Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

zaterdag 21 mei 2022

Ego

Geschreven door A. van de Beek (1946) dit jaar.
Ondertitel: ‘een cultuuranalyse van het ik’
Bram van de Beek is pensionado en ook nog emeritus theoloog en hoogleraar Symboliek van de VU Amsterdam.
Een heel ander boek dan dat van Martien Brinkman al zijn ze ongeveer tegelijkertijd uitgekomen.
Ik las een vernietigende recensie van dit boek door de godsdienstfilosoof  en theoloog Taede Smedes (1973) en toen werd ik wel erg nieuwsgierig omdat ik van de Beek uit zijn boeken ken als iemand die dingen heel duidelijk kan maken ook al is het soms tegendraads.
Ooit las ik van Smedes: ‘God en de menselijke maat’.

Volgens Smedes is dit boek te vergelijken met de boekjes uit de jaren zeventig van de vorige eeuw die inmiddels bij het oud papier zijn beland. Zou kunnen.
Ik denk eerder dat Smedes zich ontwikkeld heeft op een route die steeds verder wegloopt  van die van van de Beek.  Ook niet erg maar wees een beetje zachtmoediger en probeer daar begrip voor te hebben.
Smedes noemt het boek Ego ergens: ‘van dik hout zaagt men planken’ maar zijn recensie doet daar bepaald niet voor onder. * Cathy mompelt iets van pot en ketel.*
In zijn voorwoord noemt van de Beek zelf dat hij grote lijnen trekt en dat het met ongenuanceerdheid samengaat. Hij schrijft beschouwend; trekt lijnen vanaf Descartes naar het nu. En met zo’n zeventig jaar levenservaring kan hij die lijnen zien lopen.

Het boek bestaat uit twee delen:
1. Ik ben dus ik ben en
2. Ik ben die Ik ben

Het eerste deel beschrijft de ontwikkeling van het ego vanuit de fundamentele twijfel en het tweede deel vanuit het fundamentele vertrouwen in de God die is.
Die fundamentele twijfel vinden we bij Descartes. Hij markeerde het tijdperk van de rede.
In dat eerste deel kreeg ik steeds het gevoel van een oud- testamentische profeet die zijn stem verheft. Het voelde indringend en waar.
Het klopt wat hij zegt: ik heb ook liever dat men mij met rust laat en ja , ik wil ook best iets doen voor het klimaat maar liever niets làten.
Best confronterend dat we zo zijn gevormd/misvormd de afgelopen eeuwen.
Voor de seculiere mens gaat het om zelfontplooiing, bij de gelovige om zelfverloochening.
Dat zou een heel verschil moeten zijn.
In dat eerste deel gaat het via de ontwikkelingen in de wetenschap, die op zichzelf niet normatief is naar de ethiek en de moraal. Daarnaast de wetenschap in dienst van ons ontplooiende ego.
De vraag van Luther komt naar voren: ‘Hoe krijg ik een genadig God’ wat voor mij ook al een ‘ego’ vraag was. De logica achter deze vraag bespreekt van de Beek plus het niet altijd even fraaie vervolg. Arminius en Gomaris steggelden hierover en de toon werd gezet: wat is de rol van het ego? Die toon ontaarde in de vraag: ben ik wel een kind van God?
Zo draait het zelfs of juist(?) in de kerk teveel om het ego.

In de late negentiende eeuw kwam het accent op de ethiek te liggen en het gevoel. Met daaraan verbonden weer allerlei uitwassen.
Ons gevoel is niet het belangrijkste en zeker niet maatgevend.  

In het tweede deel gaat het over de Ik ben. God die Zich op die manier bekend maakt en Jezus ook wanneer hij dat in Gethsémané  tegenover de soldaten doet.
Hij doet dat om mensen te bevrijden van allerlei machten die ons beheersen. Zelfs van de macht van het verplicht dankbaar zijn. Ook van de Beek heeft het niet zo op de klassieke verzoeningsleer.
Ik heb dat van hem al eerder genoemd.

Nu is hij wat uitgebreider: de terminologie van kopen en loskopen klopt niet helemaal. In 1 Kor 6:20 en 7: 23 is het woord ‘betaald’ door de vertalers binnengesmokkeld. (p204)
In het Grieks wordt een woord gebruikt wat de rechtsgeldigheid aanduidt. Als gelovigen behoren we nu bij Christus. Onze identiteit is Zijn identiteit. Wij zijn geborgen in Hem ook al zien we dat als in een onduidelijke spiegel en blijft het raadselachtig.
De troost is er niet minder om.

Nog iets wat mij opviel: God heeft in Christus de verantwoordelijkheid van de wereld op Zich genomen. (p 199) Voor mij zo logisch als het maar zijn kan. Het is mijn laatste punt uit dat bewuste blogbericht. Maar in de kerk heb ik het nog nooit horen benoemen.
Het is een boek wat het overdenken waard is en zeker niet bij het oud papier hoort ook al is het niet altijd even prettig om in de menselijke spiegel te kijken. 



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten