Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 13 december 2017

De stem van Tamar


Geschreven door David Grossman in 2000.
Ik las een digitale editie naar de zesde druk uit 2012 van de 'e-book bib'.
Eerder las ik van hem ‘Leeuwenhoning’.

Het boek leest als een thriller. Een hond sleurt een jongeman door de straten van Jeruzalem. De hond weet kennelijk waar hij naar toe wil en de jongeman, Assaf, kan niet anders dan zich er maar aan overgeven. Dat is de ene verhaallijn.
De andere gaat over Tamar, een zangstudente van een conservatorium of iets dergelijks. Zij heeft een geheim. Haar lijn speelt zich een maand eerder af dan de verhaallijn van Assaf.
Natuurlijk komen ze wel bij elkaar. Maar voor dat het zover is heeft er heel wat water door de Jordaan gestroomd.
Een boek over jeugdproblematiek als verliefdheid en jeugdpuistjes, het zoeken naar jezelf en het doel van je leven.
Daar tussendoor de problematiek van verslaving en uitbuiting door een figuur met de naam Pesach. Ik heb me suf gepeinsd over de lading van deze naam maar heb die niet kunnen vinden. Hij wordt niet geslachtofferd.
Tamar, die naam betekent ‘palmboom’ staat voor mij symbool voor iemand die koste wat kost haar doel wil bereiken, zoals de schoondochter van Juda in de Bijbel. Tamar weet tot in de puntjes alles te organiseren.
Het enige wat ik even vreemd vond was heel even de indruk - die uit de lucht kwam vallen - en waar niets mee gedaan werd, dat Tamar blind zou zijn. Ik zat wel even van huh....heb ik iets gemist?
En die Theodora; hoe loopt het daarmee af?
Wat ook leuk is, is de geheimtaal met hun vingers tussen Tamar en Sjaj.
Mijn kinderen hebben onder elkaar ook zoiets geleerd. Konden ze zonder geluid met elkaar praten in de kerk.
Dikke pret.

Een leuk voorbeeld van de draaiingen van de menselijke geest om dingen voor onszelf acceptabel te maken:
‘En binnen de kotste tijd gaf ze zichzelf het simpele antwoord: als ze toen, thuis, gedacht had dat Sjaj niet zou meewerken, was ze er waarschijnlijk niet aan begonnen. Dus eigenlijk was het maar goed ook dat ze daar niet aan gedacht had. Haar hersenen hadden haar kortom juist geholpen door dit obstakel voor haar verborgen te houden’.

Een denkende en beeldende schrijver, die Grossman:
‘Op een gegeven moment doe je één klein stapje, je wijkt maar een fractie van een millimeter van de bekende weg en dan moet je ook de tweede voet neerzetten, en ineens zit je op een vreemd spoor. En elke stap op zichzelf is min of meer logisch, voortkomend uit de vorige stap, maar ineens word je wakker in een nachtmerrie’.

‘Ze bleef dapper meelopen en om hun grappen glimlachen, terwijl een scherpe, koele schaar haar precies langs de contouren van haar lichaam uitknipte en haar uit het beeld verwijderde’.


Dat geeft hij zijn beide hoofdrolspelers mee: het zich in de geest kunnen verwijderen wanneer ze het even niet eens zijn met het leven in de werkelijkheid.
Maar heeft niet elk mens zo’n ‘ontsnappingsprogramma’?




dinsdag 12 december 2017

Citaten over lezen


Wanneer je oog eenmaal gevallen is op citaten over lezen en boeken kom je er steeds meer tegen.
Hier een bloemlezing uit mijn verzameling.
Verschillende heb ik maar meteen vertaald en bij sommige citaten staat de persoon van herkomst. Helaas weet ik dat niet van alle citaten.


• Boekenwurmen zullen de wereld regeren; zodra ze nóg een hoofdstuk hebben gelezen.
• Je kunt je neus betere steken in een boek dan in andermans zaken.
• Als je slimme kinderen wilt hebben, lees hen dan voor uit sprookjesboeken (Einstein)
• Wat is een boekenplank/kast anders dan een schat voor een nieuwsgierige geest?
• We verliezen onszelf in boeken, maar we vinden onszelf daar ook.
• Boeken laten je draken verslaan; de liefde van je leven ontmoeten; verre reizen maken; met vrienden lachen. Alles via bladzijden. Ze zijn een vlucht die je thuis brengt.
• Lezen geeft ons een plek om te gaan wanneer we moeten blijven waar we zijn. (Cooley)
• Je weet dat je een goed boek hebt gelezen wanneer je bij de laatste bladzijde een beetje het gevoel hebt een goede vriend te hebben verloren.
• Ik zag zojuist iemand die mijn favoriete boek las; het lijkt alsof dat boek mij die persoon aanbeveelt.
• Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken, is bij machte om de eenzaamheid te dragen, waar dan ook en met groot gemak. (Ghandi)
• Van sommige boeken moet men alleen maar proeven, andere kan men verslinden en maar enkele moet men kauwen en verteren. (Bacon)
• Gedachteloos, verstrooid lezen is hetzelfde als wandelen in een mooi landschap met een doek voor je ogen. (Hesse)
• Een goed boek moet ons niet iets geven, doch iets afnemen van onze zekerheden. (Greshoff)
• Literatuur zonder levensbeschouwing is bloedloos. (Werkman)
• Een belangrijk verschil tussen God en een schrijver is dat God met niets moest beginnen en een schrijver alleen maar hoeft te kiezen uit alles wat er al is. (Grunberg)
• Er is een groot verschil tussen een enthousiast mens die een boek wil lezen en een vermoeid mens die een boek wil om te lezen. (GK Chesterton )
• Lezen is dromen met open ogen


donderdag 7 december 2017

Hommelhoning



Geschreven door Torgny Lindgren in 1995. Eerder las ik van hem ‘de Bijbel van Doré’, ‘Het groene glas’ en ‘Norrlands Aquavit’.

Deze keer was het een vondst in de kringloopwinkel voor 50 cent. Daar heb ik dan stiekem plezier in.
En ik moet zeggen: dit was voor mij tot nu toe zijn minst mooie boek. Niet dat hij niet mooi schrijft; hij weet heel poëtisch te schrijven maar.... Ik weet niet. Ik mistte de humor en het ging me tegenstaan. Misschien zag en rook ik met mijn verpleegkundig oog en neus nog meer dan hij soms onsmakelijk beschreef. Ook kon ik me niet identificeren met de ‘verpleegkundige’ schrijfster in het boek, al triggert het thema ‘met een wildvreemde ingesneeuwd raken’ wel mijn fantasie.




Het is een verhaal van tegenstellingen.
Een vijf en veertig jarige vrouw geeft een lezing over ‘heilige gekken en dwazen’ ergens in het noorden van Zweden en krijgt door een bezoeker een slaapplaats aangeboden in zijn huis wat heel eenzaam ligt. Ze gaat erop in ook al staat de man, Hadar, haar tegen. Hij blijkt erg ziek te zijn. Kanker.
Ze raken ingesneeuwd en de vrouw werpt zich op als verzorgster. AL snel ontdekt ze niet ver bij hen vandaan nog een huis met rookpluim. Daar woont de broer Olof. Ook ernstig ziek.
Volgens mij suikerverslaving waardoor hij ontzettend dik is geworden en zijn hart het op korte termijn kan begeven.
‘Als je maar flink veel suiker over de baarzen strooit dan zijn ze wel te eten, dan smaken ze als marsepein.’
Maar zolang er nog rook uit de schoorsteen komt is hij nog niet dood.

Wat belangrijk is, denk ik, dat ze in de avonduren een boek schrijft over de heilige Christoffel.
‘In de hooggestemde delen moest een voortdurend streven naar het banaal alledaagse bespeurd kunnen worden, retoriek in de bovenlaag zou tot een eenvoud en trivialiteit in de diepte leiden, ja, als het evenwicht het zou eisen zelfs vulgariteit.’
Dat verklaart misschien wel het één en ander.

Eigenlijk is zij Christoffel zelf. Niet in de vorm van de patroonheilige van de reizigers maar in de vorm van de noodhelper want ook Olof neemt ze onder haar hoede en ze pendelt heen en weer tussen de huizen met de broers.
Door de gesprekken met de beide broers, ontdekt ze stukje bij beetje wat er allemaal is voorgevallen. Met Minna, de vrouw van Olof, en de zoon van wie niet bekend is van wie hij is. Van Hadar of van Olof.
Een vete tussen broers. De ene meer de geestelijke – al valt dat tegen - en de ander de lichamelijke.
Hun laatste gevecht bestaat eruit wie als laatste zal sterven.
Maar daar heeft de vrouw een oplossing voor en zorgt dat de broers weer een geheel worden.

De hommelhoning slaat op de grootvader die met zijn hond altijd op zoek ging naar honing. Toen Olof dat voor het eerst proefde was hij om.
‘De honing drong tot in zijn hele wezen door en bracht hem in een toestand van gelukzaligheid en verrukking, het was het ogenblik van het volmaakte genot, en de rest van zijn leven had hij onafgebroken maar hoofdzakelijk tevergeefs geprobeerd dat ogenblik en die toestand terug te roepen.’

Helaas is Torgny Lindgren in maart 2017 overleden.




woensdag 6 december 2017

Vertalen is verliezen?


In discussies over geloven en de Bijbel komt het vaak voor dat er dingen verkeerd worden begrepen. Dan wordt er vaak gezegd dat je in de context moet lezen. De context is de samenhang tussen woorden, zinnen en tijd.
Oftewel: een tekst in het geheel waarin hij staat lezen en pogen het met de ogen van toen te doen.
De laatste jaren zijn er mij dingen opgevallen die met de berijming van de psalmen toch niet helemaal goed zijn gegaan.

Het eerste vond ik in psalm 9:9; 110:2
Dat gaat over het getrapt worden op de nek of dat de nek als een voetenbank dienst doet.
Volgens mij is dat een Romeins gebruik en ten tijde van de psalmdichter nog nauwelijks bekend. (Alleen in Jozua 10 staat iets wat er op lijkt.)
Wel vond ik het fascinerend te zien, toen ik in het Egyptisch museum van Cairo rondliep, dat de namen van de vijanden van de Farao op de voetbedden van zijn slippers stonden geschreven net als op zijn voetenbank.
Hij ‘liep’ op zijn vijanden en legde zijn voeten op hen. Ten teken van (toekomstige?) onderwerping.
Toen begreep ik ook de zinssnede die staat in het NT: 1 Kor 15: 25:
‘Want Hij moet Koning zijn totdat Hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd’.
Precies zo staat het ook in de onberijmde psalm 110: 1: ‘De Heer heeft tot Mijn Heer gesproken: zit aan Mijn rechterhand, totdat ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten’.
Niets over een nek.
Nu is dit niet zo schokkend; het heeft eenvoudigweg met onderwerping te maken. Maar het geeft aan dat de berijming met een andere, latere bril is gemaakt.

Het woord ‘vierschaar’ is anders.
Het komt voor in de berijmde psalmen 9:8; 76:5; 119:10; 143:2; en ik weet niet of ze dat allemaal zijn.
Raar woord vond ik het. Later ging ik het begrijpen. Het heeft met de rechtbank te maken.
Je hebt daar de rechter, een openbare aanklager, een advocaat en de schuldige.
Alleen.......toen ik het boek van Wright had gelezen schoot het me weer te binnen. Hij beschrijft de rechtbank uit vroeger dagen als bestaande uit drie personen.
Deuteronomium eens nagelezen: in hoofdstuk 17 staan wat aanwijzingen en inderdaad, zelfs het hoogste rechtsorgaan steekt niet ingewikkeld in elkaar. Wanneer er een zaak was waar met niet uitkwam ging men naar de Levieten, legden de zaak voor en er werd recht gesproken.
Dat woord vierschaar is dan kennelijk een later bedenksel en gebaseerd op de veel latere vorm van de rechtbanken.

Het Onfeilbare Woord wanneer het over de Bijbel gaat is ook zo’n uitdrukking die velen gewend zijn te gebruiken. Het komt uit de (berijmde) Psalm 56: 5.
Het staat niet in de onberijmde of überhaupt in de Bijbel. Wat men er nu precies onder verstaat kom ik ook niet goed achter. Is de Bijbel foutloos?
In ieder geval heeft de Bijbel zelf niet de pretentie 'onfeilbaar' te zijn.
Het wordt er ingestopt.

Het vervelende is dat op die vierschaar en onfeilbaarheid hele theologische constructies worden gebouwd.
Vertalen is helaas niet alleen verliezen, er wordt soms iets toegevoegd wat een heel eigen leven gaat leiden.
En dat vind ik eigenlijk best kwalijk.


dinsdag 5 december 2017

Vergeten Reus


Geschreven door Kazuo Ishiguro in 2015. Ik las een digitale editie naar de derde druk in 2017 en ik las eerder van hem ‘Toen wij wezen waren’.

Dat vond ik een beetje tegenvallen voor een Nobelprijswinnaar. Dit keer niet al moet je er wel even inkomen.
Een fascinerend verhaal wat zich afspeelt in de tijd van King Arthur in Engeland dus zo’n 1500 jaar geleden. De tijd dat de Romeinen net het land uit zijn en de Britten en Saksen ruzie maakten.
Het ademt indirect die barre sfeer uit doordat de hoofdrolspelers voortdurend beschutting zoeken tegen kou, wind en regen, rovers en dievenbendes.
Het lijkt een fantasy verhaal; inclusief kinderen-stelende trollen, kobolden, heksen en rondwarende demonen maar er zit meer in.


Axl en Beatrice zijn een bejaard echtpaar die het door omstandigheden niet meer naar hun zin hebben in hun dorp. Ze besluiten op weg te gaan om hun zoon te bezoeken in een ander dorp maar weten niet precies waar.
Het wordt een barre tocht die hen o.a. voert langs een baai waar een veerman mensen overzet naar een eiland. Helaas kan de veerman er maar één tegelijk overzetten en aangezien Axl en Beatrice zeer aan elkaar verknocht zijn besluiten ze verder te reizen.

Een probleem is de draak Querig. Haar adem zorgt voor een deken van vergeetachtigheid in het hele land. Er zijn mensen die de moed hebben om die draak te gaan bevechten zoals de Saksische krijger Winstan die de puber Edwin met de vreemde littekens onder zijn hoede neemt.
Edwin is op zoek naar zijn moeder. Hij hoort steeds haar lokkende stem in zijn dromen.
Dan is er nog de geharnaste sir Gawain, een oude ridder van Arthur die de draak blijkt te beschermen. Beschermer van de vergetelheid. Hij moet het afleggen.
Ook weer door omstandigheden raken Axl en Beatrice betrokken bij het doden van de draak voordat zij hun zoon hebben gevonden.

Maar is het doden van die draak wel zo handig wanneer zij zorgt voor vergetelheid?
Wat gebeurt er wanneer die deken wordt weggehaald en je alles weer precies zult gaan herinneren?
Een dilemma voor Axl en Beatrice want in het verleden is er iets gebeurt wat ergens in hun onderbewustzijn is blijven hangen.
‘Beloof me lieve, dat je niet zult vergeten wat je in je hart op dit moment voor mij voelt. Want wat hebben we aan herinneringen die uit de mist terugkeren als ze ons alleen maar uit elkaar drijven?’

‘Zou het kunnen dat onze liefde nooit zo sterk geworden was inde loop der jaren als de mist ons niet van ons geheugen had beroofd? Misschien hebben daardoor oude wonden kunnen helen’.

Voor mij is dat het thema van het boek naast wraak en vergeving. Het ouder worden gaat soms gepaard met geheugenverlies en dat kan eigenlijk wel prettig zijn. Vergeten om te kunnen vergeven.
Grote dingen, reuzen, vergeten of begraven zoals de Engelse titel van het boek zegt.

Tenslotte komen ze weer terug bij de veerman die hen wil overzetten naar het eiland.
Maar ja, één tegelijk.
Bij dat einde kreeg ik associaties met ‘Ile de Mort’, Het Dodeneiland.


maandag 4 december 2017

Kierkegaard


Kierkegaard
Helaas zit deze denker niet in de serie van het HOVO. Dus dan maar zelf wroeten.
Over Kierkegaard heb ik verschillende dingen gelezen.

Hier en daar artikelen en een boek uit de serie ‘kopstukken’ en een boek van Pieter Vos. Nu ben ik begonnen om hem zelf te lezen in het boek Of/Of.
Een intrigerende titel omdat ik zelf vaak denk dat het in het leven zelden Of/Of is maar meestal En/En. De wereld bestaat echt uit veel meer dan vijftig tinten grijs. En meer dan dat er in een notendop past. Tussen het eeuwig ingaan en eeuwig ophouden zit nog wel het één en ander.
Maar misschien kom ik lezende weg tot andere gedachten.

Voorlopig amuseer ik me kostelijk met zijn ironie. In het hoofdstuk Diapsalmata, wat zoiets betekent als het Hebreeuwse ‘Sela’ (markering van een rustpunt) staan kort en krachtige uitspraken.
Men leze hem wel door de bril van twee eeuwen geleden.

‘Volledig mens zijn is toch het hoogste. Nu heb ik likdoorns, dat helpt althans een beetje.’

‘De menselijke waardigheid wordt in de natuur toch altijd erkend; want wil men de vogels weghouden van de bomen, dan zet men iets neer wat op een mens moet lijken, en zelfs de vage gelijkenis met een mens die een vogelverschrikker bezit is voldoende om respect in te boezemen.’

‘Van alle belachelijke dingen komt me als het allerbelachelijkst voor het druk te hebben in de wereld, een rappe eter te zijn en een rappe werker. [….] Wat richten ze per slot van rekening uit, die nijvere haastwerkers? Vergaat het ze niet als die vrouw die toen het huis in brand stond in de alteratie de haardtang redde? Wat redden die lieden eigenlijk méér uit de grote brand des levens?’

‘Raadselachtig moet men niet alleen voor anderen zijn maar ook voor zichzelf. Ik bestudeer mijzelf; wanneer ik daar genoeg van heb rook ik als tijdverdrijf een sigaar en denk: God mag weten wat Onzelieveheer eigenlijk bedoeld heeft met mij of wat hij nog van me wil maken.’

vrijdag 1 december 2017

Zwarte Pieten


Afgelopen week waren er in Nederland wijze mensen die, zo tegen 5 december, het Zwarte Pieten probleem wat Nederland nu al jaren teistert, nog weer even aanwakkerden met T-shirts met de tekst: ‘Zwarte Piet is racistisch’.
En gisteravond viel mij DE oplossing te binnen.

We maken alle Pieten wit. Het is even lastig voor alle liedjes die aangepast moeten worden, maar dat moet dan maar. (die verouderde teksten niet weggooien!)
Ik pleit voor echt witte Pieten; met blanketsel.

Voor mijn geestesoog zag ik het al gebeuren: over tien jaar zullen er getinte kinderen aan hun ouders vragen waarom het Sinterklaasfeest gedomineerd wordt door blanke mensen.
Is die suprematie van blanken niet verschrikkelijk ouderwets en koloniaals?
Er moeten zwarte Pieten bij komen.

Probleem opgelost.
Alle ouderen halen die oude liedjes weer van stal en de mensheid van Nederland viert het Sinterklaasfeest nog lang en gelukkig.



Wie lacht niet die den mensch beziet?