Geschreven door Marilynne Robinson (1943)
Ik las een digitale editie naar de eerste Nederlandse druk uit 2015.
Het is bij nader inzien een derde boek uit een reeks van vier; de Gileadserie, maar dat mag de pret niet drukken. Ik denk dat het ook op zichzelf staand gelezen kan worden.
Robinson schreef dit boek in 2014 en kreeg er de National Book Critics Circle Award voor.
Voor eerdere boeken kreeg zij al eens de Pulitzerprijzen.
Geheel terecht naar mijn idee.
De sfeer van dit boek doet denken aan 'Grapes of Wrath/ Druiven der Gramschap' van Steinbeck.
Trekkend door Amerika overleven. In dit geval door Iowa, Kansas, Missouri en
Nebraska.
Lila wordt als klein meisje gekidnapt uit een probleemgezin waar ze werd
verwaarloosd, door een vrouw met de naam Doll, van wie ik het idee heb dat ze
van Indiaanse afkomst is.
Doll is haar enige liefdevolle houvast bij het opgroeien en de omzwervingen op zoek naar
werk, eten en onderdak. Soms sluiten ze zich aan bij een andere zwervende groep, geleid
door Doane, die dan de regie overneemt.
Door omstandigheden die heel langzaam duidelijk worden beland Lila zo rond haar
achttiende (vermoed ik) op de trappen van de kerk in Gilead, een klein stadje
in de staat Iowa.
De predikant van het stadje, weduwnaar, voelt zich tot haar
aangetrokken en dat is wederzijds ondanks het verschil in leeftijd.
Doll heeft er voor gezorgd dat Lila een jaar ergens op school heeft gezeten en
lezen, schrijven en rekenen geleerd al is het wat onbeholpen.
Lila is een een denker. Ze steelt een Bijbel en daarin oefent ze
haar lezen. Het schrijven oefent ze door hele stukken over te schrijven.
Het boek Ezechiël heeft haar speciale belangstelling.
Ik beschrijf het allemaal wat zakelijk maar wat ik zo mooi
vind in dit boek is dat het vanuit het perspectief van Lila is geschreven en
ook haar vele denkprocessen worden verwoord op haar niveau. Ik heb al zitten
lezen in ‘Gilead’ dat vanuit het perspectief van de ontwikkelde predikant is
geschreven en dat merk je ook meteen. Knap om zo uit verschillende niveaus te
kunnen schrijven waarbij beide niveaus zo waardevol zijn en elkaar kunnen
verrijken.
De eerste vraag die Lila aan de dominee (John Ames) stelt
is: ‘waarom gebeuren de dingen zoals ze gebeuren?’
En laat daarmee de dominee meteen met een mond vol tanden staan. Later
beantwoord ze de vraag zelf op haar manier: ‘In een liedje volgt de ene noot
de andere op omdat het dát liedje is en niet een ander. Op een keer probeerden Mellie
en zij alle liedjes te tellen die ze kenden. Hoe was het mogelijk dat er zoveel
liedjes waren? Omdat elk liedje gewoon zichzelf was.’
Ze heeft geen idee wat verliefdheid is maar ze jat een trui
van hem zodat ze zijn geur kan blijven ruiken wanneer ze alleen is.
‘Het was erg fijn om hem zo naast zich te hebben lopen. Even goed als rust
en stilte, als iets waar je buiten kon maar dat je desondanks nodig had. Dat je
moest leren te missen, waarna je het altijd zou missen.’
Het draait uit op een gecompliceerd huwelijk met wat later
een kind.
Lila heeft moeite met het aanpassen aan een geregeld leven. Ze noemt haar
echtgenoot nooit bij zijn naam maar altijd als dominee en in gedachten ‘de oude
man’.
John is een wijze man en de onrust van Lila maakt het er voor hem ook niet
gemakkelijker op. Voortdurend is hij bezig om voor Lila ontsnappingsmogelijkheden open te laten en houd dat ook bespreekbaar omdat hij beseft dat hij alleen op deze manier haar voor zich kan behouden.
Voor Lila is een mes, wat zij van Doll heeft gekregen en waar een geschiedenis aan verbonden is, een belangrijk stuk uit haar verleden dat ze graag wil houden omdat er ‘geen manier bestond om je van je schuld te ontdoen, geen fatsoenlijke manier om er afstand van te nemen. Die hele in elkaar gedraaide kluwen van verbittering, wanhoop en angst moest betreurd worden. Nee, beter nog, daar moest genade over neerdalen.’
Mooi boek van wege de vele menselijke vragen en antwoorden die niet echt uitgewerkt worden maar soms heel puntig worden verwoord.