Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

vrijdag 3 juli 2015

De man die God kende


Geschreven door Ronald Meester (1963) in 2009 met als ondertitel: christelijke spiritualiteit voor niet- ongelovigen.
Al eerder las ik zijn ‘Het pseudoniem van God’ waarin toeval wordt gebruikt als verklaring in de wetenschap en in religie, maar daar wordt het dan vaak aan God toegewezen.
Dit boekje gaat in op de mens Jezus.
Meester is hoogleraar wiskunde en waarschijnlijkheidsrekening aan de VU in Amsterdam.

Voor mij is het bestaan van God de basis van mijn denken. De enige zekerheid: de X om het wiskundig te zeggen. Wanneer je X kent of weet kun je de problemen van het leven aan en/of oplossen.
Meester, als wiskundige, ontkent het bestaan van God zoals ook Klaas Hendrikse dat doet. Daar is wel iets voor te zeggen: God bestaat niet op de manier zoals wij bestaan; God is Geest en Jezus heeft Hem aan ons geopenbaard.
Meester ziet God als een ‘ervaren’ en ziet Jezus niet als Gods zoon dan alleen in spiritueel opzicht. Het gaat er bij hem om dat Jezus dingen heeft gezien ‘wat voor ons niet of nauwelijks zichtbaar is, Hij heeft ons deelgenoot gemaakt van datgene wat voor ons van levensbelang was’.
Daarom zijn in zijn ogen de woorden van Jezus het belangrijkste maar daarvan neemt hij ze weer niet allemaal serieus zoals de uitspraak van Jezus: ‘Niemand komt tot de Vader dan door mij.’ Dat hebben evangelisten weer verdraaid enzo.
Op deze manier hou je in mijn ogen een 'feel-good-religion' over dat helemaal naar jouw eigen idee is gemodelleerd. Wel handig.

Verder moet hij niets hebben van dogma’s want die beknellen een mens in zijn/haar spirituele zoektocht.
Het is natuurlijk maar net wat je onder dogma’s verstaat. Voor mij is een dogma een poging, en niet mee dan dat, om iets van de grootheid van God in mensenwoorden te vangen.
Het zijn lantaarnpalen die je de weg laten vinden in het duister, maar alleen dronkaards klampen zich eraan vast om met Karl Rahner (theoloog) te spreken.
In wonderen gelooft hij ook niet.
Na het lezen van dit boek bleef ik wel met een kater zitten. Tegelijkertijd was ik bezig met het boek van Alvin Plantinga: ‘Het echte conflict’.
Daar schrijft Plantinga dat ook in filosofisch opzicht God een noodzakelijk bestaand concreet wezen is. Ik heb dan toch meer vertrouwen in het denkvermogen van Plantinga dan van Meester en dat komt ongetwijfeld ook door mijn gedegen gereformeerde opvoeding die ik met Plantinga gemeen heb.

De titel van het boek dekt wel de lading: Jezus was een man die God beter kende dan wie ook. Maar voor mij is dat maar een kleine helft van de werkelijkheid.
Niet alles is kommer en kwel, een paar dingen spraken me wel aan:
'Kerkverlaters zijn niet noodzakelijk moe van spiritualiteit, ze zijn moe van wat de kerk voorschrijft, en dat is heel wat anders.'

Daarin heeft hij een zeer groot punt en ook zijn pleidooi voor een herwaardering van de apocriefe en gnostische geschriften ondersteun ik.


donderdag 2 juli 2015

1q84


Een trilogie, geschreven door Haruki Murakami (1949) in 2009 maar het verhaal speelt zich af in 1984.
Na lang denken heb ik besloten dat 1q84 (qutienvierentachtig) staat voor een parallelle wereld. In die wereld staan er twee manen aan de lucht, lijken kraaien op drones en heeft het kwaad een andere vorm.
In dat jaar 1984, wat te maken heeft met Georg Orwell, ervaren de beide hoofdrolspelers een soort ‘twist’ in hun brein.
‘Dit jaar is het precies 1984. Ook de toekomst wordt eens werkelijkheid, en gaat dan weer meteen in het verleden over.[.. ] Door mensen van hun ware geschiedenis te beroven, beroof je ze van een deel van hun persoonlijkheid. Dat is misdadig. [.. ] Geschiedenis is een andere naam voor collectieve herinnering. Als je dat iemand afneemt of het herschrijft, maak je het hem onmogelijk om zijn eigen persoonlijkheid – de juiste persoonlijkheid die hij had moeten hebben – te handhaven.’


Het eerste deel van deze trilogie leest als een thriller. Aomame is een Japanse sportlerares en moordt op aanvraag. Tengo is een wiskundeleraar en leeft teruggetrokken. In zijn vrije tijd schrijft hij.
‘Wanneer hij als wiskundeonderwijzer voor de klas stond, stampte hij erbij zijn leerlingen in hoe gretig wiskunde naar logica verlangt. In de wiskunde heeft iets wat je niet kunt bewijzen ook niets te betekenen, maar als je eenmaal iets hebt kunnen bewijzen, vallen alle raadsels van de wereld je als malse oesters inde hand.’
En als schrijver: ‘in het bos der verhalen mag de onderlinge samenhang der dingen nog zo duidelijk zijn, maar je krijgt er nooit een duidelijk antwoord op je vragen. Dat was het grote verschil met wiskunde. Heel in het algemeen gezegd drukt een verhaal een probleem uit in een andere vorm.’
De hoofdstukken gaan om beurten over Aomame en Tengo, twee verhaallijnen die totaal los van elkaar lijken te lopen. Dat stoort niet. Ze blijven even spannend. Ik ging er wel op letten waar de mogelijke overlappingen zaten. Dat waren op een gegeven moment Janăĉeks Sinfonietta, de NHK, een organisatie die kijk- en luistergeld ophaalt en nog weer later een Jehovagetuigengebed.
Heel langzaam schuifelen de lijnen van Aomame en Tengo naar elkaar toe. Daar tussendoor speelt het herschrijven van een boek een zeer grote rol, Tengo fungeert als ‘ghostwriter’ van een boek (een pop (= cocon) van lucht) van een bijzondere zeventienjarige jongedame: Fukaeri en dat heeft veel gevolgen.
Welke rol speelt de ‘Oude Dame’? Wie zijn ‘The Little People’? (tegenhangers van Big Brother?)
Het eerste deel is gewoon heel spannend, zo spannend dat ik het af en toe even opzij moest leggen en weer in mijn eigen, ‘normale’ wereld moest rondkijken. Aan het einde was er even een ‘huh ’moment. Er gebeurde iets surrealistisch.

In de volgende delen wordt dat steeds meer. Wat zijn Mothers en Daughters, receivers en perceivers? Wie is wie en wanneer: in 1984 of in 1q84? Het wordt steeds complexer.
In het derde deel komt er een lijn bij van Ushikawa, een detective. Nee, hij brengt het niet tot een oplossing wat toch detectives eigen is.

Tussendoor merk je duidelijk dat Murakami heel bekend is met de Westerse cultuur. Veel linkjes naar boeken, muziek, actualiteiten en films. Hij is ouder dan ik want ik ken de film ‘The Thomas Crownaffair’ alleen maar met Pierce Brosnan en Rene Russo en niet met Faya Dunaway en Steve McQueen.
Ook schrijft hij hier en daar lekker filosofisch:
Als wij echt niet meer dan dragers zijn voor de genen, zoals de Oude Dame zegt, waarom leiden zovelen van ons dan zulke merkwaardige levens? Je zou denken dat de genen hun doel om hun DNA door te geven aan volgende generaties ruimschoots bereiken als alle mensen op een simpele manier een simpel bestaan konden leiden, zonder zich onnodig e zorgen te hoeven maken, en als ze zich rustig konden wijden aan de instandhouding en voortplanting van het leven. Maar nee, mensen leiden gecompliceerde en gebroken levens, soms zelfs leven die je met de beste wil van de wereld niet anders dan abnormaal kunt noemen. Zouden genen daarmee opschieten?
Mannen die er plezier aan beleven om pre puberale meisjes te verkrachten, uit de kluiten gewassen homoseksuele lijfwachten, vrome mensen die vrijwillig de dood kiezen door bloedtransfusies te weigeren, vrouwen die zelfmoord plegen als ze zes maanden zwanger zijn, vrouwen die problematische mannen vermoorden door een scherpe naald in hun nek te steken, mannen die vrouwen haten, vrouwen die mannen haten……wat hadden zulke genen aan zulke levens? Kregen ze soms een kick van zulke kronkelige levenspaden? Hadden ze een speciaal doel waar ze zulke levens voor gebruikten?
Aomame begreep er niets van, of het moest zijn dat het nu te laat was om een ander leven uit te kiezen. Er zit niks anders op: ik moet dit leven uitleven. Ik kan het niet terugbrengen naar de winkel om het te ruilen. Hoe raar en misvormd het ook mag zijn, ik ben er de drager van.


Kortom: een aanrader ondanks het feit dat ik (nog?) niet het gevoel heb dat alle stukjes op hun plaats zijn gevallen. Ja, ze krijgen elkaar maar dat deed mij eigenlijk weinig.


dinsdag 30 juni 2015

Norwegian Wood


I once had a girl, or should I say, she once had me......

Gescheven door Haruki Murakami in 1987. Het was zijn doorbraak in de literaire wereld. Voor mij was dit ook het eerste boek dat ik van hem las.

Toru Watanabe zit in een vliegtuig naar Hamburg. Bij de daling hoort hij het liedje ‘Norwegian Wood’ van de Beatles en raakt van de kook.
In een grote flash back naar de zestiger jaren wordt langzaam (soms echt heel langzaam) alles helder.
Het is het verhaal van een introverte, nogal passieve student (theater, autobiografisch?) die op zijn manier omgaat met de dood van zijn vriend.
‘Middenin het leven draaide alles om de dood’


Kizuki, een vriend van Watanabe pleegt zelfmoord op 17 jarige leeftijd door de uitlaatgassen van zijn auto naar binnen te leiden. Naoko was/is zijn vriendin.
Na deze heftige gebeurtenis vertrekken Watanabe en Naoko los van elkaar naar Tokyo om daar te gaan studeren.
Watanabe belandt in een studentenhuis op een kamer met ‘de Marinier’; een type ‘Sheldon’ uit ‘the Big Bang Theorie’.
En hij raakt bevriend met Nagasawa die net als hij geïnteresseerd is in Westerse cultuur en schrijvers.
‘Van welke schrijvers hou je dan, Nagasawa?’ informeerde ik. ‘Balzac, Dante, Joseph Conrad en Dickens’, antwoordde hij zonder aarzeling. ‘Niet bepaald hedendaagse schrijvers’. ‘Daarom lees ik ze juist. Als je hetzelfde leest als iedereen, dan denk je ook hetzelfde als iedereen.’

In Tokyo ontmoeten Naoko en Watanabe elkaar weer bij toeval en krijgen een moeizame relatie. Ze hebben een gezamenlijk verleden maar kunnen er slecht met elkaar over praten.
‘Het leek wel of Naoko mij had aangestoken met haar woorden-zoek-ziekte.’

Op een dag is Naoko verdwenen en blijkt in een inrichting te zitten. Van daaruit schrijft zij soms brieven en ontmoeten ze elkaar af en toe.
‘Wij dragen onze afwijking zoals indianen veren op hun hoofd dragen om de verwantschap met hun stam te tonen. En we leven hier kalm en zonder elkaar pijn te doen.’

Watanabe blijft in het studentleven en ontmoet andere meisjes, o.a. Midori die het tegenovergestelde is van Naoko maar hij voelt zich heel erg aangetrokken en zeer verantwoordelijk voor Naoko.

Het is een best wel aangrijpend boek over volwassen worden door harde levenslessen. Japanners zijn harder, lijkt het wel. Japan kent het hoogst aantal zelfdodingen per jaar en dat blijft maar stijgen.
De seksuele passages zijn niet bepaald subtiel en dat stoort me, maar ook dat is Japanners eigen.


maandag 8 juni 2015

Ramadan


Deze maand begint de Ramadan. Nu alvast een gedichtje erover wat ik wel leuk vond.

Ramadan


De Ramadan is eigenlijk een zegen
want als je meedoet met die vastentijd
raak je vanzelf een aantal pondjes kwijt
hetgeen hier in ons land zwaar dient te wegen

Zo blijkt dat de islam ook voor ons allen
een mooi geloof is om van af te vallen.


Driek van Wissen (1943 - 2010)
Dichter des Vaderlands van 2005 - 2009




vrijdag 5 juni 2015

Introversie


Deze week las ik een artikel in de krant over introvert zijn en de positieve kanten daarvan. Helaas kan ik het artikel niet meer vinden maar stuitterde bij het zoeken via Google op de site van Marloes Bouwmeester en dit artikel
Wat heerlijk herkenbaar om te lezen. Ergens las ik ook dat introverten een hekel hebben aan de telefoon. Ik maar denken dat het een tik van mij was.
Ik haat dat ding.
Het breekt altijd in in mijn geest. Geef mij maar mail of de watts app voor de nodige informatie. Die lees ik wanneer ik dat wil.
Ik begrijp ook niet dat anderen altijd maar ‘stemmen willen horen’.
Muziek is echt leuker.
In gezelschappen is het mijn ding om de anderen te bestuderen en wanneer er een stilte valt ben ik altijd nieuwsgierig wie daar het minste tegen kan en begint met praten.
Heel leerzaam.
Verder heb ik een hekel aan de meeste verjaardagen.
Vaak heb ik de wens geuit dat ik liever wat minder mooi en wat adremmer was geboren. *grinnik*
Voor mijzelf had ik de wereld al ingedeeld in energieleveranciers en energieslurpers. Van die slurpers heb ik er de afgelopen jaren veel te veel ontmoet. Ik kan er niet meer tegen dus die probeer ik uit de weg te gaan.
Dat is moeilijk. Ik ben ook bang geworden om vriendschappen te sluiten. Bang om weer in dezelfde valkuilen te belanden.
Ik ben ook te netjes christelijk opgevoed om mensen direct af te kappen; de ander is altijd belangrijker en als hij/zij nu een luisterend oor nodig heeft dan behoor je er te zijn.
Ondertussen vreet het energie omdat het meestal over niets gaat. Laat mensen een kanariepietje nemen als ze een kakelpaal nodig hebben.
Energieleveranciers ken ik niet veel, dus die ik ken moet ik koesteren zonder mezelf op te dringen. Pffft. Wat is het leven toch gecompliceerd. Voeg er nog een vleugje HSP bij en klaar ben je.
Ik ben liever alleen en ik geef er steeds meer aan toe.
Vaak krijg ik de vraag wat ik tegenwoordig doe. Nou niets. Ik lees veel, blog en studeer autodidactisch viool en piano, speel in twee orkesten en wroet in de tuin. (en nog wat vrijwilligerswerk om mijn schuldgevoel te dempen)
Het is in deze tijd not done om geen baan te hebben. Ik geniet ervan. Het verhaal in de Bijbel klopt wel: zodra je je als een Maria opstelt, beginnen de Martha's te koeren.

Jammer is het wel dat je zoiets niet op tijd als kennis meekrijgt in je leven. Dat zou zoveel ‘gezellig en sociaal gewenst gedrag’ en dus vermoeidheid hebben gescheeld.
De vraag die zich aandient is natuurlijk of ik nu mee doe met de etikettenplakkeritis - hype.
Tsja, daar moet ik de komende weken maar eens over gaan nadenken. Komt mooi uit; ik heb vakantie.

“Writing is something you do alone. It’s a profession for introverts who want to tell you a story but don’t want to make eye contact while doing it.”

John Green


dinsdag 2 juni 2015


Drie soorten lezers zijn er: een eerste die zonder oordelen geniet, een derde die zonder genieten oordeelt en een middelste, die genietend oordeelt en oordelend geniet; deze herschept eigenlijk het kunstwerk.

Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832)
Duits wetenschapper, schrijver, dichter, filosoof en staatsman.



maandag 1 juni 2015

Ark van Noach/Johan


Ja daar is ie weer een keer
De SGP had afgelopen zaterdag een Familiedag gepland op de Ark in Dordrecht.
Onze familie had hetzelfde idee. Wisten wij veel.
In ieder geval kan ik wel zeggen dat onze familie, die van kleurrijke kleding houdt wat vrolijkheid bracht tussen het stemmige zwart en donkerblauw.
Maar daar wil ik het niet over hebben.
Wat ik vreemd vond was de familie van Noach. Er stond namelijk een zeer donker gekleurde man te midden van de familie. Dat zal Cham toch niet zijn geweest hoop ik. Ik dacht dat we nu wel zo ver waren dat we niet meer geloven dat Cham zwart was.
Maar je weet het nooit.

Hoe langer ik op die ark rondliep hoe meer ik ging geloven in een niet - letterlijke lezing van dit verhaal ten tijde van de bouw van piramides in Egypte. Dat is vast niet de bedoeling van Huibers, die liep te sjouwen met bitterballen. *grinnik*
Ook in Sumerië ging het leven na een 'flood' gewoon door.
Ik was wat overdonderd door de afmetingen van de ark en dan denk je al snel dat al die dieren er gemakkelijk op/in konden. Er waren echter andere zaken die mijn aandacht trokken.
In deze ark zitten overal ramen en is er verlichting. Hoe heeft Noach het toch geflikt om in het donker (één lichtopening) al die dieren te eten (welk eten?) te geven en hun uitwerpselen op te ruimen. Dat moet dan met oliepitten zijn gebeurd.
Maar wanneer het volgens creationisten zo te keer ging dat zelfs de Mount Everest en andere bergketens zijn ontstaan dan lukt dat beslist niet.
Dan lukt het lopen op zo’n boot al niet eens. En dat veertig dagen lang.

Een vraag die voor mij ook blijft staan is: waar kwam al dat water vandaan en waar ging het naar toe? Wanneer de bergketens zijn gevormd in die eerste veertig dagen waarin het zo tekeer ging (De fonteinen van de afgrond en de sluizen van de hemel) dan moet het water voor het begon te zakken toch nog een eindje boven de Mount Everest hebben gestaan. Dus een ‘rand’ van pakweg negen kilometer water rondom de aarde waar een bootje op dobbert.
Ongelooflijk! Ja, letterlijk!
En hoe koud was het in die ark dan? Bevroor het 'oppervlaktewater' niet?
In een vliegtuig wordt het bij tien à elf kilometer hoog toch ongeveer –50 graden.

Verder liepen op de ark een paar echte geiten rond en wallaby's en was er een volière met parkieten. Die rook je al van verre. Laat staan wanneer er zoveel dieren bij elkaar zitten. Dat moet een gigantisch verstikkende stank opgeleverd hebben.

Ik weet maar één oplossing:
Alles en iedereen deed een winterslaap gedurende ruim een jaar.
(2e maand 17e dag begon het te regenen en de volgende 2e maand, 27ste dag gingen ze weer uit de ark. Resp. Gen 7:11 en Gen 8:14.)