Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 12 juni 2012

De Pest

Oorspronkelijke titel ‘La Pest’ van Albert Camus. Geschreven in 1942 en uitgebracht door Editions Gallimard in Parijs. De vertaling is van Willy Corsari uit 1973 uitgegeven door de bezige bij.
Eigenlijk was ik bezig in een boek van Marcel Möring: ‘Het grote verlangen’ maar toen kreeg ik dit boek van een vriend te leen. Na één bladzijde te hebben gelezen om een beetje sfeer te proeven heb ik het niet meer weggelegd en ben ik Marcel totaal vergeten. Ik moet denk ik, opnieuw beginnen want er is (nog?) niets blijven hangen.
Wat is het wat zo boeide? Alweer de herkenning in de beschrijving van de mensen uit de moderne ordelijke witte handelsstad Oran aan de Algierse kust. Een stad met 200.000 inwoners. De kronikeur is een inwoner van dat stadje. De bevolking heeft het druk met geld verdienen. Helaas is de stad verkeerd om gebouwd, met de rug naar de zee, zodat men die altijd moet gaan zoeken.
Ik krijg nu de neiging om hele stukken te citeren, maar laat ik me toch maar beperken.
“Zonder twijfel bestaat er heden ten dage niets natuurlijkers dan dat mensen van de morgen tot de avond werken om daarna bij kaartspel, in cafés en onder kletspraatjes de tijd te verdoen, die hun rest om te leven.” Bij dat laatste moet ik dan wel weer grinniken. Een bekende oneliner uit onze tijd is: ‘Ik leef niet om te werken, maar werk om te leven’. Waar dat ‘leven’ dan uit bestaat……..vaak mag slechts de bekende Joost dat weten.
Camus vindt het leven absurd en ik kan me daar wat bij voorstellen.
“Ofwel de mannen en vrouwen verslinden elkander inderhaast in wat men de ‘liefdesdaad’ pleegt te noemen, of zij beginnen samen een lange sleurgang. Tussen deze twee uitersten bestaat maar zelden een middenweg.”
Met lijden en sterven hebben de stadsbewoners niets, dat is alleen maar lastig. Een zelfdoder, Cottard, die op tijd wordt ‘gered’ voelt zich schuldig dat ie zoveel last heeft bezorgd. Hij krijgt verder geen aandacht of psychische hulp. In het vervolg van het boek gaat hij wel zijn discutabele rol spelen.
Dan worden er stervende en dode ratten gevonden; het begin van de ellende. Dr. Rieux en collegae krijgen het druk met de zwarte dood. Vervolgens beschrijft Camus een heel proces wat een pestepidemie doet met de nijvere bevolking van de stad waar ook de handel dood gaat aan de pest want de stad wordt van de wereld afgesloten.
Wat een dergelijk epidemie doet met mensen als dr. Rieux en pater Paneloux; met de journalist Rambert die ook opgesloten raakt en die wanneer hij de kans krijgt om aan de stad te ontsnappen besluit om te blijven en de handen uit de mouwen te steken. Iemand als Tarrou, die van alles zomaar noteert en zich afvraagt of je een heilige kunt worden zonder God, door altijd de kant van de slachtoffers te kiezen. Maar ook slachtoffers worden soms beulen.
De schrijver Grand die, opgesloten in zichzelf aan een boek is begonnen maar niet verder komt dan de eerste zin.
Tot op een dag er mensen zijn die niet sterven maar genezen en de ratten verschijnen dan ook weer op het toneel.
Alles kan weer opnieuw beginnen….
Toch wordt het anders omdat mensen veranderen in zulke zware omstandigheden. Dr. Rieux wordt steeds koeler, afstandelijker en emotielozer. “Men wordt het medelijden moe, als het nutteloos is. En deze gewaarwording, van een hart dat zich langzaam sluit, schonk de dokter voor het eerst wat opluchting in deze verpletterende dagen.” Dat proces is heel knap beschreven want aan het eind blijkt Rieux de kronikeur zelf te zijn. Pater Paneloux wordt milder. Na een donderpreek waarin hij de pest de gesel van God noemt – “Broeders, gij zijt in grote nood , broeders, gij hebt het verdiend………overdenkt dit en buigt uw knieën” - gaat hij over op de bedoelingenleer. “Men moet niet proberen het schouwspel van de pest te verklaren maar men moet proberen er de verborgen lering uit te trekken.”
Hij sterft uiteindelijk eenzaam maar met het zicht op het kruis. “Geestelijken hebben geen vrienden, zij hebben alles op God gesteld.”
Grote vragen komen aan bod: Hoe kun je als mens vóór de doodstraf zijn? Hoe kun je gelovig zijn wanneer er een God is die een kind onder verschrikkelijke pijnen laat sterven aan de pest. In deze scene is er een heftige confrontatie tussen Rieux en Paneloux. Paneloux accepteert de consequenties van zijn geloof. Of je verloochent God of je gelooft en vertrouwt Hem en accepteert alles wat Hij doet of nalaat, vaak zonder het te begrijpen. Dat is dan weer een raadsel voor Rieux en Tarrou.
Het is een aangrijpend boek.
Er staan heel veel mooie uitspraken in. “….hij dacht dat het niet belangrijk was of die dingen een zin hadden gehad of niet, doch dat het slechts belangrijk was vast te stellen hoe de hoop van de mensen beantwoord wordt.”
Een aanrader.

vrijdag 8 juni 2012

Alles wat slaapt is lief

donderdag 7 juni 2012

Oud en Wijs?

“........Mensen die met de regeringspolitiek instemmen, verwijt men een slaafse houding en men scheldt ze uit voor onbenullige meelopers. Zowel in het maatschappelijke als in het persoonlijk leven is dan het streven gericht op een nivellering, waarbij niet meer duidelijk is wie leiding geeft en wie leiding krijgt, en men bewondert leiders die zich als ondergeschikten gedragen. Onder zulke omstandigheden moet de vrijheid toch onvermijdelijke extreme vormen aannemen?
Zij dringt in de particuliere woningen door en eindigt in een anarchie die zich zelfs van huisdieren meester maakt.
Vaders wennen er bijvoorbeeld aan zich te gedragen als hun kinderen, uit angst voor hun zoons.
Omgekeerd meten die zoons zich de vaderrol aan en verliezen alle respect en angst voor hun ouders, om maar vrij te zijn.
Er is geen verschil meer tussen eigen burgers en vreemdelingen, of die nu een verblijfsvergunning hebben of niet.
Zo zijn er nog wat van die kleinigheden. Een leraar is onder die omstandigheden bang voor zijn leerlingen en praat hen naar de mond. Leerlingen zien op hun leraren neer en in het algemeen gedragen jongeren zich alsof zij de volwassenen zijn. Zij verzetten zich voortdurend en willen alles beter weten.
Oudere mensen proberen zich met een soort joviale kameraadschappelijkheid aan te passen aan de jeugd en doen alles om maar jong te lijken en vooral een ouderwetse of autoritaire indruk te vermijden........”

Herkenning? Dit is geschreven rond 380 BC door Plato. (Politeia) Leuk hè, het werkt altijd een beetje op mijn lachspieren wanneer je ontdekt dat de eigenaardigheden van de huidige tijd helemaal niet nieuw zijn maar bijna zo oud als de wereld zelf. Nou ja, oké, een paar duizend jaar oud i.p.v. 4,6 miljard jaar.
Vooral dat jong lijken: wanneer ik sommige mensen zie joggen in een tempo waarvan ik denk, mens ga toch lekker gewoon lopen, dan heb ik medelijden.
Wanneer ik zie hoe mensen zich afbeulen in een sportschool, zich laten faceliften of in laten spuiten met botox dan kan ik een glimlach niet onderdrukken en vraag ik me af waarom we toch zo ons best doen om zo mooi en zo fit mogelijk in die kist te belanden.
We zijn en blijven een raar volkje.

maandag 4 juni 2012

Fundamentalisme en de historisch-kritische methode zijn twee zijden van dezelfde medaille.
Zij veranderen beiden Sola Scriptura in ‘sola text’.

Stanley Hauerwas

vrijdag 1 juni 2012

Robert M

Wat moeten we aanvangen met Robert M die vorige week 18 jaar celstraf en TBS heeft gekregen?
Voor mijn gevoel een zeer terechte straf. Niet omdat ik denk dat hij er beter van wordt maar omdat de maatschappij tegen zulke mensen beschermd dient te worden. Emotioneel gezien draait mijn maag zich om als ik denk aan wat hij heeft uitgevreten.
Tijdens het voorlezen van het vonnis gooide hij een bekertje water naar de rechter, die gelukkig niet verblikte of verbloosde en gewoon doorlas en hij zat er ook nog eens ongegeneerd doorheen te kakelen. Dus er mankeert wel iets aan zijn bovenkamer.
Ook gezien zijn echte gebrek aan spijt.
Zijn empatisch vermogen is niet ontwikkeld. Robert is 28 jaar, wat ik nu weet van Swaab en anderen is dat zijn brein op een bepaalde manier is volgroeid. Ten tijde van zijn misdrijven was dat misschien nog niet zo. Als hij op tijd hulp had gezocht zou er dan veel narigheid zijn voorkomen?
Volgens een onderzoek van Paul D. MacLean (triune brain theory) bestaat ons brein uit drie delen, het reptielendeel, het limbische deel en de neocortex.
In het reptielendeel, wat het oudste is, zitten de basale behoeften zoals ademhalen, behoefte aan voesel, sexualiteit, veiligheid en zekerheid, zeg maar onze instincten maar ook verslavingen staan onder invloed van dit gedeelte.
Met het limbische, zoogdieren deel lezen we lichaamstaal, daar zitten de emoties en het gedrag, de korte termijnvisie en het lange termijn geheugen.
Met de neocortex, het menselijke deel kunnen we leren, een taal spreken, ons functioneren managen en redeneren. Evolutionair gezien het jongste ontwikkelde deel.
Maar……deze neocortex is ook het zwakste deel. Het reptielen deel is nauwelijks te beinvloeden door de neocortex. Daarom is het zo lastig om van verslavingen af te komen en zijn de sexuele driften moeilijk te weerstaan. Maar hoe komt het nu dat de één het toch gemakkelijker lijkt te doen dan anderen?
Bij baby’s zorg je ervoor dat ze zich warm en veilig voelen, geeft ze op tijd hun natje en droogje, je koestert en bevredigt in feite dat reptielenbrein zodat het zich veilig weet. Vanuit een veilige positie is het gemakkelijker leren. Doe je dat niet dan zal dat brein altijd blijven ‘opspelen’ zo stel ik mij voor. Om dat het een ‘sterk’ gedeelte is, zal het lastiger zijn om het te negeren zoals ons dat wordt geleerd in de loop van ons leven. Tijdens ons leven wordt onze neocortex meer ontwikkeld. Dat leervermogen blijft ons leven lang. Dus geen smoesjes meer dat we te oud zijn om te leren! Tot voor kort dachten we dat oudere mensen geen synapsen (verbindingen tussen hersencellen) meer maakten. Maar door de hersenen te prikkelen doen ze dat wel en kunnen vaardigheden worden aangeleerd. Dit alles volgens Margriet Sitskoorn (het maakbare brein) en ik geloof haar want zo heb ik op latere leeftijd viool leren spelen en maak ik nog steeds vorderingen.
Jammer is wel dat ik hier thuis de enige ben die dat vind. *grinnik*
Dat maakt het plezier er niet minder om.

Terug naar Robert M. Een intelligente jongeman, zo blijkt, want hij was volgens de krant van 31 mei een spin in het web van het produceren en verspreiden van kinderporno. Met zijn neocortex is niets mis zou je denken, maar hij heeft kennelijk nooit geleerd zijn reptielenbrein onder controle te houden. Dat brein is kennelijk veel sterker dan hij zelf misschien wel zou willen. Ik vraag mij af of je de neocortex nog zo kunt beinvloeden dat het op cruciale momenten kan gaan domineren over dat reptielebrein. Kort gezegd: of je Robert zou kunnen genezen.
Niet van zijn pedoaanleg want dat zal wel net als een homoaanleg vastliggen in het brein. Maar om te voorkomen dat hij weer in de fout gaat. Je zou dat reptielenbrein misschien kunnen aanspreken op een, op zijn minst even basaal iets om het te beinvloeden; angst bijvoorbeeld. Of zou dat een averechts effect hebben?
Ooit dacht ik dat je beschadigde mensen kon ‘verbeteren’ door er maar voldoende aandacht in te pompen. Aandacht die ze vroeger tekort waren gekomen. De ervaring heeft mij geleerd dat dat een illusie is. Breinen die in die basis zijn beschadigd krijg je niet meer op ‘orde’. Maar je zou de neocortex kunnen aanspreken op het leervermogen om er verantwoord mee om te gaan. Nu is het natuurlijk wel de vraag of iets dergelijks met Robert M aan de hand is.
Dat moeten ze maar uitzoeken in een TBS-kliniek. Ik word niet betaald om voor hen te denken.

Cathy: psychologe van de koude grond.

Nu gaatie ook nog in hoger beroep….! Meneer is niet voldoende beloond voor zijn medewerking......

dinsdag 29 mei 2012

‘Das Genie wohnt nur eine Etage höher als der Wahnsinn.’
Arthur Schopenhauer (1788-1860)

woensdag 23 mei 2012

Tournee

Wenn Sie das Leben kennen, geben Sie mir doch bitte seine Anschrift
Als u het Leven kent, geeft u mij dan alstublieft zijn adres

Deze diepzinnige spreuk torent uit boven de daken van Weimar waar ik was vanwege een tournee met het amateur symfonieorkest waarvan ik lid ben en wat dit jaar 30 jaar bestaat.
Een van de beste beslissingen in mijn leven is geweest dat ik ooit met alle bijeen vergaarde moed het orkest heb gemaild of ik eens mocht komen kijken. De reactie was al hartverwarmend: welkom en neem meteen je viool maar mee. En zo is het gekomen.
Daarna heb ik nog best veel tijd nodig gehad om me echt thuis te voelen en het gevoel te krijgen dat ik wat te bieden heb. Studeren is leuk en uitdagend geworden door de muziekkeuzes die gemaakt worden. Over verhogen van levensgeluk gesproken….
De week in Weimar, Halle en Leipzig was heerlijk; veel cultuur en veel muziek, omgeven door lieve en leuke mensen variërend in leeftijd van 17 tot 70 jaar.
Weimar is bekend geworden vooral door Goethe und Schiller, Leipzig door natuurlijk Bach en Halle door Händel.
Altijd al ben ik dol op zwarte kriebeltjes op een witte ondergrond; of het nu lettertjes zijn of bolletjes op een stokje. Als ik me goed herinner ben ik met allebei tegelijk begonnen in mijn 5e levensjaar: lezen en muziek maken op mijn sopraanblokfluitje. Om me goed te voelen heb ik een dagelijkse dosering nodig. Net als geluiden, en dan bedoel ik niet het zinloze gekakel van mensen die zichzelf belangrijk voelen en zichzelf graag horen. Er zijn maar weinig menselijke stemmen die mij weten te raken, wat klank betreft.
Er werden stadswandelingen georganiseerd en dan is het wel erg leuk om tijdens zo’n wandeling te stuiten op een aanplakbiljet met de aankondiging van ‘ons’ concert.
Wat architectuur betreft had ik in deze steden veel meer verwacht uit de jugendstilperiode, maar een gids vertelde dat (oost) Duitsland wat conservatief was en van deze stijl niet alles wilde weten. Maar soms verraste een deurkruk mij weer. En natuurlijk de herinnering aan de Belg Henry van de Velde in Weimar, het Bauhaus.
Veel is in verval geraakt door 40 jaar communisme. Maar je ziet wel dat er hard gewerkt wordt om het allemaal weer zo veel mogelijk en in stijl toonbaar te krijgen. Soms gaat het niet meer en moet er worden afgebroken. In plaats daarvan komen moderne gebouwen. Zo wordt het op den duur weer een heel eigen mengelmoes van stijlen.

In Elsevier 19 stond nog een leuk artikel over het nut van muziek. Deze vraag is voor evolutiepsychologen interessant. Voordat de mens ten tonele verscheen zongen de lijsters en nachtegalen al de sterren van de hemel, dus muziek was er eerder dan wij. Maar het nut ervan heeft nog niemand ontdekt. Steven Pinker maakt het helemaal bont: muziek dient nergens toe, het is als drugs een nutteloos iets wat ons heftig kan beroeren.
Maar in die beroering zit volgens mij dan de kneep: wanneer je naar muziek luistert en je daardoor beter gaat voelen dan heeft dat effect op je medemens. Er kan een onzichtbare positieve spiraal ontstaan. Noem dat maar nutteloos.......
Ik zie muziek als een gift van God. En dan natuurlijk alleen de muziek die ik mooi vind…..de rest is muzak.
*grinnik*

Nu maar proberen om die sfeer nog een tijdje vast te houden; door deze reis heeft de Schotse symfonie (nr 3) van Mendelssohn bij mij een apart plekje gekregen door alle associaties die ik er bij krijg. Net als Tschaikovsky’s ‘Souvenir d’un lieu cher’.
Heel toepasselijk.