Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht barok. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht barok. Sorteren op datum Alle posts tonen

vrijdag 30 november 2012

Kunstgeschiedenis IV

Barok en Rococo

We zijn aanbeland in de zestiende eeuw. Luther met zijn reformatie brengt de macht van Rome aan het wankelen. De contraformatie is het antwoord en een grondslag voor een nieuwe, uitbundiger stroming; ‘barocco’.
Belangrijkste kenmerken: dynamische beweging door middel van diagonalen, asymmetrie en gebogen lijnen en emotionele effecten die worden bereikt door het chiaroscuro- effect van da Vinci (claire obscure) Daar komt onze Rembrandt om de hoek kijken die deze stijl met grotere zeggingskracht weet te brengen.
Dit is Petrus in de gevangenis.












Gianlorenzo Bernini kreeg de opdracht het St Pietersplein aan te kleden en het resultaat had het effect van een moederlijke omarming door de kerk.
Toen wij met onze jongste zoon, die toen vijf jaar was het St. Pietersplein opliepen slaakt hij een kreet en riep, geïmponeerd door de ruimte, enthousiast: “ Jippie.....Hier kun je lekker goed skeeleren!”
Op Bernini ben ik helemaal verliefd geworden. Ik kwam hem pas op het spoor via Dan Browns ‘Bernini mysterie’.
Sindsdien heeft hij mij niet meer losgelaten. Na Kees Verkade en August Rodin die ik gewoon eerder kende bracht hij het kippenvel op mijn lijf. Er zijn niet veel mannen die dat voor elkaar krijgen. *grinnik*
Als je de Renaissance David van Michelangelo en de Barokke David van Bernini met elkaar vergelijkt….tsja….geef mij Bernini dan maar. Daar spat de energie vanaf. Toen wij later nog eens in Rome waren was de eerste gang dan ook naar piazza Navona en villa Borgheze waar zijn meest bekende werken staan.

Je zou het werk van Bernini 'Intentioneel beeldhouwen avant la lettre' kunnen noemen.










In Nederland en Noord Duitsland blijft deze stijl wat ingetogener door het protestantisme. Toch ontwikkelt zich dankzij de welvaart een culturele bloei in de lage landen. Vooral de schilderkunst. Rembrandt, Frans Hals, Jan Steen en van Ruysdael zijn bekende namen geworden. Elke stad of dorp heeft wel zo zijn ‘schilders buurt’.
In Frankrijk krijgt de architectuur meer ruimte onder de zonnekoning: Lodewijk de XIV. De barok in dit land gaat op kousenvoetjes over in de Rococo (1715-1770) met meer élégance en lichtvoetigheid. Evenals in Duitsland en Oostenrijk. Dan krijg je zoiets van Balthasar Neumann in het bisschoppelijk paleis van Würzburg:

vrijdag 22 maart 2019

Introductie Symboliek IV


Boven het volgende hoofdstuk in mijn syllabus staat geschreven: ‘Verheven en platvloers’.
De verhevenheid die door de religie werd voorgestaan werd steeds minder belangrijk in de zeventiende eeuw en het ‘platvloerse’ rukte op. Zelfs ‘de kladderaar Rembrandt’ raakte uit de mode.
Met de stillevens kwam het ‘genrestuk’ in zwang. Gewone dagelijkse taferelen al dan niet met verborgen boodschappen en of hints van bijvoorbeeld spreekwoorden en gezegdes.
Jan Steen is een bekende.
Gevaar voor ‘hineininterpretieren’ ligt dan wel op de loer. Verborgen bedoelingen zijn alleen af te leiden uit de context. Oesters en of patrijzen zijn niet altijd een symbool van lust al blijven een schedel, zandloper of uitgeblazen kaars wel vanitas symbolen. (ijdelheid, vluchtigheid)
Seks stond vroeger bekend onder de term ‘vogelen’, dus wanneer je een vogel in of uit een kooitje ziet is het ook de moeite waard om verder te kijken wat er precies wordt bedoeld.

Religie bleef wel een rol spelen maar raakte wat op de achtergrond. Letterlijk te zien op een schilderij van Joachim Beuckelaer: ‘de welvoorziene keuken’. (1566)

Langzaam gaan we richting Barok en wordt de (schilder) kunst wat grootser en meeslepender.
Dat weet ik nog uit mijn vorige collegereeks.
Dat was een stijl die in Nederland niet echt voet aan de grond kreeg. In Zuidelijke Europa des te meer.
De contrareformatie, reactie op de reformatie, pushte de religieuze kunstrichting; ze konden wel wat meer propagandamateriaal gebruiken. De Apocriefen en het naakt werden in de ban gedaan en het concilie van Trente bepaalde dat Maria toch wel erg belangrijk was. Zelfs zo belangrijk dat ze langzamerhand als medeverlosseres werd gezien.
De inquisitie deed zijn intrede.
Paolo Verones (1528 – 1588) was een schilder (leerling van Titiaan) die daarmee te maken kreeg. Hij schilderde het laatste avondmaal van Jezus en zijn discipelen te feestelijk en uitbundig en werd op het matje geroepen. Daar zijn nog aantekeningen van overgeleverd.
Uiteindelijk heeft hij de titel van zijn schilderij vervangen door ‘feest in het huis van Levi’ (1573)
Vanuit Frankrijk had de zonnekoning, Lodewijk de 14e veel invloed met zijn architectuur van Versailles.

Amalia van Solms probeerde in de Lage Landen die Europese grandeur in te voeren.
Zo werden onder leiding van Amalia en Frederik Hendrik verschillende paleizen en buitenhuizen onder handen genomen.
De ‘Bray’ familie en bijvoorbeeld Jacob Jordaens kregen kansen.

De plafondschilderingen kwamen in zwang. Les Trompe- l‘oeils oftewel schildertechnieken die het oog bedriegen. Ze gaven soms een kijkje in de godenwereld.
Uit villa Borghese heb ik daarvan een paar foto's want het fascineerde mij wel.
Ik heb nu ontdekt dat het (links) een fresco van Mariano Rossi is en voorstelt de Romeinse held en leider Marcus Furius Camillus.
En rechts een detail van ‘De raad van de Goden’ van Giovanni Lanfranco.
Wanneer je ze zo naast elkaar ziet zijn het twee totaal verschillende stijlen.
















Disclaimer: Mijn schrijfsels zijn niet een exacte weergave van wat er door de docente allemaal verteld wordt; ik denk graag zelf na, lees er van alles naast en associeer er lustig op los.
Dit is meer een poging om het gehoorde en gelezene enigszins voor mijzelf in overzichtelijke brokken samen te vatten.
















donderdag 11 april 2019

Introductie Symboliek V


De laatste lessen zitten erop. Dit is een poging om de laatste drie samen te vatten.
De Verlichting, eind achttiende eeuw, trekt zijn sporen. Oude systemen sneuvelen, de kerk verliest haar macht; de mens wordt vrij in denken en doen en maakt zich los van de religie.
Dat wil niet zeggen dat ze er niet meer door werd beïnvloed, want dat wordt ze nu nog steeds maar de invloed werd duidelijk minder en veranderde.
Hoogwaardigheidsbekleders lieten zich portretteren met de nodige verborgen boodschappen om maar positief over te komen bij het plebs. Daar viel best een goede boterham mee te verdienen.
Het (neo) classicisme werd opgevolgd door de Barok en de Rococo.
Een belangrijke schilder van het Neoclassicisme was Jaques Louis David. (1748 – 1825)
Toen we in het Louvre waren hebben we voor dat immense schilderij gestaan van de kroning van Josephine de Beauharnais door Napoleon.
Steekwoorden voor David: Heroïsch en Patriottisch in een Romeins jasje. Staatsbelang ging boven persoonlijk belang. Dat maakt hij duidelijk met het schilderij ‘de Lictoren brengen Brutus de lichamen van zijn zoon'.
Brutus liet zijn zonen ombrengen omdat ze medeplichtig waren aan een staatsgreep.

De Pre-Rafaëlitische Broederschap (rond 1850) was een Britse stroming die het heilige naar beneden brachten in plaats van de mens te verheffen tot het heilige. Zij putten voornamelijk uit de oudheid en de Divina Commedia van Dante.
Voormannen hiervan: Dante Gabriel Rossetti (1828 - 1882) , William Hunt (1827 -1910) en John Everett Millais
(1829 -1896)
Een voorbeeld van de laatste:
Het lijkt een huiselijk tafereeltje maar de titel is: ‘Christus in het huis van zijn ouders’.
Jezus heeft een wond in zijn hand, Johannes komt met (doop)water aandragen. Maria is in het blauw/wit. Op de achtergrond schapen en er zit een duif op de ladder.
Het mystieke werd ook gezocht in het Symbolisme. Puttend uit de christelijke religie, maar met een eigen sausje. Wat soms ontaarde in blasfemie en occultisme.
Het wordt steeds moeilijker om symbolen en attributen te duiden.


Want dit zijn De Morgen- en Avondster van Evelyn De Morgan (1855 -1919) Ja, de vrouwen zijn in opkomst.

Eind negentiende eeuw gaan de stijlen uitwaaieren en is er bijna geen touw meer aan vast te knopen. Het Impressionisme, Expressionisme ( met ‘der Blaue Reiter’), Fauvisme, Kubisme, wat nog redelijk te volgen is via Picasso en waar door Marcel Duchamp beweging in wordt gebracht wordt opgevolgd door het Dadaïsme wat zich tegen alles en iedereen verzette, ook tegen zichzelf en het surrealisme, wat ik soms ook wel weer aardig vind.
Dan heb je nog de Art Deco en Art Nouveau die ik in mijn hart heb gesloten, het futurisme, de vage conceptuele kunst en de pop- en op-art als reactie op het abstracte expressionisme.
Alles stijlen zijn wel te vinden op Wiki.



De kunst raakte in het begin van de twintigste eeuw meer maatschappelijk betrokken. Käthe Kollwitz (1867- 1945) is pacifiste en laat dat merken.
Haar piëta (litho) is niet die van Maria en Jezus maar van de universele moeder die om haar kind treurt.
Later verloor ze zelf een zoon op het slagveld van WO1.










Marc Chagall (1887 -1985) is een Russisch- Joods schilder die een eigen, herkenbare iconografie creëert.
Vaak is zijn 'wandelende Jood (Ahasverus) te herkennen en de kruisiging van de Jood Jezus (de joden?) en attributen uit zijn geboortedorp Vitebsk.

Als laatste werden Paula Rego, (1935) Louise Bourgois (1911- 2010) en Marina Abramovic (1946) genoemd.
De laatste was ik al tegengekomen in het boek van Joost Zwagerman: ‘de stilte van het licht’.
Zij is een performance kunstenaar. Daar heb ik zelf niets mee.
Louise Bourgois is bekend door de giga spin bij het Guggenheimmuseum in Bilbao


Wat kun je zeggen over de moderne kunst? Het is vaak associatief. Eigenlijk moet je de voorgeschiedenis van de kunstenaar kennen om het goed te begrijpen.
In deze tijd is het belangrijk dat kunst iets losmaakt.
Maar bij mij gebeurt dat niet vaak en denk ik bij mijzelf: zoek het lekker zelf uit met je emoties en val mij daar niet mee lastig. Zeker als het ook nog niet eens mooi is om naar te kijken. Ik heb echt geen zin om me in een toiletpot (vroeg conceptueel) te verdiepen.
Voor mijzelf heb ik besloten dat er nu eenmaal mensen zijn die super gevoelig zijn en mensen die heel stoïcijns zijn. En daartussen zit een glijdende schaal. Zelf zit ik dichter bij het Stoïcisme. Er moet heel wat gebeuren voor ik geraakt wordt door beeldende kunst. En dan heb ik nog meer met driedimensionale kunst dan met twee dimensionaal.
Wat wél leuk is, is voor het geheel meer begrip te krijgen en om de lijnen te ontdekken.
Daarvoor was deze collegereeks dan ook heel geschikt en kijk ik er met plezier op terug ook al zijn zovele namen niet genoemd.

12-04-19
In 2013 schreef ik het wat vriendelijker op geloof ik:
Het is heel boeiend om, zeker wat betreft de modernere kunst, een poging te doen om het te begrijpen. Soms is het mooi, maar niet interessant en soms is het interessant maar niet mooi. Soms allebei, mooi en interessant maar nog vaker allebei niet.
Ook al begrijp ik het wel.
Dan zie ik de kunstenaar-mens, gevoelig voor indrukken, stuurloos, aandacht vragend voor eigen emoties, niet beseffend dat elk mens het druk heeft met de eigen emoties en die ook allemáál gehoord willen worden in een steeds dover wordende wereld.






woensdag 13 mei 2020

Westerse cultuurgeschiedenis 1300- 1500 V Muziek

Vanwege het Coronavirus (hoe vaak heb ik die kreet al gehoord de afgelopen weken…) heeft het HOVO de lessen digitaal doorgestuurd.
Nu kan ik aan mijn eigen bureau de lessen volgen via opgenomen filmpjes. Eigenlijk best leuk al ga ik toch liever ‘naar school’ omdat al die koppen die er dan ook zitten toch steeds vertrouwder worden.
Het handige van deze manier is dat je eens even kunt terugspoelen wanneer je iets niet helemaal goed hebt gehoord.
Het onhandige is dat we de lessen literatuur nog gaan krijgen maar die heb ik al ‘op papier’ gezet.  Nou ja, kan ik in ieder geval wel controleren of ik het een beetje goed gedaan heb.

De muzikale stijlen worden ingedeeld in :

Middeleeuwen 500 – 1400
Renaissance 1400 – 1600
Barok 1600 – 1750
Weense klassieken 1750 – 1800
Romantiek 1800 – 1900 

Verder wordt het gewoon een chaos van stijlen, net als in de beeldende kunst.  (mijn eigen woorden)
Het is geen strikte indeling, want muziek ‘verloopt’ geleidelijk maar dit is handiger om te kunnen onthouden.

Na de Ars Antiqua werd in deze periode de  'Ars Nova' belangrijk.
Er werd meer gespeeld met de onderverdeling van een maat  – van drie naar twee -  en verschillende stemmen. Er werd ook steeds meer wereldlijke muziek gecomponeerd in plaats van religieuze. Guillaume de Machaut is een belangrijke componist uit die tijd. Hij was een tijdje in dienst van Jan van Luxemburg van de Bohemen. (de Blinde)
Hij schreef balladesrondelen en motetten.
In de motetten werd isoritmiek  toegepast. Melodische en ritmische patronen schuiven over elkaar in verschillende lengten waardoor verschuivingen optreden.  
De stijlperiode Ars Nova werd opgevolgd door de Ars Subtilitor; grillige en eigenaardige harmonieën zagen het daglicht. Aan dat geluid moet je inderdaad heel erg wennen. Ik weet niet of me dat ooit gaat lukken. 

Het kenmerk van de Renaissance muziek is de homogeniteit. John Dunstable (1385 - 1453) wordt gezien als een wegbereider. 
Tekst was ondergeschikt aan de muziek. Voor mij heel logisch. Maar het gekke is dat er nauwelijks instrumentale muziek is overgeleverd uit die tijd.  We hoorden wel een stukje van Jacob Obrecht (1457 - 1505). En dat vond ik meteen weer mooier dan al dat gezang.
Voor mezelf heb ik daar een verklaring voor: vroegah….moesten wij goed luisteren naar onze ouders. Vooral mijn moeder zei niet veel, maar wanneer ze iets zei was het wel zaak om op te letten.   “Listen very carefully; I shall say this only once”
Mogelijk heb ik dat nu nog dat ik naar mijn gevoel ‘moet’ luisteren wanneer menselijke stemmen iets zeggen. Daar word ik dus erg moe van. Zeker wanneer  het maar door en door gaat en ik het niet goed versta zoals dat bijna altijd met zangstemmen het geval is. Instrumentale muziek is daardoor voor mij veel rustiger. Dat kan ik zonder consequenties laten gebeuren.

Een andere belangrijke componist uit die tijd was Guillaume Dufay (1400 -1477) Het lied ‘Nuper rosarum flores’ van hem  wat bestaat uit coupletten van heel strikt, zeven lettergrepen en steeds veertien maten werd ten gehore gebracht bij de opening van de Santa Maria del Fiore in Florence in 1436. Hierboven een indruk van zijn notenschrift.
De renaissance muziek  is duidelijk  harmonieuzer dan de voorgaande.
Homogeniteit en harmonie stonden hoog in het vaandel. Dat hoorden we duidelijk bij Josquin Deprez (1450 - 1521), een leerling van Dufay. 
Theun de Vries heeft het in 'Het motet voor de Kardinaal' als volgt prachtig beschreven: ‘Ik vernam in het koor vele stemmen, die ieder voor zich schenen te zingen, zij stegen en daalden langs onzichtbare ladders over en naar elkaar, soms paarsgewijs, soms kruisten zij elkaars baan als kometen en sleepten een lange staart van harmonieën achter zich aan, zij hielden elkaar zwevend in evenwicht, en ondanks de kunstige verstrengelingen was alles sterk en doorzichtig als zilveren steigerwerk in de ruimte.’

Het is heel boeiend om de ontwikkeling  van de muziek te volgen maar ik kan eigenlijk niet wachten tot we een paar honderd jaar verder zijn.

 

vrijdag 10 maart 2023

Lunchconcert

Afgelopen woensdag weer eens naar een gratis lunchconcert geweest in de Doelen. Het is inmiddels vier jaar geleden dat ik er op deze manier was. Met al die Coronaperikelen zijn er zomaar pakweg drie jaren weggegleden uit mijn leven.
Het is niet te vergelijken met WO2 maar ook deze coronacrisis deelt mensenlevens in tweeën. 
Jordi Savall (1941) als dirigent. Een oude rot in het vak die ons steeds op de hoogte bracht van de muziek die het orkest ging spelen als hij zijn microfoon tenminste niet vergat.

Rebelse elementen stonden op het zeer verkorte programma samen met matrozendeuntjes en watergoden van Marais ; de ‘Hornpipe’ uit Händels Watermusic en iets van Rameau wat ongetwijfeld ook met de elementen te maken heeft gehad. Maar dat ben ik vergeten.
Het was een Barok programma maar dat is Savall’s specialiteit. Er werden echt heel veel nootjes weggewerkt, vooral door de violisten.

Op ons komende concert in mei spelen we ook delen uit de Watermusic van Händel. Een geheel Engels programma hebben we ervan gemaakt. Ja, ik zit in die commissie.
Behalve Händel ook de Londense symfonie van Haydn, muziek van Gulstav Holst en natuurlijk Edward Elgar.
Ergens las ik: de Brexit is een feit maar gelukkig hebben we de muziek nog. Zo is dat. 

De componisten Rebel en Marais kende ik helemaal niet. Zo vond ik het ook vreemd om op het podium een barbecue te zien staan.
Tenminste, zo leek het voor mij.
Het bleek echter een soort windmachine te zijn. Handmatig aangezwengeld door een percussionist bracht het een prachtig geluid van de wind voort. Heel zacht zoevend tot gierend zoals je dat in de herfst kunt horen wanneer de wind om gebouwen giert.

Het was genieten als vanouds en ik heb het in voorgaande jaren niet zo druk gezien in de Doelen tijdens een lunchconcert.
Maar wellicht zochten mensen een warm onderkomen.