Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 21 december 2017

Waarom


Op zoek naar mooie kerstgedichten – wat zijn er toch weinig – stuiterde ik op deze van Szymborska.
Ik heb ‘m ietsie pietsie verbouwd, mmm…… eigenlijk iets weggelaten (Excuses Wislawa….) zodat de grote waarom-vraag gesteld wordt die bij mij ook juist met kerst weer opborrelt.
Aan dat slappe antwoord ‘omdat de mens gevallen is’ heb ik niet genoeg en Szymborska ook niet.


Door onduidelijke oorzaken
en onder onbekende omstandigheden
had het Ideale Zijn opeens niet meer aan Zichzelf genoeg.

Het had toch eindeloos kunnen voortbestaan,
gehakt uit het donker, gehouwen uit het licht,
in Zijn slaperige tuinen boven de wereld.

Waarom verdorie ging Het dan op avontuur uit,
in het slechte gezelschap van de materie?

Waar had het die navolgers voor nodig,
brokkenmakers, pechvogels
zonder uitzicht op de eeuwigheid?

De manke wijsheid
met een doorn in haar hiel?
De harmonie verscheurd
door woeste wateren?
De schoonheid
met onaantrekkelijke ingewanden
en het Goede
- waarom met een schaduw
als het die vroeger niet had?

Er moet een reden voor geweest zijn,
ook al leek die nog zo futiel,
maar zelfs de Naakte Waarheid zal hem niet verklappen
druk als ze het heeft met het doorzoeken
van de aardse garderobe.
















De scheppingskracht van het 'Ideale Zijn' en de mens.



maandag 18 december 2017

Das Leben der Anderen

Een film uit 2006 van de regisseur Florian Henckel von Donnersmarck die zich afspeelt in 1984 vijf jaar voor de val van ‘de Muur’. Honecker is de baas over Oost Duitsland.
De Stasi, de geheime dienst is actief en observeert mensen zodra men maar dènkt dat er wel eens iets staatsondermijnends zou kunnen plaatsvinden. De Big Brother van Georg Orwell uit 1948.
Let even op de namen en jaartallen.

Gerd Wiesler, een gezagsgetrouwe Stasimedewerker neemt het op zich om een kunstenaarsechtpaar, Dreyman – Sieland, in de gaten te gaan houden. Georg Dreyman is (toneel)schrijver en Christina Maria Sieland is actrice.
Het huis wordt voorzien van afluisterapparatuur en op de zolder van het appartementsgebouw wordt een ruimte ingericht waar vierentwintig uur per dag de bewuste woning wordt afgeluisterd door Gerd en een medewerker.
Van alles wat er zich afspeelt wordt verslag gelegd. Gerd is een man met een pokerface. Je weet niet wat ie denkt en welke emoties hij heeft. Dat is zijn kracht in deze rol. Een eenzame, bureaucratische man die zelf in een kaal zestiger jaren flatje woont en opeens geconfronteerd wordt met het flamboyante leven van kunstenaars want er komt natuurlijk van alles over de vloer bij de Dreymans. Hij wordt toch een beetje nieuwsgierig naar dit leven, neemt af en toe een kijkje in het appartement van het stel en pikt een boek.
Op de verjaardag van Georg krijgt deze van een vriend een muziekstuk: ‘Die Sonate vom Guten Menschen’.
En dan volgt naar mijn mening de mooiste quote uit de film:
‘Kann jemand, der diese Musik gehört hat, wirklich gehört hat, noch ein schlechter Mensch sein?’
Dan komt ook de verandering bij Gerd Wiesler, de Stasiman.

Er valt weinig aan te merken op het echtpaar, maar dat verandert wanneer een vriend zelfmoord pleegt. Georg doet onderzoek naar zelfmoordcijfers in de DDR maar die blijken niet meer bijgehouden te worden; het zijn er teveel.
Samen met vrienden besluit hij een artikel te schrijven over deze materie en naar West-Duitsland te sturen voor publicatie.
Maar misschien wordt hij wel afgeluisterd want dat worden zovelen.
Er wordt een plan de campagne gesmeed – hij gaat zogenaamd een toneelstuk schrijven voor een jubileumjaar van Lenin - en getoetst en alles lijkt in orde.
Dat het toch behoorlijk misloopt ligt een beetje voor de hand maar de manier waarop alles verloopt is dan wel weer verrassend. Christina Maria blijkt chantabel te zijn.....hoewel.....ze is actrice.
Gedoe met een typmachine die opeens is verdwenen.

Georg hoort na de val van de muur dat hij altijd is afgeluisterd; dat de Stasi alles van hen wist en duikt in de archieven. Daar ontdekt hij dat HGW XX/7, codenaam voor Gerd Wiesler die hen afluisterde en verslag maakte, een heel eigen draai heeft gegeven aan zijn artikel over zelfmoord/ toneelstuk over Lenin en gezorgd heeft voor...... zodat Georg niet aangeklaagd kon worden.
Hij schrijft daar een boek over: ‘Die Sonate vom Guten Menschen’, opgedragen aan HGW XX/7.

Mooie film die de sfeer uit die tijd goed benadert. De corruptie van de meeste ambtenaren komt naar voren evenals het geflikflooi ‘naar boven’ en het getrap ‘naar beneden’.
Het machteloze gevoel precies in de pas te blijven lopen om maar geen gedoe te krijgen overviel mij zelfs af en toe.

zaterdag 16 december 2017

Lunchconcert


Regelmatig ga ik naar de gratis lunchconcerten in de Doelen. Dat is één keer in de vijf á zes weken op woensdagmiddag.

Nu had ik het snode plan opgevat om eens een keer samen met mijn kleinzoon te gaan.
Hij is nu nog vier jaar, mag in overleg met school flexibel omgaan met de lestijden dus een uitgelezen moment om hem te laten kennismaken met het grotere, serieuze muzikale werk oftewel ‘oma’s muziek’.
Zo mocht ik hem in overleg met de juf een uurtje eerder ophalen zodat we op tijd zouden zijn.

Op het programma stonden delen uit de werken van Prokofjev : Romeo en Julia (naar de tragedie van die beroemde mijnheer uit Stratford upon Avon) onder leiding van Gustavo Gimeno.
Prokofjev is een man van uitersten. Agressie en romantische liefde zijn thema’s uit dit ballet.

We hadden een mooi plekje uitgekozen, een beetje vooraan zodat hij het allemaal goed kon zien.
Wanneer je de moeite neemt om de link te beluisteren zul je merken dat Prokofjev helaas pas na een paar maten begint met de romantische liefde. Eerst.....
Zelf was ik er ook niet zo op bedacht maar het overviel mijn jonge nazaat ook nogal.
Hij barstte in tranen uit en sloeg zijn handjes voor zijn oren. Die zijn er het volgende half uurtje niet meer af geweest. Ik heb hem op mijn schoot getrokken en hem zo goed en kwaad als het ging proberen te troosten.
Gelukkig lukte dat wel.
Ik kon mezelf wel om de gevoelige oren slaan; ik had het toch kunnen weten!
Zelf heb ik er last van wanneer muziek te hard is en jongste zoon Cathy heb ik tijdens zijn eerste kerkgang ook krijsend de kerk uit moeten dragen omdat het orgel iets te enthousiast begon.

Ik hoop van harte dat het nog goed komt tussen kleinzoon en ‘oma’s muziek’.






woensdag 13 december 2017

De stem van Tamar


Geschreven door David Grossman in 2000.
Ik las een digitale editie naar de zesde druk uit 2012 van de 'e-book bib'.
Eerder las ik van hem ‘Leeuwenhoning’.

Het boek leest als een thriller. Een hond sleurt een jongeman door de straten van Jeruzalem. De hond weet kennelijk waar hij naar toe wil en de jongeman, Assaf, kan niet anders dan zich er maar aan overgeven. Dat is de ene verhaallijn.
De andere gaat over Tamar, een zangstudente van een conservatorium of iets dergelijks. Zij heeft een geheim. Haar lijn speelt zich een maand eerder af dan de verhaallijn van Assaf.
Natuurlijk komen ze wel bij elkaar. Maar voor dat het zover is heeft er heel wat water door de Jordaan gestroomd.
Een boek over jeugdproblematiek als verliefdheid en jeugdpuistjes, het zoeken naar jezelf en het doel van je leven.
Daar tussendoor de problematiek van verslaving en uitbuiting door een figuur met de naam Pesach. Ik heb me suf gepeinsd over de lading van deze naam maar heb die niet kunnen vinden. Hij wordt niet geslachtofferd.
Tamar, die naam betekent ‘palmboom’ staat voor mij symbool voor iemand die koste wat kost haar doel wil bereiken, zoals de schoondochter van Juda in de Bijbel. Tamar weet tot in de puntjes alles te organiseren.
Het enige wat ik even vreemd vond was heel even de indruk - die uit de lucht kwam vallen - en waar niets mee gedaan werd, dat Tamar blind zou zijn. Ik zat wel even van huh....heb ik iets gemist?
En die Theodora; hoe loopt het daarmee af?
Wat ook leuk is, is de geheimtaal met hun vingers tussen Tamar en Sjaj.
Mijn kinderen hebben onder elkaar ook zoiets geleerd. Konden ze zonder geluid met elkaar praten in de kerk.
Dikke pret.

Een leuk voorbeeld van de draaiingen van de menselijke geest om dingen voor onszelf acceptabel te maken:
‘En binnen de kotste tijd gaf ze zichzelf het simpele antwoord: als ze toen, thuis, gedacht had dat Sjaj niet zou meewerken, was ze er waarschijnlijk niet aan begonnen. Dus eigenlijk was het maar goed ook dat ze daar niet aan gedacht had. Haar hersenen hadden haar kortom juist geholpen door dit obstakel voor haar verborgen te houden’.

Een denkende en beeldende schrijver, die Grossman:
‘Op een gegeven moment doe je één klein stapje, je wijkt maar een fractie van een millimeter van de bekende weg en dan moet je ook de tweede voet neerzetten, en ineens zit je op een vreemd spoor. En elke stap op zichzelf is min of meer logisch, voortkomend uit de vorige stap, maar ineens word je wakker in een nachtmerrie’.

‘Ze bleef dapper meelopen en om hun grappen glimlachen, terwijl een scherpe, koele schaar haar precies langs de contouren van haar lichaam uitknipte en haar uit het beeld verwijderde’.


Dat geeft hij zijn beide hoofdrolspelers mee: het zich in de geest kunnen verwijderen wanneer ze het even niet eens zijn met het leven in de werkelijkheid.
Maar heeft niet elk mens zo’n ‘ontsnappingsprogramma’?




dinsdag 12 december 2017

Citaten over lezen


Wanneer je oog eenmaal gevallen is op citaten over lezen en boeken kom je er steeds meer tegen.
Hier een bloemlezing uit mijn verzameling.
Verschillende heb ik maar meteen vertaald en bij sommige citaten staat de persoon van herkomst. Helaas weet ik dat niet van alle citaten.


• Boekenwurmen zullen de wereld regeren; zodra ze nóg een hoofdstuk hebben gelezen.
• Je kunt je neus betere steken in een boek dan in andermans zaken.
• Als je slimme kinderen wilt hebben, lees hen dan voor uit sprookjesboeken (Einstein)
• Wat is een boekenplank/kast anders dan een schat voor een nieuwsgierige geest?
• We verliezen onszelf in boeken, maar we vinden onszelf daar ook.
• Boeken laten je draken verslaan; de liefde van je leven ontmoeten; verre reizen maken; met vrienden lachen. Alles via bladzijden. Ze zijn een vlucht die je thuis brengt.
• Lezen geeft ons een plek om te gaan wanneer we moeten blijven waar we zijn. (Cooley)
• Je weet dat je een goed boek hebt gelezen wanneer je bij de laatste bladzijde een beetje het gevoel hebt een goede vriend te hebben verloren.
• Ik zag zojuist iemand die mijn favoriete boek las; het lijkt alsof dat boek mij die persoon aanbeveelt.
• Wie smaak vindt in het lezen van goede boeken, is bij machte om de eenzaamheid te dragen, waar dan ook en met groot gemak. (Ghandi)
• Van sommige boeken moet men alleen maar proeven, andere kan men verslinden en maar enkele moet men kauwen en verteren. (Bacon)
• Gedachteloos, verstrooid lezen is hetzelfde als wandelen in een mooi landschap met een doek voor je ogen. (Hesse)
• Een goed boek moet ons niet iets geven, doch iets afnemen van onze zekerheden. (Greshoff)
• Literatuur zonder levensbeschouwing is bloedloos. (Werkman)
• Een belangrijk verschil tussen God en een schrijver is dat God met niets moest beginnen en een schrijver alleen maar hoeft te kiezen uit alles wat er al is. (Grunberg)
• Er is een groot verschil tussen een enthousiast mens die een boek wil lezen en een vermoeid mens die een boek wil om te lezen. (GK Chesterton )
• Lezen is dromen met open ogen


donderdag 7 december 2017

Hommelhoning



Geschreven door Torgny Lindgren in 1995. Eerder las ik van hem ‘de Bijbel van Doré’, ‘Het groene glas’ en ‘Norrlands Aquavit’.

Deze keer was het een vondst in de kringloopwinkel voor 50 cent. Daar heb ik dan stiekem plezier in.
En ik moet zeggen: dit was voor mij tot nu toe zijn minst mooie boek. Niet dat hij niet mooi schrijft; hij weet heel poëtisch te schrijven maar.... Ik weet niet. Ik mistte de humor en het ging me tegenstaan. Misschien zag en rook ik met mijn verpleegkundig oog en neus nog meer dan hij soms onsmakelijk beschreef. Ook kon ik me niet identificeren met de ‘verpleegkundige’ schrijfster in het boek, al triggert het thema ‘met een wildvreemde ingesneeuwd raken’ wel mijn fantasie.




Het is een verhaal van tegenstellingen.
Een vijf en veertig jarige vrouw geeft een lezing over ‘heilige gekken en dwazen’ ergens in het noorden van Zweden en krijgt door een bezoeker een slaapplaats aangeboden in zijn huis wat heel eenzaam ligt. Ze gaat erop in ook al staat de man, Hadar, haar tegen. Hij blijkt erg ziek te zijn. Kanker.
Ze raken ingesneeuwd en de vrouw werpt zich op als verzorgster. AL snel ontdekt ze niet ver bij hen vandaan nog een huis met rookpluim. Daar woont de broer Olof. Ook ernstig ziek.
Volgens mij suikerverslaving waardoor hij ontzettend dik is geworden en zijn hart het op korte termijn kan begeven.
‘Als je maar flink veel suiker over de baarzen strooit dan zijn ze wel te eten, dan smaken ze als marsepein.’
Maar zolang er nog rook uit de schoorsteen komt is hij nog niet dood.

Wat belangrijk is, denk ik, dat ze in de avonduren een boek schrijft over de heilige Christoffel.
‘In de hooggestemde delen moest een voortdurend streven naar het banaal alledaagse bespeurd kunnen worden, retoriek in de bovenlaag zou tot een eenvoud en trivialiteit in de diepte leiden, ja, als het evenwicht het zou eisen zelfs vulgariteit.’
Dat verklaart misschien wel het één en ander.

Eigenlijk is zij Christoffel zelf. Niet in de vorm van de patroonheilige van de reizigers maar in de vorm van de noodhelper want ook Olof neemt ze onder haar hoede en ze pendelt heen en weer tussen de huizen met de broers.
Door de gesprekken met de beide broers, ontdekt ze stukje bij beetje wat er allemaal is voorgevallen. Met Minna, de vrouw van Olof, en de zoon van wie niet bekend is van wie hij is. Van Hadar of van Olof.
Een vete tussen broers. De ene meer de geestelijke – al valt dat tegen - en de ander de lichamelijke.
Hun laatste gevecht bestaat eruit wie als laatste zal sterven.
Maar daar heeft de vrouw een oplossing voor en zorgt dat de broers weer een geheel worden.

De hommelhoning slaat op de grootvader die met zijn hond altijd op zoek ging naar honing. Toen Olof dat voor het eerst proefde was hij om.
‘De honing drong tot in zijn hele wezen door en bracht hem in een toestand van gelukzaligheid en verrukking, het was het ogenblik van het volmaakte genot, en de rest van zijn leven had hij onafgebroken maar hoofdzakelijk tevergeefs geprobeerd dat ogenblik en die toestand terug te roepen.’

Helaas is Torgny Lindgren in maart 2017 overleden.




woensdag 6 december 2017

Vertalen is verliezen?


In discussies over geloven en de Bijbel komt het vaak voor dat er dingen verkeerd worden begrepen. Dan wordt er vaak gezegd dat je in de context moet lezen. De context is de samenhang tussen woorden, zinnen en tijd.
Oftewel: een tekst in het geheel waarin hij staat lezen en pogen het met de ogen van toen te doen.
De laatste jaren zijn er mij dingen opgevallen die met de berijming van de psalmen toch niet helemaal goed zijn gegaan.

Het eerste vond ik in psalm 9:9; 110:2
Dat gaat over het getrapt worden op de nek of dat de nek als een voetenbank dienst doet.
Volgens mij is dat een Romeins gebruik en ten tijde van de psalmdichter nog nauwelijks bekend. (Alleen in Jozua 10 staat iets wat er op lijkt.)
Wel vond ik het fascinerend te zien, toen ik in het Egyptisch museum van Cairo rondliep, dat de namen van de vijanden van de Farao op de voetbedden van zijn slippers stonden geschreven net als op zijn voetenbank.
Hij ‘liep’ op zijn vijanden en legde zijn voeten op hen. Ten teken van (toekomstige?) onderwerping.
Toen begreep ik ook de zinssnede die staat in het NT: 1 Kor 15: 25:
‘Want Hij moet Koning zijn totdat Hij alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd’.
Precies zo staat het ook in de onberijmde psalm 110: 1: ‘De Heer heeft tot Mijn Heer gesproken: zit aan Mijn rechterhand, totdat ik Uw vijanden gemaakt zal hebben tot een voetbank voor Uw voeten’.
Niets over een nek.
Nu is dit niet zo schokkend; het heeft eenvoudigweg met onderwerping te maken. Maar het geeft aan dat de berijming met een andere, latere bril is gemaakt.

Het woord ‘vierschaar’ is anders.
Het komt voor in de berijmde psalmen 9:8; 76:5; 119:10; 143:2; en ik weet niet of ze dat allemaal zijn.
Raar woord vond ik het. Later ging ik het begrijpen. Het heeft met de rechtbank te maken.
Je hebt daar de rechter, een openbare aanklager, een advocaat en de schuldige.
Alleen.......toen ik het boek van Wright had gelezen schoot het me weer te binnen. Hij beschrijft de rechtbank uit vroeger dagen als bestaande uit drie personen.
Deuteronomium eens nagelezen: in hoofdstuk 17 staan wat aanwijzingen en inderdaad, zelfs het hoogste rechtsorgaan steekt niet ingewikkeld in elkaar. Wanneer er een zaak was waar met niet uitkwam ging men naar de Levieten, legden de zaak voor en er werd recht gesproken.
Dat woord vierschaar is dan kennelijk een later bedenksel en gebaseerd op de veel latere vorm van de rechtbanken.

Het Onfeilbare Woord wanneer het over de Bijbel gaat is ook zo’n uitdrukking die velen gewend zijn te gebruiken. Het komt uit de (berijmde) Psalm 56: 5.
Het staat niet in de onberijmde of überhaupt in de Bijbel. Wat men er nu precies onder verstaat kom ik ook niet goed achter. Is de Bijbel foutloos?
In ieder geval heeft de Bijbel zelf niet de pretentie 'onfeilbaar' te zijn.
Het wordt er ingestopt.

Het vervelende is dat op die vierschaar en onfeilbaarheid hele theologische constructies worden gebouwd.
Vertalen is helaas niet alleen verliezen, er wordt soms iets toegevoegd wat een heel eigen leven gaat leiden.
En dat vind ik eigenlijk best kwalijk.