Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

woensdag 22 juli 2020

De spiegel en het licht

Het laatste deel van de trilogie van Hilary Mantel over Thomas Cromwell de smidszoon die opklom tot Lord Chancellor en lid van de orde van de Kousenband aan het Engelse hof van Hendrik VIII.

De vertaling is afgelopen mei uitgekomen en ik las weer een digitale editie.
Anne Boleyn is aan het einde van het tweede deel ten prooi gevallen aan een scherprechter en onthoofd. In dit deel trouwt Hendrik  met Jane Seymour en ja, het wachten is op een troonopvolger die gelukkig ook komt. Het kost Jane wel haar leven.
Ondertussen regelt Cromwell voor zijn zoon ook een huwelijk met een zus van de koningin: Elisabeth Seymour. 

Het blijkt dat hij uit zijn tijd in Antwerpen er een dochter aan overgehouden heeft: Jenneke.
Na Elisabeth is hij nooit meer hertrouwd. ‘Wat heeft het voor zin, denkt hij. Ze zou doodgaan en ik achterblijven. Of ik zou doodgaan en zij zou achterblijven. Het is het niet waard. Niemand is het waard.’
Hilary noemt haar Jenneke maar via het www vond ik een dochter van Cromwell met de naam: Jane.
Een halfzus van  Gregory, en de overleden zusjes Grace en Anne.
(Ik schrijf altijd al tijdens het lezen. Achterin het boek wordt dit feit door de schrijfster ook vermeld.)

De sfeer in het boek is vertrouwd, sluit naadloos aan bij de vorigen. Toch lijkt Cromwell wat onzekerder te worden. Hij wordt ouder en wijzer en beseft dat hij als vertrouweling van de koning die plaats ook in no time kan verliezen. Zijn vijanden zitten niet stil.
Op de vraag van de koning of hij niet liever de keizer wil dienen zegt hij: ‘Wat zou ik moeten bij de keizer, al was hij de keizer van de hele wereld? Uwe majesteit is de enige ware vorst. De spiegel en het licht voor andere koningen’.  De verklaring voor de titel.
In dit boek kijkt hij meer terug naar zijn jeugd. Zakelijk, zonder emoties zoals we inmiddels van hem gewend zijn. Best knap om het op die manier te kunnen schrijven.

Wat me ook opviel: Cromwell was de initiator van het bijhouden van persoonlijke gegevens van de mensen. Het begin van een database. Waar iedereen natuurlijk tegen was. Want hoe zit het met de privacy? Wanneer het bekend en op papier stond wat iedereen bezat dan kon er overal belasting over worden geheven. Er is echt niets nieuws onder de zon.
Hij zorgde er ook voor dat in elke parochie een Bijbel kwam te liggen zodat het volk daar toegang toe kreeg.
En hij was zo slim om de nodige eigendomsbewijzen van zijn bezittingen op naam van zijn eerste kleinzoon (Henry) te zetten. Wanneer hij uit de gratie zou raken dan kon de koning in ieder geval niet al zijn bezittingen confisqueren. Want dat gebeurde namelijk met de bezittingen van hooggeplaatsten die in ongenade vielen en werden onthoofd of verbrand.

Hendrik VIII wordt wanneer je oppervlakkig leest, beschreven als een wispelturige koning; meer een groot, over het paard getild kind. Hij is in zijn leven twee keer bijna dood geweest en werd geplaagd door een open beenwond wat hem vaak sikkeneurig maakte. Hij was groot en werd ook nog eens veel te dik en impotent. Wat doet dat allemaal met een mensenbrein?
‘Als je Henry hoort praten zou je haast denken dat God dankbaar moet zijn voor alles wat Henry de afgelopen tien jaar voor Hem gedaan heeft in Engeland, voor de manier waarop hij Hem in het zadel heeft geholpen, Zijn grote boek heeft laten vertalen, ervoor heeft gezorgd dat iedereen over Hem sprak.’


Wanneer ik schilderijen zie van Hendrik VIII dan denk ik dat prins Harry, hertog  van Sussex misschien wel veel op hem lijkt.

In dit boek sterft Cromwell op het schavot, vlak nadat hij in de adelstand was verheven (graaf van Essex)  door Hendrik. Hij werd onthoofd met een bijl. Hij had de koning nog aan een nieuwe vrouw geholpen: Anna van Kleef, wat helaas helemaal verkeerd uitpakte en die na een paar maanden al van het hof werd gestuurd. Het triggerde waarschijnlijk zijn val. Terwijl Cromwell gevangen zat trouwde Hendrik met zijn vijfde vrouw: Catharina Howard.
Cromwell zag zijn val te laat aankomen en werd ook nog eens verraden door een paar vertrouwelingen – zo dacht hij – die hij ooit onder zijn hoede had genomen.
Thomas Wriothesley en Richard Rich. Zij zijn alle twee later Lord Chancelor geworden.  

Cromwell was duidelijk geen heilige. Er kleefde genoeg bloed aan zijn handen, wat voor de zestiende eeuw niet echt gek was.
Gewoon een mens met goede en slechte kanten.
Op de voorkant staat nu wel Cromwell. Een schilderij van de bekende 'hofschilder' Hans Holbein de Jongere maar bewerkt door Tessa Posthuma de Boer.
De hele trilogie is een leesfeestje voor iedereen die van geschiedenis houdt.

 

1e deel: Wolf Hall

Geen opmerkingen:

Een reactie posten