Just because I'm quiet........... doesn't mean I don't have a lot to say

maandag 15 oktober 2018

Ik wil dat jij bent



Geschreven door Tomáš Halík (1948)in 2012. Ondertitel: Over de God van de liefde. Ik las een derde druk uit 2018.
Eerder las ik van hem ´Geduld met God´; over geloven.

Dit boek gaat over de verhouding tussen geloven en liefde en het is al net zo moeilijk samen te vatten als dat andere boek.
Nu is liefde wel een wijd verbreid begrip en dient naar mijn mening preciezer te worden geformuleerd. Helaas staat het boek ‘de vier liefdes’ van C.S. Lewis niet in zijn lijstje.
Meestal heeft hij het echter over de ‘agapè’; de onbaatzuchtige gevende liefde die het dichtst benaderd kan worden door de liefde tussen moeder en kind. Op dat punt viel Lewis mij tegen; bij hem viel dat onder genegenheid. Dat krijg je ervan als je zelf geen kinderen hebt gekregen. Het vertekent je beeld.


‘God houdt niet van ons omdat we goed zijn, God houdt van ons omdat Hij goed is.’ (p176)
Prachtig citaat van Richard Rohr; ja, Halik citeert er weer lustig op los.
Hij is al net zo allergisch als ik voor de goedkope ‘liefde’ uit liedjes en literatuur die niets te maken hebben met de diepste zin van dat woord.
Wat is die diepste zin dan? Wat is liefde eigenlijk?
Liefde voor God en liefde voor de vijand. (p 17)
Dat betekent je eigen egoïsme afzweren en over je eigen schaduw heenstappen richting
1. het absolute mysterie wat wij God noemen en
2. de dreigende realiteit van de buitenwereld.
Dat zijn wegen vol onzekerheid.
Ik ben het wel met hem eens dat de wegen onzeker zijn maar het eindpunt, zeker voor wat betreft het eerst punt, is dat niet.
Liefde gaat boven geloven uit volgens Halik. Dat had ik al begrepen uit het andere boek toen hij schreef over Theresia van Lisieux. Daar moest ik achteraf heel veel over nadenken. En ik ben het wel met hem eens maar met de restrictie dat het uitmaakt wat de bron van die liefde is.
Dan klopt die Bijbeltekst gelukkig toch. *grinnik*
In dit boek maakt hij meer verschil tussen het seculier humanisme en het christelijk humanisme wat zijn oorsprong vindt in God.

Ik moest wel weer glimlachen toen ik las: ‘God gebeurt dáár waar we mensen liefhebben, onze naasten.’
Is dat niet net zoiets als de ‘atheïstische predikant’ Klaas Hendrikse verklaarde en waar heel rechts Nederland over viel? En wat trouwens al – volgens Halik - door Thomas van Aquino werd benoemd? (‘wij weten niet wat ‘zijn’ of ‘bestaan’ in het geval van God betekent omdat God niet op dezelfde manier ‘is’ of ‘bestaat’ zoals de dingen ‘zijn’ of ‘bestaan’.)

Wat Halik ook naar voren brengt en waar ik ook wel mee zit: Hoe kan ik houden van iemand die ik niet ken. En waarom zou ik iemand leren kennen als ik niet weet of ik van hem kan houden.
In dit geval: God.
Dat komt kennelijk ook bij Augustinus vandaan maar Halik (of de vertaler) formuleert dat heel irritant waardoor de essentie volgens mij verdwijnt: ‘Hoe kan ik houden van iets dat ik niet ken en hoe kan ik iets leren kennen als ik er niet van hou’.
Ik weet ook niet hoe Augustinus dat geformuleerd heeft.
Volgens Halik: ‘liefde zonder kennis is geen echte liefde en kennis zonder liefde is geen echte kennis’.
Ik geloof dat ik dan toch meer heb met het antwoord van Aquino wat Halik ook noemt: Liefde is een daad van de wil en kennis is een vrucht van de ratio.

Een van de mooiste confronterende dingen die hij schrijft is over de titel van het boek: ik wil dat jij bent. Toegeschreven aan Augustinus.
Wíl ik eigenlijk wel dat die ander er is? Wil ik dat God er is? Of toch maar liever niet omdat ik vast zit in mijn narcisme? God wil kennelijk wèl dat ik er ben.
En áls ik dan wil dat Hij er is, betekent dat ook Hem toelaten in mijn eigen vrijheid en God God laten zijn.
Liefde heeft toch wel heel veel met vertrouwen te maken.
Levinas wordt uitgebreid aangehaald. God spreekt tot mij via het gelaat van de ander. Volgens Halik ligt de nadruk bij Levinas op de asymmetrie van de verhouding; asymmetrie ten gunste van de ander.
Ik weet niet of Levinas en Halik het hebben meegemaakt om totaal leeggezogen te worden door ‘de anderen’ in een asymmetrische verhouding. Dat gaat je echt niet ‘in de koue kleren zitten’.
Mooie theorie maar praktisch gezien een aanslag op je emotionele leven. Dat hou je niet vol.

Nietzsche wordt besproken en daarin ga ik met hem mee. Dezelfde gedachten als ook Gabriel Marcel had die ook wordt aangehaald.
Definitie van de liefde volgens Halik: ‘Wat wij bereid zijn boven ons te stellen, hebben wij werkelijk lief.’
Niet ‘wat’, denk ik dan weer, maar ‘wie’!

Hoe zit dat met die vijanden? Ik heb namelijk geen vijanden voor zover ik weet. Volgens Halik is dat positief en weiger ik dan om me vijandig te gedragen. Nou dat klopt wel. Er valt toch altijd te praten? Ik ben altijd nieuwsgierig hoe de ander denkt en tot zijn/haar standpunten komt of wat hem/haar dwarszit.
‘Liefde is de enige kracht die kan verenigen zonder te vernietigen’. Teilhard de Chardin.
Als je dus weet te verenigen in plaats van te vernietigen is dat liefde. Dat vind ik best een troostvolle gedachte omdat ik de laatste tijd een gevoel heb dat ik liefde tekort kom. Om weg te geven bedoel ik.
Hoe kun je over een liefde volle God spreken na Auschwitz en zo ….
Kort samengevat; Als God God is dan overstijgt Hij alle menselijk voorstellingen, inclusief onze voorstellingen over goed en kwaad. Voor veel mensen een dooddoener maar ik denk ook dat het niet anders is.

Ik ben me ervan bewust dat het een hapsnap verslag is geworden is maar zo is het boek ook een beetje. Er zit geen rode draad in. Aan de hand van veertien hoofdstukken wordt er veel behandeld. Het staat ook weer vol potloodstreepjes en als ik die terug lees hebben ze weinig met elkaar te maken.
Desondanks een aanrader.

zaterdag 6 oktober 2018

Oud genoeg om dood te gaan


Geschreven door Barbara Ehrenreich (1941) in dit jaar. Ondertitel: ' over de vragen die iedereen zich ooit moet stellen'.
Ik las een digitale editie naar deze eerste druk.
Mijn aandacht werd erop gevestigd door een krantenartikel in Trouw.

Barbara is o.a. afgestudeerd in de natuurkunde en celbiologie en dan is het wel handig als je zelf daar ook het e.e.a. over weet. Macrofagen zijn namelijk de inspiratiebronnen van dit boek.

Ze vertelt dat ze was geschokt naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel dat ging over ons immuunsysteem. Volgens dat artikel stimuleert ons immuunsysteem de groei en de verspreiding van tumorcellen. Dat is iets heel anders dan je zou verwachten van immuunsystemen.
Vóór die tijd voelde Barbara zich juist beschermd door haar immuunsysteem en verwachtte niet zo’n verraad. Zelf had ik dat ook. Wat ik van dr. Moerman heb onthouden is dat je ziektes niet kunt voorkomen maar dat je wel je immuunsysteem op peil kunt houden door gezonde voedingsmiddelen, die indirect dan weer zorgen voor een gezond immuunsysteem die alle mogelijke vijanden in je lijf, te lijf gaan.
Eigenlijk wat de antikankerlobby nu ook propageert.

Wat willen we? We willen langer en gezonder leven.
Hoe doen we dat?
Door controle te hebben over onze manier van leven; denken we. Daarom rennen we naar sportscholen en Wellnesscentra om ons lichaam af te beulen; onderwerpen we ons aan ‘vernederende rituelen’; onderwerpen we ons aan ‘de wetenschap’ die beweert dat een glas wijn goed is en daarna weer slecht. Dat een verhoogd cholesterol dodelijk is en dan weer niet.
Vervolgens hebben we ons gestort op de mindfulness.
Controle over je geest, dat was het helemaal. Fitness voor de geest. Een holistische aanpak om jezelf beter, en vooral machtiger te voelen. Van jezelf een betere ‘ik’ maken.
‘Combineer geest en lichaam met geüpdatete data, en handel snel naar je nieuwe instructies, zodat elke dreigende aandoening wordt voorkomen. Zo stel ik mij voor, brengen de ‘immortalisten’ van Sillicon Valley hun tijd door; voortdurend de beschikbare gezondheids gerelateerde informatie scannend om die meteen toe te passen hetgeen een schappelijke prijs lijkt voor het eeuwige leven.’
Dus wanneer je ziek wordt is dat een beetje eigen schuld, dikke bult. En dat is beledigend in onzinnig.
Aan het einde van het boek wijst ze het protestantisme aan als medeschuldige aan deze introspectieve houding. Daar moet ik over nadenken. Ik begrijp haar houding maar ben het toch niet met haar eens. Het is slechts één kant van de medaille van het protestantisme. De andere kant is juist zo gericht op onze naasten.

Je zou het spoor bijster raken en dat ben ik ook allang.
Daarom vond ik dit boek een openbaring. Met humor beschrijft ze het een en ander.
Alle gezondheidsfreaks sterven ook een keer. Velen zijn hen al voorgegaan.
Zelf herinner ik mij bijvoorbeeld dhr. Montignac met zijn succesvolle dieten. Hij overleed op zijn 66ste. Iets minder succesvol.
We hebben geen controle over ons lichaam en we zullen dat niet krijgen ook, stelt ze heel nuchter. Dus bespaar je de moeite.
Cellen nemen hun ‘eigen’ beslissingen zonder dat wij daar invloed op hebben.
Ze gaat in een paar hoofdstukken heel eenvoudig dieper in op die Macrofagen. Onrijpe macrofagen (monocyten) ruimen in het lichaam dode en gewonde cellen op. En helpen vaak bij de productie van antilichamen. Helden, zo zou je zeggen maar.....
Er is ontdekt dat ze zich graag ophouden bij tumoren en moedigen die aan om verder te woekeren! ‘Cheerleaders van de dood’ noemt Barbara ze. Ze helpen tumorcellen zich te verspreiden.
Eigenbelang. Dat denk ik dan. Zelfs op cellulair niveau. Om hun ‘wintervoedselvoorraad’ veiliger te stellen ofzo.
Behalve dat, werken macrofagen ook mee aan artritis, acne; eigenlijk alles wat door ontstekingen ontstaat.
Hebben wij invloed op deze macrofagen? Nog niet. Voorlopig lijkt het erop dat ze doen wat ze zelf willen. ‘Cellulaire besluitvorming’.

Hoe word je dus succesvol ouder?
Dagelijks naar de sportschool maar dat geeft geen garanties en verhoogt de kans op blessures.
Kijk naar Jeanne Louise Calment, de Française die overleed in 1997 op haar 122ste . Zij bleef lang in beweging maar wat eten betreft hield ze van alles wat we nu zouden afwijzen. En ze rookte.
Ik herinner me een interview met haar. Ze zei daarin heel ondeugend: ‘ik geloof dat Onze Lieve Heer mij is vergeten’. En ook dat ze Vincent van Gogh heeft ontmoet.

Het leven lijkt een beetje op een flipperkast.
Nee, Barbara gelooft niet in een God maar erkent wel dat het grootste gedeelte van de wereldbevolking dat wel doet. De opkomst van het monotheïsme was een grote morele en intellectuele stap voorwaarts.
Nu heeft de wetenschap God verdreven; is God dood, zoals Nietzsche al voorzag. We weten nu dat de natuur springlevend is en dat mensen verdwijnen.
Je zou bijna denken dat ze het cyclische wereldbeeld van de Grieken weer omarmt.
Het is wijzer om van het ‘zelf’ af te geraken waar we nu zo in verstrikt zijn geraakt.
Geniet van wat je hebt; van boter en van wijn.
Het leven is te kort om van deze geneugten af te zien en veel te lang zónder.
En eens is dit leven over; leer dat te accepteren.

Ik ben het met haar eens. Wanneer ik in een tv-programma zie dat een 73-jarige man een nier krijgt van een ander, die ook nog bereid was hem die te geven, dan heb ik daar heel gemengde gevoelens over.
Ik denk dat ik het niet zou willen accepteren op die leeftijd.


woensdag 26 september 2018

Wellness?


In Trouw het afgelopen weekend een prachtig interview met Barbara Ehrenreich.

Ik heb het al smullend zitten lezen. Ze rekent af met de gezondheidscultus die de mensheid - en dan natuurlijk vooral in het rijke westen - heeft bevangen.
We laten ons beetnemen door allerlei wetenschappers die ons voortdurend de illusie aan de hand doen dat wij ons leven in die hand hebben.
Om het even in eigen woorden samen te vatten: Als we maar dit, of als we maar dat..... dan beland je volkomen fit en gezond, met een prima BMI en zonder rimpels tussen je zes plankjes.
Want daar belanden we toch heus allemaal al proberen we het zo lang mogelijk uit te stellen.
Barbara pleit voor wat meer gezond verstand en de bereidheid om te sterven en daarin ben ik het met haar eens. Het is zo leuk om dat allemaal van iemand anders te horen/lezen.
Zijzelf heeft alle preventieve zorg opgegeven. Dat is flauwe kul. ( dat zijn niet haar woorden; ik gebruik veel eigen woorden omdat ik er ook zo overdenk) ….vanmorgen las ik weer dat een preventief longonderzoek toch wel.....
Ik vraag me ook geregeld af of de stress die al die preventieve onderzoeken met zich mee brengen wel zo gezond is.

We hebben het veel te druk gekregen met onze gezondheid en volgens Barbara is dat een reactie op de jaren zeventig toen er in de samenleving van alles ging schuiven en de idealen verloren gingen. Als reactie kwam de fitnessrage gevolgd door een gezondheidsrage want die gaven de mens meer voldoening dan meedoen met een demonstratie.
En wat nog aantrekkelijker is; we kregen de illusie van controle te hebben over ons eigen lichaam.
Controle hebben over iets is reuze fijn. Daar zou je de ‘wellness’ vandaan kunnen halen maar je bedriegt jezelf. Het is onzin omdat we nauwelijks invloed hebben op ons verouderingsproces.
Zo wordt het volk bedonderd. (Dit is een uitdrukking die in ons gezin een eigen leven is gaan lijden nadat iemand, lang geleden op fora deze zin heel vaak gebruikte.)
Zelf merk ik op dat de aandacht lijkt te worden verlegd van the Body to the Brains.
Ene mijnheer Scherder, neuropsycholoog, verschijnt opvallend vaak op tv.
En ik denk en puzzel me al suf! Dat doe ik dan wel weer liever dan naar de sportschool gaan waar je alleen maar moe wordt en gaat zweten.

Op de vraag of het niet heel natuurlijk is om zo lang mogelijk te willen leven antwoord zij: ‘Ik denk dat het natuurlijk is om te doen wat je belangrijk vindt. Dat is niet hetzelfde als de wens om zo lang mogelijk te leven.’
Ik ga haar boek lezen. In het Nederlands met de titel; ‘Oud genoeg om dood te gaan’.
Waarbij ik even zijdelings opmerk dat ik van mijn ouders heb geleerd dat béésten doodgaan maar dat mensen sterven.
* Cathy mompelt iets over ‘oude stempels’*
In het Engels is de titel veel langer en vooral het laatste stukje, veel leuker: ‘Natural Causes. An epidemic of wellness, the certainty of dying and killing ourselves to live longer. ‘
Natuurlijke oorzaken. Een epidemie van wellness, de zekerheid van sterven en onszelf vermoorden om langer te leven.

Oh ja, ze krijgt in Nederland de Erasmuprijs 2018 uitgereikt voor haar journalistieke werk.




dinsdag 25 september 2018

Jezus


Geschreven door Shusako Endo in 1973 maar pas in dit jaar uit het Engels vertaald.
Ondertitel: ‘het verhaal van een leven’.

Eerder las ik van hem ‘Stilte’ dat inmiddels verfilmd is door Martin Scorcese. Daar ben ik echter niet nieuwsgierig naar. De film die in mijn hoofd is ontstaan bij het lezen is naar alle waarschijnlijkheid mooier dan die in de bioscoop.

Endo is een Japanner met een westers geloof. Hij is op jonge leeftijd Rooms Katholiek gedoopt.
Voor Endo is het ook niet belangrijk wat feit of fictie is. Het gaat hem veel meer om de betekenis van feit en waarheid.
Feit is bijvoorbeeld de kruisiging, - ik dacht dat alle kenners en theologen het daar wel over eens waren - maar betekenis daaraan geven heeft met geloven te maken.


In dit boek beschrijft hij Jezus zoals Hij tot hem, Endo, komt: een onbegrepene door iedereen, ook door zijn leerlingen. Judas begreep hem nog het meest. Toen moest ik denken aan ‘Judas’ van Amos Oz, die Judas ook een andere rol toedicht dan de ‘gebruikelijke’.
Toch doet Endo het voor mij realistischer. Judas had als eerste door dat Jezus zover zou gaan dat hij zijn leven zou gaan geven en het stelde hem teleur dat Jezus niet de Messias was die zij in hun hoofd hadden.

Wanneer ik de Jezus van Endo tot mij laat doordringen lijkt hij mij een HSP-er, iemand die voortdurend mee wilde lopen en lijden met de sociaal zwakkeren. Iemand die overliep van liefde en een metgezel wilde zijn van alle mensen die op de één of andere manier met het leven in de knoop waren geraakt. ‘Wat kon Hij doen om de liefde van God te rijmen met het lijden van zovelen?’ Messias voor de lijdende mens. En zwakke en krachteloze die aanvankelijk niet wist wat hem te wachten stond, terwijl Hij op mij helemaal niet zo overkomt.
En voor mij is Jezus de Messias voor alle mensen; niet alleen de lijdende.
Endo beschrijft de aanloop tot Zijn kruisiging; de betekenis van Johannes de Doper, over de Zeloten en Essenen, de overwegingen van de hogepriesters en van Pilatus in het licht van die tijd.
Hij beschrijft het aanvankelijke enthousiasme van zijn leerlingen en de bevolking.
Zij zagen in Hem de Messias, die Israël krachtdadig zou verlossen van zijn vijanden, de Romeinen.
Wat kortzichtig eigenlijk: alleen maar verlossen van Romeinen.
Hij heeft ons bevrijd/verlost van ál het kwaad. Dat is toch veel grootser?

Soms klinkt hij logisch; bijvoorbeeld bij zijn gedachten over de woorden van Jezus aan het kruis.
'Mijn God, mijn God waar om heb Gij mij verlaten' zijn de eerste regels van psalm 22. Dat is een lofpsalm! Dat Jezus alleen de eerste woorden uitsprak zegt niet alles. Jezus kende die psalm die eindigt in een loflied.
Daarna volgt logischerwijs het: ‘ In Uw hand beveel ik mijn geest; U hebt mij verlost, Heere, getrouwe God.’ Uit psalm 31.
Endo benoemt het bijzondere van de kruisiging in die tijd: bij godslastering werd er gestenigd, niet gekruisigd. Maar in een ander blogje heb ik al geschreven dat in die tijd de Joden niet dat recht hadden. Zie Joh 18: 31.

Ook de opstanding, die door velen niet meer wordt geloofd wordt besproken. Endo vraagt zich af hoe het mogelijk is dat kleine bange discipelen zonder sterke overtuigingen zo plotseling veranderde in mensen die ergens voor stónden en zelfs zo vasthoudend werden dat ze de martelaarsdood ervoor over hadden.
Die gedachte ben ik eerder tegengekomen. Bij Pinchas Lapide in zijn ‘Opstanding, een Joodse geloofservaring’.
Dan ben ik wel weer zo nieuwsgierig om te bekijken wie er eerder was met deze, voor mij zeer goede, indirecte argumenten voor de opstanding.
Lapide schreef zijn boek in 1977, vier jaar na Endo. Zouden ze van elkaar geweten hebben?

Speculatief vind ik de idee dat de discipelen het op een akkoordje zouden hebben gegooid met de gerechtsdienaars om zelf buiten schot te blijven. Ze bleven inderdaad in Jeruzalem zonder dat hun een haar werd gekrenkt. In dat licht is het kruiswoord: 'Vergeef hen want ze weten niet wat ze doen' voor de discipelen heel aangrijpend. Toch denk ik dat je die woorden in een veel breder perspectief moet zien.
Jood en Romein (= heiden) hebben Hem vermoord. De hele mensheid is schuldig.

De overwegingen in de ziel van Jezus die Endo naar voren brengt vind ik ook te speculatief.
De poging vind ik dan weer niet raar maar wie zou in staat zijn om die te doorgronden?

Geen mens.




Een eigen foto van de trap naar het paleis van Kajafas waar Jezus overheen zou hebben gelopen. Ik neem dat alles maar met een korreltje zout.

donderdag 20 september 2018

Lucy


Een film uit 2014 van de regisseur Luc Besson, ook bekend van de ‘Transporter’ films die aan mij niet zo zijn besteed.

Van deze film zag ik weer eens een flard waardoor mijn interesse werd gewekt.
Wat gebeurt er wanneer een mens meer procenten van zijn/haar brein kan gebruiken dan de gebruikelijke 10%.
Hoofdrollen zijn voor Scarlett Johansson als Lucy en Morgan Freeman als Prof. Samuel Norman.

Er zijn twee verhaallijnen; de ene van Lucy, een jonge vrouw die in Taipei woont en de andere lijn van professor Norman, een neurowetenschapper. Natuurlijk kruisen die twee lijnen elkaar op een bepaald moment.
De film begint echter met een shot van de ‘eerste Lucy’.
Die is nog niet echt ontwikkeld.
‘Onze’ Lucy is het slachtoffer van een manipulerend vriendje.
Ze moet ergens een koffertje afgeven en beland in de duistere wereld van de drugsmaffia.
Intussen geeft Prof. Norman college over het menselijk brein. Wij zijn de eerste mensachtigen die zo ongeveer 10% van het brein gebruiken maar helaas gebruiken we die meer om te ‘hebben’ dan om te ‘zijn’. Dat vind ik van die mooie filosofische uitspraken die er zomaar tussendoor glippen.
Wanneer we meer van ons brein zouden kunnen gaan gebruiken dan gaan we eerst onze medemens domineren en daarna de materie, alweer volgens de professor. Zit best wat in.
Kennelijk gelooft hij ook niet zo in een goede inborst van de mens.

Wat gebeurt er met Lucy? Zij wordt knock-out geslagen en bij het wakker worden ontdekt ze dat ze een wond heeft in haar onderbuik. Het blijkt dat ze, samen met nog wat anderen als drugskoerier gaat worden gebruikt en de drugs – Cph4 - zijn in haar buik verstopt.
Het spul gaat lekken en ze krijgt een overdosis in haar bloedbaan. Dat heeft tot gevolg dat ze haar brein in toenemende mate kan gaan gebruiken.
Dat doet ze dan ook; allereerst om wraak te nemen op degenen die haar dit hebben aangedaan. Een hoop spektakel.
Dan zoekt ze contact met de professor om te vragen wat ze met al haar kennis aan moet omdat ze zich steeds minder mens gaat voelen.
Ondertussen moet ze wel steeds van dat spul tot zich nemen anders valt ze uit elkaar. Dat zijn van die mooie visuele filmtruckjes.
Professor Norman adviseert haar om haar kennis dóór te geven. Dat belooft ze. Ze zal het doorgeven via een computer.
Na een infuus met de drug waardoor haar kennisniveau naar de 100% stijgt heeft ze zelfs grip op de tijd en kan ze tijdreizen.
Ze gaat terug in de tijd, naar het begin en ontmoet tussendoor haar voorganger Lucy. Daarbij is het beeld van Michelangelo, de schepping van de mens, met de vingers tegen elkaar wel grappig.
Ze zoekt intussen op een wonderlijke, filmische manier contact met de computer en al haar kennis belandt op een usb-stick die Norman krijgt. Ook een soort van vingers tegen elkaar.
Lucy lost op.
Moraal van de film: geef je kennis door.


Nu de kanttekeningen:
Het is niet waar dat we maar 10% van ons brein gebruiken. We gebruiken heel ons brein maar nooit alles tegelijk.
Cph4 bestaat wel maar heeft niet de werking zoals in de film wordt beweerd.
Wat wel boeiend is vind ik, dat het de mens zo kan bezighouden; slimmer worden, meer kennis vergaren. Kennis is macht; dan is het toch een begeerte naar macht.
Begeerte om mensen en materie te domineren wellicht.
Ik denk ook even aan de film ‘Limitless’ van Neil Burger met Bradley Cooper. Hij ontdekt ook een drug die hem sneller en beter laat denken. Hij wordt een dankbare prooi voor slimme mensen die zijn kennis kunnen gebruiken.
Slimheid, kennis en wijsheid zijn toch drie heel verschillende dingen.
Dan is alleen kennis doorgeven niet genoeg.
Het gaat om een totaalpakketje van mens-zijn.

woensdag 12 september 2018

De Trooster

Geschreven door Esther Gerritsen (1972) in maart van dit jaar. Ik las een digitale uitgave.

Een boek over een klooster in de week voor Pasen: de ‘lijdensweek’.
Jacob is conciërge en manusje van alles van dat klooster. Hij repareert van alles en dat is hem genoeg.
De ene kant van zijn gezicht is misvormd en dat schrikt veel mensen af. Daarom leeft hij teruggetrokken tussen de broeders van het klooster. Voor zichzelf heeft hij er eigenlijk geen probleem mee, pas als hij bedenkt hoe anderen naar hem kijken wordt het een probleem.
‘Andere mensen leiden me af van dat geluk, leiden God af zou ik haast zeggen, staan voor zijn uitzicht, zodat ik zijn liefde niet meer voelen kan.’
‘L’enfer c’est les Autres’, schoot door mij heen.
Hij zwelgt (naar mijn idee) in het lijden van Jezus, vooral in deze dagen voor Pasen.

Op een dag komt er een bezoeker voor een retraite : de politicus Henry Loman.
Zij krijgen een wonderlijke klik met elkaar. Dat heb je soms met mensen. De aanwezigheid van die ander is dan al genoeg om gelukkig te zijn. De uitstraling, vult de lege ruimte tussen elkaar ruimschoots.
Onverklaarbaar maar verrijkend wanneer je dat meemaakt.
Bij Jacob is de Heer in de ruimte tussen de mensen zoals het wit tussen de regels.

In ieder geval vindt er een omslag van denken plaats in Jacob sinds hij de genegenheid in zijn hart heeft toegelaten. Hij kan niet meer tegen het lijden en omarmt het leven. De inkeer op Aswoensdag werd een ommekeer.
Hij is echter wel jaloers van aard en gunt anderen de aandacht van Henry niet.
Rond het heidense paasvuur gebeurt er iets en Henry raakt in de problemen.
Jacob is echter een reparateur eerste klas en hij weet er plotsklaps op zijn manier raad mee.
Dat loopt echter niet zoals hij gedacht had.

Een onbevredigend einde. Ik verwachtte nog een Kafkaiaanse twist maar die kwam niet. Het verhaal dooft als een nachtkaarsje maar op elke pagina staan wel mooie, filosofische en psychologische gedachten:
‘Je gaat ervan uit dat ieder ander slimmer is en als een ander dat niet blijkt te zijn, dan is het toeval dat je een nog dommer persoon dan jijzelf hebt getroffen. Het kan lang duren voor je erachter komt, durft te geloven dat je wellicht niet onder doet voor je medemens.’
Wat ik ook een herkenbaar mooie vond van de waarnemer die Jacob is:
‘Ach, gun de mensen hun goede daden.’
en:
‘Het is gemakkelijk om goed te zijn wanneer de mensen om je heen zich misdragen’
en:
Ik heb nooit ‘iets van mijn leven willen maken’, dus hoezo zou het kunnen mislukken?
Prachtig toch? Deed mij denken aan ‘Alice in Wonderland’ van Lewis Carroll: als je geen doel hebt maakt het toch niet uit welke route je neemt?

‘In dit eeuwige spel waar de schuld wordt doorgegeven als de zwarte piet in het kaartspel, moet er iemand opstaan en zeggen dat hij hier niet aan meedoet. We kunnen Jezus hierin volgen, we kunnen ook schuldeloos doorspelen.’


Hier nog een interview met de schrijfster.


17-09-18

Vanmorgen las ik in de krant dat dit boek is genomineerd voor het beste theologische boek van het afgelopen jaar. Dat is bijzonder omdat er nooit een roman wordt genomineerd.
Dat kan twee dingen betekenen: 1. Het is werkelijke een goed theologische boek of 2. Er waren geen anderen die ervoor in aanmerking kwamen en in arren moede is Gerritsen erop gezet.
Ik wacht het rustig af.
Morgen hebben we met een kleine groep een bespreking over dit boek. Misschien kunnen zij mij uitleggen waarom dit boek in de prijzen zou moeten vallen.



maandag 3 september 2018

In ongenade


Geschreven door J.M. Coetzee in 1999.
Oorspronkelijke titel: 'Disgrace'

Voor mij is hij een onbekende ook al heeft hij in 2003 de Nobelprijs voor de literatuur gekregen.
Ik vond dit wel een bijzonder boek. Er zit heel veel in wat niet wordt uitgesproken. Het gaat over verhoudingen: tussen man en vrouw, blank en zwart, vader en dochter, mens en dier.
Omdat Coetzee voor mij een onbekende was en nog steeds een beetje is, zat ik mij af te vragen wat voor type man hij is. Moet/kan ik hem vereenzelvigen met de hoofdpersoon of juist helemaal niet.
De hoofdpersoon, David Lurie, 52 jaar, is namelijk een ontzettende irritante egotrippende vrouwenversierder die zich het centrum van de kosmos waant.
Hij is een Zuid-Afrikaanse hoogleraar romantische literatuur en fan van de dichters William Wordsworth en Lord Byron.


David is twee keer gescheiden en heeft een dochter, Lucy, die op het platteland haar leven probeert vorm te geven.
Hij denkt altijd dat hij onweerstaanbaar is en negeert signalen die duiden op het tegendeel. ‘Vrouwen mogen hun schoonheid niet voor zichzelf houden’,‘lesbiennes zijn verloren voor de mannen’ enz.
Gaap.
Helaas voor hem is zijn dochter een Lesbienne.

David vergaloppeert zich met de studente Melanie en wordt gedwongen ontslag te nemen van de universiteit. Hij ontvlucht Kaapstad en gaat een tijdje bij zijn dochter wonen die een boerderij met hondenkennel runt.
Hoe kijkt een dochter tegen zo’n vader aan? David probeert zich tegenover haar te rechtvaardigen door te pleiten voor zijn natuurlijk instincten. Moet hij zijn eigen aard soms gaan haten?
Het aloude argument maar hij vind weinig weerklank bij haar.
Op een dag worden ze door drie mannen overvallen en dat heeft gevolgen voor hun, toch al moeizame verhouding. Heeft Petrus, de buurman ermee te maken? Hij loochent erop los zoals een echte Petrus betaamt.
David wil met alle geweld dat er recht geschieden zal maar Lucy begrijpt op haar manier de onderlinge verhoudingen van het platteland beter en wil niet eens aangifte doen. Ze vernedert en onderwerpt zich, geknakt door de gruwelijke gebeurtenissen.

Dan is er nog de dichter Byron die op de achtergrond zijn rol speelt. David wil een boek over hem schrijven, maar bedenkt zich: het wordt een opera waarin hij Teresa Guiccioli, de minnares van Byron de hoofdrol laat spelen met slechts in de verte een aanwezige Byron.
Steeds zat ik mij af te vragen wat dat toch was met die Byron. Staat hij model voor David?
Hij was ook een vrouwenversierder.
De opera komt echter niet van de grond.
Hij komt er achter dat leven loslaten is: Teresa loslaten zoals hij Melanie, Lucy en zijn hond moet loslaten.

Een zin die mijn feministische nekharen recht overeind kreeg:
‘Laat ik deze dag niet vergeten, houdt hij (David) zichzelf voor als hij naast haar ligt en ze tot rust gekomen zijn. Na het smakelijke jonge vlees van Melanie Isaacs, ben ik hier aangeland. Hier zal ik aan moeten wennen, aan dit en zelfs nog minder dan dit.’

Dan heeft hij het notabene over een medemens die voor hem niet aantrekkelijk is maar die hij wel enigszins leert waarderen om hetgeen ze voor dieren doet.
Is dit een ‘slip of the pen’ of schrijversraffinement?
Aangezien hij Nobelprijswinnaar is ga ik uit van het laatste.
Ik wil meer van hem lezen.
Het verhaal raakte, irriteerde en ontroerde me.

Er is in 2008 een film van dit boek gemaakt met John Malkovich in de hoofdrol. Ik heb hem nooit gezien en ik voel er geen enkele behoefte toe ook al ben ik fan van Malkovich.
Ik vond nog een foto van Lord Byron. Vorig jaar gemaakt bij villa Borghese in Rome.



But I have lived, and have not lived in vain:
My mind may lose its force, my blood its fire,
And my frame perish even in conquering pain;
But there is that within me which shall tire
Torture and Time, and breathe when I expire;