Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 11 december 2018

Rinkeldekink



Geschreven door Martine Bijl (1948) na haar hersenbloeding in 2015. Een e-book naar de eerste druk.
Eigenlijk heb ik een gruwelijke hekel aan ‘lijdensboeken’. Het interesseert mij weinig (meer) hoe andere mensen zich door hun problemen heen worstelen. Ik begrijp ook de fascinatie voor het lijden van anderen en daarmee het lezen en/of schrijven van dit soort boeken niet. Wat is er nu mooi aan het leed van een ander?
Wat zijn de achterliggende gedachten van mensen om dit soort verhalen te schrijven en/of te verorberen?
Is het om te delen? Als verwerking? Is het om het eigen lijden te relativeren? Om adviezen of ideeën op te doen? Om saamhorigheid te kweken?
Ik kom daar niet goed achter maar het lijkt wel een ‘vrouwending’ te zijn en, niet onbelangrijk: er zit een bepaalde hiërarchie in. Het blijft mij verbazen.


Wanneer de tijd daar is dat narigheid mij overkomt, zal en wil ik me er toch op mijn eigen manier doorheen worstelen.
Ook vind ik het van nederige hoogmoed getuigen om aan anderen te laten merken – nee, natuurlijk nooit openlijk – hoe dapper jij wel niet bent.

Martine is een uitzondering en ook C. S. Lewis valt daaronder met zijn ‘Verdriet, dood en geloof’ wat hij schreef naar aanleiding van het overlijden van zijn vrouw en onder het pseudoniem N.W. Clerk.
Lewis vanwege zijn rauwe eerlijkheid en nu Martine vanwege haar onderkoelde humor.
Het is geen lineaire geschiedenis van alles wat haar is overkomen en dat is nogal wat. Behalve de hersenbloeding, ook een gebroken heup, een delirium en een depressie.
Het zijn meer situatieschetsjes gelardeerd met haar humor.

Wanneer de bloeding haar overvalt zit ze naast haar bed ochtendgymnastiek te doen ‘vervuld van eigendunk en zelfoverschatting […] Een paar makkelijke dingetjes doen nog, intens tevreden met mezelf was ik, ik kon toch ook alles. Ik leek wel van beton!’
Maar dan …... ‘het beton was porselein geworden’
Het vreemde wezen dat bezit heeft genomen van haar lichaam en daar ‘heen en weer schiet als een luchtbel in de centrale verwarming’ noemt ze E.T. naar E.T. uit E.T.

De depressie krijgt de naam ‘Zwarte Deken’. ‘Het wordt druk in mij. Ik ben in trek’.
In luchtige bewoordingen schrijft zij over ernstige zaken.
Mooi en aangrijpend maar weinig diepgang.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten