Geschreven door Janne IJmker in 2006 alweer. Ze won ermee de Publieksprijs voor het beste Christelijke boek in 2007.
Ik las een digitale editie naar de zevende druk uit 2009.
Ik hou niet van streekromans. In gedachten noem ik ze ‘Lammechien en Hillechien reeksen’.
Ze lijken allemaal op elkaar en vertellen over een wereld die niet de mijne is.
Zo rond mijn dertiende heb ik het lezen van deze boeken afgezworen nadat ik de hele VCL- reeks van mijn moeder doorgeploegd had.
Ja, ik was veel te jong voor die stuff maar ik was vroeg wijs volgens mijn moeder; plus nog iets.
Ik hou ook niet van über-christelijke boeken. Laat mij zelf maar denken. Het hoeft er niet zo duidelijk bovenop te liggen. Deze roman is ook op historische feiten gebaseerd, (verantwoording aan het eind) dat was voor mij de aantrekkingskracht en het loopt niet goed af dus heb ik me eraan gewaagd.
Het verhaal heeft me wel aangegrepen. Vooral door het morele gemanipuleer in allerlei zaken die schering en inslag waren, toen en nu nog steeds. Gearrangeerde huwelijken waren ook gewoon in die tijd om het kapitaal in de familie te houden.
Het verhaal kán zo gebeurt zijn; daar hou ik het maar op. (en de schrijfster ook)
Het verhaal speelt zich af in het Drenthe van 1738 -1767 in de dorpen Doldersum en Vledder.
Elsjen Roelofs vermoord haar man, Jan Albers met rattengif in maart 1767. Ze wordt gevangen gezet in Assen, bevalt daar eind juli van haar tweede kind, een dochtertje dat op twee jarige leeftijd overlijdt en krijgt de doodstraf op 9 september 1767.
Haar eerste kind, Roelof, trouwt en krijgt vijf kinderen. Overlijdt in 1809.
Niemand van zijn kinderen krijgt een naam van moeders familie. Dat zegt iets.
Dat laatste over Roelof heb ik uit de verantwoording gevist.
Om die eerste feiten heen is het verhaal opgebouwd. Elsjen schrijft in de gevangenis in flashbacks haar verhaal hoe het zover gekomen is en verwerkt daarmee met behulp van Janne, haar verzorgster, wat ze heeft gedaan. Ze vindt steun in het verhaal van Job uit de Bijbel die ze van haar broer Luit heeft meegekregen.
IJmker heeft er een christelijk verhaal van gemaakt. Of dat terecht is is de vraag. In die tijd was de kerkelijke gemeenschap belangrijk, iedereen ging naar de kerk en feit is ook dat er een ‘beroering’ (opwekking) plaatsvond in Vledder in 1751. Maar feit is ook dat Elsjen de dominee die haar bezocht ‘niet meer wenste te ontvangen’.
Dat kan wijzen op verharding of op een ontwikkeling waarbij dominees overbodig worden omdat je geestelijk en emotioneel al veel verder bent. IJmker kiest in dit verhaal voor dat laatste.
Ze zal er reden voor hebben omdat ze veel onderzoek heeft gedaan. Ze schetst ook een mooi beeld van het harde boerenleven uit die tijd.
Mooi ingrijpend verhaal en soms een beetje over de top. Geen literatuur, want ik mis ‘gelaagdheid’.
En eigenlijk word ik dan toch ook nieuwsgierig naar de kant van het verhaal van Jan Albers.
De titel achtendertig nachten snapte ik eerst niet.
Op 12 maart overlijdt Jan Albers en op 9 september krijgt Elsjen de doodstraf. Dat is bijna 6 maanden.
De titel slaat echter op de nachten dat zij haar verhaal opschrijft en is daarmee willekeurig denk ik. In het verhaal heeft ze wel een doos met haar schrijfsels aan Janna meegegeven maar daarover heb ik geen feiten kunnen ontdekken.
Ook mooi om te lezen dat Elsjen haar vrijheid ervaart in een afgesloten ruimte. Eerst de bedstee en later de cel. Vrijheid, vooral christen-vrijheid zit inderdaad in je hoofd en hart en is niet afhankelijk van muren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten