Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 9 april 2020

Pesach


Hij denkt aan al die vele malen
dat hij de Pesach vierde in 't gezin.
Het bitter en het zoete in de schalen,
de slavernij en 't nieuw begin.

Hij was het kind dat vragen stelde
van: 'Waarom alles anders deze nacht?'
Zijn vader die elk jaar 't verhaal vertelde
en wat van 't volk toen werd verwacht.

De wijn druipt van de tien plagen.
Het brood is hard en ongezuurd.
Wat kan een mens nog meer verdragen
als slavernij al eeuwen duurt?

Hij voelt de last van 't lam geslacht,
van bloed gestreken aan de post.
Hij ziet de bitterheid van wat Hem wacht,
het offer dat Hem pijn en liefde kost.

Hij heft de derde beker en de wijn
kleurt rood in 't lijden van de tijd.
Hij drinkt de beker leeg, moet deurpost zijn,
met bloed bestreken in de bange strijd.

Hij heeft Egypte nu verlaten.
De rode zee vraagt al zijn bloed.
Dan gaat hij eenzaam door de straten,
de laatste beker tegemoet.



Mw. D. Beijersbergen-Groot
Er staan meer gedichten van haar op gedichtensite.nl

vrijdag 3 april 2020

Nag Hammadi III Codex II


Geheime boek van Johannes

Het boek stamt uit de eerste helft van de tweede eeuw. Argument daarvoor is dat kerkvader Iraeneus (140 -202) in zijn schrijfsels overeenkomsten vertoont met dit boek.
En werd gebruikt tot in de achtste eeuw. Ook niet onbelangrijk. Kerkvaders zijn er misschien door beïnvloed al begrijp ik nu de afkeer wel beter.
Deze Johannes is de discipel, de zoon van Zebedeus en broer van Jacobus. Wanneer hij in de tempel komt, komt er een Farizeeër genaamd Arimanios naar hem toe en hem naar Jezus vraagt. Jezus is inmiddels ten hemel gevaren dus Johannes zegt dat dan ook. Vervolgens beschuldigt Arimanios deze Nazoreër van bedrog waardoor Johannes helemaal vastloopt en zich terugtrekt in een bergachtige plaats. Daar krijgt hij visioenen over de organisatie in de eeuwigheid, de schepping, val en verlossing.
Hoe de organisatie in de Eeuwigheid in elkaar steekt is voor mij een wir-war van begrippen die rond tollen als derwisjen.
De eerste kracht die aan het Al voorafging was de Moederschoot, de glorie van Barbelo.


Maar er is een lek in de eeuwigheid. Ik moet meteen denken aan mijn Fata Morgana.
Het is veroorzaakt door Sophia. De Wijsheid.
In die Eeuwigheid zijn er behalve heel veel anderen en Barbelo (Protennoia) en Wijsheid (Sophia)ook de Intelligentie (Epinoia) en de Voorzienigheid (Pronoia).
Wat deed Sophia? Zij ‘ wilde een evenbeeld uit haarzelf voortbrengen zonder de instemming van de Geest.’
Deze voortbrenging is ‘Jaldabaoth’ of ‘Demiurg’. Deze ‘Hoofdarchont’, soms ook Samaël genoemd is de schepper van de wereld en brengt weer vele andere machten voort.
Hem worden ook de woorden in de mond gelegd die volgens het OT door JHWH worden gesproken: ‘Ik ben god en er is geen andere god dan ik’.
Zo zijn er wel meer uitspraken die in het OT van God zijn maar in dit geschrift van Jaldabaoth afkomstig.
Eigenlijk is er veel omgedraaid ten opzichte van de eerste hoofdstukken in de Bijbel.

Sophia krijgt berouw en krijgt een plaats boven haar zoon ‘totdat zij haar tekort had hersteld’.
Vervolgens een verhandeling hoe Adam wordt geschapen door alle engelen van Jaldabaoth bij elkaar. Allemaal een stukje. De hele anatomie komt langs.
Voor Eva wordt een deel van de kracht van Adam weggenomen; geen rib. Dat deel wordt gevormd naar de intelligentie; de Epinoia. Ik noem het maar even.
Adam en Eva worden door Jaldabaoth uit het paradijs gegooid juist omdat zij wilde eten van de boom van kennis van goed en kwaad. Zij werden daar door Christus toe aangezet om tot kennis te komen.
Jaldabaoth verwekt bij Eva twee zonen; Eloïm en Jahvé. De ene is rechtvaardig en de ander onrechtvaardig. Abel en Kain.
Dat vind ik dan wel weer interessant want in 1 Joh 3 : 12 staat ‘….Niet gelijk Kain, die uit de boze was en zijn broer doodsloeg’…..

Seth is volgens dit geschrift wel een zoon van Adam en Eva. En dan wordt het ook weer interessant. Even hiervan uitgaande; dan zouden de ‘de zonen gods’ uit Genesis 6 nazaten van Kain zijn en de dochters van de mensen nazaten van Seth.
De geesten van de mensendochters worden echter vervuld met duisternis.
Er is dus, als ik het goed begrijp, geen zondenval maar door de voortplantingsdrift die Jaldabaoth in Eva en/of Adam plantte wordt de duisternis ook voortgeplant.
Het laatste gedeelte gaat over verlossing. Jaldabaoth heeft spijt van wat hij geschapen heeft en besluit tot een zondvloed van duisternis.
Maar de ‘grootheid van de Voorzienigheid’ licht Noach in zodat hij en velen met hem zich kunnen verschuilen in een lichtwolk. Hier komt geen water over de hele wereld bij te pas.
De Verlosser (Jezus Christus) dringt verschillende keren de duisternis of chaos binnen maar dat zou de vernietiging van de mensen tot gevolg hebben daarom trekt hij zich steeds weer terug.
Ten slotte dringt hij de gevangenis van het lichaam binnen om de geest wakker te roepen met de woorden: 'Hij die hoort, laat hem opstaan uit zijn zware slaap.'

De Verlosser tegen Johannes:
'Ik heb dit alles voor jou met jou als luisteraar volbracht, en ik heb je alles gezegd opdat je het zou opschrijven en in het geheim zou doorgeven aan je geestverwanten, want dit is het geheimenis van het onwankelbare geslacht.'
Daarna nog het verbod om dit geschrift te ruilen tegen triviale dingen zoals voedsel of kleding.



donderdag 2 april 2020

Westerse Cultuur geschiedenis 1300 – 1500 IV a. Literatuur.


Deze keer op afstand en alleen van papier. Ja, dat is veel minder inspirerend.
Een reader vol met teksten. Eens kijken wat ik ervan kan maken.
La Divina Commedia van Dante Alighieri is vanzelfsprekend een belangrijk literair werk uit deze tijd met grote gevolgen in de kunstwereld en wat minder zichtbaar ook daarbuiten.
Onder andere Jeroen Bosch is er ongetwijfeld door beïnvloed en Salvador Dali heeft zich ook lekker kunnen uitleven.
Er is zelfs een aparte Wikisite die alle verwijzingen handig op een rij heeft staan.
Dit zijn dan de meest duidelijke. Heel veel schrijvers verwijzen in hun werk al dan niet subtiel naar dit meesterwerk.
Wat wel opvalt is dat het ‘Inferno’ het meest interessante wordt bevonden. Wat is dat toch in de mens? Dat houden van griezelen en narigheid.
Wanneer, in de evolutionaire ontwikkeling, heeft zich dat in ons brein genesteld? Want ik geloof niet dat ander primaten dat zo expliciet hebben.

Zelf heb ik de gehele Commedia in proza gelezen. Dit is een schilderij van Dali over Canto VII.
Ik denk dat het Pluto is die ter aarde stort. Heel klein zie je Dante en Vergilius staan.

Een kleine vergelijking in vertaalde poëzie en proza:

Canto IV
De diepe slaap werd in mijn hoofd gebroken
door ’n donderslag, een schok waarvan ik schrok
zoals een mens die met geweld gewekt wordt.
vertaling Rob Brouwer

Plotseling werd de diepe slaap, waardoor ik was bevangen, verbroken door een zware donderslag, met als gevolg dat ik een schok kreeg zoals iemand die met geweld wordt wakker geschud.
vertaling Frans van Dooren


De naam van Guillaume de Machault komt langs. Een Fransman, componist en dichter, die zijn rol speelde aan het Boheemse hof van hertog Jan van Luxemburg (de Blinde, die stierf bij Crécy) en later bij Karel V (de Wijze) van Frankrijk.
Hij was de eerste die een complete mis componeerde. De Messe de Nostre Dame.
Hij schreef ook een ballade met zijn tijdgenoot(?) Thomas Paien. Daar over kan ik echter niet zoveel vinden. Een Engelse dame heeft daar een hele studie van gemaakt en zij twijfelt ook aan het bestaan van Paien.
"I have to admit to having formerly doubted that Thomas Paien was a real person at all – his poem is full of pagan references and Thomas is a biblical twin, so I imagined Machaut was simply joking."

Maar ik kom daar niet echt uit. Dus voor de liefhebbers deze link" om na te slaan. Ook Jean Froissart, de dichter en kroniek schrijver, die ik weer tegenkwam bij Tuchman wordt met hem/hen (?) vergeleken.

Petrarca is weer een bekendere naam.
Een Italiaanse dichter en schrijver en vriend van Boccaccio. Deze laatste staat weer in de belangstelling omdat hij tijdens de pest van 1348 het boek ‘Decamerone’ schreef.
Een groep vrienden die zich terugtrekt in een villa buiten Rome en elkaar verhalen gaan vertellen. Omdat ik ‘de pest’ van Camus en ‘de stad der blinden’ van Saramago al had gelezen ben ik hier eens in begonnen, maar al die losse verhalen…..ik vond ze niet bijster interessant.
Dus ik heb hem niet uitgelezen. Misschien als ik me nóg meer verveel...
Beide heren hadden zo hun grote liefde die bezongen moest worden. Petrarca zijn Laura en Boccaccio zijn Fiammetta.
Petrarca werd onder ander bekend om zijn Canzoniere. Een reeks van gedichten waaronder 317 sonnetten, gericht aan zijn Laura.
Een voorbeeld, waarbij ik moet zeggen dat ik het vertalen van zoiets echt heel knap vind:

Bij ’t eerste stapje van haar blanke voet
zedig gezet in de bedauwde weide,
lijkt mij haar voetspoor groeikracht te verspreiden
die alle bloemen nieuw ontluiken doet.

Amor, die slechts het ridderlijk gemoed
verstrikt en daaraan slechte zijn kracht wil wijden
laat nu zo’n warmte uit haar ogen glijden
dat ik niet taal naar enig ander goed.

Altijd komt met haar tred en milde blik
waarmee haar tedere spraak harmonieert
haar loom, schroomvallig handelen overeen.

Aan die vier vonken, en die niet alleen
ontbrandt het vuur dat levend mij verteert:
een nachtvogel in ’t volle licht ben ik.

En van Hollandse bodem het Egidiuslied waarvan de auteur onbekend is. Het is een klaaglied; een elegie.


Het is toch wel gemakkelijker wanneer een docent allerlei dingen al heeft uitgezocht en ons dat dan vertelt.
Scheelt veel tijd. *grinnik*
Het bovenstaande is mijn eigen interpretatie vanaf het papier. De docent kan hier op geen enkele manier op worden aangekeken. 

zondag 29 maart 2020

Corona II


Het zal nog wel een poosje duren, deze crisis. Na bijna twee weken thuis zijn begint het te wennen. Maar ik blijf verbaast om mij heen kijken via nieuws en kranten. De mensheid stelt mij voor raadsels.
Nederlanders zijn mensen die om de één of andere vage reden bergen toiletpapier verzamelen. Maar Amerikanen maken het nog bonter: er worden wapens ingeslagen.
Dat men bang is voor de paniek die eventueel zou kunnen uitbreken snap ik, maar of wapens daartegen helpen waag ik dan weer te betwijfelen.

De regering denkt er nu aan om drones in te zetten om het één en ander te kunnen controleren.
Mijn kritische kant denkt dan: Zie je, zo wordt een totalitaire staat langzamerhand werkelijkheid en we vinden het allemaal goed en staan er zelfs achter. Zo werkt dat dus.
Door in te spelen op angst kun je van alles gedaan krijgen.
Precies zoals de kerk vroeger deed.
Mijn positieve kant gelooft dat dit tijdelijke maatregelen zijn die weer worden opgeheven wanneer de crisis is bezworen.
Ik zie Rutte niet als een Totalitair heerser.

Wat is de onderliggende reden van die angst? Angst voor de dood en angst voor verlies van controle denk ik. Dit virus is zo onberekenbaar dat we er geen raad mee weten. We dweilen (nog?) met een open kraan. We weten niet hoelang het precies blijft leven buiten het lichaam en op welk materiaal.
Zijn het echt alleen ouderen met onderliggend lijden die óverlijden? Nee, dat gaat allang niet meer op. Het treft ook jongere mensen. De ene komt er wel door en een ander in vergelijkbare situatie niet. Het zal met de weerstand te maken hebben denk ik.
Men probeert het wel te sussen door de leeftijden te noemen maar dat stelt niets voor want lang niet iedereen wordt getest.
Meten is weten, juist nu. Om een beeld te krijgen hoe het virus zich gedraagt. En hoe, en waar en wanneer. Dat gebeurt te weinig.

En om het nog weer wat filosofischer te houden: we moeten er meer aan gewend raken dat de controle die we ménen te hebben, ook een illusie is.
Net als die vrije wil. Toch moeten we leven alsof we dat wel hebben. Gewoon om verantwoord te kunnen handelen maar met altijd in het achterhoofd dat er een groter Bewustzijn mee regelt, stuurt en handelt op Zijn ondoorgrondelijke wijze die wel eens dwars tegen ons denken en handelen in gaat.

Opeens kómt ook de vraag naar boven waar God is in deze crisis. Bij gelovigen en ongelovigen. Van gelovigen begrijp ik dat niet. Hij is er toch? Voor gelovigen zal alles meewerken ten goede. Dat is een belofte. Zelfs in deze situatie. Ik probeer dat niet als dooddoener (raar woord in dit geval) te poneren maar om vertrouwen te houden.
Van ongelovigen begrijp ik het nog minder: dat vroeg je toch ook niet toen het goed ging?
Spreekt uit die vraag toch niet die diepe existentiële onzekerheid? Geef daar dan eens eerlijk aan toe.
Dan is een oprecht gemeend ‘Heer, erbarm U’ of ‘Heer, denk aan mij’ voldoende om rust te krijgen. Zo hoorde ik dat vanmorgen en ik geloof het.
De Heer kent de harten van Zijn fragiele schepseltjes met hun grote monden.

Op facebook volgt de ene na de ander link naar preken en stichtelijke woorden. Een mens heeft er dagwerk aan om dat allemaal te kunnen volgen. Buiten dat worden er weer aardige broodjes aap rondgestuurd. Jammer.
Het is allemaal lief bedoeld, net als die oproepen om op een bepaalde tijd iets bepaalds te doen.
Zulke dingen zijn aan mij niet echt besteed en laat ze aan me voorbijgaan. Goed voor de saamhorigheid maar graag zonder mij.



Erbarme dich, mein Gott,
Um meiner Zähren willen!
Schaue hier, Herz und Auge
Weint vor dir bitterlich.
Erbarme dich, mein Gott.




zaterdag 28 maart 2020

Oplichtende woorden



Geschreven door Andries Zoutendijk (1952). Preken van hem die door anderen zijn uitgekozen, gebundeld en uitgegeven in 2019.
Ds. Zoutendijk stond voor zijn emeritaat in de Jacobikerk, Utrecht.
Ooit kwam deze dominee in onze gemeente preken. Hij is één keer geweest en dat zal al ruim vijf en dertig jaar geleden zijn geweest.
Voor mij onvergetelijk.
Toen knipte Iemand het licht aan in mijn bewustzijn, toen viel het kwartje, toen raakte ik helemaal ondersteboven……geef het maar een omschrijving.
Het was een schokkend moment, ik liep verbouwereerd de kerk uit en mijn leven werd nooit meer hetzelfde.




Dus ik was best wel nieuwsgierig naar dit boekje en werd niet teleurgesteld.
Vijftien meditaties, overdenkingen, gebaseerd op de verhalen uit de Bijbel die hij dan schijnaar moeiteloos tijdloos weet te maken. Net zoals toen.
Vijftien dagen, elke dag ééntje lezen en overdenken. Deze dominee is een ‘omdenker’.
Geen ‘Out of the Box’ denker maar een creatieve ‘Inside the Box’ denker.
Voor ieder een aanrader in deze tijd van eens even tot rust komen/ stil staan en de bewustwording dat het leven zo fragiel is.

Welke ik de mooiste vond uit het boek is lastig te zeggen.
Die over het volhouden misschien. (10)
Hoe doe je dat in deze tijd? Het is haast niet vol te houden.
Het deed mij denken aan al die mensen die bang zijn om hun geloof te verliezen en menen dat zij dat zelf moeten vasthouden.
Daar zit ’m nou net de kneep. Dat hoeft niet. God laat niet los wat Hij éénmaal begonnen is.
God houd jou vast. Dát is geloven/ vertrouwen.
Jézus heeft voor ons gebeden en doet dat nog steeds zodat ons geloof niet ophoudt. Dat legt Zoutendijk nog weer eens aansprekend uit in de veertiende overdenking.

‘Als God spreekt, ontstaat er een werkelijkheid die niet te verklaren is, maar die Hij oproept door zijn stem.’






donderdag 26 maart 2020

De waanzinnige veertiende eeuw



Geschreven door Barbara Tuchman (1912- 1989) in 1978. Ik las een digitale editie naar de negende druk uit 2009.
Barbara was journaliste en historica.
Omdat we met de colleges van het HOVO in deze eeuwen zijn aanbeland leek mij dit wel een aardige samenvatting.
Een stevige pil van 875 pagina’s maar dat komt goed uit in deze tijd van quarantaine. Trouwens, de Bibliografie en de noten nemen ook wel zo’n tachtig pagina’s in beslag.
Ze is bepaald niet over één nacht ijs gegaan.
Het duizelt mij nu wel van de namen. Halverwege heb ik de stamboom van het Franse koningshuis uitgedraaid om alles te kunnen plaatsen en te volgen en vooral niet te vergeten.
Nu een poging om er voor mijzelf wat structuur in aan te brengen.


De eigenlijke hoofdpersoon in het boek is Enguerrand VII van Coucy (1340 – 1397) maar hij komt pas op bijna de helft van het boek om de hoek kijken. Logisch: 1340

De veertiende eeuw draaide vooral om de honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland met de nodige wapenstilstanden en onderhandelingen tot vrede; de oorlogjes tussendoor in Zwitserland en Italië, de pest, het kerkelijk schisma (twee pausen)en de vrije roversbenden die het leven van vele gewone burgers wel erg moeilijk maakten.
Tijdens de slag bij Poitiers wordt de Franse koning Jean II uit het huis Valois (wat kwam ná het huis Capet) door de Engelse koning Eduard III gevangen genomen en als gijzelaar vastgehouden.
Hij wordt na een paar jaar vrijgelaten maar zijn plaats moet worden ingenomen door een aantal adellijke heren uit Frankrijk. Eén daarvan is Enguerrand VII, heer van Coucy.
Coucy is een gebied ten noorden van Parijs in Picardië. Het is een gebied wat graag door de Engelsen wordt gebruikt als invalshoek in Frankrijk want Calais is sinds de slag bij Crécy in Engelse handen.
Om die reden is het kasteel van Coucy een zeer versterkte burcht en ligt op een strategische plaats.
Enguerrand wordt kennelijk verliefd in Londen want hij trouwt met Isabella, de dochter van Eduard III. Zij krijgen twee dochters: Maria en Philippa. De jongste trouwt met de negende Earl of Oxford en blijft in Engeland wonen. Maria trouwt met Hendrik van Marle uit het geslacht ‘de Bar’. In het boek heet hij Hendrik de Bar.
Maria, als erfgenaam heeft lang gevochten voor het behoud van de baronie na haar vaders dood maar heeft het tenslotte moeten afleggen tegen Lodewijk van Orléans, die het kocht en nooit afbetaalde.

Omdat Enguerrand een rustige en wijze man was en loyaal naar twee kanten, de Franse en de Engelse vanwege zijn Engelse schoonfamilie klom hij hoger en hoger op de maatschappelijke ladder. Pas na de dood van zijn schoonvader Eduard III wijdde hij zich volledig aan de Franse troon. Op pagina 729 staat een hele opsomming van zijn wapenfeiten en dat zijn er nogal wat.
Bij zijn laatste tocht, wat weer eens een kruistocht was, werd hij gevangen genomen en is in gevangenschap overleden. 1397. Dat was de slag bij Nicopolis.
Zijn tegenstander daar was Bayezid I, de overgrootvader van Mehmet die Constantinopel zou veroveren. In de serie Ottoman op Netflix heb ik die leren kennen.
Jammer dat er van deze Enguerrand geen portretten zijn. Uit de beschrijvingen begreep ik dat hij groot was en intelligent. Een echte ridder.
Of zijn paard wit was weet ik niet. *gniffel*

De Franse troon werd in deze tijd bezet door Karel V, (de wijze) die getrouwd was met Johanna van Bourbon en werd opgevolgd door zoon Karel VI, (de waanzinnige) die trouwde met Isabeau de Bavièr oftewel Isabella van Beieren. (eigenlijk moet ik natuurlijk zeggen ‘Charles’ en geen ‘Karel’)
Zij kregen twaalf kinderen; zie Wiki
Rollen worden gespeeld door de broers van Karel V: Lodewijk van Anjou, Jean de Berry en Filips II (de Stoute) van Bourgondië die trouwde met Margaretha van Vlaanderen. Zijn zoon is Jean de Nevers oftewel Jan zonder Vrees
Karel VI heeft als enige broer Lodewijk van Orléans.
Deze spelen zo ongeveer de belangrijkste bijrollen. De achternamen verwijzen naar hun grondgebieden waarover ze graaf of hertog zijn geweest.

De Honderdjarige oorlog die deze tijd markeerde vergde enorm veel van het Franse volk. (en het Engelse, denk ik) Al die oorlogsinspanningen of het nu tegen de Engelsen was gericht of binnenlandse strooptochten door zich verplaatsende legers moesten worden betaald en het volk leed onder een enorme belastingdruk terwijl ‘het hof’ het ervan nam en overal een reden voor een feestje zag.
Het schisma was een ander probleem. De verdeelde kerk , die zich zo ongeveer alles veroorloofde wat God verboden had, met de ene paus in Rome en de ander in Avignon deed het volk ook geen goed. Wycliff uit Engeland, Geert Grote uit Nederland en Johannes Hus uit de Bohemen worden ook in dit boek genoemd. Het borrelde en bruiste onder het volk wat overal tussen geklemd zat en leed.
Dan nog de nodige pestgolven waarvan 1348 de grootste was. In 1361, 1374 en 1388 volgen er nog een paar.
Opstanden van de Jacquerieen, de boeren, waartegen Enguerrand vaak werd ingezet, kunnen niet onvermeld blijven net als de Marmosets en de Maillotins. Allemaal opstandige groepen.
Het was in die tijd geen fijn land om te wonen.

Nog wat kunstzinnige weetjes:

Leuk dat Christine de Pisan ook wordt genoemd die kennelijk een biografie van Karel V heeft geschreven. Ik heb alleen ‘het boek van de stad der vrouwen’ van haar gelezen.
Ze trok ten strijde tegen Jean de Meung, één van de schrijvers van de ‘Roman de la Rose’, een bestseller in die jaren.

Guillaume de Harsingny was lijfarts van Enguerrand de Coucy, en hield zich ook bezig met de krankzinnigheid van Karel VI. Hij stierf op zeer hoge leeftijd en liet een, voor die tijd zeer bijzondere tombe na.

In die tijd werd de ‘dance macabre’ ‘uitgevonden’. Het verscheen in een gedicht van ene Jean le Fevre. De dood die in de samenleving zó aanwezig was kleurde ook de kunst. De dodencultus was in de vijftiende eeuw op zijn hoogtepunt maar begon al in deze veertiende eeuw.
Ook werd in deze jaren begonnen met de bouw van de kathedraal van Milaan en maakte Claus Sluter zijn opwachting bij de steeds machtiger wordende ‘Bourgondiërs’.

Veel noemt Tuchman uit de kronieken van Froissart, een kroniekschrijver die in deze turbulente tijd leefde.
Ze schrijft heel vlot en gedetailleerd. Soms zelfs een beetje ‘te’ naar mijn idee. Maar op deze manier krijg je wel een heel mooi beeld van die waanzinnige eeuw, want dat was het wel.
Als je dat allemaal op je in laat werken: vroeger was echt niet alles beter, integendeel zelfs.
Pas halverwege de vijftiende eeuw zou het wat beter gaan worden. Mede door de boekdrukkunst.



vrijdag 20 maart 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 III Kunst


De vorige keer bij de afleveringen Kunstgeschiedenis ging het om het grote. De vorming van (Hanze) steden en de architectuur van de kathedralen.
Deze keer over de afwerking/ invulling daarvan.
De kooplieden zorgen voor welvaart en voor kunst, die vooral religieus van aard was.
Giotto werd genoemd; die van het zich ontwikkelende perspectief. Zijn belangrijkste werk is te vinden in de Scrovegni kapel in Padua.

De pestepidemie had ook zo haar invloed in de kunst. Aan de ene kant losbandigheid en aan de andere kant religieus fanatisme met zijn flagellanten.


Flagellanten in processie en in miniatuur uit een kroniek van Gilles Li Muisit.
Het is nog te vroeg maar zou de Corona ook zo'n invloed hebben op de kunst? Losbandigheid en religieus fanatisme is er al wel al is dat laatste veel minder opvallend. Ik zie tenminste nog niemand, zichzelf kastijdend, door de straten gaan.



In Praag was het de ‘internationaal’ georiënteerde keizer Karel IV die de kunst een boost gaf. Hij was getrouwd met familie van de Franse koning. Zijn vader was Jan van Luxemburg (de Blinde ) die ik weer tegen kwam in het boek van Barbara Tuchman. Hij streed bij de slag van Crécy

Afbeeldingen zijn indringend wanneer je niet kunt lezen of schrijven. Het altaar in de kerken was belangrijk; daar werd in beelden de dood van Christus herdacht. De Eucharistie.
Dat altaar werd dan ook steeds mooier en meer uitgebreid met een ‘retro tabula’, een tafel achter de altaartafel (retabel). Aan de zijkanten uitgebreid met gordijnen waarachter zich weer iets heiligs kon verhullen of juist onthullen. Een vroege ‘drieluik’.
Mensen kregen behoefte aan hulpmiddelen bij het bidden. De rozenkrans, bidprentjes en besneden tweeluikjes (diptieken) deden hun intrede. Devotiethema’s waren vooral de geboorte en het lijden van Christus en de verering van Maria.
Aan het Franse hof ging men helemaal uit z’n dak en dat had zijn weerslag over het hele land. Veel Nederlanders werkten er aan mee: Claus Sluter, beeldhouwer van ‘de Mozesput’ in Dijon, neef Claus de Werve, Jan Maelwael (schilder) en zijn neefs Paul, Herman en Johan van Limburg. (de gebroeders van Lymborch) Zij waren als boekverluchters van grote invloed op de westerse schilderkunst.

De Vlaamse primitieven kwamen langs. Voor mij geen onbekenden. Het perspectief en de verfijning maakten vorderingen.

In Italië gaan we richting Renaissance met zijn vele bekende namen van Brunelleschi (architectuur, Dom koepel Florence) Ik herinnerde me hem uit de boeken van de Medici's
Ghiberti (beeldhouwer, paradijsdeuren doopkapel Dom Florence)
Vooral in en rondom Florence floreerde de kunst. Zie'de kleine Vasari’
De kunstschilders Sandro Botticelli met zijn ‘Primavera’, Piero della Francesca met ‘de Opstanding’ en natuurlijk grootheden als Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël met hun kunstwerken kwamen langs.



Helaas heb ik van deze twee lessen er weer één moeten missen dus heb ik het vanuit de hand-out een beetje proberen te reconstrueren. Wanneer de volgende lessen zullen plaatsvinden, dat is nog erg onzeker i.v.m. de coronacrisis.
Wel, volgens de laatste berichten krijgen we de laatste vier colleges digitaal.
Ik wacht het af.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke en onthoudbare brokken samen te vatten.