Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 16 maart 2020

Corona


We kunnen er niet omheen. Het virus heeft de wereld lamgelegd. Een pandemie. Met crashende beurzen, mogelijk gevolgd door een economische depressie.
In China begonnen en inmiddels onder controle, zo begreep ik, maar nu met Europa als brandhaard.
Fascinerend om dat allemaal van een afstand te bekijken. Wat zo’n klein dingetje allemaal teweeg kan brengen. (O. a. een lege agenda, dus veel tijd om te lezen.)
Frankrijk zit inmiddels ‘op slot’. Je mag daar alleen nog naar buiten als je daar een goede reden voor hebt. Vrienden van ons zijn er in hun vakantiehuis gestrand. Hoe dat verder moet weten wij en zij niet. Maar ik kan me eigenlijk wel een slechtere plek bedenken om te verblijven.
Ik ben bezig in een boek van Barbara Tuchman over de veertiende eeuw. Toen raasde de pest/zwarte dood door Europa. Een derde deel van de mensheid bezweek hieronder. In China halveerde de mensheid bijna. Dat waren pas aantallen. Maar goed, we zijn er hier nog niet.
Dat ontstond door een klimaatverandering naar nattere zomers waardoor oogsten mislukten en de mensen zwakker en dus vatbaarder werden voor ziektekiemen. In dit geval bacteriën van vlooien op ratten en omgekeerd en richting homo sapiens.
Ook de Spaanse griep net na de eerste Wereldoorlog eiste verschrikkelijk veel slachtoffers. Tussen de vijftig en honderd miljoen! In Nederland dertig tot veertigduizend doden. Dat werd veroorzaakt door een virus.
Dan hebben we kortgeleden het Sars in 2003 (geen doden in Nederland), Mers 2012- 2017 (geen doden In Nederland) en de Mexicaans griep in 2009 (25 doden in Nederland) gehad.

Nu weer een gevaarlijk virus, vooral voor ouderen en zwakkeren. Om het virus aan banden te leggen worden vele maatregelen genomen. Dat moet ook en gelukkig is die kennis er nu.
Maar waar ik me wel over verbaas is dat de onderbuiken gaan regeren. Of je dat nu wilt of niet. Het hamsteren van werkelijk alles en vooral toiletpapier. Zouden de mensen als mummies in papier maché begraven willen worden ofzo?
Het stil leggen van de scholen is ook zoiets. Wetenschappelijk schijnt dat niet nodig te zijn maar onder druk van de publieke opinie gebeurt het nu toch.
Van een ex-collega hoorde ik over de angst bij oudere mensen. Begrijpelijk, want voor die groep is dit virus het meest gevaarlijk. Maar wat willen we?
Op deze aardkloot en in dit verouderende lichaam het eeuwige leven? Lijkt mij niet zo verstandig.
Is het niet beter om als oudere te wennen aan het idee dat je eens dit ondermaanse moet loslaten en verlaten? Want dat komt gegarandeerd.
Het geeft zoveel rust wanneer je dat hebt geaccepteerd.

Toen de epidemie losbarstte leek het ook dat iedereen die positief bevonden werd, ook meteen zijn/ haar doodvonnis hoorde. Gelukkig horen we nu ook van mensen die genezen zijn en immuniteit hebben opgebouwd. Dat er ook velen zijn die een lichte vorm doormaken, alsof ze een griepje hebben gehad. Het kan allemaal.
Het grootste gevaar zit in het feit dat het een nieuw virus is en nog niemand antistoffen heeft gemaakt. En, zo hoorde ik vanavond, er is geen peil op te trekken wie een milde of juist een heftige reactie op dit virus vertoont.
Wanneer dit alles weer achter de rug is en er is een vaccin (en de beurzen zijn weer opgekrabbeld en we zijn uit de economische depressie) ………..komt er wel weer een nieuwe variant.



Nag Hammadi II Codex I



Verhandeling over de opstanding en De Drievoudige Verhandeling
Nog steeds uit de eerste Codex.

De verhandeling over de opstanding komt uit de school van Valentinus (2e eeuw) of mogelijk van hemzelf.
Het is een brief aan een zekere Rheginus gericht.
‘Er zijn mensen , mijn zoon Rheginus, die veel kennis willen vergaren. Met dat doek storten ze zich op kwesties waarvoor nog geen antwoord bestaat. En als ze dat vinden, hebben ze meestal een hoge dunk van zichzelf. Maar ik denk niet dat ze daarbij staan in het Woord van de Waarheid.’
Oeps.

Dan volgt een verhandeling over de opstanding die voor ons, mensen, geestelijk van aard is en de opstanding van de ziel en het lichaam overstijgt.
Ook het losmaken van het materiele krijgt aandacht.
Wat opvalt in deze brief is de erkenning van de ‘twee-naturenleer’ van Jezus Christus: God en mens en Zijn lichamelijke opstanding. Hij heeft de dood teniet gedaan.
En de gedachte aan een mogelijke ‘pre-existentie en de idee dat deze wereld een illusie is. Zoiets als in ‘The Matrix’.


De Drievoudige Verhandeling is één van de grootste boeken uit de 2e helft van de 3e eeuw en bestaat, zoals het kopje al zegt, uit drie delen.
Het begint met een bespreking van de Vader, als de wortel van het Al.
Zelf onverwekt, zonder begin en zonder einde, onveranderlijk. Er worden heel wat woorden gebruikt om de Ene te beschrijven. Hoe kan het ook anders. ‘Hij is een eenheid en toch ontelbaar in Zijn eigenschappen en namen.'
De mooiste vond ik: ‘de in-zich-zelf het AL-zijnde’
Ik leer meteen weer allerlei woorden:
eonen of totaliteiten: manifestaties
pleroma: volheid.
Logos en Sophia waren mij bekend, maar opmerkelijk dat in het voorwoord staat dat de Logos hier dezelfde functie vervuld als de Sophia in andere geschriften. Woord= Wijsheid.
De Logos is hier niet de Zoon.

Het meest opvallende:
De generaties zijn bedacht door de Vader als bewustzijnsubstanties. De generaties, mensheid zijn als embryo’s zich niet bewust van het bestaan. Pas bij de (weder)geboorte komen zij in het licht en krijgen een besef van Hem die hen heeft voorgebracht.
‘Hij deed dit niet omdat Hij het hun misgunde, maar opdat de eonen niet vanaf het eerste begin hun volmaaktheid zouden ontvangen, zich niet zouden verheffen tegen de heerlijkheid van de Vader en niet zouden denken dat zij dit alleen uit zichzelf hebben. Want juist zoals Hij hun wilde toestaan tot leven te komen, zo wilde Hij hun ook toestaan tot volmaaktheid te komen.’
Even verderop: ‘Hij staat slechts toe dat er een zodanig beeld van Hem gevormd wordt, dat er naar Hem wordt gezocht, terwijl Hij zijn onnaspeurbare oorspronkelijke wezen voor zich houdt.’
Daarna volgt een verhandeling over de Zoon met ook veel woorden om Hem te ‘definiëren’ wat ook weer regelmatig samenvalt met de Vader.

vrijdag 13 maart 2020

Het vreemdste bijbelboek



Geschreven door Elaine Pagels (1943) in 2012.
Elaine is religiewetenschapper en gespecialiseerd in het vroege christendom en gnosticisme.
Ze schreef volgens kenners één van de beste honderd boeken uit de twintigste eeuw: ‘De gnostische Evangeliën’.
Dat moet ik nog lezen.
Dit boek kwam op, naar aanleiding van – weer eens - een forumdiscussie over het boek Openbaringen.
Pagels onderzoekt dit boek met wetenschappelijke ogen en komt tot – voor mij – nieuwe ontdekkingen.




Waarom is deze openbaring in de Bijbel opgenomen terwijl er meerder openbaringen zijn geschreven? Zo hebben de vondsten bij Nag Hammadi tenminste aangetoond: de openbaringen van Petrus, Paulus, de eerste en tweede van Jacobus en de openbaring van Adam. (Codex V)
Pagels beschouwt die tijd door de ogen van de Jood Johannes in zijn dagen.
Mogelijke profetische zaken negeert ze. Misschien wel als reactie op de ongebreidelde en onwetenschappelijke fantasieën die leven in de evangelische en charismatische wereld van nu. Daar kan ik me wat bij voorstellen.
Nu heb ik inmiddels ook wel leren lezen in context maar achter de verhalen gaan wel diepere waarheden schuil denk ik. Anders zou het een gewoon geschiedenis boek zijn en niet zoveel kracht hebben in zichzelf.
Dus ja, zij kijkt met wetenschappelijke ogen terwijl ik mijn geloofsogen niet kan en wil uitschakelen.

Wie was Johannes. Was hij de discipel van Jezus? Justinus (100 – 165) en Irenaeus (140 -202) houden vast aan de gedachte dat Johannes de discipel van de Heer was. Johannes Zebedeus.
Maar volgens Dionysius van Alexandrië uit het jaar 260 klopte dat niet, want de schrijfwijzen van het Evangelie en de Openbaringen verschillen teveel.

Volgens Pagels was hij een leerling uit de tweede generatie volgelingen en schreef hij oorlogsliteratuur. Want het koninkrijk wat hij met kracht had zien komen was geen Goddelijk koninkrijk maar dat van Rome. Het was dan ook anti-Romeinse propaganda.
Daarmee moet je voorzichtig omgaan daarom beriep hij zich op de manier van schrijven met beeldspraak zoals de oude profeten vóór hem hadden gedaan: Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël.
Wanneer ze schrijft dat Johannes niets over Paulus schrijft vind ik dat mét haar inderdaad opmerkelijk.
Wanneer je daar over nadenkt: Hoe stond Johannes als laatste overlevende van de kring om de Messias of als één van de tweede generatie in het leven? Wat heeft hij allemaal niet meegemaakt: het vermoorden van zijn medebroeders, de val van Jeruzalem, het overspoelen van de Messias belijdende Joden zoals de kring oorspronkelijk was, met heidenen, die allemaal hun ideeën inbrachten. Want zo zijn mensen.
Volgens Pagels moest Johannes daar niets van hebben. De leer van Paulus, die toch op punten anders was dan de leer van de apostelen had voor heidenen grotere zeggingskracht en zij verhieven zichzelf vaak boven de Messias belijdende Joden.
Veel van wat Johannes schreef was ook tegen hén gericht en helemaal niet bedoeld als een profetie voor ‘de laatste dagen’.
Er waren voortdurend christenvervolgingen in die eerste eeuwen met de nodige ‘tegenmessiassen’ (antichristen) zodat het boek populair en vooral actueel bleef.

Dankzij Athanasius (295 – 373), die, wat gedachtengoed betreft, overeenstemde met Iraeneus tegen de gnostiek, werd dit boek opgenomen in de canon.
Hij schreef zijn beroemde negenendertigste ‘paasbrief’ in het jaar 367 met een voorstel voor de boeken van de canon die zo is overgenomen al is er over de Openbaringen nogal wat gesteggeld. Alleen de boeken die Athanasius aanbeveelde, leerden waarachtige vroomheid. En aangezien hij nogal wat aanzien genoot is het zo geworden en gebleven.
Nu denk ik dat Athanasius niet gek was en goede redenen had om deze boeken te kiezen. Maar het komt toch niet los van een menselijke factor. En toch geloof ik ook dat er een Goddelijke factor meespeelt gezien het feit dat de canon al zeventienhonderd jaar voldoet.
Er waren meer boeken die echter door de hoge heren verboden werden. Velen daarvan zijn terug gevonden bij Nag Hammadi in 1945.

Hoe komt het dat dit boek nog steeds zo aanspreekt? Omdat, volgens Pagels, het boek
onthuld waar we bang voor zijn en vervolgens wat we hopen.
De kosmische oorlog die beschreven wordt kan op allerlei conflicten worden toegepast.
En het eindigt met een hoopvol vergezicht van een volmaakte wereld.
Alle generaties hebben al gedacht dat ze in ‘de eindtijd’ leven. Daar heb ik ook wel eens genoeg van, ja.
Pas stonden er weer eens Jehovagetuigen aan de deur met die opmerking. Hoewel ik hun Bijbelkennis waardeer waren ze snel verdwenen toen ik opmerkte dat het ook nog wel duizend jaar kon duren.
Nee, aan mij kunnen ze hun waarschuwingen niet kwijt. Angst en onrust zaaien lukt zelfs het Coronavirus niet.


Een fout in het boek: volgens Pagels baarde Cleopatra twee kinderen aan Marcus Antonius (p 19) maar het waren er drie.
Niet belangrijk maar ja, het toont iets heel menselijks aan: het zich vergissen.





vrijdag 6 maart 2020

Boekenweekessay 2020


Het Boekenweek essay is dit jaar geschreven door Özcan Akyol (1984): ‘Generaal zonder leger’
Ik ben nieuwsgierig! De generaal is de auteur in het algemeen en het leger zouden de lezers moeten zijn maar die zijn allang gedeserteerd. De houding van de generaal staat hen niet aan. Maar misschien is er meer aan de hand.

Bij de DWDD zag ik een interview met hem en daar werd ik blij van. Eindelijk iemand met invloed die eens recht voor zijn raap zegt dat het Nederlandse literatuur wereldje nergens op lijkt en dat het corrupt is. Een soort van ‘Wij van WC eend adviseren WC eend.’
Het thema van de Boekenweek is ‘Rebellen en dwarsliggers’.
Non- conformisme juich ik toe ook al is het niet nodig om rebel of dwarsdenker te zijn, puur om de rebellie of dwarsdenkerij.

‘Eus’ trekt ten strijde tegen het elitaire wereldje van de Nederlandse literatuur. Hij vind het niet gek dat er steeds minder mensen echt lezen. ‘Ik ken Netflix-series die beter zijn geschreven dan menige Nederlandse roman.’
Ik ben het zo met hem eens voor wat betreft de kwaliteit. Het is net als met de meeste Nederlandse films: platvloersigheid en banaliteit spelen een te grote rol.
Er zijn natuurlijk uitzonderingen zoals bijvoorbeeld Connie Palmen, Anna Enquist, Marcel Möring en ILP maar verder lees ik ook veel liever informatieve boeken of vertaalde buitenlandse romans die mij andere sferen aanreiken dan het bedompte Nederlandse wereldje.

Nu is het ook zo dat in deze tijd er andere leuke dingen zijn om je in te verdiepen zoals je telefoon, Netflix (zonder commercials!) en de platforms op het WWW. Dat zal ook allemaal best een rol spelen.
Waarom zou je nog een boek lezen? Dat doe je alleen wanneer je van die zwarte kriebeltjes op een witte ondergrond houdt en wanneer je ontdekt hebt dat je met een boek je eigen film in je hoofd kunt produceren. En natuurlijk ook om gewoon van mooie woorden, zinnen en beschrijvingen te genieten.

In Trouw van 4 maart een artikel over en met Eus.
De mooiste zin die naar mij idee het meest veelzeggend is:
‘De jongens en meisjes van mijn generatie zijn ontzettend navelstaarderig bezig. Hun hoofdpersoon is vaak een schrijver uit de grachtengordel die worstelt met zijn emotiehuishouding. Dat zegt toch genoeg?
Het is gesubsidieerd hobbyisme. Ik begrijp dat een vijftienjarige dan denkt: ik hoef dat pretentieuze geouwehoer niet, ik ga instagrammen en blowen. Vroeger hadden schrijvers een oorlogstrauma, nu hebben ze allemaal lactose-intolerantie.'

Zou deze rebel veranderingen kunnen bewerkstelligen?












Ik heb mijn bericht te snel geschreven want ik lees net in het RD van vandaag dat ook de christelijke boekenwereld behoefte heeft aan rebellen en dwarsliggers.
Pieter Beens is de schrijver van het bericht en hij schrijft ook onomwonden over het gebrek aan non-conformisten in dit wereldje.
Christelijke romans lees ik zelden. Ik hou niet eens rekening met die wereld. Inderdaad te zoetig en te saai en te voorspelbaar.
Ook wel weer begrijpelijk want in die wereld wordt het dwarsliggen en rebelleren niet echt gewaardeerd, laat staan gestimuleerd.
Alle neuzen graag dezelfde kant op.
Brr.

'Waar zijn de auteurs die een steen in de gereformeerde vijver durven gooien?' is zijn vraag en bij deze ook de mijne.








dinsdag 3 maart 2020

Evenboer


APELDOORN. Auteur Tjarko Evenboer (1983) heeft het christendom vaarwel gezegd. Hij vindt de Bijbel een „mythisch geschrift vol onjuistheden en tegenstrijdigheden.”
Evenboer, schrijver van enkele boeken waarin de Bijbel en het christelijke geloof worden verdedigd, zegt niet langer meer te kunnen geloven in de Bijbelse God en Jezus. Dat maakte hij vorige week op Facebook bekend. De auteur van ”De wereldwijde vloed” schrijft dat hij zich jarenlang heeft verdiept in tegenargumenten. Hij kwam onlangs tot de conclusie dat hij er al die tijd naast zat.


Vandaag stond dit piepkleine bericht in het RD. Natuurlijk heb ik meteen zijn FB pagina opgezocht en het hele relaas gelezen wat ergens anders nog weer uitgebreider staat.

Ik heb de boeken van Tjarko nooit gelezen. (o.a. 'De wereldwijde vloed' en 'de stenen getuigen') Wel glimlachend gadegeslagen hoe erop werd gereageerd op (gereformeerde) fora.
Hij was een evangelische ‘fundi’. De Bijbel is letterlijk waar enzo.
Juist daarom schreef Gijsbert van den Brink zijn boek: ‘En de aarde bracht voort.’
En nu is hij van zijn geloof gevallen. Zegt hij.
Eén van zijn argumenten (en hij heeft er veel):
Want zelfs dan vind ik het nog compleet onbevredigend dat we een Bijbel hebben die blijkbaar zo verkeerd vertaald is, en dat God blijkbaar niet wijs genoeg is om Zijn boek simpel en helder genoeg te maken zodat iedereen het kan begrijpen.

Dat zou pas fijn zijn ja, dan hebben we het tenminste onder controle. Dat willen wij, mensen graag.
Ooit schreef ik op een forum dit bericht wat ik nu een beetje heb aangepast:
'Vanuit het geloof mag ik aan Gods hand mijn eigen ontwikkeling doormaken en mijn eigen denkprocessen volgen, dat geldt voor alle gelovigen en dat geldt dan ook voor Tjarko.
Mensen die nooit hun mening durven te herzien omdat ze bang zijn van hun geloof te vallen vind ik triest. Die zoeken het nog steeds in zichzelf en geven blijk van weinig Godsvertrouwen. De Bijbel is nog steeds een middel om God te leren kennen.
Het hellend vlak argument wat ik regelmatig voorbij zie komen snijdt naar mijn mening geen hout. Dat is angst.
En angst is een slechte raadgever.
Stel je voor dat de Bijbel het DNA en RNA en wat dies meer zij had beschreven zoals wij dat nu kennen. Dan hadden veel mensen moeten afhaken in de eerste paar duizend jaren omdat de Bijbel een onbegrijpelijk boek zou zijn geweest. En in de duizend jaren die mogelijk na ons komen was het ook alweer gedateerd geweest.
Hoe redigeer je een boek dat voor alle eeuwen en voor alle soorten mensen geschikt kan zijn; wat de boodschap overbrengt en de mogelijkheid in zich heeft om mensen van alle eeuwen, plaatsen en culturen te inspireren en tot nadenken te stemmen.
Voor alle mogelijke typen mensen met ieder hun eigen IQ en EQ.
Dat kan niet anders dan dat het een boek moet zijn in geloofstaal.
Dat er kracht van uit gaat heeft het Boek zelf door de eeuwen heen wel bewezen. In die zin geloof ik zeker dat het geïnspireerd is door God zelf.
De Bijbel is wáár; maar niet altijd op de manier waarop wij lezen.'

En wanneer Tjarko ook nog schrijft:
Ik geloof nu dat ‘God’ vele malen groter dan religie is. Ik zie religies nu als menselijke pogingen het metafysische te begrijpen, ordelijk te maken en te claimen, terwijl het mysterie zelf vele malen groter en universeler is.

Dan ben je niet van je geloof gevallen maar dan begin je het pas dóór te krijgen.



vrijdag 28 februari 2020

Parels


Kort gelden heb ik een preek gehoord over ‘de schat in de akker’ en ‘de parel van grote waarde’.
Twee gelijkenissen van Jezus ( Matt 13: 44-46)
Ze vertellen allebei hetzelfde: Het Koninkrijk der Hemelen wordt vergeleken met een schat in een akker die door iemand gevonden wordt en kostte wat kost in bezit genomen wordt en met een parel die kostte wat kost door een koopman aangekocht wordt.
Moraal van het verhaal: zoek eerst het Koninkrijk van God, wát het je ook mag kosten.

Of toch niet?

Waarom zouden er twee ‘dezelfde’ gelijkenissen verteld worden? Volgens mij zijn ze helemaal niet hetzelfde.
In de eerste wordt het Koninkrijk inderdaad vergeleken met een schat in de akker, waar iemand ‘toevallig’ op stuit maar in de tweede wordt het Koninkrijk vergeleken met een Koopman en niet met een parel.
Het staat er in het Nederlands duidelijk al weet ik niets van Griekse grammaticale constructies.
Hoe valt de betekenis dan uit?

Die Koopman is naar mijn idee de ‘Vertegenwoordiger’ (Jezus) van het Koninkrijk van God en gaat op zoek naar parels.
Parels zitten in oesters en die zijn volgens de Joodse wetten nogal onrein. (Lev. 11 : 10 – 12)
We zien het wel als kostbaarheden, en ook nog kostbaarheden die binnen een levend, maar wel onrein organisme ontstaan. Wat deze wereld is.
Het kost de Koopman alles om die parel te bemachtigen uit dat onreine organisme.
Het kostte Hem zelfs zijn leven.
En of die parel nu het volk Israël moet voorstellen of het totale volk van gelovigen….daar moet ik nog over nadenken. Het verhaal staat in Mattheus, wat toch wat meer op de Joden is gericht.
Maar een gelijkenis tot het oneindige doortrekken is ook niet verstandig.

De uitdrukking: ‘Je bent een parel in Gods Hand’ is lief bedacht en misschien wel waar, maar vanuit de Bijbel is de parel dan toch meer het grote geheel van gelovigen.
Hmmmm…..Wat zouden paar’len poorten kunnen betekenen?




Hoe vies het eruit ziet en hoe mooi het kan worden.







donderdag 27 februari 2020

Westerse Cultuurgeschiedenis 1300 – 1500 IIb Filosofie.


De tweede ronde in deze module ging over Machiavelli, Erasmus en Thomas More.
Niccolò Machiavelli (1469 – 1527) werd geboren in Florence. De tijd van de Renaissance die rond 1500 in Italië op zijn hoogtepunt was.
Belangrijke schrijvers uit die tijd waren Dante, Petrarca en Boccaccio. Maar dat onderwerp komt nog.

Italië bestond uit verschillende stadsstaten: Milaan, Venetië, Florence, het Pauselijke gebied en Napels (en Sicilië) en Machiavelli werd in Florence tot secretaris van de Tweede Kanselarij van de republikeinse stad-staat benoemd en hij werd ook secretaris van de Raad van Tien, het voornaamste militaire orgaan van Florence tussen 1498 en 1512. Toen de Medici’s weer in het zadel werden geholpen moest hij het veld ruimen.
Hij staat bekend om zijn politieke inzichten en is grondlegger van de politieke wetenschappen en is derhalve politiek filosoof.
Zijn ‘Il Principe’ is opgedragen aan Lorenzo d’Medici. (Il Magnifico) Waarschijnlijk om hun gunsten te winnen.
Ook bewonderde Machiavelli Caesare Borgia. Zoon van de paus Alexander VI.
Tsja, ‘Zeg me wie uw vrienden zijn, dan zeg ik wie u bent.’

In de stukken die we van hem gelezen hebben is hij nogal tegenstrijdig.
In zijn ‘Discorsi’ schrijft hij : ‘En gaat het om wijsheid en standvastigheid dan zeg ik dat een volk wijzer en standvastiger is dan een vorst en over een beter oordeelsvermogen beschikt. Niet voor niets wordt de stem van het volk vergeleken met de stem van God: in een algemeen gedeelde opinie steekt vaak een onvermoede voorspellende kracht, en het volk lijkt soms een verborgen gave te hebben om zijn eigen geluk en ongeluk te voorzien. En wat het oordeelsvermogen van het volk betreft: als twee even bekwame sprekers ieder een eigen standpunt bepleiten, dan komt het hoogst zelden voor dat het volk niet kan bepalen welk standpunt het beste is en de waarheid niet onderkent.’
En in zijn ‘Il Principe’: ‘als de mensen allemaal goed waren, zou dit advies niet juist zijn. Maar omdat ze slecht zijn en zo ook ten opzichte van jou hun woord niet zullen houden, hoef jij dit evenmin tegenover hen te doen. [..] Want mensen zijn zo onnozel en ze richten zich zo op hun directe behoeften dat iemand die bedriegt, altijd wel iemand vindt die zich wil laten bedriegen.’
Ga er maar aanstaan.
In 1559 belandden alle schrijfsels van Machiavelli op de verboden lijst van de paus.

Over Erasmus heb ik al genoeg geschreven.
De discussie over de vrije wil met Luther kwam natuurlijk voorbij. Voor zover ik het begreep uit de stukken die we lazen was Erasmus om pragmatische redenen voorstander van de vrije wil.
‘…indien duidelijk is geworden tot hoeveel ongemakken, om niet te zeggen absurditeiten, het leidt, wanneer de vrije wil helemaal wordt opgeheven.’
Dat begrijp ik. Zo denken heel veel mensen.
Maar hoe eerlijk is dat? Ben je dan nog wel op zoek naar de waarheid?
En ja, Spinoza en Schopenhauer moesten nog geboren worden.

Maar hij is ook wel genuanceerd, hij schrijft ook ergens: ‘Pelagius heeft aan de vrije wil meer toegeschreven dan goed is, ook Scotus is rijkelijk ver gegaan.’ Dan heeft hij het, naar ik aanneem over Duns Scotus.
En even verder: ‘Ik voel het meest voor de opvatting van hen die aan de vrije wil wel iets, maar aan de genade het meest toeschrijven.’
Erasmus heeft veel door Europa gereisd. ‘de wereld is mijn vaderland’ is een kreet van hem. Op de bibliotheek van Rotterdam staat een variatie: ‘Heel de aarde is je vaderland.’

Als laatste kwam Thomas More (1478 – 1535) aan bod. Een vriend van Erasmus en bekend van zijn boek ‘Utopia’ waarmee een nieuw genre werd geboren: de Utopische roman. Voorbeeld hiervan is o.a. ‘de Cirkel’ van Dave Eggers.

Thomas studeerde Grieks en Latijn, had politieke aspiraties en werd lid van het Lagerhuis. Hij was geïnteresseerd in literatuur, geschiedenis, schreef religieuze polemieken, een geschiedkundig werk: 'History of Richard III' en gedichten en zijn dochters kregen hetzelfde onderwijs als de (klein)zonen
Later werd hij rechter in Londen en nog weer later secretaris van Hendrik VIII, ja,die van die vele vrouwen. (Je zult maar op die manier de geschiedenis in gaan.. *gniffel*)
Thomas werd verheven in de adelstand en schopte het tot Lord Chancellor. Hij weigerde de koning als hoofd van de Anglicaanse kerk te accepteren en dat deed hem de das om, of beter gezegd: dat kostte hem de kop in 1535.
Hij was, ondanks de tolerante houdingen die hij beschrijft in ‘Utopia’ zelf veel dogmatischer. Een gedisciplineerde gelovige. Veel minder tolerant dan de verdraagzame Erasmus, zijn vriend, die hij in 1499 ontmoette en wat een keerpunt in zijn leven markeerde.
In hoeverre zij elkaar in ‘de Lof der Zotheid’ en ‘Utopia’ hebben beïnvloed blijft giswerk.
Misschien weet ik dat wanneer ik 'Utopia' eens lees. 'De lof der Zotheid' heb ik al eens gelezen.

Volgens Russell waren beiden geen filosoof in de strikte zin van het woord maar vertegenwoordigden zij de afkeer van al het systematische in de theologie en filosofie. Zij waren typerend voor de tijdgeest van het ‘voorrevolutionaire tijdperk’.
Ik denk dat hij daarmee de Reformatie en Contrareformatie bedoelde.



Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er op de Erasmus universiteit allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, zoek er van alles bij en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.