Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

donderdag 8 september 2016

September Morn


Stay for just a while
Stay, and let me look at you
It's been so long, I hardly knew you
Standing in the door
Stay with me a while
I only want to talk to you
We've traveled halfway 'round the world
To find ourselves again

September morn
We danced until the night became a brand new day
Two lovers playing scenes from some romantic play
September morning still can make me feel that way
.......


Op mooie septemberdagen zoals deze, wanneer het zonlicht in mijn tuin van helder naar goudgeel verandert heb ik de neiging om September Morn van Neil Diamond hard door het huis te laten galmen.
Het ware beter geweest wanneer ik in een psalm was uitgebarsten maar die spreken niet over die gouden gloed die over mijn nog steeds doorgroeiende en doorbloeiende vermoeide plantjes ligt.
De septemberochtend impliceert dat als vanzelf.
Daarbij dromend over de dingen die passé zijn en voorzichtig de emoties toelatend.
Zie je, ik word er lyrisch van.

Op begrafenissen en crematies kan ik me er ook over verbazen hoe gemakkelijk de stichtelijke en vrome liederen van vroeger zijn veranderd in hedendaagse toppers. Die ook nog eens veel gemakkelijker de emoties bespelen.
En daar houden we van.
Ik hou niet van Claudia en niet van Nederlandstalige liedjes maar op een dag ‘As the final curtain falls before my eyes’ zing ik, denk ik :

‘Mag ik dan bij U?’
God zij dank weet ik het antwoord al.




maandag 5 september 2016

Norrlandse Aquavit


Geschreven in 2007 door Torgny Lindgren (1938) Ik las een tweede druk uit 2010.
Eerder las ik van hem ‘de Bijbel van Doré’ en ‘Het groene glas’.

Een opwekkingsprediker, Olof Helmerson, keert na vijftig jaar terug naar Neder – Avabäck in het noorden van Zweden om zijn zeven(!) gemeenten weer toe te spreken. Tussen 1947 en 1955 heeft hij daar een grote opwekking in gang gezet en sommigen heeft hij zelfs verschillende keren bekeerd maar dit is zijn laatste reis en deze keer is zijn missie volstrekt tegenovergesteld: de bekeerden overtuigen van de valsheid en leugenachtigheid van de bekeringsboodschap, hen nogmaals te bekeren maar nu in tegenovergestelde richting.
Een innerlijke stem heeft hem dat gezegd. O ironie!
Maar helaas, die vijftig jaren zijn ook in het noorden niet zomaar voorbij gegleden. Ook daar heeft de urbanisatie toegeslagen en heeft de dood velen bekenden ingehaald.
De vierentachtig jarige Olof rijd op zijn vouwfiets rond en bezoekt degenen die hem nog zouden moeten kennen.
Jammer voor zijn ego, maar dat zijn er erg weinig. Alleen de oude Gerda, die al drie jaar ligt te wachten op hem, herkent hem direct.
De ‘Stockholmer’, een nieuw gezicht voor de prediker reageert droogjes op zijn pogingen: Dan moet je ons eerst opwekken en bekeren voordat je ons weer van de bekering af kunt helpen.

Er wordt een moord gepleegd en Olof blijkt ook nog eens een dochter te hebben. Alles gelardeerd met het voor mij al bekende cynisme.
Asta is de verzorgster van Gerda en Olof vraagt aan Asta waarom ze de klok niet opwindt. En Asta antwoord met een sneer naar de 'zorgelijke' bureaucratie: “Nee, dat staat niet in het schema”.
Ze had het zelfs nagevraagd bij de autoriteiten in de stad. Maar ze had graag gewild dat het mocht.

Zo zit het boek vol met aardigheden. Langzaam lezen is het devies.
Tussendoor zit een verslag van een bezoek van Koning Karl in dat gebied in de negentiende eeuw waarbij ook allerlei wonderen gebeurden. Vergelijkbaar met het bezoek van Olof. Denk ik. Alleen wat flamboyanter.
De plaatselijke journalist, Leif Vikström is daar mee bezig en Olof mag meelezen. Leif kan niets anders dus werd hij maar schrijver.

‘Je mag toch ook in God geloven als je een afvallige bent?’ zei Marita.
‘Uiteraard’ zei Olof Helmerson, ‘Vrijwel alle afvalligen zijn gelovigen.’


donderdag 1 september 2016

Het kleine meisje van meneer Linh


Geschreven door Philippe Claudel in 2005. Ik las al meerder boeken van hem. Te vinden via de zoekmachine.
Een ontroerend boek(je) over ontheemd voelen, liefde, vriendschap en zorg.

Zoals in meer boeken van Claudel wordt er niet precies beschreven waar het verhaal zich afspeelt. Meneer Linh ontvlucht het regiem van zijn oosterse land met zijn kleindochter, Sang diû.
Zoon en dochter zijn omgekomen; zijn vrouw is hij al langer kwijt.
Maar hij heeft zijn kleine meisje nog en meneer Linh heeft er alles voor over om haar een goede opvoeding, warmte en liefde te geven. Zo heeft hij toch een toekomst.
Hij belandt in een asielzoekerscentrum, sluit een hechte vriendschap met de westerse dikke meneer Bark ondanks de taalbarrière. Meneer Linh noemt Bark 'Goedendag' en Bark verbastert de naam van de kleine meid tot Sans Dieu en meneer Linh tot ‘Tao Laï' en........nee, ik ga er niet teveel over zeggen; het is een ontroerend juweeltje.

Tao heeft te maken met de oorsprong en doel van alle dingen, daarom staat er denk ik voorin 'aan alle meneer Linhs van deze wereld. En aan hun kleine meisjes.'
Sans Dieu? Nee, soms gebeuren er wonderen.

dinsdag 30 augustus 2016


In elke generatie leven maar een paar mensen die zo begaafd zijn en zo rijp, dat men kan begrijpen dat zij de pers gebruiken. Maar dat bijna iedereen, en in het bijzonder alle stumpers een dergelijk communicatiemiddel gebruiken, terwijl zij niets dan kletspraat te vertellen hebben: wat een ongeproportioneerdheid!

Sören Kierkegaard (1813-1855)

Deens filosoof

*gniffel* Ik ben het helemaal met hem eens maar Kierkegaard zou onze social media eens moeten zien.......
En al die mallotige bloggers.
Wat zou hij zich ergeren.

maandag 29 augustus 2016

Vanuit de keuken


Mijn zilverharige vriendin en ik
zijn als twee appelbomen
steviger en heerlijker dan ooit in bloei,
voor de bongerd gerooid wordt.

Wanneer wij elkaar spreken, bijvoorbeeld
over het best-bewaarde damesgeheim
aller tijden, of over hoe wij ons
voegen naar de wet van de wereld,

almaar, en waarom, zegt zij mij:
wij zijn bang voor onze eigen kracht.
En inderdaad, met vreugdevolle
en opbolderende angst zeil ik daarna

de trap af: welke onderneming zal ik
nu eens gaan oprichten, welke harde
waarheid beschrijven; en ga ik, immers
in vlam, die oorlog eens voeren?


Anna Enquist (1945)


maandag 22 augustus 2016

De vreemdeling


Geschreven door Albert Camus in 1942. Oorspronkelijke titel: ‘l’ Etranger’ . Het was zijn debuut.
Het verhaal speelt zich af in Algiers waar Camus is opgegroeid. Algerije werd onafhankelijk van Frankrijk in 1962.
Eerder las ik van hem ‘de Val’ en ‘de Pest’ .
Meursault is de enige zoon van Mw. Meursault die in het eerste hoofdstuk wordt begraven. Zij werd ‘een jaar of zestig’ en heeft haar laatste jaren doorgebracht in een gesticht omdat zoonlief niet meer voor haar kon/wilde zorgen. ‘ze had me allang niets meer te vertellen en in haar eentje verveelde ze zich’. Later hoort hij tot zijn verbazing van iemand uit het gesticht dat zijn moeder het erg heeft gevonden.
Tijdens het lezen zat ik mij af te vragen welk etiketje Meursault in deze tijd zou krijgen: van alle etiketjes die te kust en te keur zijn misschien HSP, Asperger of iets dergelijks.
Hij is gevoelig voor zintuigelijke prikkels en raakt soms overprikkeld. Hij kan zichzelf heel gemakkelijk bezighouden met alleen zijn geest. Hoe herkenbaar. De emotieloosheid is onherkenbaar.

Wanneer Meursault op zijn werk in aanmerking komt voor promotie komt een nihilistisch trekje naar boven: ‘In mijn studententijd had ik veel van dat soort eerzucht. Maar toen ik mijn studie moest afbreken, zag ik heel snel in dat dat alles zonder werkelijke betekenis was.

Door omstandigheden vermoordt Meursault iemand en moet voor het gerecht komen.
De zielenroerselen van Meursault beslaan het belangrijkste gedeelte van het boek. Hij beziet de hele situatie en rechtsgang als bijzonder verwarrend en daardoor afstandelijk. Heel stoïcijns relativeert hij alles en erkent dat hij fout is geweest. Hij neemt de verantwoordelijkheid daarover en accepteert de doodstraf.
‘Maar ieder weet dat het leven niet de moeit waard is te worden geleefd. In de grond van de zaak wist ik heel goed dat het er weinig toe doet of men op dertig- dan wel zeventig jarige leeftijd sterft, omdat in beide gevallen natuurlijk andere mannen en vrouwen zullen leven, en wel gedurende duizenden jaren.’

Camus wilde niet aangemerkt worden als een existentialist maar na dit boek begrijp ik wel dat men hem toch enigszins tot die stroming rekent.

De doodstraf is Camus een doorn in het oog: dat de mens geen enkele kans meer krijgt en men hem daardoor alle hoop ontneemt is niet te verteren. Dat begrijp ik wel, maar er zijn gevallen.....

Aan het einde van het boek krijgt Meursault het aan de stok met een aalmoezenier die hem op de één of andere manier op de knieën wil brengen en weer ‘met God aankomt’. Maar in de ogen van Meursault leeft deze man ‘als een gestorvene’; is niet bepaald iemand om jaloers op te zijn en scheld hem overhoop.
Daarna kan hij zich overgeven aan ‘de tedere onverschilligheid van de wereld’.



zaterdag 20 augustus 2016

De drie wonderlijkste woorden


Wanneer ik het woord Toekomst uitspreek,
vertrekt de eerste lettergreep al naar het verleden.

Wanneer ik het woord Stilte uitspreek,
vernietig ik haar.

Wanneer ik het woord Niets uitspreek,
schep ik iets dat in geen enkel niet-bestaan past.

Wislawa Szymborska (1923 -2012)