Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 7 december 2015

Hannah Arendt, de studie slot


En zo brak de laatste middag aan. Het boek is doorgewerkt, alles bezonken al wil ik het boek nog een keer doorlezen van begin tot eind; er eens naar kijken met alles wat ik geleerd heb in mijn achterhoofd.

Het laatste deel van haar boek gaat over ‘waar zijn we wanneer we denken’.
In het vorige deel beschreef ze al dat bij het denken de geest zich terugtrekt uit de wereld van alle dag en het denken daardoor (voor de meeste mensen) een marginale bezigheid is.
Het (echte) denken is – zolang verleden en toekomst een continuĆ¼m vormen – een uitstapje, een bres. Het continuĆ¼m zelf is die gedachteloosheid.
Die bres is een spel tussen mij en mijzelf. Hoeveel gesprekken heb ik al niet gevoerd met mijzelf waarbij de andere mijzelf precies zei wat ik al dacht en ik daar heel gevat op kon reageren.
Helaas is dat in real life toch iets anders en wenste ik vaak dat ik wat ad-remmer geboren was.

Waar ben je als je denkt. Overal en nergens denk ik. Althans, je heb geen besef van tijd. Ik herinner me middagen dat ik zo intensief met gedachtendingen bezig was dat de plotseling rinkelende telefoon mij fysiek pijn deed en mij van echt ‘heel ver’ moest halen.
Hannah spitst dat toe op het moment tussen verleden en toekomst aan de hand van een voorbeeldmetafoor van Franz Kafka. Hij staat op een ‘slagveld’ op het punt waar de krachten van het verleden en van de toekomst met elkaar botsen.
De mens staat daar tussen-in, in het NU, een bres, het middeleeuws scholastieke nunc stans/ blijvend nu.
Van daaruit loopt een denkspoor dat door elk menselijk wezen en elke nieuwe generatie opnieuw ontdekt moet worden. Het is niet overerf baar en vast te leggen want zodra iets wordt vastgelegd gaat het bij een traditie behoren en stopt het denken.
Of zij daarin gelijk heeft betwijfel ik nog. Ik zie het belang wel in van bepaalde tradities.
Elke generatie heeft tenslotte de vrijheid om te besluiten, na het overdenken, een traditie in ere te houden. Niets mis met steeds weer overdachte tradities, alleen....aan dat opnieuw overdenken schort het regelmatig.
Ik begrijp het wel, Hannah spreekt in het algemeen en blijft bang voor die gedachteloosheid die zoveel kwaad kan aanrichten.
En waar ik al bang voor was: er volgen geen conclusies.
We worden geacht te blijven her-denken.

Op p. 265 maakt ze nog weer even een kort uitstapje naar de kunst.
Hoe komt het toch dat bepaalde werken eeuwigheidswaarde lijken te hebben?
Haar uitleg: ‘Omdat ze geboren zijn in een klein onopvallend spoor van niet-tijd (die bres) dat het denken van hun auteurs (en scheppers, voeg ik even toe) tussen een oneindig verleden en een oneindige toekomst gebaand heeft.[…] Zo hebben ze voor zichzelf een heden tot stand gebracht, een soort van tijdloze tijd, waarin mensen in staat zijn tijdloze werken te scheppen en hun eigen eindigheid te overstijgen.’

De tijd is de grootste vijand van het denken omdat de geest zich in een lichaam bevindt wat maar een beperkte houdbaarheid heeft.
Ik merkte dat inderdaad bij ouderen. Mensen van over de negentig die verbaast naar hun verrimpelde lichaam kijken en eigenlijk niet begrijpen dat ze zo oud zijn geworden.
Nee, dat heeft niets met dementie te maken. Meer met het besef dat het leven zo vluchtig kan zijn.
Zo snel alweer voorbij.
‘Gelijk het gras….’
De Geest veroudert niet, zij verbreed en verdiept zich als mensen zichzelf tenminste een beetje serieus nemen en zichzelf in hun gedachtenloosheid niet voorbij rennen in de ratrace van de ‘ongelimiteerde vooruitgang’.

Wat nu? De filosofische traditie die jarenlang kon standhouden is ingestort en ontmantelt. Zij bedoelt hiermee de Romeinse drie-eenheid die de religie, gezag en traditie met elkaar verenigde. p.266
Wat rest zijn de brokstukken die we, wanneer ze waardevol zijn moeten blijven koesteren.

Ik begreep Hannah heel vaak niet en toch boeit zij mij. Heel raar vind ik dat geen van mijn filosofieboeken haar naam noemt. Alleen ‘de Verbeelding van het denken’ onder redactie van Jan Bor en Errit Petersma noemt haar eerdere boek in een klein kadertje zijdelings.
Is het in de wereld van de filosofie net als in de gereformeerde gezindte? Vrouwen zijn niet interessant?
Dat zou mij toch tegenvallen.
Een reden temeer om haar tweede boek ‘Willen’ aan te schaffen.
Ben heel benieuwd hoe ze over de (vrije) wil denkt.

Wordt toch nog vervolgd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten