Geschreven door Charles Lewinsky (1946) in 2007. Vertaald in 2010 en las ik een digitale editie.
Eerder las ik van hem ‘Het lot van de familie Meijer’ en heb ik hem leren kennen als een aansprekende auteur die mij doet denken aan Philippe Claudel.
In dit boek gaat het over een Duitse docent Frans, die zichzelf heeft opgesloten in het dorpje Courtillon.
Vanuit zijn gezichtspunt wordt het boek geschreven en is het een vertelling aan een verloren geliefde waarvan hij hoopt dat ze nog eens terugkomt.
Het hele dorp met zijn inwoners en hun eigenaardigheden leer je via deze man kennen: Mademoiselle Milotte in haar rolstoel; het ‘rechtersechtpaar’ Brossard, Saint Jean met zijn vrouw Geneviève en dochter Elodie; madame Charbonnier met haar ‘gekke’ dochter Valentine.
Gedoe rond een grindafgraving waar de ene helft van het dorp vóór is en de andere helft tegen.
Dan is er nog iets met een vermoorde koerier uit WO2. En wat is er toch met die ‘kippenvrouw’?
Hoofdthema is denk ik: ‘Wat is waarheid’.
De geschiedenis die geschreven wordt door onder andere de overwinnaars, mensen met geld en macht die de geschiedenis naar hun hand zetten. Wanneer je maar lang genoeg volhoudt bij je eigen verhaal dan gaat iedereen het wel een keer geloven of laat het gebeuren.
En dat is wel fascinerend.
‘...pas achteraf, als alles voorbij is, geleefd en gestorven, kneden we de gebeurtenissen, geven we er vorm aan, vlechten we er broden en kransen van, beweren we dat het zo was omdat we bedacht hebben dat het zo geweest zou kunnen zijn.’
En: ‘een rond verhaal is te waardevol om het door de feiten te laten ondergraven.’
Hij kan gewoon goed schrijven en soms lees je psychologenvoer.
‘Wie andere mensen wil manipuleren. Moet hun (sic!) in de eerste plaats wijsmaken dat ze nodig zijn.’
En ik kwam Rilke weer tegen zoals in ‘Het grote verlangen’ van Moring: ‘Wie nu geen huis heeft, bouwt er geen meer.’
Lezende weg vind ik het leuk om die dingen te herkennen, maar wie weet over hoeveel van die stille verwijzingen ik gewoon heen lees.
Nog een leukigheidje: het boek begint met ‘De wereld is duizend passen lang’ en eindigt met ‘Duizend passen lang is de wereld’.
En een persoonlijk leukigheidje: de foto op de cover van het boek lijkt sprekend op een dorpje waar wij deze zomer zijn geweest. Het hele verhaal speelde zich voor mij daar af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten