Een film uit 2010 met een Oscar voor de beste vrouwelijk actrice: Natalie Portman. De regisseur is Darren Aronofsky. Deze keer opgenomen zodat we plezierig de commercials konden doorspoelen.
Deze film staat te boek als een psychologische thriller. Met dat thrillergehalte vind ik het wel meevallen. Het is wel een film die weer lang blijft hangen vanwege het probleem van automutilatie. Wat een ingewikkelde processen kunnen er omgaan in een mensenbrein. En wat is de invloed daarin van de omgeving?
Het verhaal speelt zich af rondom een eigentijdse opvoering van het zwanenmeer van Tsjaikovski door een balletgezelschap in New York. Dat is alvast een verzekering voor mooie muziek. Nina, een balletdanseres wordt uitgekozen om de maagdelijke witte zwaan (Odette bij Tsjaikovski) te spelen in het ballet, maar overtuigt niet als de zwarte zwaan (Odile). Ze heeft de perfectie wel in huis maar niet de passie. Toch weet ze ook die rol te bemachtigen. Dan moet ze er tegenaan. Want ze is perfectionistisch en de concurrentie is moordend. Ze moet zichzelf leren loslaten, loskomen van een heerszuchtige (?) moeder en haar seksualiteit ontdekken. Daarin gaat ze heel ver. Dat moet om die perfectie te kunnen bereiken. Denkt ze. Ik denk tenminste dat zij dat denkt.
Dat ze psychisch niet helemaal in orde is wordt duidelijk door het auto mutileren. De vraag is waardoor dat komt. Is het de grote druk? Is het die moeder die haar eigen ambities via haar dochter probeert te behalen?
Kip - ei verhaal?
In ieder geval is het soms lastig om de wanen en het gewone leven uit elkaar te houden. Dat is dan ook de kracht van de film en de aanleiding om hem nog eens te kijken en er wat langer over na te denken. Er zit een enkel los eindje in. Wat is er precies gebeurt met de voorgangster van Nina? Ongeluk of suïcide? Wat is nu de invloed van de moeder in het hele verhaal?
Nou ja, gewoon nog eens kijken dus.
Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say
dinsdag 5 maart 2013
maandag 4 maart 2013
Ik was een Christen
Geschreven door Maria Rosseels in 1957. Ik las een heruitgave uit 2003.
Tijdens het boekenfestijn in Ahoy, Rotterdam eind januari liep ik tegen dit boek aan. De schrijfster kende ik al dus voor 3,00 euro vond ik deze dikke pil een buitenkansje. Net als Graham Greene trouwens die ik daar ook vond.
Op zo’n boekenmarkt word ik altijd een beetje hebberig. Heel veel Engelse literatuur was er te vinden. Ja, de complete weken van Shakespeare staan ongetwijfeld mooi in mijn boekenkast en geven een intellectuele uitstraling , bij mij geeft de zolder dan een uitstraling van intellect. *grinnik* maar ik heb ‘m toch maar laten liggen. Ik ben een beetje gemakzuchtig en lees liever gewoon Nederlands.
Ik verbaasde me trouwens wel over de grote hoeveelheid thrillers die er lagen. Wat is dat toch met die gemiddelde Nederlander? Behoefte aan spanning in plaats van wijsheid?
Alora……ik was een christen. Een historische roman die speelt in de tijden van Ambrosius en Augustinus. De hoofdpersoon stierf op ‘de vooravond van het feest van ‘s Heren geboorte, in het jaar van Augustinus’ dood.’ Dus in 430 AC.
Je kunt beter de kerkvorsten noemen dan de keizers van het Romeinse Rijk want dat waren er nogal wat in dat verdeelde rijk van Constantijn.
De hoofpersoon, Alexander Marcus Aurelius is de helft van een tweeling en als tweede geboren. Hun vader was een edele Romein, hij bad nooit maar zijn "hele leven was één gebed, in feit hetzelfde gebed dat grootmoeder ons die eerste avond had geleerd: Uw wil geschiedde op de aarde zoals in de hemel".
Deze grootmoeder, Severa Caecilia was een christin en heeft vooral Alexander en zijn jongere zusje Anicia zeer beïnvloed. Angelo, de oudste van de tweeling leek meer op zijn vader. Naturalisten avant la lettre. Ze geloofden in wat ze zagen. Hun doel was lijden en dood overwinnen door het vernietigen van de vrees terwijl Severa Caecilia aan dat lijden en de dood een hoger doel trachtte te geven. Zingeving is dan ook een belangrijk thema.
De titel van het boek is fascinerend. De door zijn grootmoeder beïnvloedde Alexander is ook christen maar gaandeweg het boek merkje dat zijn geloof ontzettend wordt beproefd. Zo erg dat je denkt dat hij verschuift naar een atheïstische levenshouding. Zijn houding komt voort uit de vreselijke dingen die hij ziet gebeuren door christenen in die eerste bewogen tijd na Christus, voordat er een definitief Rooms Katholiek bolwerk ontstond. Een roerige vierde eeuw waarin de Arianen en Marcionieten bevochten moesten worden. Alexander is zelfs bereidt om voor het christelijke geloof te moorden. Interessant is die passage met betrekking tot de vrije wil. Maar langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij eigenlijk niet meer bij die Christenen wil horen. Ach, wie heeft dat niet bij tijd en wijle…..Je gaat de titel van het boek begrijpen. Maar toch…….aan het einde van zijn levensweg concludeert hij: Ik was een Christen en een Romein, op beide ben ik fier.
Na heel veel leed komt hij erachter dat hij is geboren “omdat God wilde dat ik zou bestaan. Dat is alles.” Heerlijk relativerend.
Een indringende passage is de passage wanneer hij terugkeert naar zijn ouderlijk huis van de Aurelii’s en daar een fresco van Jezus, door zijn grootmoeder daar laten maken, compleet aan gruizels slaat. Het deed me denken aan de taartengooier uit 'Het Lam’ van Peter de Vries . Jammer dat in dit boek de schrijfster de hoofdpersoon een nervous breakdown laat doormaken. Zouden mensen dit soms niet willen doen wanneer ze gewoon bij zinnen zijn zoals bij Peter de Vries?
Angelo, zijn tweelingbroer maakt een tegenovergestelde beweging door; van een, alleen in zichzelf gelovende Romein naar een trouwe aanhanger van het Christendom via Augustinus van Hippo.
Filosofische denkbeelden staan erin. Severa Caecilia zegt op een gegeven moment tegen Alexander: “Als je langs de rede God wilt benaderen, sla je op drift. Geloven moet je. Alleen maar geloven.[..] Redeneren is als het moeizame beklimmen van een steile berg; wie gelooft neemt ineens de sprong naar de top.”
Wie zou dat nu willen? Ik niet. Liever klimmen en zo af en toe van het uitzicht genieten. Dat is bevredigender.
En geloven, erop vertrouwen dat je op een dag die top wel haalt.
Tijdens het boekenfestijn in Ahoy, Rotterdam eind januari liep ik tegen dit boek aan. De schrijfster kende ik al dus voor 3,00 euro vond ik deze dikke pil een buitenkansje. Net als Graham Greene trouwens die ik daar ook vond.
Op zo’n boekenmarkt word ik altijd een beetje hebberig. Heel veel Engelse literatuur was er te vinden. Ja, de complete weken van Shakespeare staan ongetwijfeld mooi in mijn boekenkast en geven een intellectuele uitstraling , bij mij geeft de zolder dan een uitstraling van intellect. *grinnik* maar ik heb ‘m toch maar laten liggen. Ik ben een beetje gemakzuchtig en lees liever gewoon Nederlands.
Ik verbaasde me trouwens wel over de grote hoeveelheid thrillers die er lagen. Wat is dat toch met die gemiddelde Nederlander? Behoefte aan spanning in plaats van wijsheid?
Alora……ik was een christen. Een historische roman die speelt in de tijden van Ambrosius en Augustinus. De hoofdpersoon stierf op ‘de vooravond van het feest van ‘s Heren geboorte, in het jaar van Augustinus’ dood.’ Dus in 430 AC.
Je kunt beter de kerkvorsten noemen dan de keizers van het Romeinse Rijk want dat waren er nogal wat in dat verdeelde rijk van Constantijn.
De hoofpersoon, Alexander Marcus Aurelius is de helft van een tweeling en als tweede geboren. Hun vader was een edele Romein, hij bad nooit maar zijn "hele leven was één gebed, in feit hetzelfde gebed dat grootmoeder ons die eerste avond had geleerd: Uw wil geschiedde op de aarde zoals in de hemel".
Deze grootmoeder, Severa Caecilia was een christin en heeft vooral Alexander en zijn jongere zusje Anicia zeer beïnvloed. Angelo, de oudste van de tweeling leek meer op zijn vader. Naturalisten avant la lettre. Ze geloofden in wat ze zagen. Hun doel was lijden en dood overwinnen door het vernietigen van de vrees terwijl Severa Caecilia aan dat lijden en de dood een hoger doel trachtte te geven. Zingeving is dan ook een belangrijk thema.
De titel van het boek is fascinerend. De door zijn grootmoeder beïnvloedde Alexander is ook christen maar gaandeweg het boek merkje dat zijn geloof ontzettend wordt beproefd. Zo erg dat je denkt dat hij verschuift naar een atheïstische levenshouding. Zijn houding komt voort uit de vreselijke dingen die hij ziet gebeuren door christenen in die eerste bewogen tijd na Christus, voordat er een definitief Rooms Katholiek bolwerk ontstond. Een roerige vierde eeuw waarin de Arianen en Marcionieten bevochten moesten worden. Alexander is zelfs bereidt om voor het christelijke geloof te moorden. Interessant is die passage met betrekking tot de vrije wil. Maar langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij eigenlijk niet meer bij die Christenen wil horen. Ach, wie heeft dat niet bij tijd en wijle…..Je gaat de titel van het boek begrijpen. Maar toch…….aan het einde van zijn levensweg concludeert hij: Ik was een Christen en een Romein, op beide ben ik fier.
Na heel veel leed komt hij erachter dat hij is geboren “omdat God wilde dat ik zou bestaan. Dat is alles.” Heerlijk relativerend.
Een indringende passage is de passage wanneer hij terugkeert naar zijn ouderlijk huis van de Aurelii’s en daar een fresco van Jezus, door zijn grootmoeder daar laten maken, compleet aan gruizels slaat. Het deed me denken aan de taartengooier uit 'Het Lam’ van Peter de Vries . Jammer dat in dit boek de schrijfster de hoofdpersoon een nervous breakdown laat doormaken. Zouden mensen dit soms niet willen doen wanneer ze gewoon bij zinnen zijn zoals bij Peter de Vries?
Angelo, zijn tweelingbroer maakt een tegenovergestelde beweging door; van een, alleen in zichzelf gelovende Romein naar een trouwe aanhanger van het Christendom via Augustinus van Hippo.
Filosofische denkbeelden staan erin. Severa Caecilia zegt op een gegeven moment tegen Alexander: “Als je langs de rede God wilt benaderen, sla je op drift. Geloven moet je. Alleen maar geloven.[..] Redeneren is als het moeizame beklimmen van een steile berg; wie gelooft neemt ineens de sprong naar de top.”
Wie zou dat nu willen? Ik niet. Liever klimmen en zo af en toe van het uitzicht genieten. Dat is bevredigender.
En geloven, erop vertrouwen dat je op een dag die top wel haalt.
vrijdag 1 maart 2013
Wereldgebedsdag
Leer ons bidden, eeuw’ge Koning
voor de wereld zo in nood
zoveel oorlog en vervolging
de ellende is zo groot.
Leer ons bidden voor de naasten
hier en ver van ons vandaan;
laat hun zorgen op ons drukken,
net of ze vlak bij ons staan.
Leer ons bidden voor de kerken
zo verstrooid en zo verscheurd;
hoeveel harde, wrede woorden,
hoeveel scheiding wordt betreurd.
Heere, kom toch spoedig weder
daar verlangen wij zo naar!
Altijd vrede, zonder einde:
"Kom, Heer Jezus, maak dat waar!"
Bert Noteboom jr.
voor de wereld zo in nood
zoveel oorlog en vervolging
de ellende is zo groot.
Leer ons bidden voor de naasten
hier en ver van ons vandaan;
laat hun zorgen op ons drukken,
net of ze vlak bij ons staan.
Leer ons bidden voor de kerken
zo verstrooid en zo verscheurd;
hoeveel harde, wrede woorden,
hoeveel scheiding wordt betreurd.
Heere, kom toch spoedig weder
daar verlangen wij zo naar!
Altijd vrede, zonder einde:
"Kom, Heer Jezus, maak dat waar!"
Bert Noteboom jr.
donderdag 28 februari 2013
Jean Paul Gaultier
Rotterdam is een beetje in de ban van Jean Paul Gaultier. Met dochterlief ben ik naar de Kunsthal geweest naar een expositie van hem. Een fascinerend mens zo bleek wel weer.
Ik herinnerde hem vaag uit modespecials van Elseviers magazine. Mannen in rokken en allerlei andere vreemde zaken. Madonna die iets wonderlijks corsletterigs van hem droeg. Een enfant terrible, zo werd hij wel gezien. Ik was toen veel te druk om er echt aandacht aan te besteden.
In de Kunsthal vertelde hij via een groot scherm over zijn jeugd en hoe het allemaal zo gekomen is.
Het was een verademing om eens te horen dat iemand een vrolijke onbezorgde jeugd heeft gehad. Weliswaar had hij geen broertjes of zusjes maar dat deerde hem niet. Hij keek en keek en keek.
Iemand, ogenschijnlijk zonder trauma’s, die is gaan doen wat hij het liefste deed. In eerste instantie zijn beer aankleden, later vrouwen en nog later mannen. Mannen voor de (andro)gein als vrouwen. Ik herinner me die man met die teddybeer wel, nu begrijp ik het ook allemaal wat beter.
Zijn modellen waren niet bloedmooi, graatmager en anorexia-achtig maar mensen van vlees en bloed die als boeren en boerinnen over de catwalk liepen. Geen theater zoals andere couturiers maar juist natuurlijk, zoals mensen zijn.
Op die manier zocht hij de grenzen van de schoonheid op. En gaat daarin naar mijn smaak soms te ver. Dan choqueert het wel maar is het niet mooi.
Hij was achttien en zat nog op school toen hij door Pierre Cardin als assistent werd aangenomen en van hem kreeg hij de vrijheid en alle ruimte om zich te ontwikkelen. Een gezegend mens ben je wanneer je zulke goeroes in je leven tegenkomt.
In de eerste zaal waar zijn creaties stonden heb ik eerst een half uur gebiologeerd naar de poppen zelf staan kijken in plaats van naar de creaties. Daar ga ik verder niets over zeggen dan is de spanning eraf. Maar af en toe was het best ‘ creepy’ zoals dochter Cathy het noemde.
Naar mijn bescheiden mening stopt Gaultier teveel mooie details in één creatie, waardoor ze vaak erg onrustig worden. Niet alles vond ik mooi maar er zaten zeker prachtige dingen tussen. De opgewekte, levenslustige manier waarop Gaultier zijn werk betekenis gaf; tegen de mensen in al hun veelkleurigheid en tegen zichzelf aankeek stond mij wel aan.
Ik mag hem wel, die Jean Paul.
Hij mag onder het kopje kunst(on)zinnig.
Ik herinnerde hem vaag uit modespecials van Elseviers magazine. Mannen in rokken en allerlei andere vreemde zaken. Madonna die iets wonderlijks corsletterigs van hem droeg. Een enfant terrible, zo werd hij wel gezien. Ik was toen veel te druk om er echt aandacht aan te besteden.
In de Kunsthal vertelde hij via een groot scherm over zijn jeugd en hoe het allemaal zo gekomen is.
Het was een verademing om eens te horen dat iemand een vrolijke onbezorgde jeugd heeft gehad. Weliswaar had hij geen broertjes of zusjes maar dat deerde hem niet. Hij keek en keek en keek.
Iemand, ogenschijnlijk zonder trauma’s, die is gaan doen wat hij het liefste deed. In eerste instantie zijn beer aankleden, later vrouwen en nog later mannen. Mannen voor de (andro)gein als vrouwen. Ik herinner me die man met die teddybeer wel, nu begrijp ik het ook allemaal wat beter.
Zijn modellen waren niet bloedmooi, graatmager en anorexia-achtig maar mensen van vlees en bloed die als boeren en boerinnen over de catwalk liepen. Geen theater zoals andere couturiers maar juist natuurlijk, zoals mensen zijn.
Op die manier zocht hij de grenzen van de schoonheid op. En gaat daarin naar mijn smaak soms te ver. Dan choqueert het wel maar is het niet mooi.
Hij was achttien en zat nog op school toen hij door Pierre Cardin als assistent werd aangenomen en van hem kreeg hij de vrijheid en alle ruimte om zich te ontwikkelen. Een gezegend mens ben je wanneer je zulke goeroes in je leven tegenkomt.
In de eerste zaal waar zijn creaties stonden heb ik eerst een half uur gebiologeerd naar de poppen zelf staan kijken in plaats van naar de creaties. Daar ga ik verder niets over zeggen dan is de spanning eraf. Maar af en toe was het best ‘ creepy’ zoals dochter Cathy het noemde.
Naar mijn bescheiden mening stopt Gaultier teveel mooie details in één creatie, waardoor ze vaak erg onrustig worden. Niet alles vond ik mooi maar er zaten zeker prachtige dingen tussen. De opgewekte, levenslustige manier waarop Gaultier zijn werk betekenis gaf; tegen de mensen in al hun veelkleurigheid en tegen zichzelf aankeek stond mij wel aan.
Ik mag hem wel, die Jean Paul.
Hij mag onder het kopje kunst(on)zinnig.
dinsdag 26 februari 2013
Voedsel
In deze crisistijd verschijnen er wel veel artikelen en tv-programma’s over ongezond voedsel.
Plofkippen, (bijna) overal zit teveel suiker in, paardenvlees in mengsels terwijl het niet is vermeld en ga zo maar door. De marketing voor ongezond voedsel voor kinderen is te agressief en zou verboden moeten worden.
Neem kinderen gewoon niet mee, wanneer je hen geen weerstand kunt bieden, zou ik zeggen. Met die uitgebreide openingstijden zou dat geen probleem hoeven te zijn. Plus dat we allemaal te dik worden.
Voor zover we het journaille natuurlijk weer moeten geloven. Mijn vertrouwen daarin holt met de dag achteruit. Ik vraag me regelmatig af of ze het woord 'waarheidsvinding' nog kennen. Het kan ook weer een handige afleidingsmanoeuvre zijn. Maar ik ben toch wel gevoelig voor zulke berichten. Het heeft toch te maken met ons algehele welbevinden. Wanneer dát goed is drukt het op zijn beurt de uit de pan rijzende kosten in de gezondheidszorg.
Gelukkig gaan plofkippen verdwijnen maar met dat kippenvlees weet ik het niet hoor. Pas had ik bio kippenvlees gekocht bij een gele grote supermarkt en dat vlees kon ik met mijn vingers in stukjes trekken. Wel handig dat je geen mes meer nodig hebt maar is dat normaal? Lijkt mij niet. Waar staat dat bio eigenlijk voor?
Volgens hun site krijgt het vee alle ruimte en wordt er niet gewerkt met chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Juist. Zou het kunnen zijn dat die kippen zo in de watten worden gelegd dat hun spieren zich niet meer ontwikkelen? Het leek wel kikkerdril. Op een dag ben ik toch vegetariër, vermoed ik. Jammer dat mijn huisgenoten nog niet willen.
Sinds de lessen voedingsleer in mijn opleiding ben ik iemand die, zeker sinds het moederschap, in de winkels etiketten staat te bestuderen en zo avond aan avond een verantwoorde maaltijd op tafel probeert te zetten. Al weet je het met die voortschrijdende inzichten in de wetenschap natuurlijk nooit. Wat vandaag gezond is kan morgen uiterst ongezond en kankerverwekkend zijn.
Ik zou kunnen overwegen om een kookboek te gaan schrijven maar mijn zeer korte kookadvies vult geen boek. Die boekenmarkt is al zo overtollige vol. Daarom gratis hier: eet kosher, eet verder alles met mate maar neem zoveel mogelijk puur natuur zonder allerlei geur, kleur en smaakstoffen. Drink geen dranken met koolzuur en snoep matig.
Geniet! van hetgeen je eet en last but not least: vraag een zegen voor je eten want………
Als de Heer het eten niet zegent
tevergeefs eet je ‘gezond’.
Plofkippen, (bijna) overal zit teveel suiker in, paardenvlees in mengsels terwijl het niet is vermeld en ga zo maar door. De marketing voor ongezond voedsel voor kinderen is te agressief en zou verboden moeten worden.
Neem kinderen gewoon niet mee, wanneer je hen geen weerstand kunt bieden, zou ik zeggen. Met die uitgebreide openingstijden zou dat geen probleem hoeven te zijn. Plus dat we allemaal te dik worden.
Voor zover we het journaille natuurlijk weer moeten geloven. Mijn vertrouwen daarin holt met de dag achteruit. Ik vraag me regelmatig af of ze het woord 'waarheidsvinding' nog kennen. Het kan ook weer een handige afleidingsmanoeuvre zijn. Maar ik ben toch wel gevoelig voor zulke berichten. Het heeft toch te maken met ons algehele welbevinden. Wanneer dát goed is drukt het op zijn beurt de uit de pan rijzende kosten in de gezondheidszorg.
Gelukkig gaan plofkippen verdwijnen maar met dat kippenvlees weet ik het niet hoor. Pas had ik bio kippenvlees gekocht bij een gele grote supermarkt en dat vlees kon ik met mijn vingers in stukjes trekken. Wel handig dat je geen mes meer nodig hebt maar is dat normaal? Lijkt mij niet. Waar staat dat bio eigenlijk voor?
Volgens hun site krijgt het vee alle ruimte en wordt er niet gewerkt met chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Juist. Zou het kunnen zijn dat die kippen zo in de watten worden gelegd dat hun spieren zich niet meer ontwikkelen? Het leek wel kikkerdril. Op een dag ben ik toch vegetariër, vermoed ik. Jammer dat mijn huisgenoten nog niet willen.
Sinds de lessen voedingsleer in mijn opleiding ben ik iemand die, zeker sinds het moederschap, in de winkels etiketten staat te bestuderen en zo avond aan avond een verantwoorde maaltijd op tafel probeert te zetten. Al weet je het met die voortschrijdende inzichten in de wetenschap natuurlijk nooit. Wat vandaag gezond is kan morgen uiterst ongezond en kankerverwekkend zijn.
Ik zou kunnen overwegen om een kookboek te gaan schrijven maar mijn zeer korte kookadvies vult geen boek. Die boekenmarkt is al zo overtollige vol. Daarom gratis hier: eet kosher, eet verder alles met mate maar neem zoveel mogelijk puur natuur zonder allerlei geur, kleur en smaakstoffen. Drink geen dranken met koolzuur en snoep matig.
Geniet! van hetgeen je eet en last but not least: vraag een zegen voor je eten want………
Als de Heer het eten niet zegent
tevergeefs eet je ‘gezond’.
donderdag 21 februari 2013
Crash
Gisteravond heb ik naar de film ‘Crash’ zitten kijken. Ondanks mijn goede voornemen om nooit meer films te kijken via de commerciële omroepen. Die gasten passen te/on pas reclameblokken in de films tot mijn giga-grote ergernis.
Door mijn kinderen wordt deze film spottend een ‘CKV – film’ genoemd. (Culturele, Kunstzinnige Vorming; een vak op de middelbare school) Tsja, je moet erbij nadenken en het gáát ergens over.
Deze film deed mij wel heel sterk denken aan ‘Magnolia’, ook een Arthouse film die ik eens voor een opdracht moest analyseren. Die film had thema’s als: slachtoffer zijn, wroeging en vergeving. Het regende aan dit einde dan geen kikkers maar as deeltjes. De betekenis begreep ik toen niet en begrijp ik nu ook niet. Misschien iets van: Wat maakt het allemaal uit; tot stof zult gij wederkeren?
Maar goed; deze film stamt uit 2004, geregisseerd door Paul Haggis. De cast is een aaneenschakeling van bekende gezichten, een galerij van groten. Een echte verhaallijn kon ik niet ontdekken. Dat heb je in het gewone leven natuurlijk ook niet. Het gaat over mensen met en in hun dagelijkse beslommeringen.
Wat hen echter bindt zijn hun vooroordelen, racisme, gevoelens van (on)veiligheid en hun goede redenen om te zijn zoals ze zijn en te handelen zoals ze handelen.
Het leven is niet zwart – wit; alles is grijs en in elk mens schuilt het kwade maar is ook in staat tot het goede. Iedereen is als vanzelf, van nature kwaad/fout, op zoek naar zelfverrijking en zelfbehoud maar leert van fouten die dat oplevert.
Af en toe gaat het je door merg en been. Een jonge politieagent die niet meer wil samenwerken met een oudere omdat hij bij het fouilleren een vrouw zeer onzedelijk betast. Dan ben je blij dat er nog rechtschapen mensen zijn maar verderop in de film schiet hij een zwarte jonge man neer en dumpt hem in een veld langs de weg, bang voor de consequenties. Dat blijkt dan weer een broer te zijn van zijn superieur.
Moraal van het verhaal: we zijn allemaal van dezelfde lap gescheurd en niemand heeft het récht om zich boven een ander te verheffen.
Wist ik dat nog niet? Natuurlijk wel. Maar met de meeslepende beelden van deze film wordt dat alles nog eens extra duidelijk en ook op je netvlies gezet. Het gaat op een andere manier je brein in dan alleen met woorden. Is het dan vreemd dat zo'n film meer blijft hangen dan zes en tachtig preken hierover?
Door mijn kinderen wordt deze film spottend een ‘CKV – film’ genoemd. (Culturele, Kunstzinnige Vorming; een vak op de middelbare school) Tsja, je moet erbij nadenken en het gáát ergens over.
Deze film deed mij wel heel sterk denken aan ‘Magnolia’, ook een Arthouse film die ik eens voor een opdracht moest analyseren. Die film had thema’s als: slachtoffer zijn, wroeging en vergeving. Het regende aan dit einde dan geen kikkers maar as deeltjes. De betekenis begreep ik toen niet en begrijp ik nu ook niet. Misschien iets van: Wat maakt het allemaal uit; tot stof zult gij wederkeren?
Maar goed; deze film stamt uit 2004, geregisseerd door Paul Haggis. De cast is een aaneenschakeling van bekende gezichten, een galerij van groten. Een echte verhaallijn kon ik niet ontdekken. Dat heb je in het gewone leven natuurlijk ook niet. Het gaat over mensen met en in hun dagelijkse beslommeringen.
Wat hen echter bindt zijn hun vooroordelen, racisme, gevoelens van (on)veiligheid en hun goede redenen om te zijn zoals ze zijn en te handelen zoals ze handelen.
Het leven is niet zwart – wit; alles is grijs en in elk mens schuilt het kwade maar is ook in staat tot het goede. Iedereen is als vanzelf, van nature kwaad/fout, op zoek naar zelfverrijking en zelfbehoud maar leert van fouten die dat oplevert.
Af en toe gaat het je door merg en been. Een jonge politieagent die niet meer wil samenwerken met een oudere omdat hij bij het fouilleren een vrouw zeer onzedelijk betast. Dan ben je blij dat er nog rechtschapen mensen zijn maar verderop in de film schiet hij een zwarte jonge man neer en dumpt hem in een veld langs de weg, bang voor de consequenties. Dat blijkt dan weer een broer te zijn van zijn superieur.
Moraal van het verhaal: we zijn allemaal van dezelfde lap gescheurd en niemand heeft het récht om zich boven een ander te verheffen.
Wist ik dat nog niet? Natuurlijk wel. Maar met de meeslepende beelden van deze film wordt dat alles nog eens extra duidelijk en ook op je netvlies gezet. Het gaat op een andere manier je brein in dan alleen met woorden. Is het dan vreemd dat zo'n film meer blijft hangen dan zes en tachtig preken hierover?
zondag 17 februari 2013
Het geschonden geweten
Geschreven door Graham Greene (1901 – 1991) een Brits schrijver.
Oorspronkelijke titel: The Power and the Glory en voor het eerst uitgegeven in 1940. Ik las de uitgave uit, jawel alweer, de serie christelijke klassieken, uitgegeven in 2011.
Die oorspronkelijke titel is na het lezen toch wel doordacht. De titel ‘het geschonden geweten is erg op de priester gericht terwijl de Engelse titel een ruimere spanningswijdte heeft.
Het boek is gebaseerd op een waar verhaal van een priester die met gevaar voor eigen leven zijn plichten bleef vervullen in de moerassen van een communistisch staatje in Mexico, eerste helft 20ste eeuw.
Het boek begint met een paar mensen die ook aan het einde van het boek weer terug komen en zo een cirkel sluiten. De voortvluchtige priester probeert met een schip weg te komen naar Vera Cruz maar hij wordt bij een zieke geroepen. Plichtsgetrouw als hij is geeft hij gehoor aan de vraag en weet dat hij zijn schip zal missen.
Het boek beschrijft de dilemma’s waar de priesterlijke hoofdpersoon mee te maken krijgt. Hij is ‘the last of the Mohicans’ maar er is een prijs op zijn hoofd gezet. Eindeloos trekt hij met een ezel door bossen en moerassen in de hitte, in de nacht en tijdens donderbuien om zijn achtervolgers voor te blijven. De schaarse bevolking die hij tegenkomt heeft snel door dat hij een priester is en kloppen bij hem aan voor de biecht of het opdragen van een mis. Hij is heel plichtsgetrouw maar vindt van zichzelf dat hij maar een armzalige priester is met een drankprobleem en ergens een kind, een dochtertje.
Ook al vindt hij zichzelf een slechte priester; hij gaat door met het goede te doen, al weet hij dat het zijn einde zal betekenen. Met veel liefde doet hij het echter niet, dat komt pas later wanneer er echt geen weg terug meer is.
Zijn plichtsbesef gebiedt hem dat hij moet blijven anders zien de mensen en de kinderen niets meer van God. Maar hij heeft er moeite mee: “Hoe dikwijls had de priester zo’n zelfde biecht al niet gehoord? De mens was zo’n beperkt wezen; hij was zelfs niet scherpzinnig genoeg om een nieuwe zonde uit te vinden; de beesten wisten evenveel als hij”
Uiteindelijk wordt hij door een beroep op zijn plichtbesef in de val gelokt door de luitenant die hem al tijden op z’n hielen zit en raken de communist en de priester met elkaar in gesprek. Waarom is de priester gebleven terwijl anderen allemaal op de vlucht zijn geslagen? “Mijn eigenlijke drijfveer was trots en niet mijn liefde voor God. […… ] trots is de ergste van alle zonden. Ik vond mezelf een prachtkerel, omdat ik alleen was achtergebleven terwijl de anderen waren weggegaan”
Ook de luitenant heeft zo zijn argumenten tegen priesters: “U hebt altijd een antwoord klaar dat niets betekent” en “ ….. ik heb een hekel aan dat geredeneer van jullie [.. ] ik wil niet redeneren. Als jullie iemand pijn zien lijden, dan gaan jullie redeneren en nog eens redeneren. En dan zeggen jullie: misschien is die pijn wel goed voor hem, misschien zal hij er eens voordeel van hebben…..”
Ja, dat laatste gesprek is wel het mooiste deel van het boek. De luitenant heeft ook zijn agenda: …..’hij zou zijn woord houden, omdat het een triomf voor die oude, corrupte, van God bezeten wereld zou zijn als ze zich in enig opzicht de meerdere kon tonen – in moed, in waarheidsliefde of in gerechtigheid…..’
Toch blijkt religie niet uitroeibaar zoals de luitenant voorstaat want aan het einde van het boek meldt zich een nieuwe priester. God gaat kalmpjes door met Zijn werk. Glimpjes hoop in een harde wereld. Eigenlijk is dit blogje te klein om dit boek echt recht te doen. Een ieder leze zelf.
Oorspronkelijke titel: The Power and the Glory en voor het eerst uitgegeven in 1940. Ik las de uitgave uit, jawel alweer, de serie christelijke klassieken, uitgegeven in 2011.
Die oorspronkelijke titel is na het lezen toch wel doordacht. De titel ‘het geschonden geweten is erg op de priester gericht terwijl de Engelse titel een ruimere spanningswijdte heeft.
Het boek is gebaseerd op een waar verhaal van een priester die met gevaar voor eigen leven zijn plichten bleef vervullen in de moerassen van een communistisch staatje in Mexico, eerste helft 20ste eeuw.
Het boek begint met een paar mensen die ook aan het einde van het boek weer terug komen en zo een cirkel sluiten. De voortvluchtige priester probeert met een schip weg te komen naar Vera Cruz maar hij wordt bij een zieke geroepen. Plichtsgetrouw als hij is geeft hij gehoor aan de vraag en weet dat hij zijn schip zal missen.
Het boek beschrijft de dilemma’s waar de priesterlijke hoofdpersoon mee te maken krijgt. Hij is ‘the last of the Mohicans’ maar er is een prijs op zijn hoofd gezet. Eindeloos trekt hij met een ezel door bossen en moerassen in de hitte, in de nacht en tijdens donderbuien om zijn achtervolgers voor te blijven. De schaarse bevolking die hij tegenkomt heeft snel door dat hij een priester is en kloppen bij hem aan voor de biecht of het opdragen van een mis. Hij is heel plichtsgetrouw maar vindt van zichzelf dat hij maar een armzalige priester is met een drankprobleem en ergens een kind, een dochtertje.
Ook al vindt hij zichzelf een slechte priester; hij gaat door met het goede te doen, al weet hij dat het zijn einde zal betekenen. Met veel liefde doet hij het echter niet, dat komt pas later wanneer er echt geen weg terug meer is.
Zijn plichtsbesef gebiedt hem dat hij moet blijven anders zien de mensen en de kinderen niets meer van God. Maar hij heeft er moeite mee: “Hoe dikwijls had de priester zo’n zelfde biecht al niet gehoord? De mens was zo’n beperkt wezen; hij was zelfs niet scherpzinnig genoeg om een nieuwe zonde uit te vinden; de beesten wisten evenveel als hij”
Uiteindelijk wordt hij door een beroep op zijn plichtbesef in de val gelokt door de luitenant die hem al tijden op z’n hielen zit en raken de communist en de priester met elkaar in gesprek. Waarom is de priester gebleven terwijl anderen allemaal op de vlucht zijn geslagen? “Mijn eigenlijke drijfveer was trots en niet mijn liefde voor God. […… ] trots is de ergste van alle zonden. Ik vond mezelf een prachtkerel, omdat ik alleen was achtergebleven terwijl de anderen waren weggegaan”
Ook de luitenant heeft zo zijn argumenten tegen priesters: “U hebt altijd een antwoord klaar dat niets betekent” en “ ….. ik heb een hekel aan dat geredeneer van jullie [.. ] ik wil niet redeneren. Als jullie iemand pijn zien lijden, dan gaan jullie redeneren en nog eens redeneren. En dan zeggen jullie: misschien is die pijn wel goed voor hem, misschien zal hij er eens voordeel van hebben…..”
Ja, dat laatste gesprek is wel het mooiste deel van het boek. De luitenant heeft ook zijn agenda: …..’hij zou zijn woord houden, omdat het een triomf voor die oude, corrupte, van God bezeten wereld zou zijn als ze zich in enig opzicht de meerdere kon tonen – in moed, in waarheidsliefde of in gerechtigheid…..’
Toch blijkt religie niet uitroeibaar zoals de luitenant voorstaat want aan het einde van het boek meldt zich een nieuwe priester. God gaat kalmpjes door met Zijn werk. Glimpjes hoop in een harde wereld. Eigenlijk is dit blogje te klein om dit boek echt recht te doen. Een ieder leze zelf.
Abonneren op:
Posts (Atom)