Rotterdam is een beetje in de ban van Jean Paul Gaultier. Met dochterlief ben ik naar de Kunsthal geweest naar een expositie van hem. Een fascinerend mens zo bleek wel weer.
Ik herinnerde hem vaag uit modespecials van Elseviers magazine. Mannen in rokken en allerlei andere vreemde zaken. Madonna die iets wonderlijks corsletterigs van hem droeg. Een enfant terrible, zo werd hij wel gezien. Ik was toen veel te druk om er echt aandacht aan te besteden.
In de Kunsthal vertelde hij via een groot scherm over zijn jeugd en hoe het allemaal zo gekomen is.
Het was een verademing om eens te horen dat iemand een vrolijke onbezorgde jeugd heeft gehad. Weliswaar had hij geen broertjes of zusjes maar dat deerde hem niet. Hij keek en keek en keek.
Iemand, ogenschijnlijk zonder trauma’s, die is gaan doen wat hij het liefste deed. In eerste instantie zijn beer aankleden, later vrouwen en nog later mannen. Mannen voor de (andro)gein als vrouwen. Ik herinner me die man met die teddybeer wel, nu begrijp ik het ook allemaal wat beter.
Zijn modellen waren niet bloedmooi, graatmager en anorexia-achtig maar mensen van vlees en bloed die als boeren en boerinnen over de catwalk liepen. Geen theater zoals andere couturiers maar juist natuurlijk, zoals mensen zijn.
Op die manier zocht hij de grenzen van de schoonheid op. En gaat daarin naar mijn smaak soms te ver. Dan choqueert het wel maar is het niet mooi.
Hij was achttien en zat nog op school toen hij door Pierre Cardin als assistent werd aangenomen en van hem kreeg hij de vrijheid en alle ruimte om zich te ontwikkelen. Een gezegend mens ben je wanneer je zulke goeroes in je leven tegenkomt.
In de eerste zaal waar zijn creaties stonden heb ik eerst een half uur gebiologeerd naar de poppen zelf staan kijken in plaats van naar de creaties. Daar ga ik verder niets over zeggen dan is de spanning eraf. Maar af en toe was het best ‘ creepy’ zoals dochter Cathy het noemde.
Naar mijn bescheiden mening stopt Gaultier teveel mooie details in één creatie, waardoor ze vaak erg onrustig worden. Niet alles vond ik mooi maar er zaten zeker prachtige dingen tussen. De opgewekte, levenslustige manier waarop Gaultier zijn werk betekenis gaf; tegen de mensen in al hun veelkleurigheid en tegen zichzelf aankeek stond mij wel aan.
Ik mag hem wel, die Jean Paul.
Hij mag onder het kopje kunst(on)zinnig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten