Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

dinsdag 29 november 2016

De Existentialisten


ondertitel:
filosoferen over vrijheid, zijn en cocktails
Geschreven door Sarah Bakewell in.... eh..... gewoon vers van de pers. Er is nog geen Nederlandse afbeelding dus dan maar een Engelse.

Ze schreef dit boek omdat ‘filosofie interessanter wordt als je haar in de vorm van een biografisch verhaal vertelt en omgekeerd: dat persoonlijke ervaring interessanter wordt als je er filosofisch over nadenkt.’
Ook omdat ‘existentialisten opnieuw gelezen zouden moeten worden omdat ze ons eraan herinneren dat het menselijke bestaan niet gemakkelijk is en dat we soms vreselijke uitglijders maken, maar ze laten ook zien wat een ongekende mogelijkheden het leven biedt. Ze hameren voortdurend op de vragen over vrijheid en zijn, die we steeds weer dreigen te vergeten.’ (p 346)


Voor mij zijn ‘de (Franse) existentialisten’ ook een fascinerende groep mensen waarvan ik het één en ander heb gelezen. Fascinerend omdat ik ze niet altijd begreep/begrijp. Ze blijven een beetje raadselachtig prikkelend met hun vage ideeën over ‘zijn’.
Het boek is prettig verhalend geschreven; zoomt dan in op de één en dan weer op de ander met de nodige humor. Voor mij was het een ‘page-turner’.
Ik denk omdat ik nieuwsgierig ben/was hoe ik die personages moet plaatsen. Wat zijn de onderlinge verbanden. Hoe hebben die mensen elkaar beïnvloed?
Ik vraag me ook af wat ik er als kind – opgegroeid tijdens de ‘koude oorlog’ – van heb meegekregen. Niet bewust maar via mijn voelsprieten. Gedurende mijn kindertijd hing het existentialisme in de lucht, denk ik achteraf.
Deze personen hebben oorlogen meegemaakt en ook de koude oorlog. In Frankrijk ook nog eens de Algerijnse opstand in de zestiger jaren waarin er rollen omgedraaid werden ten opzichte van de tweede wereldoorlog.
Bakewell heeft heel veel research gedaan, dat is duidelijk. Ze beschrijft dit alles uitgebreid want ze is gaan beseffen dat niet alleen ideeën belangrijk zijn maar ook hoe en in welke context ze zijn ontstaan.
Zij begint bij Husserl, de grondlegger van de Fenomenologie waaruit het Existentialisme is voortgekomen.
Een belangrijke leerling van hem was Martin Heidegger
Een paar leerlingen van Heidegger waren: Hannah Arendt, Edith Stein, Jan Patočka en Emanuel Levinas.
Ze zijn allemaal hun heel eigen weg gegaan.

In Frankrijk bestudeerde Sartre de filosofieën van Husserl en Heidegger. De kring om hem heen bestond voornamelijk uit de Beauvoir, Camus, Karl Jaspers (die ook bevriend was met Hannah Arendt) en Merleau Ponty.
Zijdelings een paar christen- existentialisten: Kierkegaard, die ik wel ken en Gabriel Marcel. Daar moet ik nu ook dringend eens iets van gaan lezen.

De meeste aandacht in het boek gaat uit naar Heidegger en Sartre. Het beeld wat bij mij blijft hangen van Heidegger is dat hij een moeilijk te volgen denker was die geen empathisch vermogen bezat. Voor/tijdens de oorlog een poosje flink ‘fout’ was en zich daarover nooit geëxcuseerd heeft. Veel van zijn mededenkers zijn op zijn persoonlijkheid afgeknapt.
Wel heeft hij veel invloed gehad op de volgende generatie denkers.
Wat me ook opviel is – wat ik bij Hannah Arendt ook ontdekte – dat ze allemaal de neiging hebben om een totaal nieuwe filosofie te ontwikkelen. Ik begrijp die pogingen wel: het is natuurlijk lekker voor je ego om iets totaal nieuws te bedenken wat nog nooit eerder is bedacht. Deze kopstukken uit die vele, vele leerlingen is het redelijk gelukt om hun naam te vestigen.
‘Het leven moet voorwaarts worden geleefd en kan pas achteraf worden begrepen’.

Sartre was een maatschappelijk zeer geëngageerde man die nog al eens van standpunt veranderde en daar weer eindeloos over schreef.
Zijn verhouding met Simone de Beauvoir was ook altijd voer voor journalisten. Ik krijg de leeftijd om dat ook een aantrekkelijke verhouding te vinden. Geen gedoe met seks enzo.
Alleen maar genieten van een brein.
Zij waren de symbolen van hun eigen denken. Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn hun sleutelwoorden. Vrijheid om jezelf te ontwerpen.
Het linkt aan de fenomenologie waarvan Merleau Ponty de belangrijkste denker was. Hoe ervaar je de dingen; hoe doen de dingen zich aan je voor.
Ik realiseer me nu dat dit grote invloed heeft gehad op de beeldende kunst. Maar waarschijnlijk heeft iemand dit allang vóór mij bedacht en trap ik een open deur in.
Merleau Ponty was, opmerkelijk genoeg, de enige met een gelukkig jeugd en een stabiel karakter.
Het kan dus wel: iets bereiken zonder kommer en kwel.

Een quote die herkenning opriep en gaat over Sartre:
‘Maar wat bedoelde hij met ‘zijn’? Ik was nooit overweldigd door het zijn van de wortels van een kastanjeboom. Ik had niet eens door dat deze dingen zijn hadden.
Ik ging naar het park in mijn eigen stadje Reading en staarde naar één van de bomen tot mijn ogen pijn deden. Het werkte niet. Ik dacht dat ik iets zag bewegen, maar het was slechts de wind die de bladeren bewoog. Maar toch gaf het aandachtig kijken naar iets me een soort gloed. Vanaf dat moment verruilde ik mijn school voor het bestaan.'


Een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in deze periode van de filosofiegeschiedenis.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten