal geoorloofd zijn tot aan kannibalisme toe." (p 94/95 van de gebr. Karamazov van Dostojewski. Ik heb een Pandorauitgave)
Ook Immanuel Kant deed al een poging en bedacht het categorische imperatief – de zedelijke norm die absolute geldigheid heeft - met behulp van het redelijke criterium van de universialiseerbaarheid.
Dat betekent: de norm volgens welke ik handel moet voor iedereen kunnen gelden. Die norm mag niet worden beïnvloed door verlangens, sympathie of antipathie; ze moet goed zijn in zichzelf.
Maar uiteindelijk erkende ook Kant dat moreel handelen alleen maar zinnig is in een moreel universum.

Terug naar Hillen.
Hij pleit voor zingeving zoals ook Hannah Arendt deed maar Hillen doet dat vanuit de religie.
‘Waardepatronen hebben worteling nodig in een onderliggen zedenleer om te blijven voortleven [..]en religie is een duurzame voedingsbodem gebleken door de eeuwen heen. Naastenliefde en onbaatzuchtigheid verschralen wanneer de kweekgrond gaat ontbreken.

Ook over de ‘ongelimiteerde vooruitgang’ van Hannah ofwel de wetenschap doet Hillen uitspraken. ‘De mens die in elk opzicht zijn eigen lot wil besturen, (en dat loopt zo langzamerhand de spuigaten uit) loopt het risico zijn eigen belang nog meer te overschatten dan hij toch al doet. Dat gaat ten koste van het belang van anderen. Dat leidt tot een onaangename samenleving.’
‘Met technologie wordt het Nirwana niet bereikt’.

Nee, in de vooruitgang zonder zingeving zullen geen antwoorden gevonden worden op de grote levensvragen.

Hillen is niet bang voor de Islam. Deze is onderling teveel verdeeld om een werkelijk gevaar te vormen voor het westen. Hij breekt wel een lans voor de Moslims die hier komen en vanuit hun referentiekader een cultuurschok lijken te ondergaan wanneer ze ontdekken dat wij zelf al geen respect hebben voor onze eigen cultuur en overheid.

Het kleine boekje van maar 89 bladzijden maakte best wel veel los. Hij schrijft tamelijk ingedikt en er valt nog veel meer over te zeggen.

Eén flink punt van kritiek heb ik wel: hij gaat er te gemakkelijk vanuit dat een mens een vrije wil heeft en lijkt zich helemaal niet bewust te zijn van alle discussies hierover door de eeuwen heen.


*
Ter illustratie uit de krant (AD) van vandaag (30 dec. 15)
Op de voorpagina - dat zegt als iets! – staat een bericht over Hollanders die illegaal in Duitsland vuurwerk inslaan omdat het daar goedkoper is.
‘Dat ze illegaal bezig zijn deert hen niet’, “de politie controleert toch niet.”

Ja, dan zijn we diep gezonken en solliciteren we naar een totalitaire staat.

'De toestand van de menselijke moraal valt in twee zinnen samen te vatten: We zouden moeten. Maar we doen het niet.'
Kurt Tucholsky
Duits schrijver 1890-1935



woensdag 30 mei 2018

Oorsprong


Geschreven door Dan Brown in 2017. Van hem heb ik al meerdere boeken gelezen. ( O.a. 'Inferno' ) en het concept is duidelijk.

Voeg theologie, filosofie en kunstgeschiedenis samen in culturele (hoofd) steden; voeg ingrediënten toe zoals een fysieke of mentale bedreiging voor de mensheid et voilà......
Het was weer een pageturner.

Theologie: waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe.
In beeld gebracht door een schilderij van Paul Gauguin met de titel: D’où venons-nous? Que sommes-nous? Où allons-nous? (een schilderij wat je van rechts naar links moet ‘lezen’)
Filosofie: William Blake, Winston Churchill en een snufje Nietzsche.
Culturele steden: Bilbao met het Guggenheim, Barcelona met de Sacrada Familia en het Casa Mila en Madrid.
Mentale bedreiging: strijd tussen geloof en wetenschap en Artificiële Intelligentie (Ik herinner me uit een college dat Douglas R. Hofstadter over AI nogal wat heeft geschreven. Daar moet ik me ook eens in verdiepen.)
En natuurlijk: Robert Langdon met een vrouwelijke sidekick.

Edmond Kirsch is futuroloog; hij houdt zich dus bezig met de toekomst en heeft een paar zeer geavanceerde computers ontworpen waarvan één met de naam Winston. Dat die een erg grote rol zou spelen kreeg ik best snel door.
Daarom was de ontknoping niet helemaal een verrassing voor me. De ander computer is de E-wave.
En wat gewoon leuk was: wij zijn, behalve in Bilbao, op al die plekken geweest die hij noemt in zijn boek.
Ik heb zelfs nog een foto (via de spiegel) van de kettinkjes die Gaudi inspireerde voor de Sacrada uit het Casa Milà. Bovenste etage. In dit boek de plaats waar Edmund Kirsch woonde.

Wanneer je thuis bent in de materie is het geen probleem maar anders is het wel handig om wat kreten te kennen zoals o.a. de Turingtest, het Miller-Urey experiment en Abiogenese.
Verder heb ik op het www nog gezocht naar de uitspraak van William Blake die een rol speelt in het boek: ‘De duistere religies hebben afgedaan & het licht der wetenschap straalt.’


Die uitspraak heb ik niet kunnen vinden; wel deze:
‘Kunst is de boom van het leven. Wetenschap is de boom van de dood.’
(Art is the tree of life. Science is the tree of death.)
Die lijkt er behoorlijk tegenin te druisen.



vrijdag 20 mei 2016

The Lost World of Adam and Eve


Geschreven door John H. Walton in 2015.
Walton is hoogleraar Oude Testament. (systematische theologie noemt hij ergens)

Het boek heeft als ondertitel: Genesis 2-3 and the Human Origins Debate
Omdat ik dit boek graag wilde lezen en er geen Nederlandse versie beschikbaar is, moest ik mijn luiheid en gemakzucht maar overwinnen en het in het Engels lezen.
Het is prettig dat het boek uit korte hoofdstukjes bestaat.
Walton heeft een eigen kijk op de eerste hoofdstukken van Genesis en wil de Bijbel vooral zelf laten spreken maar dan vooral in de context van de vroege Midden-Oosten cultuur. En dat kunnen we omdat we nu veel meer daarover weten.
Hij gaat dus niet in discussie met de wetenschap.
Aan (bijna) het einde van het boek illustreert hij dat met behulp van een schilderij van van Gogh en een foto gemaakt door de Hubble telescoop.
Allebei vertellen ze waarheid maar op een totaal verschillende manier.

Na het bestuderen van de oude teksten die we hebben komt hij tot de conclusie dat creëren in de Bijbel te maken heeft met het ordenen van de materie.
Duisternis en zee en materie zijn ‘in den beginne’ ongeordend. Er is niets functioneels. (vanuit het Goddelijke point of view neem ik aan)
Met creëren wordt bedoeld dat het de ongeordendheid oplost. En niet dat er niets zou zijn.
Dat komt overeen met het Enuma Elisj; het scheppingsverhaal van de Babyloniërs waarvan de oudste vondsten van 2000 BC dateren.

Ik heb een uitgave van dat scheppingsverhaal van Selma Schepel uit 2002. Ik moest wel grinniken toen ik de prijs zag bij Bolcom. Ik heb het ooit uit de ramsj gevist bij Donner. 5 euro. Hier volgen de eerste zinnen:
‘Toen boven de hemelen nog niet genoemd waren,
het land beneden nog geen naam had,
Apsu, de allereerste, hun verwekker,
en oermoeder Tiamat, hun aller moeder,
hun wateren zich mengden,
het grasland niet gebonden was,
het rietland niet gevlochten, toen geen van de goden was verschenen,
nog niet bij naam genoemd, geen lot bepaald, …
toen werden goden gevormd in hun diepte,
ontstonden Lahmu en Lahamu, werden bij naam genoemd.’


Wanneer je Genesis 1 leest in het Hebreeuws zijn er verschillende woorden voor scheppen: bara en asah. Bara heeft te maken met ordenen en het verlenen van een functie; asah met het bezig zijn met materie.
Zelf vond ik het ook wonderlijk dat ‘bara’ voorkomt in het eerste vers en dan pas weer in het 21ste vers. (‘tools’ en ‘interlineair’ aanklikken bij het bewuste vers en verder gebruik maken van Strongs numbers)
De verklaring van Walton: In het oude oosten was de zee het terrein van chaosmachten. God geeft hier een functie aan de dieren in de zee. De vijfde dag was weer een dag waarop de focus lag op ordenen en een functie geven: wordt talrijk naar je aard.
Een paar jaar geleden kreeg Ellen van Wolde de volle laag toen zij opmerkte dat ‘bara’ ook ‘scheiden’ kon betekenen. Ook zij vergeleek e.e.a. met Mesopotamische teksten.
Zij komt tot de volgende vertaling: ‘In het begin waarop God de hemel en de aarde scheidde, en de aarde ongegrond was en zonder fundament, en duisternis over de diepte lag, en Gods adem zwevende was over de wateren, zei God: ‘Er zij licht’.
Dat er niet te verwaarlozen invloeden zijn tussen de Mesopotamische geschriften en de Bijbel blijkt uit het feit dat ook in de Bijbel wordt gesproken over deze goden: Tammuz in Ezechiel 8:14.
Tammuz, de (Sumerische) god van de vruchtbaarheid.

De ‘schepping’ van de mens in vs 27 was dan ook meer het toebedelen van een functie: dienen als vice-regenten van God in een heilige, geordende ruimte/tempeltuin (Sacred Space) en daarmee het proces van ordenen voortzetten naar de volmaaktheid.
In die zin was het goed/tov.
Wij zijn geschapen naar Zijn beeld en hebben de functie verkregen om te onderwerpen en te heersen.
Wij representeren Hem in deze wereld. Ik kan daar in meekomen; er staat niet voor niets dat God hen de levensadem inblies (Gen 2:7)
Walton ventileert hetzelfde type ideeën die ik ooit las bij Pé de Bruin in ‘Geen geloof zonder bewijs’ uit 1983 en waarin ik in die tijd heel wat eye-openers las en wat mij leerde ook eens met andere ogen te lezen in plaats van met ‘voorgeprogrammeerde ogen’.
God regelde voor de mens een ‘house’; een omgeving en gaf hem de opdracht er een ‘home’ van te maken; een plek om te leven met God. Een heilige ruimte.
Helaas faalde deze eerste bijzondere mensen en stelden zichzelf in het centrum waardoor de bedoelde orde werd verstoord. Sindsdien is er wat dat betreft niet veel veranderd.

Hier komt ook een verschil naar voren met de andere oude scheppingsverhalen: In de Bijbel zijn de zon en de maan gewoon lichten. In andere culturen zijn het goden.
Nog een belangrijk verschil: de Bijbelse God maakt alles ten behoeve van de mens. In andere culturen doen de goden alles ter ere van zichzelf en laten zich niets gelegen liggen aan de mens.
Oude culturen hebben afbeeldingen van goden; Wij zijn het beeld van God
en het unieke van de Bijbelse JHWH God is dat Hij een relatie wil met mensen.

De naam Adam wordt in de Bijbel vaak gebruikt als archetype en niet als die specifieke mens.
Het woord formeren of vormen heeft niet altijd te maken met materiaal.
Bijvoorbeeld Zach 12:1: daar formeerde (yatsar) God de geest van de mens.
Eva werd niet gemaakt van een rib maar werd weggenomen uit de zijde van Adam. Dit is ook ‘archetyperend’ bedoelt. Wanneer je de juiste wederhelft tegenkomt maakt het weer één geheel. Wat ik al lang dacht. Zouden er echt nog mensen rondlopen die geloven dat Adam rond liep met een rib minder dan zijn nazaten?

Die slang. Wat moeten we daar mee. Veel heeft Walton uit de oude Egyptische geschiedenis. Slangen komen uit de chaoswereld; de non-order. Hadden slangen voorheen pootjes? Nee, dat een slang op zijn buik moet kruipen wil aantonen dat hij voor ons nu niet meer gevaarlijk is. Hij is zijn aanvallende positie kwijtgeraakt. Farao’s hadden soms nog wel een slang op hun hoofdtooi in opgerichte, aanvallende houding.
Stof eten is ook niet echt normaal voor een slang. Daarmee wordt bedoeld dat de slang wordt verbannen naar de onderwereld.
Er schijnt een afbeelding te zijn van Horus, die de kop van een slang plet met de hiel van zijn voet. Dat maakte voor die tijd duidelijk wie de macht had. Zie ook psalm 8 in een goede vertaling.
Walton spreekt veel over orde, non-orde en wanorde. (order, non-order en disorder)
Ik kan daarin wel meekomen. Het paradijs was een ‘vooruitgeschoven post’ van heilige ruimte van orde in een (al langer bestaande) ‘non-order’ wereld. Adam en Eva kregen de opdracht de orde uit te bouwen. Zij faalden en faciliteerden op die manier ‘disorder’.
Het heilige der heilige in tabernakel en tempel waren ook zulke ‘posten’. Plaatsen waar de hemel de aarde ontmoette.
Jezus, de zoon van God bevocht de wanorde met meer succes: genas mensen, stilde de storm en overwon de dood. Na Pinksteren is elke gelovige zo’n ‘post’. Hoe meer posten hoe meer orde. Althans; zo zou het moeten en kunnen zijn.
Het boek Openbaringen spreekt erover dat in de nieuwe wereld de zee er niet meer zal zijn, dat betekent dat er geen 'non-order' meer zal zijn. Geen chaosmachten meer.

De relevante teksten uit de brieven van Paulus over deze materie worden in dit boek door N.T. Wright (Nieuw- Testamenticus) behandeld in een excurs.
Eén ding hierover wat mij aansprak: zoals God zich ooit een mens uitkoos uit Ur der Chaldeeën en vervolgens een joods volk uit de vele volkeren op aarde, zo koos God ook die (eerste) twee mensen uit, uit de velen op aarde. Ze kregen een speciale taak maar faalden. Op die manier moeten we ook Paulus lezen. ‘Wanneer we Genesis en de menselijk oorsprong bestuderen zonder de oproep dat wij, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen mensen zijn die vernieuwd zijn door Jezus Christus, dan missen we het punt.’
Dat denk ik ook. God startte de heilsgeschiedenis met dit koppel. Dat is iets anders dan wereldgeschiedenis.

Ik vond het lastig om er een samenhangend verhaal van te maken; hij zegt ook zoveel.
Iedereen zou dit boek moeten lezen. Ik hoop dat er snel een Nederlandse vertaling komt. Dan wil ik het nog eens lezen want ja, het gevoel dat ik misschien toch weer dingen heb gemist blijft aanwezig.





woensdag 4 januari 2012

Kunst in de Bijbel

In de loop van de jaren dat we als commissie bezig zijn met kunstwerken voor onze kerkzalen werd ik steeds nieuwsgieriger op welke manier er een ontwikkeling van kunst in de heilshistorie is weergegeven. Hieronder volgt een samenvatting van bevindingen en gedachten.

Kunst is o.a. betekenis geven aan de behoefte aan schoonheid. Meteen dringt zich de overeenkomst op met religie. Religie is de behoefte aan zingeving dat net als de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid diep vanuit ons binnenste omhoog borrelt. Bij de één wellicht wat heftiger dan bij de ander. Kunst en religie houden zich dan ook allebei bezig met datgene wat niet meetbaar is in tegenstelling tot de wetenschap. Ze spreken daardoor ook een verschillende taal.
In de Bijbel wordt die eerste behoefte aan schoonheid genoemd in Gen 4: 21. Daar wordt beschreven dat Jubal de zoon van Lamech en Ada de vader wordt genoemd van allen die een goede greep hebben op harp en panfluit. Muziek.
Met veel anderen ben ik het eens dat muziek de hoogste kunstvorm is; de meest intense kunstvorm. Een kunstvorm die alle mensen weet te raken van (ongeboren)baby’s tot dementerende ouderen toe. Muziek kan een helende werking hebben voor mensen in depressies, zoals bijvoorbeeld koning Saul.
Oren zijn belangrijker dan ogen, zo dacht Luther en hoorden we dat in de preek van ds. X over het tweede gebod. Het geloof is uit het gehoor…. over het algemeen.
Onwillekeurig schoot mij het Sh’ma Israël in gedachten uit Deut 6: Hoor! Israël…..
Wat is doofheid akelig.

Na de beschrijving van de ontdekking van de muziek door Jubal, is Exodus 31 een volgende stap in deze ontwikkeling. In deze stap ontmoeten de beeldende kunst en religie elkaar. Kunst wordt in dienst gesteld van de religie.
Het volk Israel is bevrijd uit de slavernij en trekt door de woestijn. God geeft daar aan Mozes de opdracht voor de bouw van de tabernakel en geeft uitgebreid aanwijzingen hoe deze gebouwd moet worden. Dat was een lastige opdracht, want Mozes was wel opgeleid door de Egyptenaren (Hand 7: 21-22) maar dat was voornamelijk in lezen, schrijven, wiskunde, astronomie en astrologie. Ook wel in de architectuur, maar de Oudegyptische architectuur was gericht op constructies voor de eeuwigheid (volgens Wikipedia) en dat is heel anders dan een tent die door een voorttrekkend volk steeds meegenomen moest worden.
De Israëlieten hadden bij hun vertrek uit Egypte goud, zilver en kledij geëist en gekregen. (Ex 12: 35, 36 ) Deze middelen werden ingezet bij de bouw van de tabernakel.
God koos mensen uit en vervulde hen door middel van de Heilige Geest met wijsheid, verstand en kennis. Voor zover ik heb kunnen nagaan is dit de eerste keer in de Bijbel dat de Geest van God zo uitdrukkelijk aan een mens wordt geschonken. Hij gaf hen daarnaast creatieve gaven. Gaven om te bedenken, te ontwerpen.
Deze Bezaleël en Aholiab kregen daarbij ook nog de gave van onderwijzing om hun kennis door te geven aan de bouwers en borduurders. (Ex 35: 35)

Even tussendoor: In Jeruzalem staat de Academy of Arts and Design die vernoemd is naar deze Bezaleël!

God gaf aan Mozes uitgebreide aanwijzingen mee. Ex 25 t/m 30. Regelmatig schrijft de HSV daar: ‘…het werk van een kunstenaar’. God gaf de mensen de talenten en mogelijkheden om dingen uit te denken; om zelf ook creatief te zijn. God creëerde de mens immers naar Zijn eigen beeld en gaf hen de aard mee dat zij in deze verkregen vrijheid hun creativiteit en mogelijkheden zouden kunnen ontdekken en ontwikkelen. Die vrijheid is overigens voor de ontwikkeling van kunst wel belangrijk.
Beeldende kunst was de Israëlieten niet vreemd; de tabernakel bevatte cherubs op het verzoendeksel van de ark. Op de gordijnen in de ark stonden ook cherubs. De menora werd versierd met amandelboommotieven; het symbool voor vruchtbaarheid, opstanding en leven. (T. Labuschagne, doctoraalscriptie 1993)
Tijdens de woestijnreis moesten de Israëlieten in opdracht van God kijken naar een koperen slang voor genezing. Oftewel: leren om God op Zijn woord te geloven ook al gaf een slang misschien wel een negatieve associatie als we het verhaal over de zondeval erbij betrekken.
In de Schriftgedeelten over de tempel die door Salomo werd gebouwd lezen we over cherubs, leeuwen, lelies, granaatappelen en vlechtwerk. (1 Kon 7 v.a. vs 13) Een koperen zee die rustte op beelden van runderen. Salomo liet speciaal voor deze kunstwerken een brons- en koperwerker komen uit Sidon. Granaatappels zijn het symbool van voorspoed en vruchtbaarheid, Lelies het symbool van reinheid en zuiverheid.
Ook de tweede tempel werd voor zover de middelen dat toelieten versierd en alle gouden en zilveren voorwerpen die Nebukadnezar had geroofd werden op bevel van Cyrus van Perzië weer teruggegeven. (Ezra 6)
Kunnen we dat allemaal eigenlijk wel kunst noemen?
Naar de maatstaven van deze tijd niet, nee. In de Bijbel en nog lang daarna werd/wordt kunst het meest gezien als handwerk/ techniek. Bijvoorbeeld in Hand 19: 24 waar Demetrius tempeltjes van Diana maakte…trouwens ook kunst in dienst van religie en in Openb. 18: 22 bij de val van Babylon wordt kunst genoemd. Op beide plaatsen wordt het woord ‘technè’ gebruikt; daar zit ons woord techniek in. Vakmanschap. Ambacht.
Dat is niet wat wij in deze tijd onder kunst verstaan (al moet vakmanschap er wel degelijk onderdeel van zijn), maar vroeger zeer zeker wel. Het is wel degelijk uiting geven aan de behoefte aan en het verlangen naar schoonheid en betekenisgeving.

In het nieuwe testament lezen we niet veel over kunst. Het land was bezet door de Romeinen en vrijheid is belangrijk bij de ontwikkeling van kunst. In een periode van bezetting hebben mensen wel andere dingen aan hun hoofd denk ik dan. Praktisch gezien waren er misschien weinig tot geen materialen voorhanden.

Eén ding is heel duidelijk: De Bijbel zelf is een literair kunstwerk en heeft door de eeuwen heen ontzettend veel kunstenaars geïnspireerd tot het creëren van kunstwerken en doet dat nog steeds. In de muziek, in de beeldende vorming, in de proza en poëzie ….tot in films toe.
Daar mogen we de Ene dankbaar voor zijn.

dit artikel is verschenen in ons kerkblad van november 2011

dinsdag 25 oktober 2016

Het boek van de Stad der Vrouwen

Geschreven door Christine de Pisan in 1405. Ja u leest het goed.
Het eerste feministische boek uit de wereldliteratuur en uitgegeven – hoe kan het ook anders – door de Feministische Uitgeverij Sara in 1984.
Christine was als kind, geboren rond 1364 ergens in de buurt van Venetië, een slim meisje en dat werd opgemerkt door haar vader. Hij stimuleerde haar – bij gebrek aan een zoon, die later wel kwam - om verder te leren.
Op vijfjarige leeftijd emigreerde de familie naar Frankrijk. Vader de Pisan had een belangrijke functie aan het Franse hof gekregen.
In 1389 werd zij weduwe, bleef met drie kinderen achter en moest aan de kost zien te komen. Dat deed zij door te schrijven. Tussen 1390 en 1429 verschenen er tien poëtische en elf prozawerken. Voornamelijk over de vrouwen en de politieke thema’s van haar tijd.
Het verhaal dat zij naar aanleiding van al haar vragen over de sekseongelijkheid schrijft, is allegorisch, wat in die tijd heel gewoon was.

Christine heeft zo haar vragen over die ongelijkheid want ze heeft ongetwijfeld gehoord of gelezen over Thomas van Aquino 1225 – 1274 en ik kan me zo voorstellen dat zij daar ook al depressief van geworden is:
“Tenslotte kwam ik tot de conclusie, dat het een verachtelijke daad van God was, toen Hij de vrouw schiep en ik verwonderde mij erover hoe een zo waardige werker er ooit toe overging om een dergelijk slecht werkstuk te maken, daar, zoals deze schrijvers zeggen, de vrouw een vat is, dat als het ware alle kwaad en alle ondeugd in zich bergt.”
Dan krijgt zij drie dames op bezoek met de namen: Rede, Rechtvaardigheid en Recht.... ik moest onwillekeurig denken aan de drie rrr’s waarmee ik opgevoed ben: Reinheid, Rust en Regelmaat. Ach, hebben ze niet allemaal zo hun charmes? /sarcasm

Deze dames zijn een drie-eenheid.
Door middel van een vraag en antwoordspel roepen de drie R-dames Christine op om een stad te bouwen. Een zinnebeeldige stad.
Eerst wordt Christine opgeroepen om haar eigen verstand te gebruiken: “We zijn gekomen om je te troosten, omdat we medelijden hebben met je verwarring, waarin je verkeert en willen je uit je onwetendheid halen, die je eigen verstand zo verblindt, dat je datgene wat je zeker weet, afwijst en geloof hecht aan hetgeen je slechts weet, ziet of kent door een aantal meningen van anderen.”
Zij helpen haar met die bouw en beginnen met de fundamenten.
Die bestaan uit de dappere vrouwen uit de mythen, sagen en legendes.
Het zijn volgens ‘vrouwe Rede’ de vrouwen die niet vies zijn van oorlog voeren en rijken veroveren of te heroveren.
Ze doen voor mannen beslist niet onder.
Er komen er verschillende uit de geschriften van Herodotus en Ovidius. Soms is het niet duidelijk of het feiten zijn of fictie is. Maar dat maakt eigenlijk niet zo uit.
Alhoewel: misschien zijn er verhalen van dames die wel feitelijk waar zijn maar door mannelijke schrijvers naar het land der fabelen zijn verwezen/geschreven. Dat zou heel gemakkelijk kunnen.
Later in het boek vond ik zoiets over Dido, de vrouw die Carthago stichtte.
Op de Nederlandse Wikipagina staat er meteen ‘mythologie’ achter. Op de Engelse site niet.
Volgens Christine schreef Flavius Josephus al over haar.
Eigenaardig.
Wie weet wordt Marie Curie ook nog eens mythologisch......
Wat zou Christine trouwens genieten van de lijst van vrouwelijke Nobelprijswinnaars. Al vind ik het nog wat aan de magere kant.

De muren worden volgens ‘vrouwe Rechtvaardigheid’, gevormd door vrouwen die uitblonken in goedheid, mededogen en zorg. Plus de vrouwen die uitblonken in de wetenschap.
Veel wordt overgenomen – begrijp ik – uit de geschriften van Giovanni Boccaccio, een Italiaans schrijver en dichter. (1313 – 1375) Wat hij schrijft is kennelijk boven alle twijfel verheven.

De bewoners vormen een bonte groep van wijze vrouwen die - naar mijn bescheiden mening – toch weer van alles ondernamen ter eer en meerdere glorie van hun mannen.
Tussendoor worden er vragen van Christine beantwoord. Ook zij vroeg zich al af of het waar was dat vrouwen soms verkracht willen worden. Nee, toen ook al niet. /sarcasm
Of er een verschil is tussen slimheid en wijsheid; ja, het ene komt door leren, het andere is een gave Gods maar alle twee samen is goed.
Of vrouwen zich kleden om te verleiden. Nee, zij houden gewoon van schoonheid en opsmuk.

Wie mogen er nu in de mooiste woningen en de hoogste torens wonen? Dat bepaalt ‘vrouwe Recht’. De hoogste toren is natuurlijk voor ‘de maagd’ Maria. Koningin des Hemels.
De andere mooiste onderkomens zijn voor maagden die hun leven lieten door martelingen vanwege hun geloof.
Zo wordt de stad der vrouwen voltooid en is een schuilplaats en burcht geworden tegen vijanden en aanvallers.

donderdag 16 februari 2012

God Exi (S)t?

In onze plaatselijke krant werd een debat aangekondigd tussen Koert van der Velde, oud-journalist van ‘Trouw’ en godsdienstwetenschapper ….en agnost, althans in dat hokje heb ik hem gestopt naar aanleiding van zijn uitspraken al noemt hij zichzelf a-gelovig en Arjan Markus, missionair predikant in Utrecht, Jacobikerk. Ik heb de kleine moeite genomen om er heen te gaan. Beide heren hebben een boek geschreven en debat zou gaan over hun verschil in visie.
Koert heeft het boek geschreven: ‘Flirten met God’ met als ondertitel ‘religiositeit zonder God’.
De titel van Arjan’ s boek luidde: ‘Adieu God’ met als ondertitel ‘over het afscheid van de persoonlijke God’.
Als eerste mochten de heren iets zeggen over hun overtuigingen en boeken en vervolgens over het boek van de opponent. Het boek van Arjan stelt de vraag of een afscheid van een persoonlijke God onvermijdelijk is voor weldenkende mensen. Hij geeft de nodige argumenten waarom dat niet noodzakelijk is.
Het boek van Koert slaat een andere richting in: wanneer je niet meer gelooft in God maar wel behoefte hebt aan religieuze ervaringen, wat doe je dan? Hij wil komen tot een nieuw begrip van religie. Want religiositeit is aspirine voor de ziel. Kracht om het leven aan te kunnen.
Daarbij moest ik denken aan die keer dat we in een kibboets waren in Israël en de reisleider ons vertelde dat deze kibboetsim begonnen zijn op atheïstische basis maar dat de behoefte aan religiositeit met de bijbehorende tradities zo groot werd dat er na een aantal jaren een synagoge is gebouwd om aan die behoefte tegemoet te komen.

Daarna kwamen de nodige stellingen voorbij. De eerste twee waren:
-- Een leven met traditioneel geloof is zinvoller dan een leven zonder dat geloof.--
-- Het is mogelijk om zonder geloof religieuze ervaringen te hebben.--
Bij de eerste stelling was de verhouding ongeveer 2:1 die het ermee eens waren; de tweede stelling liet een verhouding zien van 4:1 eens/ oneens. Deze stellingen zouden aan het eind van de avond nog eens langskomen om te zien of de meningen waren bijgesteld.
Met beide stellingen was ik het eens, alleen met de eerste wat intuïtief. Waarbij ik dan weer twijfelde of het echt mijn intuïtie was of dat het een uitvloeisel was van mijn gedegen gereformeerde opvoeding.
In de loop van de avond kon ik dat echter voor mezelf beter gaan formuleren.
Helaas wilde het debat nergens echt gaan knetteren. Het bleef naar mijn gevoel te netjes, te informatief, te vrijblijvend. Terwijl het onderwerp van vooral Koert toch wel interessant was voor mij. Met Arjan was ik het toch wel eens. De discussies met atheïsten heb ik genoeg gevoerd om tot het besef te komen dat, even voor de duidelijkheid generaliserend, ze niet willen erkennen dat er meer is dan de zichtbare/kenbare werkelijkheid of het echt niet kunnen. Bij de laatste groep moet ik dan weer denken aan het boek van Swaab: ‘Wij zijn ons brein’. Die titel klopt natuurlijk niet en ik denk dat Swaab dat ook wel weet, maar een controversiële titel verkoopt nu eenmaal beter.
Koert pleitte voor flirten met God; er zijn zoveel mensen die aan toevalligheden belang hechten. (Voor mij zijn dat de ietsisten) Hij gaf als voorbeeld het verschil tussen een mooi en een geniaal kunstwerk waarbij een kunstenaar bij een geniaal werk meer het gevoel heeft dat hij slechts een doorgeefluik is; hij meer het gevoel heeft dat er andere krachten werkzaam zijn.
Twintig procent van de ongelovigen hebben wel eens iets hogers ervaren. De vraag is dus: hoe gaan we daarmee om. Kun je dat religieuze ervaringen noemen. Daar wordt onder verstaan ervaringen die achter de grenzen van je begrip liggen. In principe zijn dat dezelfde ervaringen die gelovigen soms hebben en die wij aan God toeschrijven. Deze vraag werd naar mijn gevoel onvoldoende beantwoord. Is het een kwestie van preciezere definities? Een kwestie van te verschillende brillen? Of is toch de gave van het geloof en de overgave hieraan cruciaal? De discussies met het publiek werden soms toch weer een 'wij' tegen 'zij'. Er kwamen ook mooie getuigenissen voorbij maar, hard als ik denk, daar zijn debatten niet voor. Als het de bedoeling was om het een debat wetenschap versus geloven te laten zijn dan had de leiding een ander tegenover Arjan moeten zetten. Nu had het meer een debat van verschillende manieren van omgaan met religie moeten zijn. Dat hadden de beide heren hier en daar wel door maar het publiek wat minder naar mijn gevoel. Jammer dat dat besef in dit soort dingen pas later komt wanneer alles is bezonken. Mijn bezinkingssneldheid is wat aan de lage kant. Een debat leiden…daar zal ik dan maar nooit aan beginnen.

Nu mijn overdachte antwoord op de eerste stelling:
Als het zo is dat het leven van Jezus op aarde zinvoller was dan een willekeurig ander leven dan is het leven van een christen, die de opdracht heeft gekregen om gelijkvormig te worden aan Jezus (= traditioneel gelovige) dus zinvoller dan een leven zonder dat geloof.

woensdag 6 november 2013

God bewijzen

Geschreven door Stefan Paas en Rik Peels, uitgegeven in 2013.
Ondertitel: argumenten voor en tegen geloven.
Zulke boeken trekken altijd heel erg mijn aandacht omdat ik mij jaren geleden op de apologetiek heb gestort en alle nieuwe uitgaven die daar betrekking op hebben opslurp. Maar zo langzamerhand lees ik niet veel nieuwe dingen meer.

De titel bevreemde mij. God bewijzen. Dat kan niet. God hoort vooral bij de metafysische werkelijkheid en bewijzen zijn attributen die bij de fysische werkelijkheid/ wetenschap horen.
Misschien is dit net zo’n poging als ‘Wij zijn ons brein’ van Swaab.
Een stellige titel waarbij je al vraagtekens hebt maar die je toch nieuwsgierig maakt en de kooplust prikkelt.


Het boek is opgedeeld in vijf flinke hoofdstukken die weer zijn onderverdeeld en gelukkig allemaal een conclusie hebben. Prettig voor mijn seniorenbrein.
In de proloog komt het al aan de orde: het is belangrijk om redelijke argumenten, geen bewijzen, te hebben waarom je gelooft.

Hoofdstuk 1 en 2 betogen dat het heel redelijke is om te geloven en dat je daar eigenlijk geen argumenten voor op tafel behoeft te leggen; dat de ongelovige maar moet aantonen waarom het niet redelijk zou zijn. Paas en Peels leggen de ‘bewijslast’ bij de atheïst met het voorbeeld van een stofzuigerverkoper. Wanneer je als gelovige een goede stofzuiger hebt zal een stofzuigerverkoper moeten aantonen dat ie niet deugt of dat zijn stofzuiger beter is dan de mijne.
Of dat gaat werken betwijfel ik intuitief. Wij hebben iets moois aan te bieden, waarom zouden we dat simpelweg niet doen? Als het heel natuurlijk is om te geloven – en dat geloof ik ook - moeten we oppassen om niet al te veel in de verdediging te schieten.

Lezende weg verbeelde ik mij dat ik dingen herkende van het vrijdenkersforum waar ik een tijdje lid ben geweest en waar ook Stefan Paas eens pogingen deed de goegemeente aldaar iets zinnigs bij te brengen.
Het 3e hoofdstuk is het langste en betoogt waarom de argumenten tégen het bestaan van God niet overtuigend zijn.
In het 4e hoofdstuk wordt een leven zonder God besproken en in het 5e de argumenten vóór het bestaan van God. Voor mij als gelovige was dat het minst interessante maar dat geven de schrijvers ook aan: gelovigen zouden het kunnen overslaan. (Behalve de uitleg van het ontologische Argument van Anselmus, de weerlegging van Immanuel Kant en de weerlegging daar weer op. Par 5.8 Ik geloof dat ik het nu echt begin te snappen.)

Het 4e hoofdstuk vond ik meest boeiend. Daarin wordt een poging gedaan verder door te denken over een wereld zonder God en een Goddelijke moraal.
Ze halen Nietzsche aan, die ik zie als een sterk, visionair HSP-er (High-Sensitive-Person) met zijn ‘God is dood’ verhaal. Door de secularisering onderschatten we het gapende, moraalloze gat dat onder onze beschaving ligt.
Wat gaat het opleveren wanneer we niet meer teren op de Joods Christelijke beschaving/ moraal en zelf de regels moeten gaan bepalen?
Je hebt dan in mijn ogen sowieso een autoriteitsprobleem.
Natuurlijk zijn er de basale regels van het gezonde verstand, bij P&P de ‘onderbouw’ genoemd. Maar hoe lang zijn de regels voor de steeds wisselende ‘bovenbouw’ houdbaar. Het is een terechte vraag die in het boek gesteld wordt.
‘Hoelang kunnen mensen blijven geloven in waarden die in hun eigen ogen niet meer zijn dan culturele constructies’. (p 266)
Zo geloof ik ook dat in de kern een leven zonder God eenzaam, doelloos, hoop-loos en waarden-loos is.

Volgens mij was het Voltaire die zei: Als God niet bestond zou men hem moeten uitvinden.






donderdag 29 december 2016

Het kwaad


of het drama van de vrijheid (Duitse ondertitel)
Geschreven door Rüdiger Safranski in 1997. Ik las een Nederlandse vertaling uit 2011.

Als filosoof schreef hij meer over personen dan over begrippen. Ik kwam hem op het spoor doordat hij genoemd werd in het boek ‘waar komt het kwaad vandaan’ van Dr. A.H. van Veluw (voornamelijk p. 117 - 126) en omdat er tijdens mijn colleges filosofie over werd gesproken.
Deze filosoof is gemakkelijker te volgen. (de materie niet)
Misschien moet ik me ook eens wagen aan zijn biografieën over Heidegger en Nietzsche.
Hoewel ik geen idee heb van zijn al dan niet religieuze status schrijft hij heel leerzame dingen over de geschiedenissen in de Bijbel.
Hij belicht de verhalen van een andere kant en dat geeft eye-openers die ik eens nader wil onderzoeken. Later.
Fascinerend is wel dat zowel Hannah Arendt als Safranski, als atheisten/ agnosten teruggrijpen op de Bijbel. Kennelijk is het één en ander in dit ondermaanse mét de Bijbelse verhalen beter te verklaren dan zonder.
Waarom snapt de rest van de a(nti)theïstische mensheid dan niet hoe waardevol die verhalen zijn?

In ieder geval: hij probeert lijnen te trekken door de geschiedenis heen om het kwaad in de wereld te verklaren.
Nee, meer begrijpelijk te maken, inzicht te geven. Hoe werd er over gedacht door de eeuwen heen door grote filosofen, leiders en schrijvers. ( ik kwam o.a. Cees Nooteboom tegen)
Waar komt het vandaan, moeten we het maar accepteren? Komt het uit onszelf of is het een strijd tussen goede en kwade machten met de mensheid als inzet?
Safranski bespreekt vooral het ‘morele kwaad’. Het kwaad dat mensen elkaar aandoen.
Natuurlijk kwaad wordt alleen kwaad genoemd wanneer er mensen bij betrokken zijn. Raar is dat.
Een onbewoond eilandje wat door een tsunami verdwijnt: het haalt de voorpagina’s niet. Niemand die zich druk maakt behalve misschien iemand van Greenpeace. En dan nog alleen wanneer het op langere termijn bedreigend zou zijn voor de mens.
Bewijst wel datgene wat wij kwaad noemen en de mens met elkaar te maken hebben.
Het hoort bij de vrijheid van de mens. ‘Het drama van de vrijheid’.
Hij is voorstander van de vrije wil.

Safranski begint in het oude Egypte, de Griekse en Joodse/ Bijbels wereld en vervolgens de westerse denkwereld. Alle grote namen worden besproken: Augustinus, Leibnitz, Schelling, Schopenhauer, Hobbes, Hegel, Kant, Rousseau, de Sade, Nietzsche, de existentialisten, Freud en Hitler.
Ja, er bestaat kwaad om het kwaad. De diepste duisternis. Ik hoef maar aan Omran te denken.
Al zal degenen die erop worden bevraagd er wel een reden aan weten te geven denk ik zo.
Hij betrekt ook de kunst erbij omdat religie en kunst beiden producten zijn van de verbeeldingskracht. (of religie echt enkel een product is van de kracht van de verbeelding laat ik even rusten)
‘Het romantische geloof in kunst (van ná de Renaissance) wil het onmogelijke. Het wil met raffinement terug naar de naïviteit, met als resultaat dat de plaats van de oude substanties, het spiegelkabinet van de verdubbelingenzijn intrede doet: het gevoel van het gevoel, het geloof in het geloof, de gedachte aan de gedachte. Iedere emotionele opwelling beziet zichzelf’.
Dat is ook iets waarvan we tijdens onze zoektocht naar kunst in onze kerken ons zeer bewust waren en wat ons bezighield.
Ook kunst is vatbaar voor de dreiging die uitgaat van het niets van de zinloosheid.’
Hij schrijft heel veel zinnige dingen die het waard zijn om te overdenken.

Aan het einde van het boek, in de coda, stelt Safranski de vraag of ‘we niet allang machteloos vast zitten in een lawine die onstuitbaar het dal in dendert.’
Ik denk van wel. We zijn echt niet ‘vrij’.
Na de ‘dood van God’ is het de beurt aan de mens. Juist door zijn logica. Misschien niet in natuurlijke zin maar dan toch geestelijk.
Toen ik ooit op een Intensive Care werkte en over een bed hing met een (slapende) patiënt om allerhande apparatuur aan te sluiten, had ik een gesprekje met een chirurg. Hoe mooi al die technieken toch waren. Levensreddend.
“We moeten wel zorgen dat we de techniek de baas blijven” zei hij. “Wanneer de techniek over ons gaat heersen....daar wil ik liever niet aan denken”.
Inmiddels gaan we aardig die richting uit. En wie is zich daarvan bewust?
Zou dat ook de vaak onredelijke ‘angst’ of afkeer verklaren van veel mensen voor DE wetenschap? Hoe meer ik daarover nadenk hoe logischer dat weer wordt. Maar kun je de rollercoaster waar we inzitten vertragen of stilzetten door tegen de wetenschap te (blijven) ageren? Lijkt mij niet.
Geloven is niet logisch en veroorzaakt daardoor een breuk met het ‘werelds’ denken.
Het is wel levensreddend.



zaterdag 6 oktober 2018

Oud genoeg om dood te gaan


Geschreven door Barbara Ehrenreich (1941) in dit jaar. Ondertitel: ' over de vragen die iedereen zich ooit moet stellen'.
Ik las een digitale editie naar deze eerste druk.
Mijn aandacht werd erop gevestigd door een krantenartikel in Trouw.

Barbara is o.a. afgestudeerd in de natuurkunde en celbiologie en dan is het wel handig als je zelf daar ook het e.e.a. over weet. Macrofagen zijn namelijk de inspiratiebronnen van dit boek.

Ze vertelt dat ze was geschokt naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel dat ging over ons immuunsysteem. Volgens dat artikel stimuleert ons immuunsysteem de groei en de verspreiding van tumorcellen. Dat is iets heel anders dan je zou verwachten van immuunsystemen.
Vóór die tijd voelde Barbara zich juist beschermd door haar immuunsysteem en verwachtte niet zo’n verraad. Zelf had ik dat ook. Wat ik van dr. Moerman heb onthouden is dat je ziektes niet kunt voorkomen maar dat je wel je immuunsysteem op peil kunt houden door gezonde voedingsmiddelen, die indirect dan weer zorgen voor een gezond immuunsysteem die alle mogelijke vijanden in je lijf, te lijf gaan.
Eigenlijk wat de antikankerlobby nu ook propageert.

Wat willen we? We willen langer en gezonder leven.
Hoe doen we dat?
Door controle te hebben over onze manier van leven; denken we. Daarom rennen we naar sportscholen en Wellnesscentra om ons lichaam af te beulen; onderwerpen we ons aan ‘vernederende rituelen’; onderwerpen we ons aan ‘de wetenschap’ die beweert dat een glas wijn goed is en daarna weer slecht. Dat een verhoogd cholesterol dodelijk is en dan weer niet.
Vervolgens hebben we ons gestort op de mindfulness.
Controle over je geest, dat was het helemaal. Fitness voor de geest. Een holistische aanpak om jezelf beter, en vooral machtiger te voelen. Van jezelf een betere ‘ik’ maken.
‘Combineer geest en lichaam met geüpdatete data, en handel snel naar je nieuwe instructies, zodat elke dreigende aandoening wordt voorkomen. Zo stel ik mij voor, brengen de ‘immortalisten’ van Sillicon Valley hun tijd door; voortdurend de beschikbare gezondheids gerelateerde informatie scannend om die meteen toe te passen hetgeen een schappelijke prijs lijkt voor het eeuwige leven.’
Dus wanneer je ziek wordt is dat een beetje eigen schuld, dikke bult. En dat is beledigend in onzinnig.
Aan het einde van het boek wijst ze het protestantisme aan als medeschuldige aan deze introspectieve houding. Daar moet ik over nadenken. Ik begrijp haar houding maar ben het toch niet met haar eens. Het is slechts één kant van de medaille van het protestantisme. De andere kant is juist zo gericht op onze naasten.

Je zou het spoor bijster raken en dat ben ik ook allang.
Daarom vond ik dit boek een openbaring. Met humor beschrijft ze het een en ander.
Alle gezondheidsfreaks sterven ook een keer. Velen zijn hen al voorgegaan.
Zelf herinner ik mij bijvoorbeeld dhr. Montignac met zijn succesvolle dieten. Hij overleed op zijn 66ste. Iets minder succesvol.
We hebben geen controle over ons lichaam en we zullen dat niet krijgen ook, stelt ze heel nuchter. Dus bespaar je de moeite.
Cellen nemen hun ‘eigen’ beslissingen zonder dat wij daar invloed op hebben.
Ze gaat in een paar hoofdstukken heel eenvoudig dieper in op die Macrofagen. Onrijpe macrofagen (monocyten) ruimen in het lichaam dode en gewonde cellen op. En helpen vaak bij de productie van antilichamen. Helden, zo zou je zeggen maar.....
Er is ontdekt dat ze zich graag ophouden bij tumoren en moedigen die aan om verder te woekeren! ‘Cheerleaders van de dood’ noemt Barbara ze. Ze helpen tumorcellen zich te verspreiden.
Eigenbelang. Dat denk ik dan. Zelfs op cellulair niveau. Om hun ‘wintervoedselvoorraad’ veiliger te stellen ofzo.
Behalve dat, werken macrofagen ook mee aan artritis, acne; eigenlijk alles wat door ontstekingen ontstaat.
Hebben wij invloed op deze macrofagen? Nog niet. Voorlopig lijkt het erop dat ze doen wat ze zelf willen. ‘Cellulaire besluitvorming’.

Hoe word je dus succesvol ouder?
Dagelijks naar de sportschool maar dat geeft geen garanties en verhoogt de kans op blessures.
Kijk naar Jeanne Louise Calment, de Française die overleed in 1997 op haar 122ste . Zij bleef lang in beweging maar wat eten betreft hield ze van alles wat we nu zouden afwijzen. En ze rookte.
Ik herinner me een interview met haar. Ze zei daarin heel ondeugend: ‘ik geloof dat Onze Lieve Heer mij is vergeten’. En ook dat ze Vincent van Gogh heeft ontmoet.

Het leven lijkt een beetje op een flipperkast.
Nee, Barbara gelooft niet in een God maar erkent wel dat het grootste gedeelte van de wereldbevolking dat wel doet. De opkomst van het monotheïsme was een grote morele en intellectuele stap voorwaarts.
Nu heeft de wetenschap God verdreven; is God dood, zoals Nietzsche al voorzag. We weten nu dat de natuur springlevend is en dat mensen verdwijnen.
Je zou bijna denken dat ze het cyclische wereldbeeld van de Grieken weer omarmt.
Het is wijzer om van het ‘zelf’ af te geraken waar we nu zo in verstrikt zijn geraakt.
Geniet van wat je hebt; van boter en van wijn.
Het leven is te kort om van deze geneugten af te zien en veel te lang zónder.
En eens is dit leven over; leer dat te accepteren.

Ik ben het met haar eens. Wanneer ik in een tv-programma zie dat een 73-jarige man een nier krijgt van een ander, die ook nog bereid was hem die te geven, dan heb ik daar heel gemengde gevoelens over.
Ik denk dat ik het niet zou willen accepteren op die leeftijd.


maandag 20 september 2021

Onderzoek alle dingen


Geschreven door Gijsbert van den Brink ergens in het afgelopen jaar.

Ondertitel: Bijbelstudies over geloof en wetenschap. Mooie titel; erachteraan komt namelijk: en behoud het goede.  Mijn vader hield ons vaak deze tekst voor. Hij was zelf ook niet bang om te onderzoeken. Hij was ook niet bang om dingen af te wijzen waar hij het niet mee eens kon zijn en wanneer hij het niet wist zei hij gewoon dat hij bleef bij hetgeen hij vroeger geleerd had. Maar gaf mij wèl de vrijheid om er anders over te denken.



Het boek bestaat uit tien Bijbelstudies over de materie van geloof en wetenschap. Geschikt voor gespreksgroepen door de vragen die achter elk hoofdstuk staan.
Helaas ontbreekt een literatuurlijst.

Deze materie had ik al een beetje achter me gelaten maar met het lezen wordt mijn interesse weer gewekt. Wat is het toch boeiend om te zoeken naar bedoelingen in die oude verhalen en dan het gevoel te krijgen van….yes…zo klopt het.

Er is veel overlap met zijn boek: 'en de aarde bracht voort' . Met veel van wat van den Brink schrijft ben ik het eens en had ik voor mezelf ook al ‘gevonden’.
Zoals het belang van de tekst in Gen 2 :7: dat God in een mensenpaar Zijn levensadem blies. Zo konden zij leven in een relatie met God.
De overtreding waardoor de relatie werd verbroken – een geestelijk sterven.
Dat in het begin alles goed tot zeer goed was en (nog) niet volmaakt. We zijn onderweg naar die volmaaktheid. Veel mensen nemen aan dat we weer terug gaan naar een paradijselijke situatie maar dat is niet het geval. Dan zou de hele geschiedenis zinloos zijn lijkt mij.
Dat pas mèt het gebod ook de verantwoordelijkheid kwam en de mogelijkheid tot overtreding. In Rom 5:13 staat dat God de zonde niet toerekent wanneer er geen wet is.

Een eyeopener was het gegeven dat Adam en Eva uit het stof van de aarde geschapen waren. En stof van de aarde is per definitie vergankelijk en gedoemd te vergaan. Adam en Eva konden wellicht alleen in (eeuwig) leven blijven door van de boom des Levens te blijven eten. Daarom moesten ze het paradijs uit na hun overtreding. Als zondige mensen eeuwig leven kan niet.
Wat een diepe symbolische boodschap eigenlijk. De relatie die verbroken werd is door Christus hersteld. Nu kunnen we weer tot Hem komen en wie Zijn woorden in acht neemt zal de dood niet meer zien. (Joh 8: 51) Oftewel: blijft geestelijk leven. Dat is weer niet het juiste woord, ik denk dat ons bewustzijn dan levend blijft ook al sterft ons stoffelijke lichaam.
Het klopt dan allemaal zo met andere teksten. ( bijvoorbeeld Joh 5:24; 1 Kor 15: 50)
Een groot gedeelte van 1 Kor 15 wordt in het boek aangehaald en preciezer gelezen.

Mensen stierven al voordat het eerste gebod er was, gewoon omdat ze stoffelijk waren. Er was niets wat hen een hoger bewustzijn gaf. Dat kwam met de aanvang van de heilsgeschiedenis met het eerste mensenpaar zoals in de Bijbel beschreven.
De fout is dat we voor onszelf kozen en kiezen en niet voor God. Wanneer dat zo blijft zullen we ook geestelijk sterven, nee dan zijn we al dood. We komen pas tot leven wanneer we die paradigmawisseling meemaken en alles anders gaan zien.
Vernieuwd in de geest van het denken. (Ef 4: 23)

En weer zie ik dat de Bijbelse verhalen zo’n diepe betekenis en inhoud hebben. Veel meer dan wanneer je alleen in de letterlijkheid van de verhalen gelooft. Het verrijkt zo enorm.

Maar dat moet ieder zelf ontdekken.

zaterdag 27 november 2021

Weten en Geloven

Omdat onze concerten nu al voor de tweede keer zijn gecanceld en om die narigheid naar de achtergrond te duwen moet ik mijn geest maar dwingen om denkvitaminen tot me te nemen al wordt dat in deze tijd voor mij wel steeds moeilijker. Het lijkt allemaal zo zinloos.

‘Ons weten stamt uit het Griekse denken, terwijl ons geloven voortkomt uit een Joods-Christelijke bron.
Dat laatste is meer gericht op de relatie met God terwijl het eerste meer gericht is op ordening en orde.’

Een zinsnede die ik vond in een artikel (uit 2016) van Palmyre Oomen (1947) en die mij toch weer prikkelde.

Ze legt in grote lijnen uit hoe het komt dat de wetenschap (weten) en de theologie (geloven)  bij Thomas van Aquino nog met elkaar door één deur konden maar later uit elkaar zijn gegroeid en hoe we tot een synthese kunnen komen.
Het nominalisme en deïsme waren twee stromingen die hieraan ten grondslag lagen.
1. Het nominalisme van Willem van Ockham die er van overtuigd was dat God eigenlijk te groot was om rekening mee te houden. Dat God ook te kennen is uit het boek van de natuur komt dan te vervallen. Alleen de Bijbel blijft over.  

2. Het deïsme komt voort uit de traagheidswet van Newton: ‘Een voorwerp waarop geen resulterende kracht werkt, is in rust of beweegt zich rechtlijnig met constante snelheid voort.

God heeft deze wereld in gang gezet en dan rolt het wel verder zonder Zijn ingrijpen. God kun je kennen uit de natuur, maar niet meer uit dat Boek. Het is niet zo dat God verdwijnt maar meer gaat samenvallen met de natuur en dan toch naar de achtergrond verdwijnt.

Fascinerend dat de leerstelligheden deze twee Godgeleerden hebben geleid naar het methodologische atheïsme en de wig tussen geloven en weten.
Terwijl, bezien vanuit de eerste quote van Palmyre Oomen de jood en de heiden zich beiden in het hart van iedere gelovige bevinden.
De heiden in de harten van deze twee theologen hebben iets in gang gezet wat ze waarschijnlijk zelf niet wilden en ook niet konden voorzien maar waar we nu nog mee te maken hebben.

In een volgend artikel zet Palmyre Oomen uiteen, geïnspireerd door de procestheologie van A. N. Whitehead, hoe er een synthese bereikt zou kunnen worden tussen theologie en wetenschap.

Het sympathieke van Oomen vind ik haar standpunt dat je als gelovige dit alles aan je voorbij kunt laten gaan omdat het de kern van je geloof niet aantast. Maar wanneer je verdieping zoekt kan dit helpen.  Fides quaerens intellectum (het geloof dat inzicht zoekt)
En wát ik tot nu toe gelezen heb over Whitehead bevalt me wel.

Het statische in de theologie wordt door Whitehead vervangen door het dynamische volgens Gijsbert van den Brink in ‘een publieke zaak’ (p332)
Het ‘worden’ i.p.v. ‘zijn’.  Eerder schreef ik  al dat wanneer je Genesis vertaalt met ‘wording’ i.p.v. ‘oorsprong’ het voor mij allemaal logischer wordt. 

Terug naar Oomen.
Vanuit de schepping kun je zeggen dat de natuurwetenschappen het fout zien, of dat alles poëtische is bedoeld of je neemt een derde afslag zoals Oomen (en Whitehead) doet.
God staat dan niet aan de ‘maak’ kant maar aan de ‘trek’ kant. Aan de kant van het appelleren en inspireren zoals een dirigent niets begint zonder orkest en een orkest niets zonder dirigent. Ze hebben elkaar nodig om tot het beoogde resultaat te komen. Ze zijn relationeel betrokken op elkaar.
‘God is ten aanzien van ieder particulier gebeuren actief, altijd en overal en steeds ánders in relatie tot andere omstandigheden.’
Dat gedachtengoed bevalt me wel al denk ik dat God óók aan de ‘maak’ kant staat.
Hij is dynamischer dan werd aangenomen en anticipeert veel meer op wat er in de wereld gebeurt. Laat mensen op de juiste ideeën komen om problemen te lijf te gaan.
Ik moet daar wat meer over gaan nadenken.

Een probleempje vond ik nog in het boek van van den Brink waar hij in een voetnoot de zinsnede van Whitehead aanhaalt:
‘God is the great companion- the fellow-sufferer who understands.' 
De God die ik tegenkwam in het boek van Harold Kushner en waar ik niets van moest hebben.
Palmyre ontkent dat. En ze is gepromoveerd op Whitehead.
In een ander artikel schrijft ze dat binnen het denken van Whitehead God een ‘condicio sine qua non’ voor verlossing uit lijden is. (voorwaarde zonder welke het gevolg niet ingetreden zou zijn)
Ik moet toch haar boek eens lezen: ‘Doet God ertoe’.

Dat er aan deze filosofie/theologie allerlei haken en ogen zitten zoals van den Brink ook  schrijft zal waar zijn maar geen enkel denkproces is ooit af. Hij moet dat als geen ander weten. Ook denkprocessen zijn ‘wordend’.
Je kunt je pad vinden door op weg te gaan net zoals de priesters uit Jozua 3.
Pas toen zij hun voeten in het water zetten ontstond er een pad. Een wijze les die ik mezelf altijd voorhou wanneer het moeilijk wordt. Dat geldt ook voor denkpaadjes.

dinsdag 10 januari 2012

Geloof en Wetenschap 2

(vervolg van deel 1)
Die grimmigheid tussen religie en wetenschap is iets wat vooral atheïsten graag in stand houden zo heb ik het gevoel. Op sommige seculiere fora word je als gelovige meteen in het fundamentalistische hoekje geduwd van een ‘kaft- tot- kaft- letterlijk’ gelovige. Zodra je daartegen in opstand komt ben je een christen die zo glad is als een aal in een emmer snot. (Lekkere vergelijking) Dan weten ze niet wat ze met je aan moeten. Als rasechte fundi’s leggen ze je graag op wat je moet geloven zodat ze je vervolgens kunnen afschieten.
Het is natuurlijk ook een manier om jezelf te blijven bevestigen waarom je ook alweer het geloof hebt afgezworen. Het is soms hilarisch om te zien hoe mensen ten diepste allemaal dezelfde patronen etaleren.
Wie lacht niet die de mensch beziet?
Menig anti-theïst heeft er kennelijk belang bij dat religie verdwijnt. Ze ‘profeteren’ dit ook in alle toonaarden. Religie is tenslotte de boosdoener en de oorzaak van alle ellende op de wereld. Dat er ook een mogelijkheid is dat het zonder religie nog beroerder geweest zou kunnen zijn komt niet in de hoofden op en dat religie en/of een ideologie nooit oorzaken kunnen zijn is volgens mij ook weer zo’n denkfout. Mensen zijn morele wezens en zij zijn de verantwoordelijken van alles wat goed of fout gaat. Zonder God is alles geoorloofd zei Dostojewski al eens bij monde van Iwan in ‘de gebroeders Karamasov’. Hij had kennelijk ook al geen hoge pet op van de moraal van de mens wanneer deze niet in toom wordt gehouden door de regels van een Opperwezen.
Wat ik helaas ook steeds maar zie gebeuren is dat wetenschappers het niet kunnen laten om levensbeschouwelijke uitspraken te doen en levensbeschouwers het niet kunnen laten om wetenschappelijke uitspraken te doen.
Nu vind ik de grens ook moeilijk te trekken en het vraagt training om zo alert analytisch te kunnen lezen.
De ‘talen’ lopen door elkaar als de kleuren van een waterige aquarel. Zeker in de populair wetenschappelijke boeken zoals bijvoorbeeld: ‘Wij zijn ons brein’ van Dick Swaab en ‘de taal van God’ van Francis S. Collins.
De HDHDers * weten nog iets agressiever raad met die ‘vermenging van kleuren’ en de wereld wordt er op deze manier niet overzichtelijker op.
De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik het bij deze laatste mensen moet hebben van recensies, commentaren en hier en daar wat citaten want ik heb geen geld over voor de aanschaf van hun boeken. Misschien nog eens op een tweedehands markt …
Behalve dat ik door de overstap naar het evolutionaire ‘kamp’ meer antwoorden op vragen kreeg was een bijkomende reden natuurlijk het ‘o-ver-wel-dig-en-de’ bewijs….*grinnik*…..nee, het was de vaak belabberde manier van argumenteren door (jonge aarde) creationisten (yec’s). Het is zo jammer dat zij zo vaak op een negatieve manier argumenteren. Wel zeggen wat er allemaal aan schort bij wetenschappelijk onderzoek m.b.t. dit onderwerp en waarvan ze op andere terreinen dankbaar gebruik maken maar zelf geen bevredigend, bewezen en werkend alternatief model kunnen aanbieden.
Voorlopig zijn de discussies rond dit onderwerp nog niet afgelopen. Af en toe laait het her en der weer op zoals kortgeleden in het RD (17-12-11) door ds. G.A. van den Brink versus Rene Fransen (28-12-11)
Het blijft voor mij een fascinerend onderwerp en ik blijf het allemaal volgen.
Tot slot nog een interessante link:
http://www.templeton.org/belief/

* Harris, Dawkins, Hitchens en Dennett. Hitchens is half december 2011 overleden. Hij schreef: ‘God is not Great’. Zou hij nu weten…..?

woensdag 4 april 2012

De menselijke geest: illusie of werkelijkheid? (2)

De tweede avond was een stapje terug in de tijd. René Descartes leefde van 1596 – 1650.
Een methodisch twijfelaar. Hij zocht naar een basis waaraan hij niet meer kón twijfelen om vandaaruit opnieuw te kunnen gaan denken. Zo kwam hij op het bekende ‘cogito ergo sum’. Voor mezelf heb ik dat ook doorgemaakt, het zoeken naar een fundament voor mijn geloof. Voor mij is dat de Schepper geworden. Als ik om mij heen kijk naar een bloem of ik hoor het gefluit van de vogels in deze tijd van het jaar, of ik luister naar bijvoorbeeld Beethoven, die natuurlijk een totaal zinloze componist is bekeken in het licht van de evolutie of ik kijk in de spiegel en ik bedenk welke ingewikkelde dingen ik kan bedenken (en anderen nog veel meer) dan staat het voor mij onomstotelijk vast dat er een grote Geest moet zijn die achter dit alles zit. Die alles, heel langzaam met kronkelwegen, hoogte- en dieptepunten, stuurt naar een hoger plan.
Terug naar Descartes. Hij onderscheidde twee ‘werelden’: res cogitans en res extensa. Dat laatste is de materiele werkelijkheid en het eerste het Zelf, waarin ziel, geest, rede en verstand samenvallen. Dualisme.
Een paar punten van Descartes die belicht werden: Verdriet, woede, angst en alle andere passies moeten verklaard worden als effecten van de inwerking door het lichaam op de ziel. Niet de ziel maar het lichaam veroorzaakt de passies. Daar kreeg ik spontaan associaties met Swaab die ruim 350 jaar later ongeveer hetzelfde zegt. Zie (1) Maar dan op empirische basis. Neem ik aan.
Doordat we de mogelijkheid hebben om emoties te evalueren kunnen we ons rationeel verhouden tot emoties en ze integreren. Het meeberekenen van Swaab.
Wat verder belicht werd uit het oeuvre was de ‘generositeit’. Ware generositeit is het besef dat alleen de vrije wil ons toebehoort en het besluit daar goed gebruik van te maken.
Daar kwam de vrije wil weer om de hoek kijken. Zou Descartes weet hebben gehad van de NGB van Guide de Brès uit 1561? In dit geval van de ‘Confession de Foy’ uit 1580 in Frankrijk.
We kregen een stuk tekst uit ‘Les passions de l'âme’, de passies van de ziel. Het geschrift is één jaar voor zijn dood gepubliceerd en het is gebleken dat het een zeer belangrijk werk is.
Misschien een ideetje voor moederdag ofzo…
Toen we dat stuk hadden gelezen mochten we commentaar leveren. Iets wat mij en mijn vriendin was opgevallen was dat Descartes kennelijk goed op de hoogte was van het Nieuwe Testament en dan met name van de vruchten van de Geest. Het rare was dat niemand dat naar voren bracht maar dat anderen meer associaties hadden met het Boeddhisme. Terwijl het toch bekend is dat Descartes een gelovige Rooms katholiek was. Daar valt ook weer over na te denken……een teken aan de wand?
Voor de aardigheid een citaat uit 'de passies':
Ik geloof dan ook dat de ware generositeit, dat wil zeggen, de hoge waardering van zichzelf waarop men met recht aanspraak kan maken, slechts bestaat in de wetenschap dat, buiten die vrije beschikking over de wil, niets ons naar waarheid toebehoort, en dat men ons kan prijzen of laken; en verder in het besef dat men het vaste en onwankelbare voornemen heeft om daar een goed gebruik van te maken, dat wil zeggen, om nooit vrijwillig datgene na te laten of op te geven waarvan men meent dat dat het beste is. En dat alleen versta ik onder een leven dat volmaakt in overeenstemming is met de deugd. Wie dat weet en dat voelt, zal allicht beseffen dat anderen diezelfde kennis en datzelfde gevoel hebben: het is immers niet iets waarvoor men van anderen afhankelijk is. Daarom zal hij ook niemand minachten. Want hoe vaak hij ook anderen fouten ziet maken en hoe vaak daardoor ook hun zwakheid aan het licht komt, hij zal altijd eerder geneigd zijn om hen vrij te pleiten dan om hen te veroordelen: immers, hij gelooft dat zo’n fout voortkomt uit gebrek aan kennis, en niet aan goede wil.”

De volgende keer (16 april) krijgt Merleau Ponty de volle aandacht.

dinsdag 26 april 2016

Bestaat er een God?


Via geloofstoerusting.nl is een debat te bezien en te beluisteren tussen Emanuel Rutten, wiskundige en filosoof en Herman Philipse, filosoof over ‘Bestaat er een God?’, gehouden op 14 april in Utrecht.

Ik hou wel van die debatten. Wat hieronder volgt is een samenvatting.

Herman Philipse beet het spits af. Hij spreekt altijd over gloven en onglovig.
Dat klinkt zo sjiek.
Hij wierp de vraag op of God niet eerst moet worden gedefinieerd. Over welke god hebben we het eigenlijk? Want in de Hindoe tradities kennen ze wel 330 miljoen goden!
Hoe oud is dit universum? Volgens bisschop James Ussher ontstond het universum 4004 BC terwijl in de hindoetraditie dat 156 triljoen jaar geleden is geweest.
Wat achtergrond kennis: Hoe oud is de mensheid? Wanneer ontstonden godsdiensten die allemaal polytheïstisch waren.
Neanderthalers hadden al een godsdienst: 300.000 jaar gelden dus al.
Pas onder Amenhotep IV (Akhnaton) in Egypte (1344 BC )was er voor het eerst een monotheïstische godsdienst. (Ik denk dat de joden in 1400 BC uit Egypte zijn vertrokken)
Dat roept de vraag op waarom een oneindig goede, machtige en alwetende god die zegt de mensheid lief te hebben, zich zolang verborgen weet te houden?
‘Argument from Divine Hiddeness’.
Hoe is de overgang van polytheïsme naar monotheïsme te verklaren? En hoe plausibel is een monotheïstische uitzonderingspositie?
Hoe is het polytheïsme te verklaren? Niet doordat die goden zich openbaarden.
De beste verklaringen voor religieuze overtuigingen zijn: óf het zijn naturalistische menselijke illusies óf het zijn naturalistische menselijke illusies....... behalve de Christelijke. En hoe plausibel is dat?
Hume: stel je bent polytheïstisch en je strijdt tegen een groep die ook polytheïstisch is. Je glooft dat de slimste god de strijd zal bepalen. Verdere overdrijving van de kennis van de goden is dan handig......oneindig machtig/oneindig goed/ oneindig groot is dus de beste god.
Het draait om groepscompetitie.
We hebben geen goden nodig om het bestaan van goden te verklaren.
Zijn er overtuigende bewijzen voor Gods bestaan? Nee.

Emanuel Rutten ging hierop in met te weerleggen dat er geen bewijzen zijn voor het bestaan van God. Bewijzen doe je in de wiskunde. In de filosofie wordt gewerkt met argumenten.
Het theïsme is de meest redelijke positie, dat kun je beargumenteren maar verder niet.
In onze tijd zijn de klassieke argumenten sterk verbeterd en zijn de oude filosofen weerlegd en zijn er nieuwe argumenten bijgekomen. Deze nieuwe argumenten maken gebruik van de ontdekkingen in de wetenschap.
Een definitie van God: een zelfbewust wezen dat geldt als eerste oorzaak van de werkelijkheid. Dat wezen is zelf onveroorzaakt. Geen twee want dan zou er toch één de eerste moeten zijn – dat wordt een causale cirkel – een logische tegenspraak. Dit verwierp Philipse later.
Als er een eerste oorzaak bestaat is deze ook uniek.
Deze oorzaak zou materialistisch kunnen zijn, dan hebben de materialisten gelijk. Het zou informatie kunnen zijn dan hebben de Platonisten gelijk of het is een bewustzijn, een zelfbewust wezen.
Wie dat zou zijn is een vervolgvraag en nu even niet aan de orde.
De eerste oorzaak is een zelfbewust wezen.
drie argumenten:

1. Kosmologisch argument
1e premisse: alles wat bestaat heeft een ontstaansoorzaak. Want uit niets kan niets ontstaan
2e premisse: het universum is begonnen te ontstaan, daar is consensus over in de wetenschap. (Dit verwierp Philipse later tot groot ongenoegen van Rutten.)
conclusie: Er moet een ontstaansoorzaak zijn van de kosmos.
De ontstaansoorzaak van de kosmos moet dan ook de ontstaansoorzaak zijn van alle tijd, ruimte en materie.
Niets veroorzaakt zichzelf dus moet de ontstaansoorzaak zich buiten alle ruimte, tijd en materie bevinden. Er zijn twee opties voor een dergelijke entiteit: ofwel abstracte objecten, bijvoorbeeld getallen maar zij veroorzaken niets. Ofwel een transcendent bewustzijn als grond/arche voor de kosmos. Die kun je met recht ‘God’ noemen.

2. Het Finetuning argument (of Antropisch Principe)
In de natuurkunde ontwikkelen we mathematische modellen van de kosmos. Daarin komen allerlei constanten voor. Bijvoorbeeld gravitatieconstanten, zwakke en sterke kernkracht constanten.
Die moet je meten. De uitkomsten kun je doorrekenen en dan kun je een beschrijving maken van ons universum.
Men is eens aan die getallen gaan sleutelen om te kijken welk universum dat zou opleveren. Wat bleek: er zou geen universum ontstaan waarop leven mogelijk zou zijn wanneer er ook maar íets zou veranderen aan die natuurconstanten.
Hoe kunnen we dat verklaren?
Het kan toeval zijn, maar dat is niet redelijk. Het kan noodzakelijk waar zijn, dat is niet redelijk. Er zou een multiversum kunnen zijn en in één daarvan zouden de getalletjes precies kunnen kloppen maar dat is ook niet geloofwaardig. (en daar schijnen andere problemen aan vast te zitten.)
Redelijke optie: we hebben die waarden omdat die gewíld zijn opdat er leven zou zijn. Dat verwijst naar een intentionele Wills Act. Een Wills Act van een bewustzijn die deze getalletjes gewild heeft en dat verwijst naar een transcendent bewustzijn dat geldt als grond en oorzaak van de kosmos.

3. Het Modaal Epistemisch argument (dit heeft hij zelf ontwikkeld)
1e premisse: als iets mogelijk waar is, is het kenbaar
2e premisse: het is onmogelijk om te weten dat God niet bestaat.
God bestaat.
Je kunt niet weten dat God niet bestaat; dan bestaat Hij want: zou hij niet bestaan dan zou dat mogelijk zijn en dus kenbaar maar dat was niet kenbaar. God bestaat.
Omdraaien gaat niet: Je kunt wel weten dat God bestaat. Het is namelijk mogelijk dat als God bestaat, God zelf het weet. Dat is niet onmogelijk dus mogelijk, dus kenbaar.

Pfffffffft..........

Het derde deel, het echte debat vond ik warrig. Het geluid werkte ook niet optimaal al werd het op 30 min, toen het ging over de Finetuning, nog wel even interessant. Naar mijn mening was Philipse niet op zijn best. Hij moet het afleggen tegen de jongere en snellere geest van Emanuel Rutten.
Ik heb mijzelf serieus af zitten vragen of ik bevooroordeeld ben om dat Emanuel christen is en Herman niet en hij ook nog eens badinerend doet over God. Maar ik geloof het niet.



vrijdag 17 november 2017

Thomas van Aquino



Een filosoof/ theoloog die leefde van 1225 – 1274 in Italië.
Na Augustinus een grote sprong naar de middeleeuwen. In de westerse wereld tenminste.
In het oosten was er al eerder een filosofisch hoogtepunt. Ook beïnvloed door Socrates, Plato en Aristoteles. Vele werken zijn in de negende eeuw in het Arabisch vertaald en werd er een eigen islamitische draai aan gegeven. Bekende namen zijn Averroes en Avicenna.



Via het Arabische werden de oude werken weer vertaald in het Latijn en kwamen zo naar het westen.
Averroes, geboren in Cordoba dat toen onder Moorse invloed stond was een kenner van Aristoteles. De Mezquita van Cordoba met een eigen verhaal en een mix van Moorse en westers stijlen is wereldberoemd en een bezoek zeker waard. Wij waren er in 2011.

Thomas van Aquino was echter ook een kenner van Aristoteles; was het niet echt met Averroes eens en schreef zijn ‘Summa contra Gentiles’.
Op het bovenste plaatje ligt Averroes aan de voeten van Thomas. Links Aristoteles en rechts Plato.

Thomas bracht een synthese tot stand tussen Aristoteles en het christelijke geloof.
Zijn doel was het aantonen van de waarheid die de Katholieke kerk leerde. Hij had zich aangesloten bij de Dominicanen, een strenge orde. Om die reden is hij in de RK nog steeds zeer geliefd en werd zelfs genoemd in een encycliek van paus Leo XIII uit 1879, die handelde over het herstel van de christelijke wijsbegeerte naar de geest van Sint-Thomas van Aquino in de katholieke scholen. Het Neothomisme. De tegenpool van het moderne denken na Immanuel Kant.
(Franciscanen waren minder streng; daar hoorde bijvoorbeeld Duns Scotus bij)

Zijn verdere verdiensten liggen in het dogmatisch systematiseren van de Bijbel. En schreef zijn 'Summa Theologiae’ met de vijf Godsbewijzen.
Die periode, van de elfde tot de vijftiende eeuw staat bekend als de scholastiek. De theologie werd een wetenschap; kennis komt tot ons via de rede en via openbaringen. (de Bijbel)
Zij komen beide van God en kunnen elkaar dus niet tegenspreken.
En God werd een ambachtsman die individuele mensen maakt. Hij is Heer van de geschiedenis.
Net als bij Aristoteles degene die alles in beweging zet, de eerste Oorzaak.
Filosofie was nog steeds het vak waarin alle kennis ondergebracht werd. Behalve dat van dichters en magiërs. Maar de kopstudies theologie, medicijnen en recht kwamen steeds losser te staan van de filosofie.

Thomas van Aquino is op deze site al meer ter sprake gekomen maar zo leer ik er steeds wat meer bij.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na en associeer er lustig op los. Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.


20-11-17
In mijn cahier heb ik nog de opmerking staan: ‘in de maatschappij van Thomas kwam het individualisme op gang.’
Toen al.
Nog weer daarover nadenkend: heeft de idee van Anselmus van Canterbury, als grondlegger van de scholastiek daaraan misschien bijgedragen? Die satisfactietheorie waar ik eerder over schreef. Wat in onze tijd voor een groot deel de plaats ingenomen heeft van het triomferen van Christus over kwade machten.

vrijdag 4 januari 2019

De Antwoorden op de grote vragen


Geschreven door Stephen Hawking in 2018……althans….het was in wording ten tijde van zijn overlijden in maart 2018.

Oorspronkelijke titel: ‘Brief Answers tot the Big Questions’ en dat dekt de lading beter dan de Nederlandse titel. Want het zijn natuurlijk niet DE antwoorden.
Dit boekje stelt een aantal ‘grote’ vragen en Hawking geeft ZIJN antwoorden, puttend uit zijn persoonlijk archief. Wanneer je hem een beetje hebt gevolgd dan komen verschillende antwoorden je wel bekend voor.
Nu zijn ze nog eens compact en in eenvoudige taal samengevat.

Voorwoord is van Eddie Redmayne; hij speelde Hawking in de film ‘The Theory of Everything' en de inleiding is geschreven door Prof. Kip S. Thorne, een vakgenoot en vriend.

Deze Thorne is ook het brein achter de film ‘Interstellar’.
Het nawoord is van zijn dochter Lucy. Zou ze vernoemd zijn naar…..?
Mijn enige commentaar daarop is dat ik niet geloof dat het half maart nog steeds kerstvakantie is in Cambridge.

Waarom zouden we grote vragen moeten stellen?
Omdat het ons op zoveel punten verder brengt. Door het ruimtetijdperk zijn we anders tegen onszelf gaan aankijken en tegen de kwetsbaarheid van de aarde. Hoe werken dingen en hoe kunnen we – wat vooral nu speelt - duurzaam verder ontwikkelen.
Hoe is alles begonnen? Is er een God? Kunnen we de toekomst voorspellen? Wat zit er in een zwart gat? Zal kunstmatige intelligentie slimmer worden dan wij? Wat is daarin belangrijk?
Hij legt de informatieparadox uit: Informatie die verloren gaat in zwarte gaten ondanks dat volgens de wetten van de kwantummechanica informatie nooit helemaal verloren kan gaan.

Het belangrijkste is dat we ontwikkelingen de baas blijven. ‘Het is verleidelijk het idee van hoog intelligente machines af te doen als sciencefiction, maar dat zou een vergissing zijn en mogelijk de grootste vergissing die we ooit hebben gemaakt.’
Robots moeten ten allen tijde in dienst blijven staan van de mens en niet andersom. Maar daar loert wel een gevaar.
Zelf denk ik ook dat we ons moeten blijven realiseren dat uitvindingen in verkeerde handen kunnen vallen en dat niet iedereen zo empathisch is, richting de mensheid. Er zullen altijd machtswellustelingen blijven. Nou ja, daar zijn genoeg Bondfilms over gemaakt.
‘Onze toekomst is een wedloop tussen de groeiende macht van onze technologie en de wijsheid waarmee we die gebruiken. Laten we er voor zorgen dat de wijsheid wint.’
Een paar dingen snap ik niet: In het allereerste begin van het heelal waren er alleen waterstof en helium. Waar komen al die andere stoffen van het periodiek systeem dan vandaan?
Over ons DNA zegt Hawkings gewoon dat we niet weten waar het vandaan komt.

Over het al dan niet bestaan van God: ‘Ik heb helemaal niets tegen God. Ik wil niet de indruk wekken dat ik met mijn werk het bestaan van god wil bewijzen of ontkrachten. Mijn werk gaat om het vinden van een rationeel kader om het heelal te begrijpen.’
Toch vindt hij de vraag of God bestaat voor de wetenschap wel een geldige vraag en dat snap ik dan weer niet. God is transcendent maar ook immanent. En wanneer Hawking ervan overtuigd is dat er meerdere dimensies zijn – elf maar liefst – wat is er dan moeilijk aan om God in een andere dimensie te bedenken. Voor hem ligt ‘god’ vast in de natuurwetten. Hebben we die allemaal in kaart gebracht dan begrijpen we god. Voor mij is dat veel te beperkt.
Een striptekenaar hoeft zich toch niet te houden aan de wetten die hij een rol laat spelen in zijn strips?
God woont buiten de tijd in de eeuwigheid en dat staat al in dat Boek van 2500 jaar oud. (Jes. 57:15)
Jawel, door mensen geschreven maar wanneer die al zo wijs waren om God buiten de tijd te positioneren dan vraag ik mij af of het toch niet geïnspireerd is door die Grote Geest zelf omdat mensen van toen bij lange na niet wisten wat wij nu weten.
Hawking geeft hieraan een verklaring met behulp van negatieve energie, maar die is weer onderworpen aan natuurwetten.
*Cathy mompelt iets over cirkelredenering en verkeerde premisse.*
Tegelijk vraag ik mij dan af hoe het komt dat Hawking zo denkt. Zou hij niet anders kúnnen denken met zijn, op de rede gerichte brein of wíl hij dat niet?

‘Kijk naar de sterren en niet naar je voeten’.
Ik zou willen zeggen: ‘kijk voorbij de sterren en niet naar je voeten’.
Hou rekening met een Grote Intelligentie die alle dimensies kan doorkruisen.




woensdag 15 maart 2017

Segers – Wilders


Alfabetische volgorde.

Eén van de laatste debatten was het, die tussen dhr. Segers en dhr. Wilders. Het blijft bij mij hangen tussen al dat politieke geneuzel van de laatste dagen.
Wilders kwam met de stelling: "de islam vormt de grootste bedreiging voor Nederland," en hij had gelijk toen hij zei dat het ging over existentiële waarden. Hoe sta je in het leven.
In dit debat kwam dat voor mij opeens helder naar voren.
Wilders die opkomt voor de vrijheden die wij in dit land hebben verworven en opgebouwd en die beschermd dienen te worden, zo nodig met keiharde maatregelen.
Segers die de woorden van Jezus laat prevaleren: je naaste te hulp komen en barmhartigheid tonen. Wanneer je voor jezelf bepaalde vrijheden claimt moet je die ook aan de ander gunnen.
Wilders vervolgens weer met de argumenten dat we dan het onderspit zullen delven in dit land om dat moslims bereid zijn om hier zo nodig de wapens op te nemen en christenen te vermoorden.

Ik begrijp hen allebei, maar ga voor de denkbeelden van Segers omdat die het meest de denkbeelden van Jezus benaderen. En dat is onze opdracht in dit leven: 'gelijk van vorm' te zijn aan Zijn beeld. (Rom. 8:29)
Rechtvaardig maar altijd met liefde, compassie en barmhartigheid.
Ook als dat de (kruis)dood tot gevolg heeft.
Dat is een moreel hoogstaande houding die al bij de martelaren uit de vroege kerk voorkwam. Daar moeten we verder naar toe evolueren. Dan leef je in echte vrijheid.

Ik begrijp echter zeer wel dat het weerzin oproept; dat deed het bij sommigen van Jezus volgers ook al. Dat zal in deze dagen veel zetels genereren.
Ik begrijp ook dat het leidt tot onderbuik gevoelens van zorg en angst want die heb ik soms ook, zelfs in mijn autochtone woonwijkje en daar speelt dhr. Wilders op in. Maar angst is een slechte raadgever. Kiezen voor het goede moet altijd de boventoon blijven voeren. Ondanks alles.
Dat levert de vraag op wat ‘goed’ is op korte en op langere termijn en daar zullen de meningen weer over verschillen.
Liefde is een groot woord maar misschien zijn rechtvaardigheid, mededogen en barmhartigheid goede startpunten.

Je kunt nu vanaf een balkonnetje gaan zitten murmureren dat kerk/geloof en staat gescheiden dienen te blijven. Dat moet ook, op formeel vlak. Dat leerden Mozes en Aaron al in de woestijn.
In de wetenschap kan dat ook, en moet dat zelfs naar mijn idee maar wanneer je te maken krijgt met moraliteit kan dat niet. Je levenshouding en waardoor je die laat inspireren bepalen de keuzes die je maakt, juist ook in de politiek.


donderdag 15 augustus 2013

De Gelovige Geest

op zoek naar de biologische en psychologische wortels van religie
Geschreven door Michiel van Elk, psycholoog en neurowetenschapper. Jaar van uitgave 2012.
Dit boek werd mij aangeraden door een meelevende oom, maar het heeft ruim een half jaar geduurd voor ik het werkelijk heb gelezen.
Michiel is opgegroeid binnen een charismatische pinksterbeweging maar heeft het geloof vaarwel gezegd. Hoe meer hij ontdekte, hoe minder hij kon geloven. Maar hij knapte ook af op het fundamentalistisch atheïsme en neemt nu een agnostisch standpunt in.
Des te meer waardeer ik zijn genuanceerde betoog al prikkelt het mijn brein minder. Geen pro en geen contra, gewoon klinisch doet hij uit de doeken hoever de stand van zaken is in het neurologisch onderzoek. Veel is gebaseerd op onderzoeken van anderen die allemaal netjes achterin staan en hij geeft daar zijn kritische commentaar bij.


Waarom geloven mensen, waarom gelooft de één gemakkelijker dan de ander. Is er een verklaring voor religieuze/ mystieke ervaringen? Is er wetenschappelijk bewijs voor wonderlijke genezingen? Bestaan telekinese, precognitie, waarzeggerij en reïncarnatie?
Waar komt religie vandaan, wat is terrormanagement? Hoe zit het met kinderen die van jongs af aan een intuïtief idee hebben over religie en over leven na de dood? (Jesse Bering)
Bestaat het god-gen, de relispot. Wat is het belang van rituelen, hoe zit het met Pascal’s Wager en nog veel meer.
Wat gebeurt er bij dit alles in het brein.

Dat onderzoek naar religie en het brein belangrijk is, is evident. “Want”, zo zegt hij in de epiloog,” wat, als God gereduceerd kan worden tot hersenactiviteit of wanneer de wetenschap juist ontdekt dat er een hogere macht is?”
Het heeft allebei vergaande gevolgen.
Onderzoekers gaan er vanuit dat óf religie is een evolutionair bijproduct en levert geen evolutionair voordeel óf het is een evolutionair aanpassing want het levert wél voordeel.
Dat alles is echter oncontroleerbaar. De verklaringen hangen af van het wereldbeeld van de onderzoekers.
Of er een hogere werkelijkheid bestaat is niet af te leiden uit neurologisch onderzoek. Wij zijn niet ons brein. (daar is ie weer)
In zijn laatste zin nuanceert hij het belang van onderzoeken eigenlijk weer: “Het genieten van een berglandschap, een zonsondergang of een uitvoering van een muziekstuk gaat ook gepaard met hersenactiviteit, maar dit doet niet af aan de betekenis die zo’n ervaring voor ons heeft. Het zelfde geldt voor religie.”