If I were a Painter
I would paint my Reverie
Een bekende uitspraak van Shakespeare uit de tragedie over Romeo en Julia. De achterliggende gedachte is dat wanneer een roos anders zou heten ze toch dezelfde geur zou verspreiden.
Vaak gaat dat inderdaad op; wanneer ik een andere nickname zou gebruiken zou ik
op dezelfde manier blijven schrijven.
Anders ligt het met de naam van God; het tetragammaton. JHWH.
Onuitsprekelijk. Ik heb geleerd dat het
betekent: Ik zal zijn die Ik zijn zal.
Het zal best waar zijn maar ik vond het nogal gecompliceerd. Mij helpt het
beter wanneer ik het hou bij ‘Ik ben’.
Het werkwoord ‘zijn’;
een Zijnde,
een bewustzijn,
een Bewust Zijnde.
Hij kan geen andere Naam hebben.
'Zijn is de ziel...'
Daar zijn wij naar geschapen. Over een zelfbewustzijn bij dieren zijn de
meningen nogal verdeeld. Ze hebben het in ieder geval niet in dezelfde mate als
de mens die welbewust, met een vooropgezet plan, iemand voor de lol in de
maling kan nemen, bedriegen of erger.
Dat geeft mij meteen weer de overtuiging dat zoiets niet door aardbewoners
bedacht kan worden.
In het voorwoord: ‘Dit is een roman, dus fictie. Niet alles wat erin wordt
beschreven is werkelijk gebeurd, hoewel veel ervan waarschijnlijk wel staat te
gebeuren. In dat geval wordt het vanzelf non-fictie.’
Mae Holland uit de Cirkel is opgeklommen tot de hoogste regionen van het
bedrijf wat door groei en fusies een bedrijf is geworden waar geen ontkomen meer
aan is en nu ‘the Every’ heet. ‘Het Alles’.
De Engelse vertaling klopt beter want bij The Every werken ‘Everyones’.
In dit boek is Delany Wells de hoofdpersoon. Opgegroeid in een boswachtersgezin
komt ze in aanraking met The Every en ziet de kwalijke kanten van het bedrijf.
Ze neemt zich voor om er te gaan werken en de boel van binnenuit op te blazen.
Dat doet ze door het ontwerpen van zeer controversiële apps die voortdurend de
privacy verder inperken en waarvan ze
verwacht dat het grote protesten zullen gaan oproepen waardoor het bedrijf zal
imploderen.
‘Controle, data en schaamte als gedragsverbeteraars. Daar komt alles wat ze
doen uiteindelijk op neer.’
En wat verder: ‘Het niet erg geheime doel [..] was vanaf het allereerste
begin geweest om menselijk gedrag niet alleen te volgen en te beïnvloeden, maar
ook te dicteren.’
Of Delany erin slaagt, zelfs wanneer Wes en Argarwal, een ouddocente van Delany
die steeds maar blijft waarschuwen, door The Every worden opgeslokt…..dat
vertel ik niet.
Het is weer een boek wat goed is ter bewustwording. Welke mogelijke effecten
heeft AI? (Artificial Intelligence) Want het gekke is dat men overal slaafs mee
instemt. Het leven wordt namelijk gemakkelijker door alle aanpassingen, er is minder
corruptie, minder criminaliteit en een grotere transparantie. Je hoeft zelf
minder na te denken en alert te zijn want je telefoon helpt je bij alles.
Die kikkers weer hè, die langzaam gestoofd worden.
Pararellen genoeg met de wereld tijdens een pandemie. Ik heb zelfs al mensen horen smeken om een
lock- down. Dat gaat zelfs mij als introverte, echt te ver.
‘Is er misschien naast het ingeboren verlangen naar vrijheid ook een
instinctieve behoefte aan onderwerping?’
Een vraag van Erich Fromm als een voorwoord in het boek waar ik dan toch weer
niet goed raad mee weet. In mijn omgeving zie ik velen die een
autoriteitsprobleem hebben. Echt een probleem; standaard de hakken in het zand
zetten en de ander verwijten dat ie niet goed nadenkt. Dan ben je ook niet
vrij.
‘Standaard-anti’ is ook een vorm van niet nadenken.
Bij verder zoeken las ik dat Fromm daar ook een boek over heeft geschreven: ‘De
angst voor vrijheid’. Moet ik ook eens lezen.
Ik denk dat hiermee het dilemma wel duidelijk wordt. Het
gemakkelijkste is om je maar te laten meevoeren op de smoesjes van
terrorismebestrijding en het uitbannen van enge ziekten. Niemand kan het
daarmee oneens zijn.
Het andere gemakkelijke is om standaard te protesteren waardoor dat ook zijn
zeggingskracht verliest.
Ingebouwde leugendetectors, Eye tracking, een persoonlijke CO2 footprint; het
komt allemaal ter sprake in het boek en je moet er niet aan denken dat het allemaal
realiteit zou kunnen worden.
Het blijft eng en toch ook wel weer fascinerend om de ontwikkelingen in onze
maatschappij te volgen.
Amen. Ik heb gepreekt. Nu moet ik wel gaan schelden
en razen op die dwazen in mijn
koude kerk,
die zich bebeitlen laten met wat ik vertelde
met de gelaten slaafsheid van
een stenen zerk.
Kan ik het helpen dat ik alles niet kan zeggen?
Maar voelen jullie dan niet
iets van het geweld
van wat de duurste dominee niet uit kan leggen
en wat geen moeder aan haar
kinderen vertelt?
Van pure heerlijkheid is het niet uit te spreken,
kon ik maar onder aan de
preekstoel bij de trap
een hand aan Jezus geven en Hem laten preken,
en zeggen: pas op ’t deurtje,
want de ruimte is wat krap.
Ik zie de hele nacht die lege kerkgezichten
waar ’t Woord op afstoot naar
mijn lege hart retour.
en in de consistorie bij de nieuwsberichten
zeggen wij God, de koster en
elkaar bonjour.
De vrede ligt op sterven onder de genade.
’t Portaal ligt vol vertrapte
psalmen en de preek
ligt nu bij stukjes en bij beetjes in de paden,
de kostersvrouw kijkt rond:
het wordt een drukke week.
Dat Gij de hemel scheurdet en de nette kleren,
scheur al die maskers en de
muren en het dak!
laat hier eens dalen heel de heerlijkheid des Heren,
alsof de glazen zee door al
haar dijken brak!
Laat me alsjeblieft met rust! Kan niemand dan begrijpen,
dat preken leven is en sterven
tegelijk,
en dat ik bij het amen in mijn arm moet knijpen
of ik nu droom, dat ik zo arm
ben en zo rijk?
Mijn bidden is veel wijder dan de twee gebeden,
waarin mijn bijna-bidden met
mijn bidden spot.
En zo moet ik dan maar voor jullie plaats bekleden,
gaapkoppen, slaapkoppen,
domkoppen, kinderen van God.
Mijn armen zijn te zwaar voor ’n zwaar-geladen zegen.
en voor die grote Bijbel is
mijn hart te klein.
Och Here Jezus, Jezus, Jezus houd mij tegen, -
ik spring de preekstoel af, de
kerk wordt een ravijn.
Gij hebt de engel der gemeente willen schrijven,
en Zelf hebt Gij het
ondertekend met een snik:
“Houd je maar kalm, Ik zal het ook wel blijven.
en houd maar veel van deze
mensen – zoals Ik”.
Okke Jager (1928 – 1992)
Dit gedicht kwam ik tegen tijdens het opruimen van mijn kamer. Een beetje nostalgisch in deze tijd.
Wellicht snakken dominees er weer naar om een volle kerk met wit gepleisterde graven/ stenen zerken te kunnen zien om zich erover te kunnen opwinden.
gedeelte van een schilderij van Marius van Dokkum.
Een heerlijke dikke pil van bijna 600 pagina’s over een vrouw die haar stempel
heeft gedrukt op West-Europa.
Eleonore/Alienor leefde van 1122 – 1204 en was tijdens haar leven koningin van
Frankrijk want ze trouwde met Louis VII en werd ook nog eens koningin van Engeland,
vanwege haar tweede huwelijk met Henry II uit het huis Plantagenet.
Haar naam kwam voorbij tijdens modules Europese geschiedenis en mijn
belangstelling was gewekt. Ik had eerder nog nooit van haar gehoord.
Maar wat was dit boek een tegenvaller.
Ja, het klopt dat over vrouwen weinig in
de geschiedenisannalen is opgetekend. Ze waren niet interessant genoeg ook al runden ze vaak de business wanneer de echtlieden weer eens op oorlogspad of kruistocht gingen. We
weten niet eens haar exacte geboortedatum.
Maar wanneer een boek voornamelijk gaat over haar echtgenoten Louis VII, Henry
II en haar zoons Richard Leeuwenhart en Jan zonder Land dan vraag ik me echt af
waarom je haar naam op de cover durft te zetten.
Het is een keurig beschreven feitenrelaas over de politieke manoeuvres en
wendingen in die vroege middeleeuwen zonder een greintje fantasie.
Nee, dan de boeken van Hilary Mantel. Die zijn een stuk prettiger om te lezen.
Bij Pikkemaat voelde ik bijvoorbeeld geen enkele emotie bij de moord op Thomas
Beckett.
Ongetwijfeld vult Hilary met haar fantasie dingen in maar het
grote geheel beklijft dan toch veel meer dan dit gortdroge relaas.
Omdat ik niet graag een boek halverwege opzij leg heb ik me gedwongen om het
uit te lezen.
Nu filteren waarom Eleonore zo belangrijk is geweest.
Ze werd opgevoed door een vader die zijn dochters serieus nam. (Behalve dan bij het
opschrijven van haar geboortedatum) Zulke vaders zijn kostbaar. Ik heb er ook
één gehad. Ik moet ook denken aan Christine de Pisan die ook zo’n vader had wat
in die tijd heel bijzonder was.
Ze groeide op aan een hof met veel aandacht voor kunst en
cultuur en bleef daar tijdens haar leven heel veel aandacht aan besteden. Bernard
de Ventadour is een bekende naam die leefde aan dat hof. Een troubadour.
Het grote rijk Aquitanië erfde zij van haar vader en werd daarmee een
interessante huwelijkspartner. Door haar huwelijk met Louis VII werd een nog
groter rijk gerealiseerd wat weer uiteenspatte na haar scheiding want zij nam
haar domeinen mee het volgende huwelijk in met Henry II. Zo ontstond het
Angevijnse rijk. Haar twee dochters bleven achter bij Louis.
Deze Henry II
bleef echter leenheer van de Franse koning en was tijdens zijn leven voortdurend
in conflict met Louis VII.
Eleonora bleef macht uitoefenen in ‘haar’ rijk en het huwelijk leek in de
eerste jaren best goed ondanks dat zij tien jaar ouder was. Ze kreeg nog acht
kinderen maar niet allen bleven in leven. Drie dochters werden succesvol
uitgehuwelijkt aan belangrijke Europese heersers.
Van de vijf zonen zijn
Richard Leeuwenhart (Coeur de Lion/ Lionhearted), de uiteindelijke erfgenaam en
Jan zonder Land (Jean sans Terre/ John Lackland) de belangrijkste.
Ze was populair bij haar volk, hield van de schone kunsten en de hoofse
liederen waar het hof van Aquitanië om bekend stond. Aan haar hof werd de jeugd
van de aristocratie onderwezen. Haar
invloed was dus heel indirect.
Henry was minder geliefd, had regelmatig ruzie met zijn zoons die dan weer hulp
zochten bij Louis VII. Eleonore koos
steeds de kant van haar zoons wat haar niet in dank werd afgenomen.
Henry vond het op een gegeven moment nodig om haar in Engeland gevangen te
zetten/huisarrest te geven voor zestien jaren. Pas bij zijn dood gelaste zoon Richard
haar vrijlating. Ze was inmiddels rond de acht en zestig. Ze nam de honneurs
voor hem waar in Engeland en Frankrijk toen hij mee ging met de derde
kruistocht. (1189 – 1192)
Zelf was ze mee geweest op de tweede kruistocht (1147 -1149) en had haar ogen
goed de kost gegeven.
Onder haar bewind kreeg La Rochelle stadsrechten en een burgemeester.
Vele
andere steden werden door haar begunstigd; natuurlijk met de verwachting van
loyaliteit ten opzichte van haar en haar zoon.
De ‘code maritime’ werd opgesteld om zeelieden te beschermen tegen de willekeur
van een kapitein of een reder.
De namen van de schepen moesten in de ankers worden gegraveerd zodat ze te
herkennen waren. Een eerste vorm van registratie.
Vrouwen werden toegelaten tot de grote zalen die eerder een mannendomein waren.
Nadat ze door zoon Richard weer was vrijgelaten zorgde ze ervoor dat in
Engeland uniforme gewichten en maten werden gebruikt voor de handel in granen,
vloeistoffen en textiel. En er werden munten met een vaste standaard in gebruik
genomen.
Verder stichtte ze nog een hospitaal in Surrey en werd ze luidkeels bezongen
door de rondreizende troubadours.
Het beste contact bleef ze houden met haar zoon Richard, die erfgenaam was van
de delen in Frankrijk en koning van Engeland. Helaas stierf hij zonder erfgenaam
en ging alles over op zijn jongere broer Jan zonder Land die opeens Jan met Land werd.
Eleonore is om en nabij de tachtig geworden en heeft op Eleonore Plantagenet
van Castilië en Jan zonder Land na, haar
kinderen overleefd.
Dat er heel veel nazaten van haar rondlopen moge duidelijk zijn. Keizer Otto IV van het Heilige Roomse Rijk was een kleinzoon.
De eindeloze twisten tussen de Capets en de Plantagenets leken weer bijgelegd toen
een kleindochter, Blanche trouwde met Louis VIII.
In 1204 overleed deze oermoeder van veel Europese vorstenhuizen.
Eleonore is begraven in het klooster Fontevraud bij haar man Henry II en zoon Richard.
Niet alles is even zeker, elke geschiedkundige kijkt weer anders tegen de geschiedenis aan; legt andere accenten en trekt andere conclusies.
Zo kwam ik deze scriptie tegen van een leerling van de universiteit van Gent.
Via via kwam ik op een site met de testen van Myers-Brigss:
de MBTI.
Net als vele anderen hou ik enorm van testjes doen via internet. Ooit deed ik
een test van Mensa en prompt kreeg ik een uitnodiging om naar het hoofdkantoor
te komen. Maar daar had ik verder geen zin in.
Na het lezen van ‘het Alles’ van Dave Eggers heb ik bijna geen testjes meer
gedaan. Wie het boek kent snapt het.
Maar deze test was toch wel interessant ook al mist een strakke wetenschappelijke
onderbouwing.
Zo eerlijk mogelijk heb ik de vragen ingevuld en ik had het idee dat ik bij een
grote grijze middenmoot zou eindigen, er vielen bijna geen uitschieters te
maken.
Het was allemaal een beetje van dit en een beetje van dat, niet helemaal zus en
niet helemaal zo.
Groot was mijn verbazing toen ik het eindresultaat onder ogen kreeg. Alsof mijn
brein een rammelende fruitautomaat was; zoveel kwartjes vielen er. Ik ben niet
gek, hooguit een beetje raar.
Via een andere site nog eens gedaan met - jawel - hetzelfde resultaat.
In het kort ben ik een INFJ-A; een Introverte-iNtuitive-Feeler-Judger Advocaat.
Het verklaart waarom ik liever alleen ben en mij zelden
ergens echt thuis voel.
‘Het woont bij vreemden en het went er niet.’
Het verklaart mijn hekel aan verplicht socializen omdat het zoveel energie
slurpt en mijn conflict mijdend gedrag. Dat ik zo moeilijk nee kan zeggen zodat
ik tegenwoordig iedereen uit de weg ga. Dat ik zo slecht tegen kritiek kan ook
al doe ik dapper alsof dat niet zo is.
Het verklaart mijn beschouwende en bespiegelende aard; vaak zoom ik uit om het
grote geheel van verschillende kanten te bekijken.
Waarom ik mensen toch zulke boeiende wezens vind ook al vreten ze energie. Dat
ik zo graag alles om mij heen wil begrijpen en rusteloos blijf zoeken naar ‘aha-erlebnissen’.
Ik weet het; stickertjes plakken is een linke bezigheid. Je
kunt je er zomaar naar gaan gedragen. Toch vond ik het prettig om het te
ontdekken.
Een ‘gevaar’ is ook om de verkeerde trekjes maar te laten voor wat ze zijn want
je bent nu eenmaal zo.
Tegelijkertijd moet ik wel grinniken. Ik heb er niet naar gekeken maar misschien
staan er bij die andere vijftien typen wel dezelfde dingen en blijken we toch
allemaal van dezelfde lap te zijn gescheurd.
In deze tijd worden we voortdurend geconfronteerd met
allerlei beperkingen vanwege de voortslepende coronacrisis.
Rondom mij heen hoor ik allerlei klachten dat men zich beknot voelt in
zijn/haar vrijheid. De protesten tegen het verplicht vaccineren zijn – m.i. terecht
– niet van de lucht. Gelukkig dat de regering daarvoor tot nu toe niet heeft
besloten. Dat gaat over politieke vrijheid maar je kunt op zoveel verschillende manieren tegen vrijheid aankijken.
Wat mij fascineert is de geestelijke of spirituele vrijheid.
Maar wat houdt die vrijheid in? Het is iets anders dan de vrije wil waar ik al
meer over heb geschreven.
Volgens Descartes is besluiteloosheid de laagste vorm van vrijheid. Dus al dat
getwijfel wat in deze dagen zo ‘hot’ is klopt van geen kant. Volgens hem dan.
Volgens John Stuart Mill ben je vrij voor zover je anderen geen schade
toebrengt.
Volgens Spinoza heeft het te maken met autonomie en staat vrijheid tegenover
dwang. Wie vrij is schrijft zichzelf de wet voor. Heer/vrouwe en meester/ meesteres zijn over je eigen handelen.
Voltaire was onder de indruk van de geestelijke vrijheid van de Engelsen die zonder
gêne over alles schreven en zich verdedigden. (Störig p. 396) Dat was hij niet
gewend.
Bij Kant komt het al dichter bij hetgeen ik onder vrijheid versta: de algemene
zedelijke wet moeten wij niet gedwongen volgen maar die zouden we, naar het categorisch imperatief, in vrijheid willen volgen. Ik vermijd angstvallig het
woord ‘moeten’ want dat is een lastig woord in verband met vrijheid.
Bij Kant begint vrijheid bij het handelen omdat de theoretische rede niets kan
zeggen over ‘Ideeën’ waar God onder valt. Met dat handelen is er de
verantwoordelijkheid. Maar dat valt naar mijn idee dan weer onder een ander
type vrijheid.
Vrijheid is een paradoxaal begrip. Je kunt het niet empirisch
bewijzen, het is een idee wat samenhangt met een bepaalde gehoorzaamheid; een
vrijwillig verbinden aan, op voor jou goede gronden, geaccepteerde zaken.
Wanneer ben je vrijer? Als je voortdurende de grenzen van (morele) regels
opzoekt en probeert ermee te sjoemelen of wanneer je inzicht hebt verworven in
die regels en ze om die reden houdt.
Ik herinner me een boek van Solzjenitsyn ( Ik denk ‘de eerste cirkel’)met een
quote die ik niet meer kan terugvinden. In ieder geval ging het over vrij zijn
ook al zit je in de gevangenis.
Die geestelijke vrijheid bedoel ik.
Dan maakt het niet uit waar je bent, in lock-down of niet of in welke
hoedanigheid; gezond, ziek, zwak of misselijk.
Wanneer je je steeds meer bewust wordt van dat type vrijheid is dat het mooiste begrip wat er is.
Nog een paar quotes die mij raakten:
Vrijheid bestaat in het erkennen van grenzen.
Krishnamurti.
Maar wat is vrijheid zonder wijsheid, en zonder deugd? De
grootste van alle mogelijke kwaden; want het is dwaasheid, verdorvenheid en
gekte, zonder onderwijs of beperking.
Edmund Burke.
Vrijheid is niet hetzelfde als ongebondenheid. Vrijheid is
het vermogen om keuzes te maken en je aan datgene te binden wat het beste voor
je is.
Paulo Coelho.