Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 22 oktober 2018

God bestaat, er is bewijs


De KHMW-essaywedstrijd, die om het jaar wordt gehouden in samenwerking met het NRC is gewonnen door René van Woudenberg.
Van hem heb ik ‘Gelovend denken’; ‘Toeval en ontwerp in de wereld’ en ‘Er zijn geen dingen die niet bestaan’ gelezen.
Deze keer was de titel voor de essaywedstrijd: ‘Is er in de wetenschap ruimte voor religie?’

Op het snijvlak ‘wetenschap – religie’ zijn er veel mensen die ik volg, actief. Gewoon omdat het mij ook interesseert. En vooral de filosofische kant want ik ben geen geoloog, bioloog or whatever; gewoon een geïnteresseerde leek met een ‘academisch denkniveau’ volgens een paar geleerde heren. En dan maar hopen dat mijnheer Alzheimer mijn deur voorbij gaat.
De prijsuitreiking met voorafgaand een discussie tussen Ronald Plasterk, Heino Falcke en Mladen Popovic is helemaal vastgelegd en heb ik bekeken.

Jammer dat Plasterk dan weer met die ‘oude’ argumenten komt van de aardbeving van Lissabon (1755), geen postzegels verzamelen is geen hobby als argumenten tegen de bewering dat atheïsten ook ergens in geloven.
Kun je eigenlijk een daad: ‘postzegels verzamelen’ vergelijken met een levenshouding?
Of zijn dat weer eens die beruchte appels met peren? Hier schuurt volgens mij iets! Filosofenvoer.

In ieder geval: het essay van Rene van Woudenberg beschrijft de verschillende manieren waarop je deze vraag kunt lezen en weerlegt die.
Dan komt hij tot de prikkelende vraag: 'Is het niet irrationeel voor iemand die de wetenschap serieus neemt om in God te geloven?'
En: ‘Is er wetenschappelijk bewijs voor het bestaan van een God?’

Even kort en bondig: Als we ervan uitgaan dat er voor de Big Bang ook geen keiharde bewijzen zijn vergelijkbaar met wiskundige bewijzen, maar slechts een steeds sterker wordende waarschijnlijkheid wat we als wetenschappelijk bewijs zien dan kunnen we het bestaan van God ook ‘bewijzen’ naar aanleiding van de orde die in deze wereld en ver daarbuiten heerst. Een uitwerking van het antropische principe.

Nu staat in de krant van vrijdag (Trouw) een column van Bert Keizer (1947), die ik overigens zeer waardeer, over deze materie.
Hij is, net als ik ook onder de indruk van het betoog van Rene wat mede voortkomt uit het denken van Alvin Plantinga en verbaast zich over de geestelijk salto die de heren maken.
Maar hij schrijft als laatste zin: ‘Wacht, het was voor hen geen sprong, Plantinga en Woudenberg zijn gelovigen en hebben daar deze fascinerende redenering bij gevonden’.

Dat kwam een beetje oneerlijk op mij over; een steek onder water richting gelovigen.
Alsof wetenschappers geen hypotheses bedenken en daar bewijzen bij proberen te zoeken. Volgens mij is dat toch een aanvaardde manier van wetenschappelijk werken.
Gelovige filosofen zouden dat dan niet mogen doen?
We moeten zuinig zijn op mensen als René van Woudenberg en ook Emanuel Rutten.



Hier staat trouwens het winnende essay.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten