Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 21 juli 2022

Arthur en George


Geschreven door Julian Barnes.  (1946) in 2005.
Eerder las ik van hem 'Elizabeth Finch' en dat beviel mij wel voor wat betreft woordkeus, zinsbouw en nadenk-items.

Dit boek heb ik in één adem uit gelezen.
Twee jongens groeien heel verschillend op. Het boek wordt in de eerste helft parallel geschreven: hoofdstuk Arthur – hoofdstuk George.
Maar je begrijpt dat zij elkaar een keer zullen tegenkomen.



Arthur groeit op in een groot gezin met een alcoholische vader en een moeder – de Moek- die veel voor hem heeft betekend; George in een warm gezin in een pastorie met een broer en een zus. Een Indiase vader en een Schotse moeder.
Arthur wordt schrijver, George advocaat.

Zo langzamerhand kom je erachter dat het over Sir Arthur Conan Doyle gaat, het brein achter Sherlock Holmes en vele andere verhalen. Toen ben ik gaan zoeken en vond op het wereldwijdeweb dat deze geschiedenis waar gebeurd is.

George wordt vals beschuldigd van het mishandelen van een mijnpaard in zijn woonplaats. Daar gaan allerlei pesterijen, inclusief dreigbrieven, en andere verminkingen van dieren aan vooraf.
Wat is de reden? Zijn kleur? Zijn oogafwijking?
Wie er werkelijk achter zit wordt helaas nooit ontdekt maar het hele gebeuren heeft zoveel impact op mensenlevens. Pestgedrag moet zeker serieus aangepakt worden.
Doyle heeft zich, net als zijn eigen personage, Sherlock Holmes, vastgebeten in deze ‘rechtelijke dwaling’ en er voor gezorgd dat George Edalji weer is opgenomen in de orde van advocaten.
Het hielp hem meteen uit zijn depressie na de dood van zijn eerste vrouw.

‘Toen hij aan de slag ging, voelde Arthur zich weer op vertrouwd terrein. Het was als een nieuw boek beginnen: je had een verhaal maar niet het hele, de meeste personages maar niet alle, sommige maar niet alle oorzakelijke verbanden. Je had je begin en je had je einde. Je moest een groot aantal thema’s tegelijk in je hoofd houden.’

Voor Doyle, die inmiddels een bekende schrijver was geworden, gingen de deuren gemakkelijker open dan voor iemand anders. Toch lukte het hem niet om ook nog een schadevergoeding voor George los te krijgen.
Veel van deze geschiedenis kwam overeen met de geschiedenis Dreyfus waar Emile Zola zich voor inzette en veel bekender is geworden. Wellicht omdat Dreyfus van spionage werd beschuldigd en levenslang kreeg; George van het mishandelen van een paard en ‘slechts’ zeven jaar waarvan hij er drie uitzat.

Tussendoor de levensgeschiedenis van beide heren. Het rustige leven van de single George en het flamboyantere van Doyle die zich steeds meer ging interesseren voor wat er eigenlijk na de dood met je gebeurde en het spiritisme.
George moest daar niet van hebben:
‘Maar als je op een warme zondagnamiddag in Hyde Park tussen duizenden andere mensen stond, van wie er waarschijnlijk maar weinigen over dood zijn dachten was het niet gemakkelijk te geloven dat dit intense en ingewikkelde ding dat leven heette alleen maar een toevallig gebeuren was op een onbeduidende planeet, een kort moment van licht tussen twee eeuwigheden van duisternis. Op zo’n moment kon je het idee hebben dat al die vitaliteit zich ergens, op een of andere wijze, moest voortzetten.’

En wat ik gewoon nog een mooie zin vond om over na te denken:
‘Als je niet weet wat je wilt, moet je uitzoeken wat je hoort te doen. Als verlangen gecompliceerd is geworden, hou je dan vast aan je plicht.’

  

dinsdag 19 juli 2022

Hotel Portofino en de Jasmijnvilla


Dé zomerroman van 2022! Een grandioze historische roman aan de Italiaanse Rivièra in de jaren twintig. Italië, 1926.

Dat geldt voor Hotel Portofino, volgens bol.com.

Omdat ik in stilte nog de hoop had dat we ook Italië aan zouden doen in onze vakantie had ik nog snel een paar boeken over Italië in mijn e-reader gefrommeld.
Een paar niemendalletjes naar mijn idee: Hotel Portofino, geschreven door J.P. O'Connell met de bovenstaande lovende kreet en ‘de Jasmijnvilla’ van Elena Conrad waarvan er meerdere zullen volgens; zo las ik.


Het waren ook niemendalletjes en wij zijn helaas niet aan Italië toe gekomen.
Om met het laatste boek te beginnen: het leuke daaraan was de sfeer en de geografische bekendheid. We kampeerden ook ooit in Levanto en kennen het gebied van Cinque Terre een beetje.
Verder riep het verhaal geen enkele emotie op.
Pina, moeder van Giulia erft de geel geverfde villa inclusief jasmijn- en olijfboomgaard van haar Italiaanse vader. Ze had allang geen contact meer met haar familie en wil er niets van weten maar Giulia is wel nieuwsgierig en gaat erop af. Wordt verliefd op de buurman enzo….bla, bla. Komt allemaal goed.

Hotel Portofino mag dan een grandioze roman zijn en de wereldwijde doorbraak van O’Connell maar zo geweldig vond ik het verhaal niet. Weinig sfeer, veel personages. Dat is altijd lastig maar wel logisch in een hotel maar daardoor bleven ook de karakters zo plat als een dubbeltje.
In een notendop: Bella Ainsworth is een hotel begonnen in Portofino maar krijgt te maken met lastige klanten, maffia en geldgebrek. Haar man Cecil werkt ook niet echt mee, hij heeft het weer te druk met zichzelf. Zoon Lucian, een veteraan uit WOI en dochter Alicia (met kind) hebben zo hun eigen problemen.
Er bleven echter teveel losse eindjes over naar mijn idee.
Wat gebeurt er verder met Lucian en Rose? Wordt dat nog wat of gaan Lucian en het kindermeisje Constance samen verder?
Wat gebeurt er met Alicia en graaf Albani?  Wat met Nish? Wat gaat Cecil doen als hem de wacht wordt aangezegd; wraak nemen?

Ik heb het idee dat er nog meer boeken gaan volgen want zoveel losse eindjes….. maar dan graag zonder mij.
It’s not my cup of tea.
Er is ook een tv serie van gemaakt las ik, - bij de zender Britbox-  die vergeleken wordt met Dowton Abbey.  Pfffft lijkt mij een miskleun. DA staat wat mij betreft op eenzame hoogten samen met Brideshead Revisited.





 

woensdag 13 juli 2022

Er is geen vrouw die deugt


Een boekje met een bijzondere titel van de filosoof Arthur Schopenhauer. (1788 – 1860)
Eerder las ik van hem 'de vrijheid van de wil'.
Hij schreef dit boekje in 1851 en is onderdeel van ‘Parerga und Paralipomena, kleine philosphische Schriften’.
Het is een vertaling uit 1974.

De titel vond ik zo intrigerend dat ik nieuwsgierig werd. Wat beweegt iemand om hierover een boek te schrijven? Mijn wil om dit boekje te lezen werd danig geprikkeld.


  
Nu valt het allemaal wel een beetje mee want er is maar één hoofdstuk wat over de niet-deugende vrouw gaat. De rest zijn bespiegelingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Veel interessanter.
Over opvoeden, onderwijs, filosofie uiteraard. Over godsdienst, zelfstandig denken. Over lawaai en luidruchtigheid: wat haatte hij de klappende zwepen van de koetsieren. Over politiek en geleerden. Over suïcide en over dromen.

Tijdens het lezen van deze 'Maarten van Rossum van de negentiende eeuw' moest ik toch wel vaak grinniken, net als bij de ‘echte’ en na eerst het nawoord te hebben gelezen begreep ik dat Arthur, met zijn knorrige aard, niet zo’n beste verhouding heeft gehad met zijn moeder. Tsja…en Freud verscheen pas in 1856 op het wereldtoneel.
Of dit hoofdstuk daardoor beter te verteren valt …..ach zolang je het met humor kunt lezen gaat het wel.  
Rüdiger Safranski heeft een boek over hem geschreven maar dat moet ik nog lezen, het ligt te wachten. Wellicht wordt het dan nog beter te begrijpen.
Waar ik zo om moet lachen:
‘Dat vrouwen zo geschikt zijn om ons in onze vroegste jeugd te verzorgen en op te voeden komt omdat zij zelf kinderlijk en dom en kortzichtig, in één woord hun leven lang grote kinderen zijn – een soort tussenstadium tussen het kind en de man, die de eigenlijke mens is.’[…]
‘Een man bereikt zijn verstandelijke en geestelijke rijpheid zelden voor zijn achtentwintigste jaar, een vrouw al met haar achttiende. Maar haar verstand is er dan ook naar: het is wel heel armzalig uit gevallen’.

Wat een schattige ouwe knorrepot is het toch. Heeft waarschijnlijk weinig ‘normale’ vrouwen in zijn leven ontmoet.
Wat wel weer in zijn voordeel pleit is zijn subtiele gevoel voor humor en cynisme.

Wat sprak mij het meest aan van de andere onderwerpen:
Dat de mens gedreven wordt door zijn – onvrije - wil tot leven had ik al ontdekt in zijn andere boek. Het eigenlijke zijnde voor Schopenhauer is ‘wil’.
Zijn ideeën over opvoeding en het onderwijs en om zelfstandig te leren nadenken in plaats van het kopiëren van andermans ideeën zijn het overdenken waard. Hij wijdt er ook meerdere stukjes aan.
Dat kwam en kom ik op fora ook wel tegen. ‘De mensen die zo vlijtig en haastig zijn, strijdvragen te beslissen door het aanhalen van autoriteiten, zijn eigenlijk blij wanneer zij, bij gebrek aan eigen verstand en inzicht, dat van anderen in het veld kunnen brengen.’
Ach, ik heb het ook wel eens gedaan. Je kunt niet alles weten en soms weten anderen het beter onder woorden te brengen dan jij.

Schopenhauer schrijft beeldend. Dat moet hij ook wel want hij heeft een uitgesproken mening over schrijven en stijl. Dat komt later. Eerst nog even over dat zelfstandig denken:
‘Zoals een omvangrijke, ongeordende bibliotheek niet zoveel nut afwerpt als een middelgrote die wel geordend is, zo is ook een grote hoeveelheid kennis die niet door ons eigen denken is verwerkt, veel minder waard dan een kleine hoeveelheid die wij zelf hebben doordacht.’
Daarom pleit hij ook in het onderwijs eerst voor het aanleren van vakken waarin niet zoveel fout kan gaan zoals wiskunde, natuurkunde, talen en geschiedenis. Die zijn gebaseerd op feiten. Pas op latere leeftijd de vakken als godsdienst, filosofie en algemene beschouwingen omdat ‘voor het krijgen van een kritisch vermogen rijpheid en ervaring nodig zijn’.
Het gevaar is volgens hem namelijk aanwezig dat leerlingen opgezadeld worden met teveel vooroordelen. ‘Daarom hebben zo weinig geleerden het gezonde verstand dat volkomen ongeschoolde mensen dikwijls wel hebben.’

In het verlengde hiervan: ’Geleerden studeren in de regel met het doel onderwijs te geven en te kunnen schrijven. Daarom lijkt hun hoofd op een maag-darmstelsel dat het voedsel onverteerd weer afscheidt. Hun onderwijs en hun geschrijf zal dan ook van weinig nut zijn.’

In zijn tijd was het kennelijk ook al niet best gesteld met de schrijverij:
‘Tegen het gewetenloze inkt vermorsen in onze tijd en de steeds hoger stijgende zondvloed van nutteloze en slechte boeken zouden eigenlijk de tijdschriften een dam moeten zijn. Onomkoopbaar, rechtvaardig en streng zouden zij al dat gepruts van onbegaafden, al dat geschrijf waarmee een leeg hoofd een lege buidel probeert vol te schrijven, dat is te zeggen negen tiende van alle boeken, genadeloos moeten afstraffen en daardoor consequent de schrijf manie en de afzetterij moet bestrijden, in plaats van die te bevorderen door in laaghartige verdraagzaamheid gemene zaak te maken met de schrijvers en de uitgever om het publiek van tijd en geld te beroven. […] daar komen al die jubelende recensies van slechte boeken vandaan waarvan de tijdschriften vol staan’.

Nu heb ik nog niet eens gehad over de godsdienst en het lijden in deze wereld. Schopenhauer is atheïst en vindt godsdienst iets voor kinderen. Wie nadenkt over openbaringen zal inzien dat het ook menselijke ideeën en gedachten zijn. Kuitert avant la lettre.  
Hoe Schopenhauer tot zijn ideeën is gekomen moet ik waarschijnlijk uit het boek van Safranski halen. Daar ben ik altijd benieuwd naar: hoe komen mensen tot hun overtuigingen die soms in steen lijken te zijn gebeiteld.
Zo schrijft hij: ‘Hij (God) zou dus een zwak, aan de zonde onderworpen geslacht uit het niets tot aanzijn hebben geroepen om het daarna over te leveren aan een kwelling zonder einde.’

Een vraag van formaat. Zeker, maar – voor mij – toch geen reden om de godsdienst de rug toe te keren zonder te zoeken naar antwoorden? Desnoods je hele leven?
Schopenhauer vindt deze wereld al erg genoeg, ‘zij is het vagevuur, de hel, en aan duivels ontbreekt het er niet. Men hoeft er maar op te letten wat mensen elkaar soms aandoen, met wat voor ingenieuze folteringen de een de ander doodmartelt, en zich dan af te vragen of duivels het beter zouden doen.’
Soms heeft hij wel een beetje gelijk. l’Enfer, c’est les autres.
En toch deugen de meeste mensen wel weer.  Het is maar hoe je het bekijkt.
In ieder geval heb ik het met plezier gelezen.

Ok: nog een uitsmijter:
‘Geld is het menselijke geluk in abstracto; wie het geluk niet in concreto kan genieten, zet dus al zijn zinnen op geld.
 

 

St Tropez

 


Omdat de foto van de haven van St Tropez op Instagram en Facebook niet tot zijn recht komt, ook maar hier geplaatst.
Het bijzondere (voor mij) is dat ik deze kade alleen maar ken wanneer hij vol ligt met jachten en een stroom van bezoekers langs drentelt om zich te vergapen aan de rijkdom die de bezitters van de jachten vol trots ten toon spreiden.
Vanwege een regatta-achtig* iets was alles kennelijk uitgevaren en kon ik een lege kade fotograferen.
Wel zo mooi!


*Het was the Rolex Giraglia offshore race




vrijdag 8 juli 2022

Eten


Voor veel mensen is het diner tijdens hun vakantie periode zo ongeveer het hoogtepunt van de dag. Op de vraag of het een leuke of goede vakantie was komt nogal eens het antwoord dat het eten lekker was. Ook binnen mijn familie word ik via watts- app getrakteerd op foto’s van maaltijden.
En dat interesseert mij totaal…. niet.

De zintuigen oren en ogen zijn bij mij beter ontwikkeld dan mijn smaakpapillen. Dat is vaak best handig; ik lust zo ongeveer alles, inclusief goedkope wijnen. Al moet ik toegeven dat kortgeleden een glas rosé meer naar een natte hond smaakte. Maar dat zijn uitzonderingen.


Nu wil ik toch een paar restaurants noemen waar we in de vakantie ontzettend lekker hebben gegeten al zal dat nu vanuit mijn toetsenbord wellicht niet erg geloofwaardig overkomen.
Bij de eerste, 'La Nesque' in Villes sur Auzon (geen foto's) wat aan de zuidkant van de Mont Ventoux ligt, zijn we al vaker geweest. Eten gebeurd tijdens de zomermaanden in de half overdekte tuin. Daar hebben wij het idee vandaan om over ons terras ook rietmatten te installeren in tijden van Hollandse hittegolven.
Helaas heeft de Corona daar ook toegeslagen en was er te weinig personeel en maakte het geheel een wat verwaarloosde indruk. Het eten was echter zoals wij daar gewend zijn, heerlijk. 
Het charmante van die avond was dat de kok mij vertelde dat hij zich mij herinnerde. Waarop mijnheer Cathy dat weer de bodem in sloeg door te zeggen dat hij dat, als echte Fransman, natuurlijk tegen iedereen zegt.
Waar of niet, dat is de rede dat ik wel van Fransen hou. Ze zijn gewoon beter gemanierd zelfs al begin ik symptomen van bejaardheid te vertonen.

De tweede was restaurant/bar de l’ Estérel (Chez Tonio) in Les Adrets-de-l'Estérel de l’Eglise. Ook in dat dorpje hadden we al vaker gekampeerd op een mooie camping omringd door oude olijfbomen.
We zijn zo vaak langs deze bar gereden en zagen altijd hoe gezellig het daar was…….dit jaar zijn we er een paar keer wat wezen drinken en eten. Heerlijk! en met een formidabel uitzicht wat je van de weg af niet kon zien. De muziek was ook prettig: rock ballads.
Oog en oor strelend. En o ja, ook de smaakpapillen.
Wat een rijkdom om zo vakantie te kunnen vieren.





 

donderdag 7 juli 2022



Best fotogeniek, deze koninginnenpage.

 

woensdag 6 juli 2022

De Franse revolutie dl 1

Geschreven door Johan Op de Beeck (1957) dit jaar. Het leek mij een mooi boek voor mijn vakantieweken in Frankrijk. Ik las eerder van hem 'De Zonnekoning'
Het was een mooi boek, deze digitale versie. Via het boek van Hilary Mantel wist ik al veel achtergronden en dit boek sloot daar op aan ook al stopt het bij het jaar 1793. De rest volgt in het volgende deel.

De gebeurtenissen worden beschreven via de ‘ogen’ van een Belg: François Robert, ook al een advocaat.
Hij was volgens Op de Beeck de rechterhand van Danton. Helaas kan ik me niet meer herinneren dat Hilary Mantel hem noemde. Maar er waren velen spelers op het revolutionaire toneel van die tijd.


Omdat Op de Beeck ook een Belg is, staan er ook hoofdstukken in over de geschiedenis van België wat in die tijd onder Oostenrijks/Habsburgs bewind stond en dat toont aan dat niets op zichzelf staat. Zelfs de Franse Revolutie niet; verweven als hij is met allerlei andere gebeurtenissen.

Veel bekende dingen las ik: over de wijk van de Cordeliers, de wijk waar Robert met zijn vrouw Louise en ook Danton woonde; de vele kranten die geschreven werden in die tijd. Om de vrijheid van meningsuiting te benadrukken maar die weer leidden tot een verwarrende discussiesfeer. De grootste schreeuwers, zoals Marat kregen de meest aandacht. Ach ja, dat was toen ook al zo.  Verwarring alom want wat was waar en wat niet. Complottheorieën maakten iedereen verdacht en angstig.
Wrok en jaloezie speelden hun rol. Sommigen voelen zich altijd een slachtoffer maar ook slachtoffers blijken geen heiligen te zijn.

De strijd tussen de uitgevers Brissot en Hébert, de eerste was spreekbuis van de Girondijnen en de ander van de Jacobijnen/ Sansculotten/ Cordeliers waaruit de Montagnards weer voortkwamen.

Je kunt wel een revolutie beginnen maar wat zijn dan de verdere plannen. Die waren er wel in de verschillende hoofden die zeker van goede wil waren maar om alles op één lijn te krijgen is een ander verhaal. Dat lukte pas weer onder het regime van Napoleon, een aantal jaar later.
Robespierre was de slimste, hield zich het meest op de vlakte en wachtte zijn tijd af. Hetzelfde idee over hem kreeg ik bij Hilary Mantel.

Op de Beeck noemt een paar cruciale gebeurtenissen die hebben geleid tot het vormen van een republiek die op 22 september 1792 werd uitgeroepen, namelijk:

De mislukte ontsnappingspoging van Louis XVI, de dubbelzinnigheden van een halfslachtige grondwet die de koning met zijn vetorecht in stand hield, het onvermijdelijke conflict tussen hem en de wetgevende vergadering, de oorlogsverklaring aan Oostenrijk, het manifest van Braunschweig en de opstand van 10 augustus 1792, de bestorming van de Tuillerieen

Het is wel leuk wanneer - in Dijon -, je oog op zo’n bekende naam valt.