Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 16 februari 2021

Euthanasie en strafrecht

Een prikkelende column van Bert Keizer in Trouw. Wanneer ik hem lees dan voel ik in onze denkwerelden zo uit elkaar liggen.
Dat komt, denk ik, omdat hij de euthanasieregelingen allang omarmd heeft en daar in de praktijk gevolg aan geeft en ik beide niet.
Zeker wanneer hij het heeft over dementerende mensen bekruipt mij een heel akelig gevoel. Alsof het over mensen gaat die geen mens meer zijn.
Keizer grijpt terug op een artikel met Jacob Kohnstamm op zes februari en is het eens met het pleidooi van Kohnstamm om euthanasie uit het strafrecht te halen.
Zijn laatste alinea:

“Als het lukt om die strafbaarheid af te schaffen dan zal de huidige euthanasiewet geluidloos ineenzijgen. De Toetsingscommissies zullen verdwijnen en euthanasie zal net als vele andere medische handelingen ingebed raken in de reguliere medische praktijk. Het blijft wel om iets uitzonderlijks gaan. Wij vergeten wel­eens hoe bijzonder het is dat je voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid in gesprek met je geliefden voor de dood kunt kiezen. Een uitermate precair gebeuren, maar we hebben er steeds meer ervaring mee en we durven het ook wel zonder de strafrechter.”

Over een hellend vlak gesproken. Volgens onze regels van de logica een drogreden, maar wel een ‘vlak’ dat zo af en toe duidelijk zichtbaar is.  Waar zal het stoppen? Keizer zal toch zelf niet zo naïef zijn dat hier dan alles mee gezegd is?
Schoonzoon Cathy sprak eens: “Zorg eerst dat ergens een knop aanzit; daarna kun je gaan draaien”.  Dat is met dit onderwerp duidelijk het geval.
Na Keizers opmerkingen dat het woord ‘medisch‘ als slobbertrui wordt gebruikt om wanneer het zo uitkomt een elitair wetenschappelijk tintje aan een handeling of product te geven, vind ik deze laatste alinea daar exact van getuigen. Kun je euthanasie een medische handeling noemen uit de reguliere medische praktijk?
Medisch betekent ‘tot de geneeskunde behorend’. Genééskunde.

De meeste mensen deugen maar je zult toch ook rekening moeten houden met de kwade uitwassen.
Zo heb ik ervaren dat de lijn tussen palliatieve geneeskunde en euthanasie uiterst dun is. Ooit heb ik als professional contact moeten zoeken met een arts om te zeggen dat een terminale patiënte beslist niet méér morfine wilde hebben omdat ze geen pijn had. Anders had deze arts steeds meer voorgeschreven om haar zo wat rapper te laten sterven. Op die manier wilden zij en haar familie dat beslist niet. Je zult dus altijd de vinger aan de pols moeten houden en op je eigen strepen blijven staan. Zo nodig luid toeterend, want aan die oren mankeert nogal eens wat.

Wat mij betreft blijft de euthanasie wel in het strafrecht om de rem erop te houden. Je kunt nu wel roepen dat het om iets uitzonderlijks moet blijven gaan maar ook dat zal slijten. Of evolueren. Net zo je het wilt bekijken.
Niet alle mensen zijn even integer; ook niet alle artsen.

 


 


woensdag 10 februari 2021

Verkade

Op de valreep van het vorige jaar is Kees Verkade (1941 – 2020) overleden.
Eén van de beste beeldhouwers die we hebben/hadden in dit land.
Helaas dacht Nederland daar niet zo over want hij woonde al sinds de zeventiger jaren in Monaco. Zoals ik al eerder opmerkte is hij niet te vinden op de 'kunstnaarvanhetjaar-site'

Ook in het boek: ‘van Rodin tot Bourgeois, sculptuur in de twintigste eeuw’ wordt hij niet genoemd. Geen enkel praatprogramma heeft aandacht besteed.  Te druk met coronaspecialisten.
Ik begrijp niet waarom hij zo wordt genegeerd al zal dat nu misschien anders worden.
Na je dood wordt alles anders. Vincent van Gogh – die ook uit Nederland weg vluchtte -  zou erover kunnen meepraten.
Wanneer er wereldwijd aandacht komt zijn we weer de eerste om de ‘eer’ op te eisen.
Hypocrisie heet dat geloof ik.

Wij zijn ooit eens naar een expositie van Verkade geweest in Den Haag en ik was diep onder de indruk. Het was weer die beweging in de kunstwerken die mij aansprak.
Mogelijk is dat niet vernieuwend genoeg meer om de aandacht te trekken maar wanneer iets mooi is dan is het toch altijd mooi?  Kunst is toch geen kunst alléén omdat het vernieuwend zou zijn?
Ik zie vernieuwende dingen die abominabel zijn. Die vieze pindakaasvloer van Wim Schippers schiet me opeens te binnen. Tegelijk met het idee van ‘de nieuwe kleren van de keizer’.  Wanneer zou die bubbel eens worden doorgeprikt?

De zeer vooruitstrevende kunstenaars, of dat nu in de muziek, schilderkunst of beeldhouwkunst is, zijn de ‘voeling’ met het grootste deel van hun publiek kwijtgeraakt. Dan blijft het de vraag voor een kunstenaar of ie dat wel of niet wil. Of zouden ze zichzelf die vraag helemaal niet stellen?
Ik moet er nog eens verder over nadenken. *

‘Ons’ paaltje springende meiske van Verkade uit 1967, wat bij het gemeentehuis staat heb ik nu toch maar op de foto gezet.










12-02

Grappig, ik lees vanmorgen in de krant over Archie Shepp, een jazz saxofonist, dat hij zich op een bepaald moment realiseerde dat hij zich aan het vervreemden was van zijn doelgroep.
Hij stelde zichzelf dus wèl die vraag. Hij ‘maakte een U-bocht’ zoals de krant schreef en ging weer ‘terug’ naar zijn doelgroep.
Toch kan ik me ook wel voorstellen dat je dat als kunstenaar niet doet. Wanneer je je dat tenminste kunt permitteren, want die schoorsteen moet toch roken.

maandag 1 februari 2021

Opofferen

Vorige week in Trouw een mooie column van Sylvain Ephimenco naar aanleiding van een uitspraak van Andre Comte-Sponville (1952)
‘Men offert het leven op aan de vrees voor de dood’.  Deze uitspraak was weer gebaseerd op een uitspraak van  Michel de Montaigne, een  Franse filosoof. (1533 – 1592)
Ik begrijp dat deze uitspraak in deze tijd meer aanspreekt dan anders maar is dit niet iets van alle tijden als het de Montaigne ook al opviel?

Ik herinner me een bevriend echtpaar van mijn ouders. Zelf zonder kinderen kwamen ze vaak bij ons om te genieten van ons grote gezin waar het altijd levendig was.
Hele vriendelijke en vrolijke, gelovige mensen. Alleen…ze deden werkelijk alles om geen kanker te krijgen. Ze hadden het er voortdurend over. In mijn herinneringen.
Voordat ze kwamen moest het sapje uit de koelkast want zo koud drinken was niet goed voor je maag. In de zomer gingen ze samen vlierbessen e.d. plukken want dat was zo gezond.
Ze hadden ook een grote vriezer die in de zomer werd gevuld met de opbrengsten uit de natuur.
Helaas zijn ze allebei, binnen een jaar, overleden aan kanker. De één aan de baarmoederhals en de ander aan de darm.
Het is me altijd bij gebleven: de angst voor narigheid bezórgde hen dat juist. Zo leek het.
Als ik ongelovig zou zijn zou ik zeggen: je ontloopt je lot niet. Bespaar je de moeite om daarvoor je best te doen. Zie de tuinman en de dood.
Als gelovige: vertrouw jezelf toe aan de Ene en doe op deze aardkloot datgene waartoe je je geroepen voelt.  En accepteer dat er op een dag een eind aan komt.

In ieder geval: Ephimenco en Comte-Sponville zijn het eens dat wat er nu gebeurt niet deugt: jongeren die door de maatregelen psychisch in de knel komen en daardoor hun leven lijken op te offeren voor de ouderen. Want de maatregelen zijn er vooral om de ouderen te beschermen. We moeten meer accepteren dat ziekte en dood bij het leven horen.
Geheel mee eens.
Aan de andere kant hebben we wel een generatie groot gebracht – ja, ik ook - die het niet gewend is om met moeilijkheden om te gaan. Wanneer ze zich al uit het veld laten slaan door één of twee jaar niet kunnen doen wat ze willen, dan zijn het wattenbolletjes.
Ik herinner me een uitspraak van de directrice van het ziekenhuis toen ik, vanwege een mogelijk herexamen pas een jaar later met de opleiding zou kunnen beginnen:
‘Ach, Cathy, wat is nu een jaar op een heel mensenleven?’
Zulke uitspraken helpen met relativeren.

Het is natuurlijk ook heel verleidelijk om in dit type discussie  WO 2 erbij te betrekken maar daar heb ik iets op tegen omdat het teveel op een Godwinnetje lijkt. Het einde van alle tegenspraak. 
Tegelijkertijd besef ik dat ik gemakkelijk praten heb. Mijn kinderen zijn volwassen en kunnen thuis vandaan werken. Mijn kleinkinderen zijn nog zo jong dat alles in het leven een avontuur is. Maar toch denk ik dat mensen pas leren, inzicht verwerven met vallen en opstaan. Waarom die Ene dat zo bedacht heeft zal voorlopig wel een raadsel blijven

Wat me vanmiddag opviel was een bericht op Nu.nl over IC artsen van het Radboud MC die pleiten voor versoepelingen en daarbij het accepteren dat als gevolg van de Corona meer mensen zullen komen te overlijden.
Ze vinden dat we met de maatregelen een te hoge tol betalen. Zo lijken ze het ook eens te zijn met Ephimenco en Comte-Sponville.
Toch een beetje een ongelukkig tijdstip om zoiets naar buiten te brengen als zorgpersoneel.
Zijn zij niet kort geleden allemaal ingeënt?



Kinderen van onze tijd

Vanwege de poëzieweek nog ééntje:

Kinderen van onze tijd

Wij zijn kinderen van onze tijd,
en onze tijd is politiek.

Al jouw, onze, jullie
dagzaken, nachtzaken
zijn politieke zaken.

Of je nu wilt of niet,
je genen hebben een politiek verleden,
je huid een politieke kleurnuance,
je ogen een politieke gezichtshoek.

Wat je zegt wekt respons,
waarover je zwijgt spreekt voor zich –
en is zus of zo ook politiek.

Zelfs zwervend door de bossen
zet je politieke stappen
op een politieke grond.

Apolitieke gedichten zijn ook politiek,
en boven ons schijnt de maan,
niet meer onze maan, maar punt van discussie.
Zijn of niet zijn, dat is de kwestie.
Wat voor kwestie, antwoord, mijn beste!
Een politieke kwestie.

Je hoeft niet eens een menselijk wezen te zijn
om politiek gezien iets te betekenen.
Het is genoeg als je aardolie bent,
veevoer, een afvalproduct.

Of anders een onderhandelingstafel met een vorm
waarover maanden is getwist:
aan wat voor een te onderhandelen over leven en dood,
een ronde of een vierkante.

Intussen kwamen mensen om,
stierven dieren,
brandden huizen af,
en verwilderden velden,
als in lang vervlogen tijden
met minder politiek.

Wislawa Szymborska (1923 - 2012)
Uit: 'Einde en begin'


 

  

vrijdag 29 januari 2021

Week van de poëzie 2021

Soms lees ik een gedicht en heb daar in gedachten meteen een plaatje (van mezelf) bij. 
Dit gedichtje  is van Guillaume van der Graft uit zijn eerste bundel ‘Verzamelde Gedichten’.

Heemse

Het kerkje staat een middeleeuw te veinzen
in alle onschuld als een eierschaal,
gebroken wit, de kleur van intergraal.
Binnen heerst nog altijd een stenen trance
wat men verwacht is een kiemende taal.
Het daglicht maakt een knieval door de vensters.















De foto is gemaakt in de buurt van 'Neuschwanstein'.




 

woensdag 27 januari 2021

Popcorn

Een paar weken geleden schreef ik over Amerika maar het is nu de beurt van het buitenland om zich over Nederland te verbazen.
Ik kan me zo voorstellen dat zij nu de popcorn erbij pakken.
Gezeur en rellen over een avondklok die in de meeste Europese landen al van kracht is. Het in brand steken van een GGD teststraat; bekogelen van ziekenhuizen.
Misschien zit de drugsmaffia er wel achter. Zij komen nu ook in het nauw. Maar.....de meeste mensen deugen.
  
Vaccinaties die maar niet willen opschieten. Gesteggel over wie nu eerst moet. Eerst de ouderen, want daarmee verminder je de toestroom op de zorg, neeeee, eerst de zorgmedewerkers want die kunnen we niet missen in de ziekenhuizen.
Naar mijn idee allebei tegelijk. Niet of-of maar en-en.
Dan weer een tekort aan vaccins. De grote bedrijven bluffen de orders binnen met een daarna-zien-we-wel-mentaliteit. Zo gaat dat meestal.

Een oud-collega werkt nog in de thuiszorg en van haar hoorde ik dat ze voor haar vaccinatie nota bene vanuit ‘onder de rook van de oostkant’ van Rotterdam naar De Haag moet!
Terwijl we nog steeds te horen krijgen dat we zoveel mogelijk moeten thuiswerken om verkeersbewegingen te verminderen. Hoe krom wil je het hebben. Dat de vaccins bij een bepaalde temperatuur bewaard moeten worden is geen afdoende reden. Dat kunnen ze in Rotterdam ook wel.
Gisteravond hoorde ik in één of ander programma dat in een verpleegtehuis de ene oudere wel wordt gevaccineerd en haar buurvrouw, die een andere huisarts heeft, moet wachten.

Wat is er nu gemakkelijker dan vaccineren in een tehuis; je rijdt met je karretje met spullen langs alle bewoners en vaccineert degenen die willen. Dan kun je een stuk of wat tehuizen per dag doen.
Mijn haren rijzen ten berge bij dit ongelofelijke logistieke gerotzooi.
Maar ongetwijfeld zit overal een goede reden achter die ik niet weet. /sarcasm

En we zijn er nog niet. Er verschijnen al verschillende mutanten. Waarbij het nog maar de vraag is of de vaccins afdoende zijn.

Er zijn ook positieve zaken. Een wat oudere vriendin vertelde me dat ze al sinds vorig voorjaar niet verkouden is geweest. Van een jong gezin hoorde ik dat de kinderen die anders altijd lopen te kuchen en snotteren in de wintertijd, daar nu geen last van hebben.
Zelf hoest en nies ik ook niet; heel anders dan andere jaren. Dat heeft die anderhalve metersamenleving toch maar mooi bewerkstelligt.
Als we daarmee een sterkere weerstand opbouwen, mede door gezond eten waar veel te weinig aandacht voor is en  - ja, helaas – beweging dan hebben we op termijn misschien wel genoeg weerstand om een Covidmutantenleger te lijf te gaan.

Verder probeer ik ook na te denken wat zo’n  periode met mensen doet maar dat is lastig wanneer je er middenin zit. Voor mezelf heb ik het idee dat ik enigszins lethargisch word, ondanks het feit dat ik me niet verveel. Lezen, puzzelen, muziek luisteren, af en toe een film kijken, de kneepjes van het fotografievak proberen te leren en de natuur in om die kneepjes uit te proberen; ik vind het allemaal best zo.
Het enige wat ik echt mis zijn mijn muziek-maak-maatjes en mijn zinnige-gesprekken-maatjes.



 




En zo kom je van popcorn bij Supertramp uit:

I know that there's a reason why I need to be alone
You show me there's a silent place that I can call my own
Is it mine
Oh Lord is it mine

You know I get so weary from the battles in this life
And there's many times it seems that you're the only hope in sight
Is it mine
Oh Lord is it mine

........

 

 



 

dinsdag 19 januari 2021

Genesis


Geschreven door Jonathan Sacks, maar wanneer precies weet ik niet. Dit eerste deel gaat over individuen en families, in tegenstelling tot Exodus wat over de geboorte van een volk gaat.
Dit boek bestaat ook weer uit twaalf parasjot.   Letterlijke betekenis: gedeelte. 

In een wekelijkse parasja  die ik toegestuurd krijg van het CIS (Centrum voor Israël studies) wordt de vraag gesteld waarom de Bijbel niet begint met Exodus.
Dat geldt toch als het begin van het Joodse volk en het begin van de Joodse kalender? 'Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn. Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar. ' (Ex. 12:2).

De grote geleerde Nachmanides (1194-1270) geeft op deze vraag het volgende antwoord: 'Het is noodzakelijk de Thora te beginnen met 'In den beginne schiep G'd den hemel en de aarde' (Gen. 1:1), want dit is de basis van het geloof (Hebr. 'Emoena'). Je zult eerst in G'd als Schepper van deze wereld moeten geloven, voor je Zijn geboden in acht kunt nemen. Het geloof in G'd gaat aan al het andere vooraf.'
Ook Sacks komt tot deze conclusie.

De Thora is een boek over hoe te leven.
Wat moet ik doen, hoe behoor ik te leven en wat voor type mens moet ik proberen te worden. Dus geen wetenschappelijk boek. Hij gaat dan ook voorbij aan de discussies over al dan niet letterlijk lezen. Belangrijker is dat uit de verhalen levenslessen te trekken zijn voor alle tijden en plaatsen. Hij maakt, net als in Exodus, rijkelijk gebruik van de Midrasjiem.
Sacks sluit aan bij de ‘rede over de menselijke waardigheid’ van Pico della Mirandola uit de vijftiende eeuw. De mens moet zichzelf scheppen.
Deze rede betekende een breuk met de christelijke leer dat de mens ongeneeslijk bedorven zou zijn en de Platoonse gedachte dat de mens aan onveranderlijke vormen gebonden zou zijn.

God heeft geen beeld dus waarnaar is de mens dan geschapen?  Wel: naar een vrijheid die niet is ingeperkt door natuurwetten – waar wel wat op af te dingen valt volgens mij - en met het vermogen tot spreken en scheppen. Tot verantwoordelijkheid en terughoudendheid.
Het karakter van het jodendom bestaat uit het idee dat sterfelijkheid te overwinnen is in het krijgen van kinderen om behalve onze genen ook onze ideeën en idealen te laten voortleven tot het einde der tijden. (p 38)
Ondertussen moeten we in het hier en nu verantwoord leven.  Het goede doen omdat het goed is. 

Wat viel mij verder op en wat wil ik onthouden:

In de eerste hoofdstukken wordt God Elohiem genoemd; de Kracht der Krachten terwijl het tetragammaton (of Yahweh), hier Hasjeem genoemd wijst naar een persoon, een Gij. De God die we ontmoeten in de openbaring. Eva noemt God bij de geboorte van Kain voor het eerst Hasjeem zonder Elohiem. De menselijke waarneming veranderde.

Noach was een Tsaddiek vóór de vloed. Daarna wordt hij niet meer zo genoemd. Waarom?
Noach was te gehoorzaam. Het was blinde gehoorzaamheid en hij had geen eigen initiatief.
Volgens vele (zondag)schooljuffen en meesters zou Noach terwijl hij de ark bouwde wel hebben geëvangeliseerd en de mensen hebben gewaarschuwd, maar daarover staat niets in de Bijbel. Noach redde alleen  zichzelf en zijn gezin. Geloof is meer dan gehoorzaamheid, het is ook de moed om te scheppen.
Noach wandelde met God maar tegen Abraham werd gezegd: wandel voor mijn aangezicht en wees onberispelijk.
Hoe het komt dat Noach wist van reine en onreine dieren terwijl dat pas op de Sinaï bekend werd, daar schrijft Sacks niets over. Niet belangrijk denk ik. Dat zijn van die Westerse spitsvondigheden die er helemaal niet toe doen.

De verhalen van Adam en Eva, Kain en Abel, Noach en de torenbouw van Babel tonen  resp. steeds een nieuwe stap in het volwassen worden van de mensheid.  Adam door het ontkennen van persoonlijke verantwoordelijkheid, daarna Kain door het ontkennen van de morele verantwoordelijkheid, Noach ontkende de collectieve verantwoordelijkheid en de torenbouwers de ontologische.

Abraham was de eerste aartsvader die zijn verantwoordelijkheid op alle vlakken nam.
Hij daagde God uit in een rechtvaardigheids kwestie. Later deden Mozes en Job dat ook.
Maar is het niet zo dat God eigenlijk de mens uitdaagt? Tot een weerwoord om beide kanten te horen?
Zo heb ik jaren geleden besloten – het was een wilsbesluit – om niet meer in een eeuwigdurende hel te geloven. Ik vond en vind het niet eerlijk dat tegenover pakweg 80 jaar leven hier op aarde, waarbij je overgeleverd bent aan genen en omstandigheden, mogelijk een eeuwigheid van narigheid te wachten staat. Hoe kan dat rechtvaardig zijn?
Nog weer later ontdekte ik dat ik zo niet meer over God wilde denken en schaamde ik me dat ik het ooit had gedaan.

De verschillen in de aartsvaders: Abraham, Izak en Jakob.
Abraham de vriendelijke, die zijn verantwoordelijkheid nam. Hij symboliseert de morgen; bij hem begint een nieuw religieus bewustzijn. Een zoektocht.
Izak de stille en weinig originele maar wel heel volhardend in het geloof, de moed hebbend om door te gaan en niet op te geven wanneer het tegen zit.  Hij symboliseert de middag; de dialoog wanneer hij in het veld loopt en mijmert.
Jacob is weer heel anders: een ‘lover’ en strijder. In de nacht krijgt hij een visioen. Hij stuit op God. Een onverwachte ontmoeting tussen de menselijke ziel en God.

Jakob was iemand die er vandoor ging met de zegen die bedoeld was voor een ander. Een zegen van rijkdom en macht. Die was voor Ezau bedoeld. Wanneer hij vlucht voor Ezau zegent Izak hem alsnog met de juiste zegen: die van kinderen en land. De verbondszegeningen.
Waarom wilde Jacob zo graag als Ezau zijn? Die een man van de natuur was?
Waarom willen wij vaak als een ander zijn? Het kost Jakob de rest van zijn leven om te ontdekken dat hij is zoals hij is en zo ook mag zijn. En het niet verwachten moet van macht en rijkdom. Zoals het joodse volk nu.
Toen pas kon hij zeggen: ik heb alles.

Het verhaal van Jozef, die toch niet de belangrijkste zoon was. Dat waren de zonen van de minder geliefde Lea: Levi en Juda.
Uit Levi komen de priesters voort en uit Juda de koningen en zal de Messias voortkomen. Ook geeft Juda zijn naam aan het volk, de zuidelijke stammen wel te verstaan. De Noordelijke stammen worden weggevoerd en assimileren in de wereldbevolking.
Juda maakt ook de grootste ontwikkeling door. Van een pragmaticus die zijn broer Jozef verkoopt tot de boeteling. Degenen die in staat zijn tot verandering en groei zijn in het jodendom groter dan degenen die altijd al deugdzaam leven. Ik moet meteen denken aan de gelijkenis van de verloren zoon.
Haten in de Bijbel is niet het haten wat wij doen maar het minder geliefd zijn. Ezau werd niet door God gehaat, maar minder geliefd.
Van Jozef vroeg ik mij altijd af waarom hij bij de apotheose uitroept: ‘Ik ben Jozef, leeft mijn vader nog?’
Dat had hij net gehoord van Juda. Waarom stelde hij dan die vraag? Helaas geeft Sacks daar geen antwoord op.
Er komen meer dingen aan de orde waarvan ik weet dat ze in het Nieuwe Testament weer worden aangehaald.
Dat Jozef bijvoorbeeld een type van Jezus is, is voor mij glashelder, maar daarover rept Sacks vanzelfsprekend niet.

Het belang van ‘tesjoeva’ bespreekt hij uitgebreid. Het opbiechten van zonde, het voornemen om het niet meer te doen, ook niet wanneer de gelegenheid daar is. De kracht om te vergeven wat juist degene verheft die vergeeft.
Dat vrede boven waarheid gaat. Dat vond ik ook wel een mooie. Want wat weten wij nu van waarheid? Er zijn de meest verschrikkelijke dingen gebeurt uit naam van de waarheid terwijl er maar Eén is die de Waarheid in pacht heeft en dat zijn wij niet.
Er staan teveel mooie dingen in.

Ik ga me op Leviticus verheugen.