Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 20 maart 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 III Kunst


De vorige keer bij de afleveringen Kunstgeschiedenis ging het om het grote. De vorming van (Hanze) steden en de architectuur van de kathedralen.
Deze keer over de afwerking/ invulling daarvan.
De kooplieden zorgen voor welvaart en voor kunst, die vooral religieus van aard was.
Giotto werd genoemd; die van het zich ontwikkelende perspectief. Zijn belangrijkste werk is te vinden in de Scrovegni kapel in Padua.

De pestepidemie had ook zo haar invloed in de kunst. Aan de ene kant losbandigheid en aan de andere kant religieus fanatisme met zijn flagellanten.


Flagellanten in processie en in miniatuur uit een kroniek van Gilles Li Muisit.
Het is nog te vroeg maar zou de Corona ook zo'n invloed hebben op de kunst? Losbandigheid en religieus fanatisme is er al wel al is dat laatste veel minder opvallend. Ik zie tenminste nog niemand, zichzelf kastijdend, door de straten gaan.



In Praag was het de ‘internationaal’ georiënteerde keizer Karel IV die de kunst een boost gaf. Hij was getrouwd met familie van de Franse koning. Zijn vader was Jan van Luxemburg (de Blinde ) die ik weer tegen kwam in het boek van Barbara Tuchman. Hij streed bij de slag van Crécy

Afbeeldingen zijn indringend wanneer je niet kunt lezen of schrijven. Het altaar in de kerken was belangrijk; daar werd in beelden de dood van Christus herdacht. De Eucharistie.
Dat altaar werd dan ook steeds mooier en meer uitgebreid met een ‘retro tabula’, een tafel achter de altaartafel (retabel). Aan de zijkanten uitgebreid met gordijnen waarachter zich weer iets heiligs kon verhullen of juist onthullen. Een vroege ‘drieluik’.
Mensen kregen behoefte aan hulpmiddelen bij het bidden. De rozenkrans, bidprentjes en besneden tweeluikjes (diptieken) deden hun intrede. Devotiethema’s waren vooral de geboorte en het lijden van Christus en de verering van Maria.
Aan het Franse hof ging men helemaal uit z’n dak en dat had zijn weerslag over het hele land. Veel Nederlanders werkten er aan mee: Claus Sluter, beeldhouwer van ‘de Mozesput’ in Dijon, neef Claus de Werve, Jan Maelwael (schilder) en zijn neefs Paul, Herman en Johan van Limburg. (de gebroeders van Lymborch) Zij waren als boekverluchters van grote invloed op de westerse schilderkunst.

De Vlaamse primitieven kwamen langs. Voor mij geen onbekenden. Het perspectief en de verfijning maakten vorderingen.

In Italië gaan we richting Renaissance met zijn vele bekende namen van Brunelleschi (architectuur, Dom koepel Florence) Ik herinnerde me hem uit de boeken van de Medici's
Ghiberti (beeldhouwer, paradijsdeuren doopkapel Dom Florence)
Vooral in en rondom Florence floreerde de kunst. Zie'de kleine Vasari’
De kunstschilders Sandro Botticelli met zijn ‘Primavera’, Piero della Francesca met ‘de Opstanding’ en natuurlijk grootheden als Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafaël met hun kunstwerken kwamen langs.



Helaas heb ik van deze twee lessen er weer één moeten missen dus heb ik het vanuit de hand-out een beetje proberen te reconstrueren. Wanneer de volgende lessen zullen plaatsvinden, dat is nog erg onzeker i.v.m. de coronacrisis.
Wel, volgens de laatste berichten krijgen we de laatste vier colleges digitaal.
Ik wacht het af.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke en onthoudbare brokken samen te vatten.

dinsdag 17 maart 2020

De Gnostische Evangeliën



Geschreven door Elaine Pagels (1943) in 1979. Vanwege het vorige boek van haar (Het vreemdste Bijbelboek) werd ik nieuwsgierig en ook omdat ik probeer op de hoogte te raken van de inhoud van de Nag Hammadi geschriften.
Ze is hoogleraar godsdienstwetenschappen en is gespecialiseerd in het vroege christendom en de gnostiek. Ze heeft meegewerkt aan het vertalen van de Nag Hammadi geschriften.

Dit boek heb ik op de tweedehands markt gevonden en komt uit een bibliotheek – Geert Grote centrum - in Arnhem, zo vertelt mij een ingeplakt papiertje. Leuk vind ik dat altijd; wie zou het boek gelezen hebben en wat vonden ze ervan? Er staan veel piepkleine streepjes in en nu heel veel grote strepen van mij.
Volgens kenners is dit een boek uit de top honderd van de vorige eeuw.


Pagels beschrijft hierin hoe in de eerste eeuwen de gnostiek en de orthodoxie naast elkaar bestonden, elkaar uitmaakten voor ketter en dat langzamerhand de orthodoxie om theologische en politieke redenen de gnostiek wegdrukte.
En dat ook daardoor de rol van de vrouw veranderde. In de gnostiek werd de vrouw veel meer gelijkwaardig gezien dan in de orthodoxie.
In de gnostiek waren geen hiërarchische structuren; iedereen was gelijkwaardig zoals trouwens de Bijbel ook zegt.
Maar daar hoefde je bij de orthodoxie niet mee aan te komen.
Maar of je nu een strikt hiërarchische structuur hebt of niet; je hebt te maken met mensen en dus met uitwassen. Wanneer je de uitwassen van de ander vergroot en de goede kanten negeert dan polariseer je lekker en creëer je een wij-zij denken met de problemen die daaruit volgen. Dat gebeurt nog steeds op allerlei vlakken en dat gebeurde toen ook.
De gnostiek delfde het onderspit omdat de orthodoxe kerkelijke structuren, met belijdenis, doop en eucharistie en duidelijke regels veel effectiever georganiseerd werden dan de ideeën van de gnostici.
Apostolische vaders als Ignatius, Polycarpus, Justinus, Irenaeus, Tertullianus en Hippolytus zijn de bekendste anti- gnostici.
Al trokken Tertullianus en Hippolytus zich op latere leeftijden terug. Ze braken allebei met de kerk. Tertullianus werd lid van de Montanisten.

Dat heeft allemaal zo moeten zijn.
De Gnostiek was een beetje een elitaire beweging. Meer voor zoekende ‘einzelgängers’ dan voor het volk. Het volk had meer behoefte aan duidelijkheid en letterlijkheid: wat is goed en wat is zonde, hoe moet ik me gedragen en wat zijn de consequenties.
Eigenlijk is dat nog steeds zo. Dat biedt aan het gros van de mensheid veiligheid en zekerheid. De orthodoxie bood een leersysteem. Buiten die kerk was er geen heil.
De meeste Gnotici hadden (hebben?) niets met zonde. Onwetendheid is het wat je tot lastige situaties brengt.
Er waren er ook die beweerden dat de mens God schiep. Tjonge, waar heb ik dat toch eerder gehoord? Er is niets nieuws onder de zon.
Het heil is in jezelf te vinden en wanneer je tot ware gnosis/ kennis komt ben je een Christus. Maar dat waren zo’n beetje de uitwassen.

Irenaeus had als argument dat God nooit een heilsweg geboden zou hebben die slechts toegankelijk zou zijn voor een intellectuele of spirituele elite.
Daarin kan ik hem helemaal bijvallen.
Er staan heel veel verwijzingen in het boek naar geschriften van de oude Apostolische vaders en de Nag Hammadi geschriften. Veel daarvan is terug te vinden op Early Christians Writings. Een reuze interessante site.

Wat ik nu wel beter begrijp zijn bijvoorbeeld de teksten in de brieven van Johannes zoals in 1 Joh 2: ‘ .. zijn er nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is. Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn.’
Hij heeft het hier over de gnostici.
En in 1 Joh 4: ‘Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.’
Ik vond die tekst altijd zo fascinerend omdat in onze tijd juist de Gódheid van Jezus wordt ontkent. Hij was een groot profeet, en zeker een goed mens maar meer niet. Vroeger werd in de uitwassen van de gnostiek juist het ‘in het vlees gekomen zijn’ ontkent.
Alleen het ‘geestelijke’ deed ertoe.
Daar waarschuwde Johannes tegen.

Behalve allerlei uitwassen zitten binnen de gnostiek ook zeer waardevolle overtuigingen. Valentinus was één van de liberaleren onder de gnostici en vormde een eigen school: het Valentinianisme.
Dezen leerden uitdrukkelijk wel dat Jezus had geleden en was gestorven. (p 81)
Zoals meestal, is niet alles zwart wit maar bestond de wereld, toen al, uit veel meer dan vijftig tinten grijs.

In ieder geval: in 367 gaf Athanasius, de machtigste aartsbisschop van Alexandrië, bevel om zich te ontdoen van alle apocriefe boeken met ketterse tendensen.
Gelukkig dat iemand ze in een kruik heeft verstopt en bij Nag Hammadi heeft begraven zodat ze in 1945 gevonden konden worden.


maandag 16 maart 2020

Corona


We kunnen er niet omheen. Het virus heeft de wereld lamgelegd. Een pandemie. Met crashende beurzen, mogelijk gevolgd door een economische depressie.
In China begonnen en inmiddels onder controle, zo begreep ik, maar nu met Europa als brandhaard.
Fascinerend om dat allemaal van een afstand te bekijken. Wat zo’n klein dingetje allemaal teweeg kan brengen. (O. a. een lege agenda, dus veel tijd om te lezen.)
Frankrijk zit inmiddels ‘op slot’. Je mag daar alleen nog naar buiten als je daar een goede reden voor hebt. Vrienden van ons zijn er in hun vakantiehuis gestrand. Hoe dat verder moet weten wij en zij niet. Maar ik kan me eigenlijk wel een slechtere plek bedenken om te verblijven.
Ik ben bezig in een boek van Barbara Tuchman over de veertiende eeuw. Toen raasde de pest/zwarte dood door Europa. Een derde deel van de mensheid bezweek hieronder. In China halveerde de mensheid bijna. Dat waren pas aantallen. Maar goed, we zijn er hier nog niet.
Dat ontstond door een klimaatverandering naar nattere zomers waardoor oogsten mislukten en de mensen zwakker en dus vatbaarder werden voor ziektekiemen. In dit geval bacteriën van vlooien op ratten en omgekeerd en richting homo sapiens.
Ook de Spaanse griep net na de eerste Wereldoorlog eiste verschrikkelijk veel slachtoffers. Tussen de vijftig en honderd miljoen! In Nederland dertig tot veertigduizend doden. Dat werd veroorzaakt door een virus.
Dan hebben we kortgeleden het Sars in 2003 (geen doden in Nederland), Mers 2012- 2017 (geen doden In Nederland) en de Mexicaans griep in 2009 (25 doden in Nederland) gehad.

Nu weer een gevaarlijk virus, vooral voor ouderen en zwakkeren. Om het virus aan banden te leggen worden vele maatregelen genomen. Dat moet ook en gelukkig is die kennis er nu.
Maar waar ik me wel over verbaas is dat de onderbuiken gaan regeren. Of je dat nu wilt of niet. Het hamsteren van werkelijk alles en vooral toiletpapier. Zouden de mensen als mummies in papier maché begraven willen worden ofzo?
Het stil leggen van de scholen is ook zoiets. Wetenschappelijk schijnt dat niet nodig te zijn maar onder druk van de publieke opinie gebeurt het nu toch.
Van een ex-collega hoorde ik over de angst bij oudere mensen. Begrijpelijk, want voor die groep is dit virus het meest gevaarlijk. Maar wat willen we?
Op deze aardkloot en in dit verouderende lichaam het eeuwige leven? Lijkt mij niet zo verstandig.
Is het niet beter om als oudere te wennen aan het idee dat je eens dit ondermaanse moet loslaten en verlaten? Want dat komt gegarandeerd.
Het geeft zoveel rust wanneer je dat hebt geaccepteerd.

Toen de epidemie losbarstte leek het ook dat iedereen die positief bevonden werd, ook meteen zijn/ haar doodvonnis hoorde. Gelukkig horen we nu ook van mensen die genezen zijn en immuniteit hebben opgebouwd. Dat er ook velen zijn die een lichte vorm doormaken, alsof ze een griepje hebben gehad. Het kan allemaal.
Het grootste gevaar zit in het feit dat het een nieuw virus is en nog niemand antistoffen heeft gemaakt. En, zo hoorde ik vanavond, er is geen peil op te trekken wie een milde of juist een heftige reactie op dit virus vertoont.
Wanneer dit alles weer achter de rug is en er is een vaccin (en de beurzen zijn weer opgekrabbeld en we zijn uit de economische depressie) ………..komt er wel weer een nieuwe variant.



Nag Hammadi II Codex I



Verhandeling over de opstanding en De Drievoudige Verhandeling
Nog steeds uit de eerste Codex.

De verhandeling over de opstanding komt uit de school van Valentinus (2e eeuw) of mogelijk van hemzelf.
Het is een brief aan een zekere Rheginus gericht.
‘Er zijn mensen , mijn zoon Rheginus, die veel kennis willen vergaren. Met dat doek storten ze zich op kwesties waarvoor nog geen antwoord bestaat. En als ze dat vinden, hebben ze meestal een hoge dunk van zichzelf. Maar ik denk niet dat ze daarbij staan in het Woord van de Waarheid.’
Oeps.

Dan volgt een verhandeling over de opstanding die voor ons, mensen, geestelijk van aard is en de opstanding van de ziel en het lichaam overstijgt.
Ook het losmaken van het materiele krijgt aandacht.
Wat opvalt in deze brief is de erkenning van de ‘twee-naturenleer’ van Jezus Christus: God en mens en Zijn lichamelijke opstanding. Hij heeft de dood teniet gedaan.
En de gedachte aan een mogelijke ‘pre-existentie en de idee dat deze wereld een illusie is. Zoiets als in ‘The Matrix’.


De Drievoudige Verhandeling is één van de grootste boeken uit de 2e helft van de 3e eeuw en bestaat, zoals het kopje al zegt, uit drie delen.
Het begint met een bespreking van de Vader, als de wortel van het Al.
Zelf onverwekt, zonder begin en zonder einde, onveranderlijk. Er worden heel wat woorden gebruikt om de Ene te beschrijven. Hoe kan het ook anders. ‘Hij is een eenheid en toch ontelbaar in Zijn eigenschappen en namen.'
De mooiste vond ik: ‘de in-zich-zelf het AL-zijnde’
Ik leer meteen weer allerlei woorden:
eonen of totaliteiten: manifestaties
pleroma: volheid.
Logos en Sophia waren mij bekend, maar opmerkelijk dat in het voorwoord staat dat de Logos hier dezelfde functie vervuld als de Sophia in andere geschriften. Woord= Wijsheid.
De Logos is hier niet de Zoon.

Het meest opvallende:
De generaties zijn bedacht door de Vader als bewustzijnsubstanties. De generaties, mensheid zijn als embryo’s zich niet bewust van het bestaan. Pas bij de (weder)geboorte komen zij in het licht en krijgen een besef van Hem die hen heeft voorgebracht.
‘Hij deed dit niet omdat Hij het hun misgunde, maar opdat de eonen niet vanaf het eerste begin hun volmaaktheid zouden ontvangen, zich niet zouden verheffen tegen de heerlijkheid van de Vader en niet zouden denken dat zij dit alleen uit zichzelf hebben. Want juist zoals Hij hun wilde toestaan tot leven te komen, zo wilde Hij hun ook toestaan tot volmaaktheid te komen.’
Even verderop: ‘Hij staat slechts toe dat er een zodanig beeld van Hem gevormd wordt, dat er naar Hem wordt gezocht, terwijl Hij zijn onnaspeurbare oorspronkelijke wezen voor zich houdt.’
Daarna volgt een verhandeling over de Zoon met ook veel woorden om Hem te ‘definiëren’ wat ook weer regelmatig samenvalt met de Vader.

vrijdag 13 maart 2020

Het vreemdste bijbelboek



Geschreven door Elaine Pagels (1943) in 2012.
Elaine is religiewetenschapper en gespecialiseerd in het vroege christendom en gnosticisme.
Ze schreef volgens kenners één van de beste honderd boeken uit de twintigste eeuw: ‘De gnostische Evangeliën’.
Dat moet ik nog lezen.
Dit boek kwam op, naar aanleiding van – weer eens - een forumdiscussie over het boek Openbaringen.
Pagels onderzoekt dit boek met wetenschappelijke ogen en komt tot – voor mij – nieuwe ontdekkingen.




Waarom is deze openbaring in de Bijbel opgenomen terwijl er meerder openbaringen zijn geschreven? Zo hebben de vondsten bij Nag Hammadi tenminste aangetoond: de openbaringen van Petrus, Paulus, de eerste en tweede van Jacobus en de openbaring van Adam. (Codex V)
Pagels beschouwt die tijd door de ogen van de Jood Johannes in zijn dagen.
Mogelijke profetische zaken negeert ze. Misschien wel als reactie op de ongebreidelde en onwetenschappelijke fantasieën die leven in de evangelische en charismatische wereld van nu. Daar kan ik me wat bij voorstellen.
Nu heb ik inmiddels ook wel leren lezen in context maar achter de verhalen gaan wel diepere waarheden schuil denk ik. Anders zou het een gewoon geschiedenis boek zijn en niet zoveel kracht hebben in zichzelf.
Dus ja, zij kijkt met wetenschappelijke ogen terwijl ik mijn geloofsogen niet kan en wil uitschakelen.

Wie was Johannes. Was hij de discipel van Jezus? Justinus (100 – 165) en Irenaeus (140 -202) houden vast aan de gedachte dat Johannes de discipel van de Heer was. Johannes Zebedeus.
Maar volgens Dionysius van Alexandrië uit het jaar 260 klopte dat niet, want de schrijfwijzen van het Evangelie en de Openbaringen verschillen teveel.

Volgens Pagels was hij een leerling uit de tweede generatie volgelingen en schreef hij oorlogsliteratuur. Want het koninkrijk wat hij met kracht had zien komen was geen Goddelijk koninkrijk maar dat van Rome. Het was dan ook anti-Romeinse propaganda.
Daarmee moet je voorzichtig omgaan daarom beriep hij zich op de manier van schrijven met beeldspraak zoals de oude profeten vóór hem hadden gedaan: Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël.
Wanneer ze schrijft dat Johannes niets over Paulus schrijft vind ik dat mét haar inderdaad opmerkelijk.
Wanneer je daar over nadenkt: Hoe stond Johannes als laatste overlevende van de kring om de Messias of als één van de tweede generatie in het leven? Wat heeft hij allemaal niet meegemaakt: het vermoorden van zijn medebroeders, de val van Jeruzalem, het overspoelen van de Messias belijdende Joden zoals de kring oorspronkelijk was, met heidenen, die allemaal hun ideeën inbrachten. Want zo zijn mensen.
Volgens Pagels moest Johannes daar niets van hebben. De leer van Paulus, die toch op punten anders was dan de leer van de apostelen had voor heidenen grotere zeggingskracht en zij verhieven zichzelf vaak boven de Messias belijdende Joden.
Veel van wat Johannes schreef was ook tegen hén gericht en helemaal niet bedoeld als een profetie voor ‘de laatste dagen’.
Er waren voortdurend christenvervolgingen in die eerste eeuwen met de nodige ‘tegenmessiassen’ (antichristen) zodat het boek populair en vooral actueel bleef.

Dankzij Athanasius (295 – 373), die, wat gedachtengoed betreft, overeenstemde met Iraeneus tegen de gnostiek, werd dit boek opgenomen in de canon.
Hij schreef zijn beroemde negenendertigste ‘paasbrief’ in het jaar 367 met een voorstel voor de boeken van de canon die zo is overgenomen al is er over de Openbaringen nogal wat gesteggeld. Alleen de boeken die Athanasius aanbeveelde, leerden waarachtige vroomheid. En aangezien hij nogal wat aanzien genoot is het zo geworden en gebleven.
Nu denk ik dat Athanasius niet gek was en goede redenen had om deze boeken te kiezen. Maar het komt toch niet los van een menselijke factor. En toch geloof ik ook dat er een Goddelijke factor meespeelt gezien het feit dat de canon al zeventienhonderd jaar voldoet.
Er waren meer boeken die echter door de hoge heren verboden werden. Velen daarvan zijn terug gevonden bij Nag Hammadi in 1945.

Hoe komt het dat dit boek nog steeds zo aanspreekt? Omdat, volgens Pagels, het boek
onthuld waar we bang voor zijn en vervolgens wat we hopen.
De kosmische oorlog die beschreven wordt kan op allerlei conflicten worden toegepast.
En het eindigt met een hoopvol vergezicht van een volmaakte wereld.
Alle generaties hebben al gedacht dat ze in ‘de eindtijd’ leven. Daar heb ik ook wel eens genoeg van, ja.
Pas stonden er weer eens Jehovagetuigen aan de deur met die opmerking. Hoewel ik hun Bijbelkennis waardeer waren ze snel verdwenen toen ik opmerkte dat het ook nog wel duizend jaar kon duren.
Nee, aan mij kunnen ze hun waarschuwingen niet kwijt. Angst en onrust zaaien lukt zelfs het Coronavirus niet.


Een fout in het boek: volgens Pagels baarde Cleopatra twee kinderen aan Marcus Antonius (p 19) maar het waren er drie.
Niet belangrijk maar ja, het toont iets heel menselijks aan: het zich vergissen.





vrijdag 6 maart 2020

Boekenweekessay 2020


Het Boekenweek essay is dit jaar geschreven door Özcan Akyol (1984): ‘Generaal zonder leger’
Ik ben nieuwsgierig! De generaal is de auteur in het algemeen en het leger zouden de lezers moeten zijn maar die zijn allang gedeserteerd. De houding van de generaal staat hen niet aan. Maar misschien is er meer aan de hand.

Bij de DWDD zag ik een interview met hem en daar werd ik blij van. Eindelijk iemand met invloed die eens recht voor zijn raap zegt dat het Nederlandse literatuur wereldje nergens op lijkt en dat het corrupt is. Een soort van ‘Wij van WC eend adviseren WC eend.’
Het thema van de Boekenweek is ‘Rebellen en dwarsliggers’.
Non- conformisme juich ik toe ook al is het niet nodig om rebel of dwarsdenker te zijn, puur om de rebellie of dwarsdenkerij.

‘Eus’ trekt ten strijde tegen het elitaire wereldje van de Nederlandse literatuur. Hij vind het niet gek dat er steeds minder mensen echt lezen. ‘Ik ken Netflix-series die beter zijn geschreven dan menige Nederlandse roman.’
Ik ben het zo met hem eens voor wat betreft de kwaliteit. Het is net als met de meeste Nederlandse films: platvloersigheid en banaliteit spelen een te grote rol.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen zoals bijvoorbeeld Connie Palmen, Anna Enquist, Marcel Möring en ILP maar verder lees ik ook veel liever informatieve boeken of vertaalde buitenlandse romans die mij andere sferen aanreiken dan het bedompte Nederlandse wereldje.

Nu is het ook zo dat in deze tijd er andere leuke dingen zijn om je in te verdiepen zoals je telefoon, Netflix (zonder commercials!) en de platforms op het WWW. Dat zal ook allemaal best een rol spelen.
Waarom zou je nog een boek lezen? Dat doe je alleen wanneer je van die zwarte kriebeltjes op een witte ondergrond houdt en wanneer je ontdekt hebt dat je met een boek je eigen film in je hoofd kunt produceren. En natuurlijk ook om gewoon van mooie woorden, zinnen en beschrijvingen te genieten.

In Trouw van 4 maart een artikel over en met Eus.
De mooiste zin die naar mij idee het meest veelzeggend is:
‘De jongens en meisjes van mijn generatie zijn ontzettend navelstaarderig bezig. Hun hoofdpersoon is vaak een schrijver uit de grachtengordel die worstelt met zijn emotiehuishouding. Dat zegt toch genoeg?
Het is gesubsidieerd hobbyisme. Ik begrijp dat een vijftienjarige dan denkt: ik hoef dat pretentieuze geouwehoer niet, ik ga instagrammen en blowen. Vroeger hadden schrijvers een oorlogstrauma, nu hebben ze allemaal lactose-intolerantie.'

Zou deze rebel veranderingen kunnen bewerkstelligen?












Ik heb mijn bericht te snel geschreven want ik lees net in het RD van vandaag dat ook de christelijke boekenwereld behoefte heeft aan rebellen en dwarsliggers.
Pieter Beens is de schrijver van het bericht en hij schrijft ook onomwonden over het gebrek aan non-conformisten in dit wereldje.
Christelijke romans lees ik zelden. Ik hou niet eens rekening met die wereld. Inderdaad te zoetig en te saai en te voorspelbaar.
Ook wel weer begrijpelijk want in die wereld wordt het dwarsliggen en rebelleren niet echt gewaardeerd, laat staan gestimuleerd.
Alle neuzen graag dezelfde kant op.
Brr.

'Waar zijn de auteurs die een steen in de gereformeerde vijver durven gooien?' is zijn vraag en bij deze ook de mijne.








dinsdag 3 maart 2020

Evenboer


APELDOORN. Auteur Tjarko Evenboer (1983) heeft het christendom vaarwel gezegd. Hij vindt de Bijbel een „mythisch geschrift vol onjuistheden en tegenstrijdigheden.”
Evenboer, schrijver van enkele boeken waarin de Bijbel en het christelijke geloof worden verdedigd, zegt niet langer meer te kunnen geloven in de Bijbelse God en Jezus. Dat maakte hij vorige week op Facebook bekend. De auteur van ”De wereldwijde vloed” schrijft dat hij zich jarenlang heeft verdiept in tegenargumenten. Hij kwam onlangs tot de conclusie dat hij er al die tijd naast zat.


Vandaag stond dit piepkleine bericht in het RD. Natuurlijk heb ik meteen zijn FB pagina opgezocht en het hele relaas gelezen wat ergens anders nog weer uitgebreider staat.

Ik heb de boeken van Tjarko nooit gelezen. (o.a. 'De wereldwijde vloed' en 'de stenen getuigen') Wel glimlachend gadegeslagen hoe erop werd gereageerd op (gereformeerde) fora.
Hij was een evangelische ‘fundi’. De Bijbel is letterlijk waar enzo.
Juist daarom schreef Gijsbert van den Brink zijn boek: ‘En de aarde bracht voort.’
En nu is hij van zijn geloof gevallen. Zegt hij.
Eén van zijn argumenten (en hij heeft er veel):
Want zelfs dan vind ik het nog compleet onbevredigend dat we een Bijbel hebben die blijkbaar zo verkeerd vertaald is, en dat God blijkbaar niet wijs genoeg is om Zijn boek simpel en helder genoeg te maken zodat iedereen het kan begrijpen.

Dat zou pas fijn zijn ja, dan hebben we het tenminste onder controle. Dat willen wij, mensen graag.
Ooit schreef ik op een forum dit bericht wat ik nu een beetje heb aangepast:
'Vanuit het geloof mag ik aan Gods hand mijn eigen ontwikkeling doormaken en mijn eigen denkprocessen volgen, dat geldt voor alle gelovigen en dat geldt dan ook voor Tjarko.
Mensen die nooit hun mening durven te herzien omdat ze bang zijn van hun geloof te vallen vind ik triest. Die zoeken het nog steeds in zichzelf en geven blijk van weinig Godsvertrouwen. De Bijbel is nog steeds een middel om God te leren kennen.
Het hellend vlak argument wat ik regelmatig voorbij zie komen snijdt naar mijn mening geen hout. Dat is angst.
En angst is een slechte raadgever.
Stel je voor dat de Bijbel het DNA en RNA en wat dies meer zij had beschreven zoals wij dat nu kennen. Dan hadden veel mensen moeten afhaken in de eerste paar duizend jaren omdat de Bijbel een onbegrijpelijk boek zou zijn geweest. En in de duizend jaren die mogelijk na ons komen was het ook alweer gedateerd geweest.
Hoe redigeer je een boek dat voor alle eeuwen en voor alle soorten mensen geschikt kan zijn; wat de boodschap overbrengt en de mogelijkheid in zich heeft om mensen van alle eeuwen, plaatsen en culturen te inspireren en tot nadenken te stemmen.
Voor alle mogelijke typen mensen met ieder hun eigen IQ en EQ.
Dat kan niet anders dan dat het een boek moet zijn in geloofstaal.
Dat er kracht van uit gaat heeft het Boek zelf door de eeuwen heen wel bewezen. In die zin geloof ik zeker dat het geïnspireerd is door God zelf.
De Bijbel is wáár; maar niet altijd op de manier waarop wij lezen.'

En wanneer Tjarko ook nog schrijft:
Ik geloof nu dat ‘God’ vele malen groter dan religie is. Ik zie religies nu als menselijke pogingen het metafysische te begrijpen, ordelijk te maken en te claimen, terwijl het mysterie zelf vele malen groter en universeler is.

Dan ben je niet van je geloof gevallen maar dan begin je het pas dóór te krijgen.