Geschreven door Renate Dorrestein in 2000.
Ik kreeg het boek te leen van een schoonzus die ook wel eens schrijft. Maar zoals mijn gevoel mij al vertelde: fictie schrijven is lastig. Dat blijkt ook wel weer na het lezen van dit boek waar de hoofdrolspeler ‘het verhaal’ is.
Zoveel valkuilen om te omzeilen, zoveel dingen om rekening mee te houden voordat je een verhaal hebt.
O nee, het verhaal moet jou hebben.
Dan hoef ik het eigenlijk niet te proberen; een boek schrijven.
Verhalen willen mij niet. Als ik Renate zo lees dan banjer ik wel erg stoïcijns door het leven.
In een verhaal moet een thema zitten; een conflict of innerlijke strijd.(oké, dat valt te bezien) Het moet breed toegankelijk zijn, er moeten specifieke details in voorkomen. Het moet herkenbaar zijn en de lezers moeten zich kunnen identificeren.
Het hoeft niet waar gebeurt te zijn maar het moet waar gebeurt lijken. Daar ging voor mijn gevoel 'Bonita Avenue' het schip in.
Er zijn vier compositorische middelen: perspectief, vorm, structuur en constructie………………..en er is nog veel meer nodig om die Nobelprijs te kunnen winnen.
Het is niet gek dat ze op het schutblad een uitspraak van Ernest Hemingway citeert:
‘Easy reading is hard writing’
Dat het hard en gedisciplineerd werken is geloof ik graag:
Harry Mulisch die nog met een kroontjespen schreef en sommige stukken waar hij onzeker over was met potlood (HB!) zodat je het gemakkelijker kon verwijderen; Ik herinner me nog een beeld van A. F. Th. Van der Heyden, bezig met allerlei paperassen te schikken op zijn bureau. Het gemak van een tekstverwerker was nog niet tot hem doorgedrongen of hij wilde, net als Mulisch niet aan die moderniteiten.
Juist sinds de uitvinding van de computer ben ik zelf pas serieuzer gaan nadenken over de mogelijkheden van schrijven.
Schrijven deed ik als kind al: de kinderbijbel overschrijven.
In kleur. Hij was te zwart-wit.
Het woord ‘lucht’ werd blauw, ‘boom’ groen enz. Maar er bleven teveel onbestemde woorden over zodat ik halverwege het scheppingsverhaal al stokte. Toen ik wat ouder werd heb ik jarenlang dagboeken geschreven.
Een tekstverwerker is echter net zoals Renate aangeeft: “Ik kon, zonder het gevoel te hebben me vast te leggen, gewoon op mijn vertrouwde manier rommelen, associëren en dingen uitproberen om te zien of ze werkten. De zinnen op het beeldscherm waren immers maar voorlopig, ze telden niet, ze hadden niet dat standvastige van schrijfmachineschrift, dat je aanstaarde met het zichtbare voornemen om nooit meer het veld te ruimen.”
Dat er, voordat er een boek is, zoveel kladjes het levenslicht hebben gezien en weer een roemloos einde vonden in de prullenbak had ik toch niet verwacht.
Het is een prettig leesbaar, leerzaam en ruimschoots van humor voorzien, boek.
Maar of ik zelf nog ooit aan mijn Magnum Opus begin…………..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten