mir bangte fast vor seiner schweren Pracht ...
De plant is volgens het woordenboek mannelijk en vrouwelijk. We zouden hem/haar nu gemakkelijk genderneutraal kunnen noemen. Dat doet gelukkig niets af van haar schoonheid.
Alweer bijna tien jaar geleden – ja ik heb er deze week tien
jaar bloggen op zitten – schreef ik mijn 'zielenroerselen'.
Mijn ideeën over de ziel en of ie nu onsterfelijk is of niet omdat ik tot de gewaagde
ontdekking was gekomen dat die ziel naar mijn mening niet per definitie onsterfelijk
is.
Nu las ik in het RD een artikel over Martine Oldhoff, predikant van de
protestante kerk van Mijnsheerenland.
Zij promoveert binnenkort op het zielsbegrip in de hedendaagse westerse theologie.
Ook zij komt tot de conclusie – of moet ik misschien zeggen de hedendaagse
westerse theologie? – dat alleen de gelovigen onsterflijkheid wordt gegeven.
Een stukje tekst uit het artikel:
“de Geest woont in de gelovige, verandert hem en is tegelijk
van hem onderscheiden. De ziel is identiek met de persoon, als het werkelijke
ik, dat tegelijk een belichaamd ik is. Lichaam en ziel zijn door God geschapen
en afhankelijk van God. Dat betekent dus niet een eeuwige en onsterfelijke
ziel. De menselijke ziel is geschapen en is geen deeltje van God en ook
niet van zichzelf onsterfelijk. Een mens
leeft dankzij God en als een gelovige sterft, kan hij overleven, omdat God
daarvoor zorgt.
God zorgt er voor dat de mens niet ten onder gaat in de dood, maar in een ‘tussentoestand’
bij Christus is. God bewaart de ziel, het ‘zelf’ of ‘de persoon’ dankzij de
relatie met Hem.”
er zal wel commentaar op komen in de krant maar wanneer ik zelf weer verder denk dan is het allemaal zo logisch.
De tekst in 1 Tim 6:16: ‘Hij die als enige onsterfelijkheid
bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens
gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij de eer en eeuwige kracht. Amen.’
maakt het duidelijk.
Alleen wanneer de Geest in de gelovige woont is die gelovige ziel onsterfelijk
want hij/zij heeft God in zich wonen.
Dat deel van God in ons is onsterfelijk omdat God zelf onsterfelijk is en zo wordt
elke gelovige ziel pas onsterfelijk bij het ‘tot geloof komen’ en niet eerder.
Ik meende ook: de Godheid woonde verre,
In ene troon, hoog boven maan en sterre,
En hefte menigmaal mijn oog
Met diep verzuchten naar omhoog.
Maar toen Gij U beliefde te openbaren,
Toen zag ik niets van boven nedervaren,
Maar in de grond van mijn gemoed,
Daar werd het liefelijk en zoet.
Daar kwaamt Gij uit de diepten uitwaarts dringen
En als een bron mijn dorstig hart bespringen,
Zodat ik U, O God, bevond
Te zijn de grond van mijne grond.
een gedeelte van een gedicht van Jan Luyken (1649 - 1712)
Er is een tweedeling gekomen in dit land. Polarisatie tussen gevaccineerden en ongevaccineerden.
Dat is jammer. Ik begrijp de mensen die zich niet willen laten vaccineren best wel. De weerzin tegen de oplopende druk is groot. Die snap ik.
Wanneer er van alle kanten op je wordt ingepraat kunnen de hakken steeds dieper
het zand in gaan. Zo ben ik ook. Het gevoel gedwongen te worden?....…ho, ho wacht
even…..ik ga zelf over mijn eigen lichaam. Net als bij de donorregistratie.
Ik ben trouwens wel gevaccineerd en wanneer er een ‘booster’ komt doe ik weer
mee maar mocht er in de toekomst iets ‘verplicht’ worden wat ik beslist niet
wil dan wil ik ook de vrijheid hebben om
te kunnen weigeren. En de kracht om de
consequenties te aanvaarden.
In gesprekken hoor ik dat mensen het regeringsbeleid niet meer begrijpen.
Doe ik ook niet altijd maar ik denk dat we een paar dingen in het oog moeten
houden.
1. Het doel van vaccinatie was behalve bescherming van
ouderen en zwakken in de samenleving, ook vooral om de ziekenhuizen te
ontlasten vanwege de plotselinge toenemende druk.
De situatie is nu zo dat het personeel op de laatste benen loopt, zo gaan de
verhalen. Dat het hier en daar wel meevalt is ook correct. Zus Cathy in Beieren
heeft tot nu toe nauwelijks Coronapatiënten te verplegen gehad en al wel haar
bonus gekregen. *grinnik*
De opnames nemen nu weer wat toe maar niet zo erg als in de eerste golf.
Willen we de zorg beheersbaar houden dan moeten we ook de besmettingen
beheersbaar houden.
Ik denk dat iedereen wel een keer Corona zal krijgen of besmet zal raken, ondanks vaccinaties, maar dan minder heftig en meer verspreid zodat de ‘gewone’ zorg ook kan doorgaan.
Dat de zorgcapaciteit in zijn geheel onder de maat was en is,
is nu ook wel duidelijk geworden. Ik hoop dat daar ook iets aan gedaan wordt.
2. Het doel van de in het leven geroepen qr-codes was om de samenleving weer open te kunnen gooien zodat de economie weer een beetje gaat draaien. De bedrijven moeten zo langzamerhand weer zelf de broek op gaan houden. Ook terecht.
Ik denk dat deze twee dingen vaak uit het oog worden verloren. Steeds hoor ik
verhalen van incidentele gevallen hoe krom en belachelijk het allemaal is maar laten we
eerlijk zijn: daar kun je geen beleid op maken.
Beleidsmakers gaan uit van - hoe hard
het ook klinkt - de cijfertjes die het
grote plaatje bepalen. Dat er fouten worden gemaakt is evident. Dat komt later
wel aan de orde bij een parlementaire enquête.
Nu moet er geregeerd worden en dat is lastig.
Je doet het nooit goed. Zeker in het begin van de crisis was het tasten in het
duister.
In gesprekken met antivaxxers ben ik ook gestopt met redelijk zijn en hou mijn
mond dicht.
Om nare onenigheid te voorkomen.
Mijn allergrootste grote probleem met de huidige discussies
is wel dat het 'wij – zij denken' wordt getriggerd en het zondebokmechanisme
wordt gevoed. Dat moeten we niet willen.
We weten uit de geschiedenis waartoe dit kan leiden.
Moet je natuurlijk wel de geschiedenis kennen.
Teder en jong als werd het voorjaar
maar lichter nog, want zonder vruchtbegin,
met dunne mist tussen de gele blaren
zet stil het herfstgetijde in.
Ik voel alleen, dat ik bemin,
zoals een kind, iets jongs, iets ouds,
eind of begin? Iets zo vertrouwds
en zo van alle strijd ontheven -
niet als een einde van het leven,
maar als de lente van de dood.
De kruinen ijl, de stammen bloot
en dit door stilte en mist omgeven.
M. Vasalis (1909 - 1998)
Nee, dit is geen krokusje maar een lentebode van de dood: Herfsttijloos
Ik las een viator-reeks uitgave uit 2013. Wel zo gemakkelijk lezen in plaats
van dat middeleeuws. Vertaald en ingeleid door diverse hoge heren.
Zijn naam kwam langs in een module Westerse cultuurgeschiedenis en ik had ooit
dit boekje van hem gekocht op een tweedehands marktje. Filosofen en theologen
hebben altijd mijn belangstelling. Ik val voor mannen met brede, ruimdenkende
breinen. Net als Heloise. Het enige probleem is dat de meeste mannen van zichzelf denken dat ze
die hebben. *grinnik* En ik ben ‘helaas’ voor mezelf een strenge jury.
Het leuke van dit boek is dat Abelard als filosoof,
overtuigd van het nut van de natuurwetten (naturalist, maar eigenlijk christen),
in gesprek gaat met een jood en een christen en heel redenerend, nominalistisch in gesprek is
met zichzelf.
Dat is ook meteen de zwakte. Het hele boek komt uit zijn eigen brein.
Hij snijdt wel interessante en actuele onderwerpen aan en het is boeiend om te
lezen hoe hij er duizend jaar geleden met zijn scherpe geest over dacht.
Eerst worden de spelregels besproken en wanneer de drie het met elkaar eens
zijn gaat de Filosoof, die ook als gespreksleider fungeert, van start al heeft
hij niet veel fiducie in zijn opponenten. Joden zijn dwaas en christenen
krankzinnig.
Hij gaat eerst heel kort in gesprek met de jood en bevraagt hem over het houden
van de oude wetten die niet de oudste zijn want dat zijn de natuurwetten en die
voorzien eigenlijk in alles. Job uit de Bijbel leefde ook op die manier en werd
door God geprezen.
De joodse wetten leveren de joden niets op gezien de deplorabele toestand
waarin het volk zich bevindt terwijl hen wel voorspoed op aarde wordt beloofd.
(Deut 6,7)
Dus wat is het nut voor de joden van die strenge wetten.
Het antwoord van de jood volstaat natuurlijk niet. De jood geeft toe dat wat
zij geloven niet verstandelijk te beredeneren valt. Het valt echter ook niet te
weerleggen.
De wet houden gebeurt uit liefde voor God. Een antwoord op het antisemitisme
heeft de jood ook niet behalve dat zij door christenen worden gehaat omdat de
joden de God van de christenen gekruisigd hebben.
Zelf ben ik ook al eens op onderzoek uit geweest om te ontdekken wat nu de bron
is van – ook het huidige- antisemitisme
is maar ik kom er, Aristoteliaans gezien, niet achter. In die tijd was het ook al zo.
Zie de boeken van Schama. Het moet een metafysische oorzaak hebben.
De filosoof bewondert de geloofsijver van de jood en hij is
nieuwsgierig of de juiste intenties aanwezig zijn of dat die op een
dwaling berusten. Hier is duidelijk de nominalist aan het woord.
De filosoof vraagt verder over de besnijdenis, over het nut van de
reinigingswetten en over dat eeuwige wat niet verder lijkt te gaan dan de duur
van het aardse leven. (p 89)
In het Oude Testament lees je inderdaad weinig over het hiernamaals. De meeste inzettingen
gelden daar niet voor. De besnijdenis als eeuwige inzetting zal toch een keer
stoppen neem ik aan.
Er komt geen joods antwoord meer. Met joden heeft Abelard kennelijk toch wat
minder contacten gehad.
De Filosoof begint zijn gesprek met de christen met de
opmerking dat de wet van de christenen later is gekomen en dus beter zou moeten
zijn.
‘Naarmate en een wet nieuwer is, moet ze volmaakter zijn en overtuigender
bij het belonen en moet haar leerstelling redelijker zijn.’
De christen antwoord hierop dat deze leer ons openbaart wat
het hoogste goed is en langs welke weg wij dat kunnen bereiken. Dat is langs de
weg van de deugden.
Wat is het hoogste goed en wat het grootste kwaad? Dat zijn na een flinke
discussie de hemel en de hel. Tussendoor komt er van alles langs; de duivel en de
val van de engelen, de transcendentie en immanentie van God, deugden en
ondeugden en wat moet je nu letterlijk lezen en wat niet.
Nog preciezer gedefinieerd is het hoogste goed God zelf. Het grootste kwaad
wordt niet helder geformuleerd. Het blijft bij: de kwellingen naar verdienste. Dat
vond ik wel opvallend.
Maar dan:
Wanneer is iets kwaad? Een straf voor iets is kwaad, maar het vergrijp waardóór
is een groter kwaad.
‘Wanneer dan het vergrijp van een mens een groter kwaad is dan zijn straf,
hoe kunt u dan de straf van iemand zijn grootste kwaad noemen, als, zoals net
is gezegd, het vergrijp het grootste kwaad is?’
Tsja, hoe kun je dan de kwellingen in de hel het grootste kwaad noemen?
De christen reageert met de opmerking dat mensen in de hel steeds haatdragender
worden jegens God en dus steeds slechter worden dan ze in het hiernumaals al
waren.
Andersom worden mensen in de hemel dan steeds gelukzaliger.
Heel spitsvondig en een fascinerende gedachtegang.
Ik zou bij Abelard het
verschil willen aankaarten tussen doen en zijn. Je leest wel iets van ontologie
tussen de regels door maar nog niet expliciet. Wat bij zijn tijd paste denk ik.
Maar waarom de verrijzenis van het lichaam? Het lijkt soms
net de catechismus: ‘Wat troost geeft u de opstanding des vlezes?’ (Zondag 22)
Maar die bestond toen nog niet.
Antwoord van de catechismus (in gewone taal): ‘Na dit leven wordt mijn ziel
direct tot Christus, het Hoofd van het lichaam, opgenomen. Ook mijn
lichaam wordt straks door Christus opgewekt. Het wordt weer één geheel met
mijn ziel en het wordt hetzelfde als het verheerlijkte lichaam van
Christus.’
Abelard vanuit de christen: alles is door God gemaakt tot Zijn eigen eer, dus
ook de lichamen die straks geen afbraak meer zullen vertonen.
Wanneer is iets goed want ‘er bestaat nauwelijks iets
goeds wat ook geen schade aanricht en niets kwaads, wat niet ook voordeel
oplevert.’[…]
‘Wie zou ook niet weten dat de hoogste goedheid van God, die niets zonder
reden laat gebeuren, ook de slechte dingen zo goed regelt en op de allerbeste
manier daarvan gebruik maakt, zodat het zelfs goed is dat het kwaad er is,
hoewel het kwaad zelf absoluut niet goed is.’ (p. 209-210)
Vandaar dat Abelard de nadruk legt op de intenties van het
handelen. Iets goeds kan worden gedaan op een verkeerde manier en andersom. God
heeft altijd goede intenties en heeft Zijn eigen logica ook al is die voor ons
verborgen.
Daarbij wordt de gedachtegang van Augustinus aangehaald uit ‘De Civitate Dei’:
‘Want God zou, zo zeg ik u, geen enkele van de engelen of mensen hebben
geschapen, van wie Hij van te voren wist dat zij slecht zouden zijn, als Hij
ook niet net zo goed had geweten, tot welk nut van de goede mensen Hij hen zou
kunnen gebruiken.’
Het kwaad dient een doel.
Het was toen kennelijk al de enige manier om er mee om te kunnen gaan. De bedoelingenleer.
Volgens mij ligt het allemaal wat gecompliceerder.
Waar Abelard ook op uitkomt is het: ‘Uw wil geschiedde’.
Dat is mooi.
Niet vanuit de lijdelijkheid maar vanuit het vertrouwen dat Hij
het geheel overziet en de controle houdt.