Hij heeft verschillende prijzen gekregen en ik vraag mij af waarom.
Op zichzelf is het onderwerp wel aardig: een man die zijn zeer verstandelijk en lichamelijk gehandicapte pleegzoon ontvoert uit een inrichting. Voor zijn zestiende verjaardag wil Pierre het verhaal van zijn moeder, waar Pierre verliefd op is/was aan hem vertellen op een plaats met veel herinneringen.
Hij spreekt zijn pleegzoon aan met namen van grote componisten. Blèèh dat kwam behoorlijk gekunsteld over.
Nog akeliger is het spreken van Pierre over zo’n gehandicapte. Zo praat je nog niet over een hond.
Het verhaal is voornamelijk vanuit het perspectief van deze Pierre geschreven maar soms verspringt het hinderlijk naar een verteller.
Verder vond ik de schrijfwijze niet prettig; af en toe had ik het idee dat ik in het Groot Dictee der Nederlandse Taal was beland. Verhulst gebruikt zijn synoniemenwoordenboek iets te gretig naar mijn smaak.
Soms kloppen de zinnen niet. ‘Eens de eenden luidruchtig hadden gegeten, slofte hij naar de cafetaria…..’ p10.
En soms de feiten, tenminste ik geloof niet dat achttien jaar geleden je al kaartjes kon bestellen via internet (p57)en het mobiele telefoon- en email verkeer al zo populair waren zoals het uit dit schrijfsel lijkt te zijn. (het boek is geschreven in 2014/2015, de jongen is zestien en dit gaat over iets dat ruim voor zijn geboorte plaatsvond) Ik kan het mis hebben maar het kwam ongeloofwaardig over.
De diepgang is die van een sterrekerszaadje of ik ben niet gevoelig voor zijn diepgang.
Waanzin ja, maar wie van de twee?
Nee, ik ben niet verder geïnteresseerd in schrijfsels van deze man.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten